dezer Regeering heen, den heer Tak kan bereiken.
De Tijdevenzeer onbevredigd, gebruikt dezelfde
woorden. »Over de hoofden der tegenwoordige Mi
nisters heen" hoopt zij in de Tweede Kamer den
heer Tak te zien geïnterpelleerd. Zij stelt zich daar
van even belangrijke als vermakelijke dingen voor,
al gelooft zij niet, dat de gewezen premier zelf voor
deze overbrenging van de zaak naar de Volksver
tegenwoordiging dankbaar zal zijn.
Het Centrum scheen wèl te wachten, dat de Reg.
inlichtingen zou gegeven hebben, nu de heer v. d.
Putte zoo kloek en Zeeuwseh" had gezegd, waar
het op stond. De Reg. had immers ruimschoots den
tijd gehad om een afdoend antwoord gereed te maken.
Dan, laey, het heeft zoo niet mogen zijn. De inter
pellatie was niets dan een vertooning, het groote
waterhoofd van een heel klein kindje, dat spoedig
volgde en door den Minister Roëll te voorschijn
werd gebracht met de handigheid en hoofschheid
van een volmaakt diplomaat. Het blad meent te
mogen voorspellen, dat er verder, wat er ook worde
^overgelegd", niet veel zaaks voor den dag zal komen.
Datzelfde meent ook De Telegr. De omzichtige
houding des heeren Roëll doet vermoeden, zegt zij,
dat de interpellatie bestemd is om geen verder ge
volg te hebben, waarbij niemand iets verliezen zal.
De gronden voor de ontbinding toch liggen voor de
hand, en de finessesde juiste verhouding tusschen de
Ministers onderling betreffende, hoort men toch niet.
Wij doen echter de vraag of de heer Fransen Van
de Putte er de man naar is om zich met een negatief
resultaat tevreden te stellen En het komt ons buiten
twijfel voor dat de in de Eerste Kamer gegeven
stoot in de Tweede Kamer niet zonder uitwerking
zal blijven.
Omtrent de Lombók-quaestie loopen de gevoelens
uiteen. Gelijk men weet treedt in dezen ons Gou
vernement eenigszins op als beschermer van de Sas-
saksche bevolking (Mahomedanen) tegenover de
Lomboksche bevolking die eene soort van Hindoe
schen godsdienst belijdt, en de geschiedenis met Atjeh
heeft bij velen vrees voor nieuwe expedities en ver
wikkelingen doen geboren worden.
Het Centrumhoewel hopende, dat de Vorst van
Lombok het hoofd in den schoot zal leggen, omdat
een expeditie altijd meer kost dan zij oplevert,
meent niettemin, dat de Sassaksche bevolking, »ook
volgens koloniale usance in Engelsch-Indië" recht
heeft op onze bescherming. Ook onderschrijft bet
blad Min. Bergsma's »zeer juiste" opmerking, dat,
wanneer ons gouvernement een minnelijke schik
king" tusschen een Vorst en zijn verdrukte onder
danen heeft aaugeboden, deze aanbieding moet wor
den beschouwd als a en dat daarop niets anders
kan volgen dan b. zijnde een expeditie.
Van gfinsch ander oordeel is De TijdZij voegt
zich naast don heer Pynackcr Hordijk tegenover
Minister Bergsma. Blijkbaar, zegt zij, is alles voor
de expeditie gereed, doch >geen poging mag onbe
proefd worden gelaten om de Regeering van het
onzalige plan tot uitzending eener militaire expe
ditie naar Lombok terug te brengen."
De Stand, laat in haar Kamer-Overz. doorsche
meren, dat zij de expeditie, die wel niet zal uit
blijven, goedkeurt. De heer Hordijk schijnt zich steeds
tegen deze expeditie verzet te hebben, ondanks de
adviezen van den Resident van Bali en Lombok en
van de meeste autoriteiten in Indië. Zelfs wordt
beweerd, dat dit de voornaamste reden is, waarom
hij niet in dit Kabinet werd opgenomen."
Wat Min. Bergsma zei, komt geheel overeen, her
innert het blad, met wat de heer Levyssohn Nor
man in zijn merkwaardige rede van 23 Nov. 1892
over Lombok mededeelde.
Het Hbld. moect, dat, om te beoordeolen of de
expeditie gewettigd is, meer gegevens noodig zijn,
dan ten dienste staan. Overigens voegt het blad
er bij
»In het algemeen heeft de nieuwe Minister in
deze discussie geen kwaad figuur gemaakt. In zijn
optreden is weinig verheffing', doch hetgeen hij zegt
is zaakrijk, eenvoudig en blijkbaar goed overwogen.
Er ligt in zijn houding, naar het ors voorkomt,
die zekere kalme, zelfbewuste kracht, welke ver
trouwen inboezemt. De Minister Bergsma toonde
zich geen onwaardig partner in het debat met een
oud-Gouv.-Gen., wiens talenten voor de parlemen
taire debatten van algemeene bekendheid zijn en
ook nu weder glansrijk aan het licht kwamen."
De Telegr. van oordeel, dat Min. Bergsma »niet
heel goed spreekt," doch dit verhelpt door groote
leukheid zegt, dat zooveel althans gebleken is, dat
niet het genoegen hebben als huisheer nader kennis
met mij te maken. Het is alleen maar de quaestie
eene nieuwe woning voor mij te vinden, liefst in
eene andere plaats. Ik heb zeer afdoende redenen,
die mij nopen deze residentie te verlaten, waarvan
de voornaamste is, dat ik meer dan genoeg heb van
al dat spionneeren en al dat gebeuzel, waaraan ik
hier blootgesteld ben. Bovendien is, met het oog op
het naderende oorlogsgevaar, eene stille verblijfplaats
op het land meer gewenscht voor mij."
Derhalve in de nabijheid, zoodat u toch verzekerd
bleef van de bescherming van den hertog en van
de voordeeleD, die Hildburghausen u kan opleve
ren Hij dacht een oogenblik na. »Dan weet
ik geen verblijfplaats, die beter aan uwe eischen kan
voldoen dan het hertogelijk landgoed Eishausen."
»Waar ligt dat?"
Zuidwaarts in de richting van Rodacb, te midden
van een bergwoud, ongeveer een uur van hier. Hot
slot wordt niet moer gebruikt, is zeer groot en ligt
ter zijde van het dorp, zoodat men u niet zal lastig
vallen. Ongetwijfeld zal de hertogin ertoe willen
medewerken om u daar te laten wonen, wanneer
het u geschikt voorkomt."
»Ge zoudt in ieder geval eens kunnen gaan zien.
Zoudt ge er nog heden kunnen heengaan en mij
dan van avond nog nauwkeurig de inrichting kunnen
beschrijven Hoe eerder ik weO" rust heb hoe liever."
»U kunt ten allen tijde over mij beschikken. Morgen
de Reg. en de tegenwoordige Gouv.-Ger. eenstem
mig van meening zijn, dat Gouv.-Gen. Pynacker
Hordijk al te meegaand was.
In verband met de inlichtingen, die in de
zitting der Eerste Kamer van Vrijdag jl. door den
Minister van Koloniën gegeven werden op de inter
pellatie van den heer mr. C. Pijnacker Hordijk,
in zake Lombok, heeft de Minister aan de
Eerste Kamer aangebodena. epn afschrift van het
in 1843 met den vorst van Lombok gesloten politiek
contract; b. afschrift der Nederlandsche vertaling
van twee brieven door hoofden van de Sassaksche
bevolking op Lombok aan den resident van Bali en
Lombok gericht.
Namens de inwoners van alle dessa's en gehuchten
in dit land, deelen de hoofden aan den resident een
en ander mede omtrent de verhouding van de Mo
hammedanen en Balineezen aldaar. Zij beklagen zich
o. a. over de wreede behandeling en uitzuigerij, over
de slavernij, waaraan hunne zonen worden onder
worpen, over buitensporig hooge opvoering der be
lastingen, kortom over de slechte behandeling door
hunne bestuurders, die hen deed besluiten de gehoor
zaamheid op te zeggen.
Omtrent de moeilijkheden, die een expeditie naar
Lombok te overwinnen zal hebben, kan o. a. nog
het volgende worden medegedeeld
Zij dient voor November geëindigd te zijn, want
met het intreden van den westmoesson, het regentij,
begint een gevaarlijke tijd. Hoewel het eiland geen
groote moerassen heeft, heerschen er in den kwaden
moesson meestal koortsen en is de algemeene gezon-
heidstoestand dan zeer slecht. De dichtbevolkte vlak
ten schijnen vrij goede wegen te bezitteneen afstand
van een uur gaans. Maar het schijnt dat verder in
het binnenland de wegen veel te wenschen overlaten.
Uit Vulpera wordt bericht
De gezondheidstoestand van Hare Majestei
ten is uitstekend. Het weder was tot heden prachtig
en zeer warm. Dagelijks maken Hare Majesteiten
wandelingen.
Hare Majesteit de Koningin-Regentes gebruikt de
baden te Tarasp, en drinkt het water uit Luzins-
Quelle.
Als plaats waar het 48ste landhuis-
houdkundig congres in het volgend jaar zal
worden gehouden, is Dordrecht gekozen.
In eene te Dordrecht gehouden bijeenkomst is
definitief besloten tot het oprichten eener »Alge-
meene Nederlandsche Onderlinge Ha-
gelverzekering Maatschapp ij", als voor
zitter van welker dagelijksch bestuur gekozen werd
de heer mr. W. H. E. baron v. d. Borch, terwijl
er voorts 20 districtscommissarissen werden aange
steld. Directeur zal zijn de heer F. Yan der Eist
en adviseur de heer W. H. Yan Bilderbeek. Bijzon-
derbeden omtrent doel en wijze van werken der
Maatschappij zijn uiteengezet in eene op ruime schaal
verspreide circulaire, aan welke wij het volgende
ontleenen.
De pogingen, tot nog toe aangewend om eene ge
legenheid te verkrijgen tot goedkoope verzekering
van veldgewassen tegen hagelschade, waren alle van
plaatselijken werkkring en bleken alras geen levens
vatbaarheid te hebben. De redeD ligt voor de band.
Daar hagel meestal plaatselijk valt, waren in geval
van eene werkelijke ramp, de kassen dier plaatselijke
maatschappijen alras uitgeput. Algemeen werd dan
ook ingezien dat, zou eene goedkoope en zekere
hagel verzekering te bereiken zijn, dit slechts het
geval kon wezen door middel van eene over geheel
Nederland werkende onderlinge Maatschappij.
De verzekering zal zijn onderling; ieder die belang
heeft bij de verzekering van gewassen tegen hagel,
kan tot deelneming worden toegelaten, mits het te
Verzekeren risico is gelegen in ons land.
Er zijn 3 afdeelingen van verzekering lo. veldge
wassen 2o. bosschen, griendenz.3o. tabak.
Wordt een der districten, waarin de maatschappij
ons land verdeelt, door hagelsehale getroffen, dan
betalen de in dat district woonachtige deelhebbers
het dubbele van hetgeen door de deelhebbers in de
niet getroffen districten wordt bijgedragen.
Het te vormen reservefonds zal in hoofdzaak be
staan uit de inning van eene minimumpremie.
De Provinciale Staten van Zuid-Holland kozen
gisteren tot lid der Eerste Kamer den oud-hoog
leeraar mr. R. T. H. P. L. M. Van B o n e v a 1
F au re, met 50 van de 71 stemmen.
De heer P. C Thooft verkreeg 1, de heer Yan
Velzen 2 stemmen; blanco 18.
kan reeds alles in orde zijn."
Des avonds kwam hij terug. De berichten, die hij
medebracht over de ligging van het slot, het uit
zicht, dat men op de vrije natuur had en het denk
beeld zonder vrees voor achterklap en onbespied door
de Argus-oogen van de Hildburgbausensche bevol
king jte kunnen leven, dat was heerlijk en het be
sluit was dan ook spoedig genomen om Eishausen
te gaan betrekken. Arnold schreef nog denzelfden
avond aan de hertogin ora hare tusschenkomst te
verwerven teneinde het slot te kunnen huren. Den
volgenden middag reeds kwam er bericht der her
togin terug, dat zijne Hoogheid aan den rentmeester
van het domein had doen weten, dat hij onmiddellijk
met den heer Arnold een huur-contract moest sluiten,
waarbij de eerste en tweede verdieping van het kasteel
Eisbausen werden verhuurd aan den chevalier de
Vavell.
Alles liep derhalve vlug van stapel en eer er vier
dagen verloopen waren kon Arnold den geheimgraaf
melden, dat de vertrekken gemeubileerd waren en
alles gereed was om hem te ontvangen. In de boven
woning van mevrouw Radefeld had men inmiddels
alles ingepakt en de postpaarden waren besteld. De
graaf liet aan zijne verhuurster vragen of hij haar
een oogenblik kon spreken en deze verscheen met
een verlegen lachje, dat wellicht zijn oorsprong had
in haar niet al te zuiver g°weten.
Mevrouw", zeide de vreemdeling, naar de tafel
Naar aan De Residentiebode uit de beste bron
met de meeste beslistheid wordt verzekei-d, is het
bericht van Het Vaderlandvolgens hetwelk aan het
departement van binnenlandsche zaken eene alge
meene onteigeningswet zou worden voorbe
reid, ten eenenmale onjuist.
Eergisteren, den dag waarop het 40 jaar ge
leden was dat dr. Nicoiaas Beets zijn intree
rede als predikant bij de Ned. Herv. gemeente te
Utrecht hield, hebben de hh. Lietze en Schumaker,
photografen, hem aangeboden, (en ook bij de bh. Lentz
en De Haan, kunsthandelaars, Oudkerkhof te Utrecht,
verkrijgbaar gesteld), een nieuw portret, knie
beeld in platina-druk, salonformaat. De grijze dichter
is daarop voorgesteld bij een schrijftafel staande, in
beschouwing van een portret van H. M. Koningin
Wilhelmina. U. DJ
Naar de Amst. verneemt is de heer A. J. L o
Gras, de bekende regisseur van de »Vereenigde
Rotterdamsche Tooneelisten", Zondag door eene be
roerte getroffen, tengevolge waarvan hij half ver
lamd is.
Volgens het Hbl. bestaat bij de directie der
Hollandsche Spoorwegmaatschappij het voornemen
om het stelsel der kilometerkaar ten in te
voeren. Een gevolg van deze invoering zou wezen,
dat zoodanige kaarten ook elders dan aan het loket
van het station zouden te verkrijgen zijn.
In eene Atjeh-correspondentie in
het Bat. Hbl. zegt Pitt, handelende over de expedi
tie naar Melaboeh, waarvan hij het succes voor geen
gering deel aan de bergartillerie toeschrijft
Ook het sneuvelen van den hoofdaanvoerder waar
borgt de rust. Deze was een man, die in een bij-
zonderen reuk vau heiligheid stond, altijd in afzon
dering leefde en veel bad; alle gegevens dus voor
een gevaarlijk tegenstander. Als fatsoenlijk muzel
man, die weet hoe het behoort, heeft hij zich op de
meost éclatante manier laten afmaken. Toen hij zag,
dat de zaken hopeloos stonden, heeft hij zjjn Zon-
dagsche kleeren aangetrokken, bedekt met gouden
halve manen en kwam onder een voorwendsel in
de door onze bondgenooten bezette benting. Daar
maakte bij amok en werd daarop afgemaakt.
Verder schrijft Pitt
Op groot Atjeh kan men zeggen, dat nu een
bijna volmaakte rust heerscht. Ook de poeasa is
zonder bijzondere voorvallen afgeloopen, niettegen
staande Toekoe Oemar met zijn volgelingen was in
gerukt en de bezetting van alle posten en blokhui
zen aan onze troepen had overgelaten.
Toekoe Oemar, Toekoe Bait en vele andere invloed
rijke hoofden bezochten de partij bij den generaal
en bewogen zich zeer druk tusschen de dames. Het
dansen scheen hen bijzonder te interesseren, of
schoon Toekoe Oemar de opmerking niet kon weer
houden, dat het toch gemakkelijker is op een matj 3
te zitten en voor zich te laten dansen dan zelf aan
die pret deel te nemen. Verder maakten de heeren
een overdadig gebruik van stroop en amuseerden
zich bijzonder met het aftrekken van de klappertjes,
die in de pistaches zitten. Het was waarlijk een
eigenaardig gezicht, zoo tal van vroeger zoo geduchte
vijandelijke hoofden zich nu te midden van onze
dames te zien bewegen.
Toekoe Oemar is tegenwoordig ziek.
Kerkelijke Zakea ea Onderwijs.
Beroepen bij de Ned. Hervormde gemeente te
St. Philipsland (toe/:.) de heer A. J. Ten Bokkel
Huinink, cand. te Utrecht.
Bedankt voor het beroep te Hoedekenskerke
door ds. J. A. Schouten te Geervliet c. a.
De heer P.- Landman, hoofd eener school te
Vlissiogen, heeft voor de benoeming tot hoofd eener
school te Rotterdam bedankt.
Rechtszaken.
Naar men uit Wageningen aan de Standaard
meldt, is door den kantonrechter aldaar (de oud
afgevaardigde voor de Tweede Kamer en oud-voor
zitter der anti-rev. kiesvereenigieg te Wageningen,
mr. G. W. baron Van Dedem), op justitieele wijze,
oen brief van hem aan ds. Piorson, uit het archief
der centrale kiesvereeniging »Nedarlaad on Oranje"
verwijderd.
Dr. Bah]er is jl. Vrijdag voor den rechter
commissaris te Groningen geweest, waar hij de
wijzende, waarop een behoorlijk aantal zilverstukken
lag uitgeteld, »ik verzoek u de huur tot op dez°n
dag in ontvangst te willen nemen en mij quitantie
te geven."
»Maar, graaf!" antwoordde zij verschrikt, »ket
kwartaal is nog niet eens om
»Dat komt er in dit geval niet op aan. Ik verlaat
morgen uw huis."
Dat meent u toch niet Om welke reden als ik
vragen mag klonk het bevend van hare lippen.
Omdat ik geen lust heb deze woning te huren
van den rechter Hermann. Zeg hem uit mijn naam,
dat ook dit kunstje hem niet heeft geholpen. Wjj
beiden, mevrouw, hebben samen geene zaken meer.
Mag ik u verzoeken Hij bood haar eene pen ter
ondjrteekening aan.
»Mijn God" stamelde zij »mijne kinderen drongen
er zoo op aan en ik was juist voornemens het u
mede te deelen."
»Ge hebt uwe belofte geschonden, en derhalve
houdt onze overeenkomst op. Wellicht zal het u
een troost zijn te kunnen overdenken, dat de zaak
u geene windeieren heeft gelegd. Wil u nu zoo goed
zijn te teekenen
Met groote inspanning zette mevrouw Radefeld
haar naam en streek met bevende handen het geld
op; daarna verliet zij met een zwijgende buiging
het vertrek.
Dcc volgen kn morgen om vijf uur stond er een
schriftelijke bescheiden, waarop hij zijne bewering
had gegrond, dat dr. Gheel Gildemeester niet was
van onbesproken gedrag, overgelegd he°ft.
De Hooge Raad heeft verworpen het beroep
van den schilder uit Rotterdam, die wegens afper
sing» gepleegd in vereeniging des nachts op een
erf te 's-Heer Arendskerke bewoond door de ge
zusters V., tot 7 jaar en 6 maanden gevangenisstraf
veroordeeld werd.
De Hooge Raad verwierp mede het cassatieberoep
van G. van Gelder, A. van Berkutn, J. G. de Bie
en P. de Bie, boterwerkers, allen te Os, door het
gerechtshof te 's-Hertogenboseh veroordeeld de eerste
wegens moord op den wachtmeester der marechaussee
Hoekman tot levenslange gevangenisstraf; de tweede,
derde en vierde wegens medeplichtigheid aan dat
misdrijf respectievelijk tot 10, 15 en 15 jaar gevan
genisstraf.
Gemengde Berichten.
Een ongeveer 7jarig knaapje, dat zich aan den
kant der kade alhier bezig hield met het zooge
naamde krabben vangen", viel heden namiddag
achterover in de kade. De timmermansknecht
Krijn Den Boer, die in de nabijheid werkzaam was
en onlangs iemand uit de vest redde, sprong het
kind na en greep het, waarna beiden op een inmid
dels toegestoken ladder op het droge werden ge
bracht.
Naar wij uit zeer goede bron vernemen zal
zeer waarschijnlijk in de maand Juli onze stad een
bezoek wachten van de beroemde Belgische mannen-
zangvereeniging »L'Orphéon Royal" van Brussel,
160 zangers tellende, en staande onder leiding van
prof. E. Bauwens, directeur van het Kon. conser
vatorium te Brussel. In de sociëteit »Van Onge-
nuchten Vrij" zal door deze liedertafel een uitvoe
ring worden gegeven.
De politie te Loosdrecbt heeft proces-verbaal
opgemaakt tegen een brillenkoopman uit Amster
dam, die tevens handelde in geneesmiddelen voor
alle denkbare kwalen. Hoe lichtgeloovig het publiek
ten plattelande nog is, en hoe lichtvaardig, waar
het zulk een teere zaak betreft als iemands gezond
heid, bleek opnieuw bij die gelegenheid.
Een volkomen waardeloos vocht in smerige flesebjes
welke, bljjkens het opschrift vroeger gediend
hadden voor witte port, pomade, haarolie, tand
water, mondspoeling, enz. enz. werd betaald met
twee tot drie gulden per fleschje. Op éen morgen
werd voor ruim twintig gulden verkocht.
Te Meppel is valsch geld in omloop. De rijks
daalders zijn zoo meesterlijk nagemaakt, dat ze bijna
niet van de echte te onderscheiden zijn. Alleen zijn
ze iets kleiner.
Een 7-jarige knaap te Amsterdam, heeft Vrij
dagavond in een diamantslijperij in bijzijn zijner
moeder, die daar aan het schoonmaken was, bij
ongeluk uit een flesch loog gedronken. Naar het
Israëlitisch Ziekenhuis gebracht, is hij aldaar in den
afgeloopen nacht overleden.
De gratificatiën, welke aan de mindere post
beambten vanwege het hoofdbestuur der posterijen
zullen worden uitgereikt, wegens hun moedig gedrag,
waardoor bij den spoorwegbrand te Barendrecht de
postzaken behouden bleven, zijn bepaald op f 50 voor
ieder hunner.
Naar men verneemt is dezer dagen te St. Jan
steen gearresteerd zekere V., als verdacht van moord
op de onlangs onder zoo zonderlinge omstandighe
den te Kuitaart (gem. Hontenisse) overleden oude
vrouw.
De arrestatie van V. mof.t het gevolg zijn van
eene min of meer toevallige bekentenis.
Intusschen zij vermeld dat bij de gehouden lijk
schouwing, kort na het overlijden der vrouw, geen
sporen van geweld door den geneeskundige zijn ge
constateerd.
Op de sigarenfabriek van do heeren Bergman
Carels Go. te Amsterdam hadden in den laatsten
tijd bij herhaling ongeregeldheden plaats, doordat
de werklieden die niet tot den »Sigaremnakersbond"
wenschten te behooren, door hunne kameraads op
allerlei wijze werden lastig gevallen, zoodat zelfs
de politie er aan te pas moest komen.
Da patroons konden dezen toestand niet laten
voortduren en gaven den bondsleden te verstaan,
dat waar hun de vrijheid werd gelaten lid van den
Bond te zijn, zij ook de vrijheid behoorden te eer
biedigen van anderen die zich niet wenschten aau
te sluiten. Daarbij hebben de patroons beiden
rijtuig voor het huis. In alle stilte kwamen de dame
en haar geleider naar beneden, stegen in het voertuig
en langzaam rolde het door de nog niet ontwaakte
residentie. Toen ze buiten de stad waren, legde
de koetsier de zweep over de paarden en reed men
zoo hard mogelijk naar Eishausen waar de nieuws
gierigheid der hofstad hen niet meer bereiken kon.
Hier wilde het paar den overigen droevigen tijd hun
ner verbanning doorbrengen, steeds in de hoop, dat
eenmaal de glorie van Napoleon zou verbleeken en
dat de koninklijke lelie het hoofd weder fier zou
kunnen opheffen. Dan kon het gehate masker worden
afgenomen en de verbanning zou ten einde zijn
dan ook zouden de tranen van vele jaren worden
gedroogd.
De schoone herfstmorgen, die het landschap rond
het kasteel in rijke kleurenpracht tooide en van uit
de ramen een heerlijk tafereel van landelijke rust
en kalmte deed aanschouwen, schonk aan de beide
zwervelingen nieuwen moed en nieuwe hoop.
»Laat ons hier in vrede de toekomst afwachten
fluisterde de dame zacht tot haren vriend.
Wanneer zij toen had kunnen vermoeden, dat zij
Eishausen nooit meer zoude verlaten en dat dit
het eenige plekje gronds zou zijn, dat haar van al
hare rechten van hooge geboorte zou overblijven.
Het is eene weldadige voorzienigheid, die de toekomst
voor ons verborgen houdt,
Wordt vervolgd.)