voor zijne groote werkkracht en zijn niet minder
grooten werklust, die, in tegenstelling van wat bij
anderen valt op te merken, bij Hartman schenen
toe te nemen met het klimmen der jaren, zoodat
hij telkens nog nieuwe werkzaamheden op zich nam,
niettegenstaande zijn gezondheidstoestand in den laat-
sten tijd minder gunstig was en hij zelfs ziendeweg
verminderde. Op het gebied zijner werkzaamheid was
hij een betrouwbare gids voor velen en het was hem
een genoegen anderen met zijne kennis voor te lichten.
Zijne vlugge pen heeft een groote reeks geschriften
geleverd, meest op het gebied van het administratief
recht, waarvan sommige standaard-werken zijn ge
worden die zijn naam ook tot verre buiten Goes
een goeden klank deed verwerven. Met recht kan
van Hartman getuigd worden, dat hij gearbeid heeft
zoolang het dag voor hem wasnog jl. Zondag
woonde hij te Amsterdam eene vergadering bij,
waar de belangen van gemeente-ambtenaren werden
behartigd. Spr. eindigde met de verwachting uitte
spreken, dat het voor de weduwe en de kinderen
van den overledene eene troost zou zijn dat hun
echtgenoot en vader zoovele bewijzen van zijne werk
zaamheid heeft nagelaten.
De oudste zoon dankte den burgemeester voor
zijne hartelijke woorden en de verdere aanwezigen
voor hunne tegenwoordigheid.
Op de lijkkist lagen een viertal kransen, waaronder
ééne van de begrafenisvereeniging waarvan de heer
Hartman secretaris was, en welker leden hem graf
waarts droegen, éen van een oud-leerling en éen
van Gebr. Belinlante te 's-Gravenhage, die vele
werken van den overledene heeft uitgegeven.
Kol ij ns plaat. De nieuwe inlaagdijk, de vroe
gere kleinere inlaagdijken buitensluitende, in den
Nieuw-Noord-Bevelandpol der, is thans
zoo goed als klaar; alleen de bezaaiing moet nog
geschieden. Dit is eene maand te laat, want naar
de voorwaarden der aanbesteding, met inachtneming
der dagen, dat niet gewerkt kon worden, zou de dgk
reeds in 't begin van Mei 11. moeten klaar geweest
zijn. De beide stoommachines (de locomobiel en de
y hei kar") zijn met heel wat rails en ander mate
rieel al aan boord van 't schip, dat vlak bij 't werk
in de nieuwe haven ligt, waar in 1881 de groote
val aan de westelijke kuip van den Oud-Noord-
Bevelandpolder plaats had.
Dit werk is velen werklieden van hier en Wis-
sekerke in don moeilijken wintertijd zeer ten goede
gekomen. Slechts éen, maar dan ook allertreurigst,
ongeluk is op 't werk voorgekomen, toen een op
passend werkman van hier door 't overgaan van een
met grond geladen kipkar zoo zeer inwendig ge
wond werd, dat hij twee dagen later overleed. Door
de Maatschappij ter verzekering van or.gelukken,
waarbij alle werklieden moesten geassureerd worden,
zal aan de weduwe nu 1000 gulden worden uitge
keerd. Verscheidene arbeiders van hier big ven op
verzoek van den aannemer, den hösr Van Boven
van Nieuwer-Amstel, in zijn dienst en gaan nu naar
een groot werk bij Amsterdam.
Benoemd tot tijdelijk geneesheer te Wemel-
dlnge de heer H. K. Persant Snoep, genees
heer te Kapelle.
Bevorderd bij het wapen der inf in O -Indië. tot
majoor, de kapt. C. K. J. Van den Bussche.
Bjj het personeel der rijksveldwacbt worden
9 Juni a. s. verplaatst de rijksveldwachters (briga
diers) P. J. Kloet, van Katwijk a/d. Rijn naar
Tolen, en 0. L. J. Bruggemans van Tolen naar
Katwijk a/d. Rijn.
V. O. schrijft in de Prov. Noordbr. en 's Her-
togenb. Ct. het volgende:
»Onlangs heeft de keuring van paarden
te Oosterwijk en elders plaats gehad.
Een luitenant-kolonel van de huzaren.
Een kapitein van de veld-artillerie.
Een districts-veearts.
Een soldaat met een stok om do maat te nemen
Een soldaat met een pak.
Nagenoeg oen vijftigtal paarden.
Slechts enkele paarden werden goedgekeurd.
Veel lawaai en waarlijk niets!
't Ware vermakelijk geweest, als het niet feitelijk
zoo treurig was, om te zien, welke Openbarings
paarden bij elkaar waren getrommeld.
beweert ten minste mevrouw Munkel, de vrouw van
den directeur van politie."
»Hulda, Hulda, ge gaat een gevaarlijk spel spelen,
waarvan gij de gevolgen nu nog niet kunt overzien.
Aan oom Stepples zal ik bepaald schrijven, omdat
ge reeds te veel ruchtbaarheid aan de zaak hebt
gegeven en men haar blijkbaar wil aanpakken. Maar
bedenk u nog eens terdege, eer ge den twistappel
werpt oDder de menschen te Hildburghausen en de
hartstochten opwindt, die ge later niet meer zult
weten te breidelen."
»Maar ik wil mijn zin hebben, en als gij niet nog
heden naar Ingelfingen schrijft, zal mijnheer Munkel
het doen."
>0, ik ben al bezig met schrijven Maar vergeet
niet, als het later blijkt, dat we eene dwaasheid
hebben begaan, dat ik alleen toegaf met het oog
op uwe zenuwachtige prikkelbaarheid. Binnen vijf
minuten is de brief gereed." Eu met deze woorden
zette Hermann als gehoorzaam echtgenoot zich aan
het schrijven aan oom Stepples.
De brief was weldra gereed, Hulda keurde hem
goed en zoo werd hij op de post bezorgd. Gelukkig
bond eene lichte ongesteldheid Hulda voor geruimen
tijd aan huis en Hermann vermeed de sociëteit zoo
lang tot er antwoord uit Ingelfingen was gekomen,
wat na 14 dagen wachtens geschiedde. Stepples, die
weer op het oude spoor was gebracht, had vol ijver
de desbetreffende akten doorsnuffeld en er een ter
zake dienend uittreksel uit gemaakt. Hulda juichte,
hare eer was tegenover het dameskransje gered!
Denzelfden avond ging Hermann na langen tijd weder
naar de sociëteit, maar toch met het gevoel van
iemand, die op het punt staat eene domheid te
De Rossinant van Don Quichote ware, bij vele
vergeleken, nog een uitmunter geweest.
Hoe dat. kwam V
Wel, men had geloot!
Van menigen stal was de oudste bok de vertegen
woordiger van het geheele paardenporsoneel.
Het grillige lot had tal van paarden, die moeder
ziel alleen stonden, van kleine boeren, onder de uit
verkorenen aangewezen.
Kortomde vertegenwoordigers van onze paarden
leverden eene staalkaart van jammer en ellende.
Slechts enkele konden voor den krijgsdienst aan
gewezen worden.
De maatregel is o. i. geheel verkeerd genomen.
Geld weggegooid
Men had een kenner van paarden de stallen moe
ten laten afgaan, de geschikte aanteekenen, daarna
keuren en dan een behoorlijk aantal door loting
vaststellen.
Vervolgens den gemeente-ambtenaren en den eige
naars der paarden voor tijdverlies en moeite een
geldelijke vergoeding moeten toekennen. Dan ware
er met weinig gemopper en weinig moeite iets ern
stigs tot stand gebracht.
Nu heeft men veel gemopper en weinig zaaks.
Ja, zelfs zijn de vele gelden, die voor zoo'n keu
ring zijn uitgegeven, als weggeworpen te beschouwen.
Toch is er iets voor ons uit te leeren.
De deskundigen vonden, en terecht, het hoefbe
slag slecht zij klaagden over het niet goed onder
houden van de paarden.
Zij zagen enkele drachtige meniën met erfelijke
gebreken.
Zij begrepen niet, hoe de fokker tot zoo iets in
staat was.
En dat begrijpen wg ook niet goed."
Men schrijft uit Noord-Brabant aan de Tele
graaf
Het is ongelooflijk, welke kostbare veranderingen
de suikerfabrieken dit jaar weder onder
gaan. Honderdduizenden guldens worden uitgegeven,
ten einde in de aanstaande campagne de beetwor
telen nog vlugger te kunnen verwerken. De suiker
fabriek der firma Wittouek te Breda wordt inge
richt voor het verwerken van een millioen K.G. bieten
per dag, die derzelfde firma to Bargen-op-Zoom op
600.000 K.G. Ook hebben de meeste fabrikanten
kanalen aangelegd, waardoor de bietenlossers ver
vallen, hetgeen wel te betreuren is, daar menig
arbeider in den winter hiermede een goed weekgeld
verdiende.
De gouverneur van Suriname, jhr. mr. T. A. J.
Van Asch van W ij c k is te Utrecht aange
komen.
Naar het Gentrum verneemt is door den te
Rotterdam wonenden voorzitter van het Nederl. Belg.
Zouaven-Comité, den heer P. Willemse Cz., aan H.M.
de Koningin-Regentes verzonden een adres houdende
het vörzoek tot herstel der missie bij den
Paus.
Kerkelijks Zakssi en Onderwijs.
Bedankt voor het beroep naar de Ned. Herv.
gem. te St.-Laurens door dan heer H. J. Schouten,
cand. te Utrecht; naar Oudelande door den heer
W. Van Griethui}sen, cand. te Fijnaart (N.Br.);
naar Kats door den heer W. M. J. Engelberts, cand.
te Hedel.
KIIewou«ls<ïijK. Door notabelen is tot kerk
voogd benoemd de heer A. Loog Mz. en zulks ter
vervanging van den heer J. Bruinooge, die om ge
zondheidsredenen ontslag nam.
Tot onderwijzer aan de o. 1. school A. te Ter-
Neuzen, is benoemd dhr. J. De Jonge, geboren te
Kapelle.
Zaterdag herdacht het onderwijzersgezelschap
Ovezand" zijn vijf-en-zeventigjarig bestaan. De
heer J. Kousemaker te Nisse verhaalde in eene
voorlezing de geschiedenis van het gezelschap.
In het kort kwam deze op het volgende neer:
Het gezelschap »Ovezand", vroeger »'s-Graven-
polder" geheeten, werd tegelijk met het gezelschap
Heinkenszand" opgericht door het initiatief van
den toenmaligen schoolopziener Van der Meer Mobr.
Aanvankelijk had het jonge gezelschap meer het
begaan.
Deze sociëteit, Casino genaamd, had aan de voor
zijde eene zaal voor het algemeene publiek, waar
ook niet-leden mochten vertoeven daar achter was
een afzonderlijk sociëteits-lokaal voor de gewone leden,
terwijl een derde zaal bestemd was als vereenigings-
plaats voor dej hoogste ambtenaren van den Hild-
burghausensohen staatsdienst. Het werd dan ook het
>adellgke" lokaal geheeten en rond de tafel stonden
een bepaald aantal leunstoelen, elk versierd mot het
geborduurde wapen van den eigenaar.
Zoo had ieder lid zijn eigen zetel, die naar rang
orde van de bezitters waren geplaatst en bet zou
eene groote onbescheidenheid geweest zijn zich een
oogenblik: in een anders leunstoel neder te vleien.
Men had derhalve in het Casino drie sociëteitslokalen,
die men naar den aard hunner bezoekers, gewoon
was do positief, de comparatief en de superlatief te
noemen.
Op het oogenblik, dat de heer Hermann de tamelijk
volle middenzaal betrad, vestigden alle aanwezigen
den blik op hem en door den tabaksrook, die als
een nevel om de droomerige olielampen hing, drong
een gemompel tot hem door: »Daar is hij!"
De rechter bemerkte dadelijk, dat het kransje
volkomen zijne publiceerend6 werking op de groot
machten der residentie had uitgeoefend, want zelfs
het achterste lokaal werd geopend en zijne leden
daalden genadiglijk van den superlatief in den com
paratief en namen plaats aan de lange tafel der meer
gewone menschen.
»We hebben u zeer gemist, waarde heer" riep de
directeur van politie Munkel hem tegemoet.
»Temeer omdat we reden hadden te gelooven",
karakter van een leesvereeniging. (De langzamer
hand verkregen verzameling van boeken werd in
1835 afgestaan aan de bibliotheek van de toenmaals
opgerichte Zuid-Bevelandsche onderwijzersvereeni-
ging.) Op aandrang van den schoolopziener werd
begonnen met vragen uit de verschillende onder-
wijsvakken ter beantwoording op te geven. Later
kwamen lezingen aan de beurt, alsmede het oplossen
van reken- en meetkundige vraagstukken. Met de
jaren veranderde dit alles tot het gezelschap zijne te
genwoordige wijze van werken aannam, die bestond in
hst bespreken van belangrijke verschijnselen op onder
wijsgebied. Eerst werden de vergaderingen gehouden
aan de woningen der verschillende hoofdonderwijzers.
Daarna koos men een vast vergaderingsplint: Kwaden-
datmne. In de onrustige jaren van 1830/31 veranderde
men opnieuw en kwam weer bijeen als in het begin
tot men vóór eenige jaren nogmaals een bepaald ver-
eenigingspunt aanwees, doch thans Ovezand. Bij de
laatste reglementsherziening der Zuid-Bevelandsche
onderwijzersvereeniging kreeg het gezelschap den
naam i> Ovezand" in plaats van »'s-G raven polder".
Tevens werd toen Borsele bij het gezelschap gevoegd.
In 1844 werd het gezelschap tegelijk eene afdeeling
van het Ned. Onderwijzersgenootschap.
Wat het bestuur betreft, gedurende 25 jaren werd
de voorzittershamer gehanteerd door den hoofdonder
wijzer Van Dijke te 's-Gravenpolder, 40 jaren door
den hoofdonderwijzer De Hond te Baarland en den
overigen tijd door den heer Kousemaker te Nisse.
Secretarissen waren achtereenvolgens de hoofdonder
wijzers Vliegen te Nisse, Verhage te Ovezand, Kouse
maker te Nisse, Lambers te Ovezand, Leijs te Baar
land en ten tweeden male Lambers te Ovezand.
Eene eigenaardige toevalligheid is het, dat de heer
J. Kousemaker juist de helft dier vijf-on-zeventig
jaren als bestuurslid is werkzaam geweest, nl. 29
jaren als secretaris en 8 1/2 jaar als voorzitter.
Het rapport der commissie uit het Nederl.
Onderwijzersgenootschap, in zake de herziening der
wet op het lager onderwijs, bevat 0. a. het volgende
nopens de indeeling der onderwijzers. De wet onder-
scheidelo. candidaat-onderwijzers, 2o. onderwijzers,
3o. hoofden van scholen, 4o. directeuren en onder
wijzers van scholen van voortgezet onderwijs. Voor
eene benoeming tot de eerste betrekking worde ge-
eischt het bezit der eerste bevoegdheid tot de tweede
het bezit der volledige bevoegdheid; tot de derde
het bezit der volledige óf der hoogste bevoegdheid.
Voor de betrekking van onderwijzer of directeur eener
school van voortgezet onder wijs worde de hoogste
bevoegdheid vereischt.
Niemand hebbe het recht aan het hoofd van meer
dan éene school te staan. Ook behoort de mogelijk
heid op te houden, dat een onderwijzer, zelf werk
zaam aan eene school, voor den vorm hoofd kan
zijn van eene andere. Wanneer aan het hoofd eener
school slechts éene leerkracht toegevoegd wordt, dan
zij [dit altijd een onderwijzer (m9t volledige be oegd-
heid.) Verder wordt de indeeling zóo geregeld, dat
bij een grooter aantal leerkrachten slechts de helft
of de kleinste helft uit candidaat-onderwijzers mag
bestaan.
Het rapport zegt over het aantal onderwgzers
scholen, waarvan het hoofd de eenige onderwijzer
is, mogen niet meer dan 25 leerlingen tellen. Scholen,
waaraan buiten het hoofd nog éen onderwijzer werk
zaam is, mogen het getal van 60 leerlingen niet
overschrijden. Voor scholen met meer leerkrachten
zij het regel, dat voor elke 40 leerlingen het onder
wijzend personeel met éen lid vermeerderd wordt.
In scholen, waar het personeel uit meer dan vijf
leden bestaat, wordt het hoofd der school niet mee
gerekend als klasse-onderwijzer. Evenmin gelden bij
deze berekening de onderwijzers in enkele vakken.
Zonder goedkeuring der regeering mag geene school
meer dan vierhonderd leerlingen tellen.
Rechtszaken
De rechtbank te Leeuwarden heeft uitspraak
gedaan in de zaak van J. Barger, oud 40 jaren,
geboren te Amsterdam, voormalig predikant te Har-
lingen, beschuldigd dat hij, na te voren het voor
nemen te hebben opgevat Catharina Helena Mirande
van het leven te berooven, op den 6 Maart 1894
tot de uitvoering van dat voornemen is overgegaan
en haar opzettelijk met een met kogels geladen
revolver in het hoofd geschoten en aldus gedood heeft.
vervolgde de intendant Scheidewind, »dat uwe af
wezigheid in verband staat met bijzondere geruchten,
die in de stad de rondte doen en die in den tegen-
woordigen oorlogszuchtigen tijd in alle kringen groote
onrust verwekken."
^Natuurlijk als altijd met de noodige overdrijving!"
voegde de heer von Paczensky, de gelukkige echt
genoot van Doris von Gumpendorf, er aan toe.
y Vermoedelijk welantwoordde Hermann droogjes.
»En om ze mijnerzijds niet nog te vermeerderen,
wachtte ik eerst de gegevens af, die een meer posi
tief karakter konden geven aan eene zaak, die tot
nogtoe slechts een los praatje was."
»Ik vrees, dat ze bereids heel wat meer is
merkte de directeur van politie scherp op.
»Ik schuif in ieder geval alle verantwoording van
mg af. Ik heb niet te onderzoeken, wat men hier
ter stede over een zekeren geheimzinnigen persoon
gelieft rond te strooienik wil alleen de bewering
mijner vrouw rechtvaardigen, dat drie jaren geleden
te Ingelfingen de verschijning van juist zulk een
man aanleiding gaf tot verwikkelingen, waarvan de
gevolgen voor haar zeer smartelijk waren. Ik heb
het relaas van den toenmaligen politie-chef Stepples
ontvangen en wanneer gij daarvan zult hebben
kennis genomen, zal allereerst de vraag dienen be
antwoord te worden of wij dergelijke verwikkelingen
te vreezen en derhalve ook te voorkomen hebben,
dan wel of we de geheele zaak kalm kunnen laten
rusten. Het gold daar een zekeren persoon, genaamd
Cornells Van der Valk, ook wel Frank of de Versay
geheeten."
»In éen woord den geheimgraaf, zooals hij hier
algemeen genoemd wordt, denzelfden geheimgraaf,,
De rechtbank heeft hem schuldig verklaard aan
moord en veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf.
In de zaak van de valsche bankbiljetten, die
in de afgeloopen week te Amsterdam is behandeld,
luidt de eisch voor Krausse 9 jaar en 4 maanden
wegens 1294 malen gepleegde valschheid in geschrif-
1 en en gebruikmaking van valsch papier, drie malen
gepleegdvoor Suzanna Toebaerts 7 jaar wegens
medeplichtigheid aan het eerste, en het in voorraad
hebben met het oogmerk te doen uitgeven voor
Thumin 7 jaar wegens medeplichtigheid en uitgifte
voor Van Liemt 6 jaar wegens medeplichtigheid en
gebruikmaking, twee malen gepleegdvoor Frey
wegens medeplichtigheid en medewerking tot het
doen uitgeven 5 jaar en 6 maanden; voor Sinnige
5 jaar wegens uitgifte, twee malen gepleegd; voor
Arnzt 5 jaar wegens het hebben in voorraad met
het oogmerk te doen uitgevenvoor Rempt 5 jaar
en 6 maanden wegens uitgifte, vijf malen gepleegd
voor Keeze 5 jaar wegens uitgifte, en voor Loeschke
4 jaar wegens uitgifte eenmaal gepleegd.
Gemengde Berichten.
Behandelde telegrammen en telefoonberichten
over Mei 1894.
Het rijkstelegraafkantoor te Goes verzond, gedu
rende de maand Mei 603 telegrammen, ontving
578, opgenomen en verder geseind werden 684,
totaal behandeld 1865.
Ver
Out-
Kantoren.
zonden.
veugen.
Totaal.
4
11
15
16
41
13
8
21
Ellewoudsdijk
's-Gravenpolder
19
20
39
17
18
35
's-Heer Arendskerke
11
10
21
's-Heerenhoek
32
18
50
Heinkenszand
9
27
36
Hoedekenskerke
13
29
42
174
119
293
7
12
19
61
123
13
9
22
12
5
17
23
25
48
Zondag a. s. gaat
met een extra-boot
van Ter-
Neuzen naar Hansweerd de Harmonie van Cour
celles, directeur de heer Jules Hanappe Van daar met
een 25tal rijtuigen (het getal excursionisten bedraagt
pl.m. 250) naar Goes. Op de maikt zal de Har
monie ontvangen worden door »Euphonia" met het
spelen der Brabanyonne.
In de sociëteit »Van Ongenucbten Vrij", waar
van 2 tot 4 uren eene matinéo musicale zal gegeven
worden, zullen de vreemdelingen door het bestuur
der sociëteit ontvangen worden.
Voor het einde der matinée zal namens de socië
teit een herinneringsmedaille met inseriptie wordeu
aangeboden.
Het bestuur van V. O. V. noodigt de ingezetenen
beleefd uit door het uitsteken der vlag de vreemde
lingen te willen verwelkomen.
Na afloop van de jaarlijksche schoonmaak van
uurwerk en carillon, zal het klokkespel alhier nog
deze week doen hooren bij het heel uur: das Bild
der Rose en bij het half uur: Koor uit Josua.
Hang weer il. 31. Vrijdagavond bracht het fan
fare-gezelschap sScheldegalm" een serenade aan J.
Rottier ter gelegenheid van zijn 25jarig jubilé als
post- en telegrambesteller. Namens de burgerij werd
hem een zilveren horloge met ketting geschonken.
lerseKe. In den nacht van Zaterdag op Zondag
zijn op verschillende plaatsen ruiten ingeworpen en
andere baldadigheden bedreven. Moedwil en brood
dronkenheid schijnen de eenige beweedreden daar
van geweest te zijn.
Kats* Zaterdagnamiddag had alhier het door
de sociëteit De Kroonprins" uitgeschreven concours
naar den lossen vogel bij ruw weder plaats. In
't geheel waren er 24 schutters als: van de sociëteit
3>Claudius Civilis" te Kolijnsplaat 3, van Doel naar
Hooger" van Wolfertsdijk 4, van »St. Andries" te
Wemeldinge 5, van »De Edele Handboog" te Ka
pelle 1, van de Willem Teil" te Ovezand 1 en
van »De Kroonprins" 10.
De eerste prijs werd behaald door S. Verbrugge
die in het huis van de weduwe Radefeld in de
nieuwe wijk zijn rol speelt" viel Scheidewind den
spreker in de rede.
»Met uw verlof, intendantstoof Hermann op.
Eerst zal toch bewezen moeten worden, dat de
huurder van mevrouw Radefeld en de man uit
Ingelfingen dezelfde persoon is".
»Uwe vrouw beweert het".
>Wanneer ze dat doet, dan is dat slechts de mee
ning eener vrouw, die door persoonlijke gevoelens
beheerscht wordt, intendant. Maar wij zijn mannen,
wier oordeel alleen op bewijzen mag steunen".
»Zeer juistsprak de koopman Arnold op kalmen,
beslisten toon. Eerst moet de identiteit van den
persoon vaststaan vóór men de beschuldigingen, die
op den een betrekking hebben, op een ander mag
overbrengen".
»Het zou ook zeer nuttig zijn" voegde de hof
maarschalk von Miinchhausen hieraan toe, »acht te
geven op den rang van den man, dien men poogt in
verdenking te brengen. De oorlog heeft Duitschland
met allerlei uitgewekenen overstroomd, waaronder
zich ongetwijfeld zeer dubbelzinnige karakters be
vinden. Wanneer evenwel de geheimgraaf werkelijk
zulk een voornaam persoon is, dan ware het gepast
het geheim van zijn ongelukkigen toestand althans
zoolang te eerbiedigen, als hij niet handelt in strijd
met de wetten van het land, dat hem binnen zijne
grenzen heeft opgenomen. Mijnheer Hermann wees
zoo goed ons nu eenige nadere inlichtingen te ver
schaffen omtrent de bedoelde gebeurtenissen te Ingel
fingen, waarvan uwe vrouw voor een groot deel
getuige is geweest".
(Wordt vervolgd