dezer Regeering heen, den heer Tak kan bereiken. De Tijdevenzeer onbevredigd, gebruikt dezelfde woorden. »Over de hoofden der tegenwoordige Mi nisters heen" hoopt zij in de Tweede Kamer den heer Tak te zien geïnterpelleerd. Zij stelt zich daar van even belangrijke als vermakelijke dingen voor, al gelooft zij niet, dat de gewezen premier zelf voor deze overbrenging van de zaak naar de Volksver tegenwoordiging dankbaar zal zijn. Het Centrum scheen wèl te wachten, dat de Reg. inlichtingen zou gegeven hebben, nu de heer v. d. Putte zoo kloek en Zeeuwseh" had gezegd, waar het op stond. De Reg. had immers ruimschoots den tijd gehad om een afdoend antwoord gereed te maken. Dan, laey, het heeft zoo niet mogen zijn. De inter pellatie was niets dan een vertooning, het groote waterhoofd van een heel klein kindje, dat spoedig volgde en door den Minister Roëll te voorschijn werd gebracht met de handigheid en hoofschheid van een volmaakt diplomaat. Het blad meent te mogen voorspellen, dat er verder, wat er ook worde ^overgelegd", niet veel zaaks voor den dag zal komen. Datzelfde meent ook De Telegr. De omzichtige houding des heeren Roëll doet vermoeden, zegt zij, dat de interpellatie bestemd is om geen verder ge volg te hebben, waarbij niemand iets verliezen zal. De gronden voor de ontbinding toch liggen voor de hand, en de finessesde juiste verhouding tusschen de Ministers onderling betreffende, hoort men toch niet. Wij doen echter de vraag of de heer Fransen Van de Putte er de man naar is om zich met een negatief resultaat tevreden te stellen En het komt ons buiten twijfel voor dat de in de Eerste Kamer gegeven stoot in de Tweede Kamer niet zonder uitwerking zal blijven. Omtrent de Lombók-quaestie loopen de gevoelens uiteen. Gelijk men weet treedt in dezen ons Gou vernement eenigszins op als beschermer van de Sas- saksche bevolking (Mahomedanen) tegenover de Lomboksche bevolking die eene soort van Hindoe schen godsdienst belijdt, en de geschiedenis met Atjeh heeft bij velen vrees voor nieuwe expedities en ver wikkelingen doen geboren worden. Het Centrumhoewel hopende, dat de Vorst van Lombok het hoofd in den schoot zal leggen, omdat een expeditie altijd meer kost dan zij oplevert, meent niettemin, dat de Sassaksche bevolking, »ook volgens koloniale usance in Engelsch-Indië" recht heeft op onze bescherming. Ook onderschrijft bet blad Min. Bergsma's »zeer juiste" opmerking, dat, wanneer ons gouvernement een minnelijke schik king" tusschen een Vorst en zijn verdrukte onder danen heeft aaugeboden, deze aanbieding moet wor den beschouwd als a en dat daarop niets anders kan volgen dan b. zijnde een expeditie. Van gfinsch ander oordeel is De TijdZij voegt zich naast don heer Pynackcr Hordijk tegenover Minister Bergsma. Blijkbaar, zegt zij, is alles voor de expeditie gereed, doch >geen poging mag onbe proefd worden gelaten om de Regeering van het onzalige plan tot uitzending eener militaire expe ditie naar Lombok terug te brengen." De Stand, laat in haar Kamer-Overz. doorsche meren, dat zij de expeditie, die wel niet zal uit blijven, goedkeurt. De heer Hordijk schijnt zich steeds tegen deze expeditie verzet te hebben, ondanks de adviezen van den Resident van Bali en Lombok en van de meeste autoriteiten in Indië. Zelfs wordt beweerd, dat dit de voornaamste reden is, waarom hij niet in dit Kabinet werd opgenomen." Wat Min. Bergsma zei, komt geheel overeen, her innert het blad, met wat de heer Levyssohn Nor man in zijn merkwaardige rede van 23 Nov. 1892 over Lombok mededeelde. Het Hbld. moect, dat, om te beoordeolen of de expeditie gewettigd is, meer gegevens noodig zijn, dan ten dienste staan. Overigens voegt het blad er bij »In het algemeen heeft de nieuwe Minister in deze discussie geen kwaad figuur gemaakt. In zijn optreden is weinig verheffing', doch hetgeen hij zegt is zaakrijk, eenvoudig en blijkbaar goed overwogen. Er ligt in zijn houding, naar het ors voorkomt, die zekere kalme, zelfbewuste kracht, welke ver trouwen inboezemt. De Minister Bergsma toonde zich geen onwaardig partner in het debat met een oud-Gouv.-Gen., wiens talenten voor de parlemen taire debatten van algemeene bekendheid zijn en ook nu weder glansrijk aan het licht kwamen." De Telegr. van oordeel, dat Min. Bergsma »niet heel goed spreekt," doch dit verhelpt door groote leukheid zegt, dat zooveel althans gebleken is, dat niet het genoegen hebben als huisheer nader kennis met mij te maken. Het is alleen maar de quaestie eene nieuwe woning voor mij te vinden, liefst in eene andere plaats. Ik heb zeer afdoende redenen, die mij nopen deze residentie te verlaten, waarvan de voornaamste is, dat ik meer dan genoeg heb van al dat spionneeren en al dat gebeuzel, waaraan ik hier blootgesteld ben. Bovendien is, met het oog op het naderende oorlogsgevaar, eene stille verblijfplaats op het land meer gewenscht voor mij." Derhalve in de nabijheid, zoodat u toch verzekerd bleef van de bescherming van den hertog en van de voordeeleD, die Hildburghausen u kan opleve ren Hij dacht een oogenblik na. »Dan weet ik geen verblijfplaats, die beter aan uwe eischen kan voldoen dan het hertogelijk landgoed Eishausen." »Waar ligt dat?" Zuidwaarts in de richting van Rodacb, te midden van een bergwoud, ongeveer een uur van hier. Hot slot wordt niet moer gebruikt, is zeer groot en ligt ter zijde van het dorp, zoodat men u niet zal lastig vallen. Ongetwijfeld zal de hertogin ertoe willen medewerken om u daar te laten wonen, wanneer het u geschikt voorkomt." »Ge zoudt in ieder geval eens kunnen gaan zien. Zoudt ge er nog heden kunnen heengaan en mij dan van avond nog nauwkeurig de inrichting kunnen beschrijven Hoe eerder ik weO" rust heb hoe liever." »U kunt ten allen tijde over mij beschikken. Morgen de Reg. en de tegenwoordige Gouv.-Ger. eenstem mig van meening zijn, dat Gouv.-Gen. Pynacker Hordijk al te meegaand was. In verband met de inlichtingen, die in de zitting der Eerste Kamer van Vrijdag jl. door den Minister van Koloniën gegeven werden op de inter pellatie van den heer mr. C. Pijnacker Hordijk, in zake Lombok, heeft de Minister aan de Eerste Kamer aangebodena. epn afschrift van het in 1843 met den vorst van Lombok gesloten politiek contract; b. afschrift der Nederlandsche vertaling van twee brieven door hoofden van de Sassaksche bevolking op Lombok aan den resident van Bali en Lombok gericht. Namens de inwoners van alle dessa's en gehuchten in dit land, deelen de hoofden aan den resident een en ander mede omtrent de verhouding van de Mo hammedanen en Balineezen aldaar. Zij beklagen zich o. a. over de wreede behandeling en uitzuigerij, over de slavernij, waaraan hunne zonen worden onder worpen, over buitensporig hooge opvoering der be lastingen, kortom over de slechte behandeling door hunne bestuurders, die hen deed besluiten de gehoor zaamheid op te zeggen. Omtrent de moeilijkheden, die een expeditie naar Lombok te overwinnen zal hebben, kan o. a. nog het volgende worden medegedeeld Zij dient voor November geëindigd te zijn, want met het intreden van den westmoesson, het regentij, begint een gevaarlijke tijd. Hoewel het eiland geen groote moerassen heeft, heerschen er in den kwaden moesson meestal koortsen en is de algemeene gezon- heidstoestand dan zeer slecht. De dichtbevolkte vlak ten schijnen vrij goede wegen te bezitteneen afstand van een uur gaans. Maar het schijnt dat verder in het binnenland de wegen veel te wenschen overlaten. Uit Vulpera wordt bericht De gezondheidstoestand van Hare Majestei ten is uitstekend. Het weder was tot heden prachtig en zeer warm. Dagelijks maken Hare Majesteiten wandelingen. Hare Majesteit de Koningin-Regentes gebruikt de baden te Tarasp, en drinkt het water uit Luzins- Quelle. Als plaats waar het 48ste landhuis- houdkundig congres in het volgend jaar zal worden gehouden, is Dordrecht gekozen. In eene te Dordrecht gehouden bijeenkomst is definitief besloten tot het oprichten eener »Alge- meene Nederlandsche Onderlinge Ha- gelverzekering Maatschapp ij", als voor zitter van welker dagelijksch bestuur gekozen werd de heer mr. W. H. E. baron v. d. Borch, terwijl er voorts 20 districtscommissarissen werden aange steld. Directeur zal zijn de heer F. Yan der Eist en adviseur de heer W. H. Yan Bilderbeek. Bijzon- derbeden omtrent doel en wijze van werken der Maatschappij zijn uiteengezet in eene op ruime schaal verspreide circulaire, aan welke wij het volgende ontleenen. De pogingen, tot nog toe aangewend om eene ge legenheid te verkrijgen tot goedkoope verzekering van veldgewassen tegen hagelschade, waren alle van plaatselijken werkkring en bleken alras geen levens vatbaarheid te hebben. De redeD ligt voor de band. Daar hagel meestal plaatselijk valt, waren in geval van eene werkelijke ramp, de kassen dier plaatselijke maatschappijen alras uitgeput. Algemeen werd dan ook ingezien dat, zou eene goedkoope en zekere hagel verzekering te bereiken zijn, dit slechts het geval kon wezen door middel van eene over geheel Nederland werkende onderlinge Maatschappij. De verzekering zal zijn onderling; ieder die belang heeft bij de verzekering van gewassen tegen hagel, kan tot deelneming worden toegelaten, mits het te Verzekeren risico is gelegen in ons land. Er zijn 3 afdeelingen van verzekering lo. veldge wassen 2o. bosschen, griendenz.3o. tabak. Wordt een der districten, waarin de maatschappij ons land verdeelt, door hagelsehale getroffen, dan betalen de in dat district woonachtige deelhebbers het dubbele van hetgeen door de deelhebbers in de niet getroffen districten wordt bijgedragen. Het te vormen reservefonds zal in hoofdzaak be staan uit de inning van eene minimumpremie. De Provinciale Staten van Zuid-Holland kozen gisteren tot lid der Eerste Kamer den oud-hoog leeraar mr. R. T. H. P. L. M. Van B o n e v a 1 F au re, met 50 van de 71 stemmen. De heer P. C Thooft verkreeg 1, de heer Yan Velzen 2 stemmen; blanco 18. kan reeds alles in orde zijn." Des avonds kwam hij terug. De berichten, die hij medebracht over de ligging van het slot, het uit zicht, dat men op de vrije natuur had en het denk beeld zonder vrees voor achterklap en onbespied door de Argus-oogen van de Hildburgbausensche bevol king jte kunnen leven, dat was heerlijk en het be sluit was dan ook spoedig genomen om Eishausen te gaan betrekken. Arnold schreef nog denzelfden avond aan de hertogin ora hare tusschenkomst te verwerven teneinde het slot te kunnen huren. Den volgenden middag reeds kwam er bericht der her togin terug, dat zijne Hoogheid aan den rentmeester van het domein had doen weten, dat hij onmiddellijk met den heer Arnold een huur-contract moest sluiten, waarbij de eerste en tweede verdieping van het kasteel Eisbausen werden verhuurd aan den chevalier de Vavell. Alles liep derhalve vlug van stapel en eer er vier dagen verloopen waren kon Arnold den geheimgraaf melden, dat de vertrekken gemeubileerd waren en alles gereed was om hem te ontvangen. In de boven woning van mevrouw Radefeld had men inmiddels alles ingepakt en de postpaarden waren besteld. De graaf liet aan zijne verhuurster vragen of hij haar een oogenblik kon spreken en deze verscheen met een verlegen lachje, dat wellicht zijn oorsprong had in haar niet al te zuiver g°weten. Mevrouw", zeide de vreemdeling, naar de tafel Naar aan De Residentiebode uit de beste bron met de meeste beslistheid wordt verzekei-d, is het bericht van Het Vaderlandvolgens hetwelk aan het departement van binnenlandsche zaken eene alge meene onteigeningswet zou worden voorbe reid, ten eenenmale onjuist. Eergisteren, den dag waarop het 40 jaar ge leden was dat dr. Nicoiaas Beets zijn intree rede als predikant bij de Ned. Herv. gemeente te Utrecht hield, hebben de hh. Lietze en Schumaker, photografen, hem aangeboden, (en ook bij de bh. Lentz en De Haan, kunsthandelaars, Oudkerkhof te Utrecht, verkrijgbaar gesteld), een nieuw portret, knie beeld in platina-druk, salonformaat. De grijze dichter is daarop voorgesteld bij een schrijftafel staande, in beschouwing van een portret van H. M. Koningin Wilhelmina. U. DJ Naar de Amst. verneemt is de heer A. J. L o Gras, de bekende regisseur van de »Vereenigde Rotterdamsche Tooneelisten", Zondag door eene be roerte getroffen, tengevolge waarvan hij half ver lamd is. Volgens het Hbl. bestaat bij de directie der Hollandsche Spoorwegmaatschappij het voornemen om het stelsel der kilometerkaar ten in te voeren. Een gevolg van deze invoering zou wezen, dat zoodanige kaarten ook elders dan aan het loket van het station zouden te verkrijgen zijn. In eene Atjeh-correspondentie in het Bat. Hbl. zegt Pitt, handelende over de expedi tie naar Melaboeh, waarvan hij het succes voor geen gering deel aan de bergartillerie toeschrijft Ook het sneuvelen van den hoofdaanvoerder waar borgt de rust. Deze was een man, die in een bij- zonderen reuk vau heiligheid stond, altijd in afzon dering leefde en veel bad; alle gegevens dus voor een gevaarlijk tegenstander. Als fatsoenlijk muzel man, die weet hoe het behoort, heeft hij zich op de meost éclatante manier laten afmaken. Toen hij zag, dat de zaken hopeloos stonden, heeft hij zjjn Zon- dagsche kleeren aangetrokken, bedekt met gouden halve manen en kwam onder een voorwendsel in de door onze bondgenooten bezette benting. Daar maakte bij amok en werd daarop afgemaakt. Verder schrijft Pitt Op groot Atjeh kan men zeggen, dat nu een bijna volmaakte rust heerscht. Ook de poeasa is zonder bijzondere voorvallen afgeloopen, niettegen staande Toekoe Oemar met zijn volgelingen was in gerukt en de bezetting van alle posten en blokhui zen aan onze troepen had overgelaten. Toekoe Oemar, Toekoe Bait en vele andere invloed rijke hoofden bezochten de partij bij den generaal en bewogen zich zeer druk tusschen de dames. Het dansen scheen hen bijzonder te interesseren, of schoon Toekoe Oemar de opmerking niet kon weer houden, dat het toch gemakkelijker is op een matj 3 te zitten en voor zich te laten dansen dan zelf aan die pret deel te nemen. Verder maakten de heeren een overdadig gebruik van stroop en amuseerden zich bijzonder met het aftrekken van de klappertjes, die in de pistaches zitten. Het was waarlijk een eigenaardig gezicht, zoo tal van vroeger zoo geduchte vijandelijke hoofden zich nu te midden van onze dames te zien bewegen. Toekoe Oemar is tegenwoordig ziek. Kerkelijke Zakea ea Onderwijs. Beroepen bij de Ned. Hervormde gemeente te St. Philipsland (toe/:.) de heer A. J. Ten Bokkel Huinink, cand. te Utrecht. Bedankt voor het beroep te Hoedekenskerke door ds. J. A. Schouten te Geervliet c. a. De heer P.- Landman, hoofd eener school te Vlissiogen, heeft voor de benoeming tot hoofd eener school te Rotterdam bedankt. Rechtszaken. Naar men uit Wageningen aan de Standaard meldt, is door den kantonrechter aldaar (de oud afgevaardigde voor de Tweede Kamer en oud-voor zitter der anti-rev. kiesvereenigieg te Wageningen, mr. G. W. baron Van Dedem), op justitieele wijze, oen brief van hem aan ds. Piorson, uit het archief der centrale kiesvereeniging »Nedarlaad on Oranje" verwijderd. Dr. Bah]er is jl. Vrijdag voor den rechter commissaris te Groningen geweest, waar hij de wijzende, waarop een behoorlijk aantal zilverstukken lag uitgeteld, »ik verzoek u de huur tot op dez°n dag in ontvangst te willen nemen en mij quitantie te geven." »Maar, graaf!" antwoordde zij verschrikt, »ket kwartaal is nog niet eens om »Dat komt er in dit geval niet op aan. Ik verlaat morgen uw huis." Dat meent u toch niet Om welke reden als ik vragen mag klonk het bevend van hare lippen. Omdat ik geen lust heb deze woning te huren van den rechter Hermann. Zeg hem uit mijn naam, dat ook dit kunstje hem niet heeft geholpen. Wjj beiden, mevrouw, hebben samen geene zaken meer. Mag ik u verzoeken Hij bood haar eene pen ter ondjrteekening aan. »Mijn God" stamelde zij »mijne kinderen drongen er zoo op aan en ik was juist voornemens het u mede te deelen." »Ge hebt uwe belofte geschonden, en derhalve houdt onze overeenkomst op. Wellicht zal het u een troost zijn te kunnen overdenken, dat de zaak u geene windeieren heeft gelegd. Wil u nu zoo goed zijn te teekenen Met groote inspanning zette mevrouw Radefeld haar naam en streek met bevende handen het geld op; daarna verliet zij met een zwijgende buiging het vertrek. Dcc volgen kn morgen om vijf uur stond er een schriftelijke bescheiden, waarop hij zijne bewering had gegrond, dat dr. Gheel Gildemeester niet was van onbesproken gedrag, overgelegd he°ft. De Hooge Raad heeft verworpen het beroep van den schilder uit Rotterdam, die wegens afper sing» gepleegd in vereeniging des nachts op een erf te 's-Heer Arendskerke bewoond door de ge zusters V., tot 7 jaar en 6 maanden gevangenisstraf veroordeeld werd. De Hooge Raad verwierp mede het cassatieberoep van G. van Gelder, A. van Berkutn, J. G. de Bie en P. de Bie, boterwerkers, allen te Os, door het gerechtshof te 's-Hertogenboseh veroordeeld de eerste wegens moord op den wachtmeester der marechaussee Hoekman tot levenslange gevangenisstraf; de tweede, derde en vierde wegens medeplichtigheid aan dat misdrijf respectievelijk tot 10, 15 en 15 jaar gevan genisstraf. Gemengde Berichten. Een ongeveer 7jarig knaapje, dat zich aan den kant der kade alhier bezig hield met het zooge naamde krabben vangen", viel heden namiddag achterover in de kade. De timmermansknecht Krijn Den Boer, die in de nabijheid werkzaam was en onlangs iemand uit de vest redde, sprong het kind na en greep het, waarna beiden op een inmid dels toegestoken ladder op het droge werden ge bracht. Naar wij uit zeer goede bron vernemen zal zeer waarschijnlijk in de maand Juli onze stad een bezoek wachten van de beroemde Belgische mannen- zangvereeniging »L'Orphéon Royal" van Brussel, 160 zangers tellende, en staande onder leiding van prof. E. Bauwens, directeur van het Kon. conser vatorium te Brussel. In de sociëteit »Van Onge- nuchten Vrij" zal door deze liedertafel een uitvoe ring worden gegeven. De politie te Loosdrecbt heeft proces-verbaal opgemaakt tegen een brillenkoopman uit Amster dam, die tevens handelde in geneesmiddelen voor alle denkbare kwalen. Hoe lichtgeloovig het publiek ten plattelande nog is, en hoe lichtvaardig, waar het zulk een teere zaak betreft als iemands gezond heid, bleek opnieuw bij die gelegenheid. Een volkomen waardeloos vocht in smerige flesebjes welke, bljjkens het opschrift vroeger gediend hadden voor witte port, pomade, haarolie, tand water, mondspoeling, enz. enz. werd betaald met twee tot drie gulden per fleschje. Op éen morgen werd voor ruim twintig gulden verkocht. Te Meppel is valsch geld in omloop. De rijks daalders zijn zoo meesterlijk nagemaakt, dat ze bijna niet van de echte te onderscheiden zijn. Alleen zijn ze iets kleiner. Een 7-jarige knaap te Amsterdam, heeft Vrij dagavond in een diamantslijperij in bijzijn zijner moeder, die daar aan het schoonmaken was, bij ongeluk uit een flesch loog gedronken. Naar het Israëlitisch Ziekenhuis gebracht, is hij aldaar in den afgeloopen nacht overleden. De gratificatiën, welke aan de mindere post beambten vanwege het hoofdbestuur der posterijen zullen worden uitgereikt, wegens hun moedig gedrag, waardoor bij den spoorwegbrand te Barendrecht de postzaken behouden bleven, zijn bepaald op f 50 voor ieder hunner. Naar men verneemt is dezer dagen te St. Jan steen gearresteerd zekere V., als verdacht van moord op de onlangs onder zoo zonderlinge omstandighe den te Kuitaart (gem. Hontenisse) overleden oude vrouw. De arrestatie van V. mof.t het gevolg zijn van eene min of meer toevallige bekentenis. Intusschen zij vermeld dat bij de gehouden lijk schouwing, kort na het overlijden der vrouw, geen sporen van geweld door den geneeskundige zijn ge constateerd. Op de sigarenfabriek van do heeren Bergman Carels Go. te Amsterdam hadden in den laatsten tijd bij herhaling ongeregeldheden plaats, doordat de werklieden die niet tot den »Sigaremnakersbond" wenschten te behooren, door hunne kameraads op allerlei wijze werden lastig gevallen, zoodat zelfs de politie er aan te pas moest komen. Da patroons konden dezen toestand niet laten voortduren en gaven den bondsleden te verstaan, dat waar hun de vrijheid werd gelaten lid van den Bond te zijn, zij ook de vrijheid behoorden te eer biedigen van anderen die zich niet wenschten aau te sluiten. Daarbij hebben de patroons beiden rijtuig voor het huis. In alle stilte kwamen de dame en haar geleider naar beneden, stegen in het voertuig en langzaam rolde het door de nog niet ontwaakte residentie. Toen ze buiten de stad waren, legde de koetsier de zweep over de paarden en reed men zoo hard mogelijk naar Eishausen waar de nieuws gierigheid der hofstad hen niet meer bereiken kon. Hier wilde het paar den overigen droevigen tijd hun ner verbanning doorbrengen, steeds in de hoop, dat eenmaal de glorie van Napoleon zou verbleeken en dat de koninklijke lelie het hoofd weder fier zou kunnen opheffen. Dan kon het gehate masker worden afgenomen en de verbanning zou ten einde zijn dan ook zouden de tranen van vele jaren worden gedroogd. De schoone herfstmorgen, die het landschap rond het kasteel in rijke kleurenpracht tooide en van uit de ramen een heerlijk tafereel van landelijke rust en kalmte deed aanschouwen, schonk aan de beide zwervelingen nieuwen moed en nieuwe hoop. »Laat ons hier in vrede de toekomst afwachten fluisterde de dame zacht tot haren vriend. Wanneer zij toen had kunnen vermoeden, dat zij Eishausen nooit meer zoude verlaten en dat dit het eenige plekje gronds zou zijn, dat haar van al hare rechten van hooge geboorte zou overblijven. Het is eene weldadige voorzienigheid, die de toekomst voor ons verborgen houdt, Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1894 | | pagina 2