1894 N°. 65.
Dinsdag 5 Juni.
81
jaargang.
ste
FEUILLETON.
Het raadsel van Hildburghausen.
De uitgave dezer Courant, geschiedt Maandag-, Woensdag- en "Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren Nijgh Van DmiiR te Botterdam e» verder
bg alle Boekverkoopers en Brievengaaidors.
Iiiatenöfn^ yaa «dvprtentien vóór 9 uren op den dsf der uitafave.
De prgs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets.
Bg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prfis
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelgks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Op ZATERDAG DEN 16 JUNI 189*1 zal am de woon
huizen gehouden worden, eene
Collecte ten behoeve van het Fonds
tot aanmoediging en ondersteuning van
den Gewapenden Dienst in de Nederlanden.
liet hoofdbestuur van bovengenoemd Fonds zegt: De jaar-
lijksche colle, te, die ongeveer een derde der jaarüjksi'he uit-
keering moat dekken en die in 1S76 nog 1 31429,61* opbracht,
is in 1S92 tot een bedrag van f 22253,06® gedaald en heeft
dus t' 9176,55 miuder opgeleverd.
Blijkens liet algemeen verslag over het afgeloopen jaar werd
aan gratificatiën en toelagen aan '2360 deel gerechtigde a «en
som van f 74439,31s uitgekeerd Dezo cijfers toonen aan dat
het Fonds, zijne roeping getrouw, steeds voortgaat den moedigsn
krijger en den oud-soldaat, die op de erkentelijkheid zijner
hadgeaooten aanspraak mag maker, een stoffelijk blijk van
waardeering zijner diensten aan te bieden. Een belangrijk deel
der uitgaven kwam ten goede aan de oud-strijders van België,
die gerechtigd zijn tot het dragen van het Metalen Kruis, doch
geen militair pensioen genieten.
Het aantal sollicitanten, ora als deel gerechtigden in het Fonds
te worden opgenomen, doch daarvoor nog niet in aanmerking
kunnen komeu, beloopt thans 821
list is te hopen dat een ieder zich opnieuw opgewekt en
aangespoord moge gevoelen dsze Vaderl&ndsche stichting naar
vermogen te steunen.
Goes, 2 Juni 1894.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. d. VV. HAMER.
De wd. Secretaris,
A. A. VAN DELLEN.
Algemeen Overzicht.
In het Oosten van Europa is het tegenwoordig
zeer rumoerig. Terwijl in Servië nog altijd een
critieke toestand heerscht en de radicalen daar niet
dan door bijzondere maatregelen en het afzetten van
alle ambtenaren, welke tot die partij behooren,
kunnen in toom gehouden worden, zoodat men ten
opzichte van dat land allerminst kan zeggen wat
de toekomst baren zal, komen uit Bulgarije be
richten, die doen gissen, dat daar een nog erger
toestand heerscht.
We brengen den lezers vooraf in herinnering, dat
in 1886 in Bulgarije eene zeer sterke Russischge-
zinde partij was, die, met behulp van de regeering
van den Czaar, het durfde wagen don toemaligen
vorst, nu wijlen Alexander van Battenberg, op te
lichten en buiten zijn rijk te voeren. Toen trad de
minister Stambuloff als regent op, voerde met krach
tige hand de teugels en wist te bewerken, dat
prins Ferdinand van Coburg tot vorst werd ver
kozen. Sedert dien tijd is Stambuloff minister-presi
dent gebleven en wat Bulgarije thans is, werd
het grootendeels door zijn beleid. Aan dat beleid
paarde hij ongetwijfeld eene groote mate van heersch-
zucht en daardoor maakte hij zich zeker niet be
mind, allerminst bij de zoogenaamde Russische partij,
welker plannen hij altijd wist te verijdelen en waar
tegen hij met onverzettelijke wilskracht en zonder
mededoogen optrad.
Het is ongetwijfeld daaraan te wijten, dat einde
lijk de oppositie tegen Stambuloff zoo groot is ge
worden, dat hij zich heeft genoopt gevoeld zijne taak
neder te leggen en als minister af te treden. Ver-
Naar het Duitsch van A. E. Brachvogel.
13) Vervolg.
Op zekeren avond in de maand October van het
jaar 1806 kwam mevrouw Hulda Hermann zeer op
gewonden van een dameskransje tehuis. Ze gunde
zich niet eens den tijd echtgenoot en moeder be
hoorlijk goeden avond te zeggen, maar, geheel ver
vuld van wat ze met hare vriendinnen had behan
deld, sprak ze:
»Ik heb dan toch maar gelijk gehad, dat die Cor
nelius Van der Valk, die ons zooveel leed heeft be
rokkend, nog leeft en dat het berieht van zijn dood
in de couranten een leugen was. Hij is wel degelijk
dezelfde, die op het bal verscheen met die gemas
kerde dame. Alles is nu uitgekomen en het is zoo
klaar als de dagHij leeft hier midden in Hildburg
hausen en op even geheimzinnige wijze als te In-
gelfingen. Owaar deze duivel in menschengedaante
verschijnt, daar sticht hij onheil!"
Beste kind, hoe weet ge dat alles nu op eens
zoo nauwkeurig?" vroeg Hermann op zijn meest
goedaardigen toon.
»Denk je, dat ik zwijgen kan als deze verschrikke-
lgke mensch weêr opdoemt, alsof het er hem om te
doen is mij te vervolgen? Meen je soms, dat ik ver
geten beu door welke listen en lagen hjj mijn vader
ontijdig heeft ten grave doen dalen Als je me wer-
moedelijk heeft ook vorst Ferdinand meermalen te
kampen gehad tegen de zelfstandigheid, om geen
erger woord te gebruiken, van zijn eersten minister,
en het is daarom niet .onmogelijk, dat de vorst niet
zoo heel erg treurt over het aftreden zijns ministers.
Toch is er alle kans, dat hij nog wel eens zal
wenschen Stambuloff weder naast zich te zien, want
al is het dezen gelukt de oppositie in toom te
houden, hij heeft haar niet kunnen vernietigen, en
ongetwijfeld zal zij thans krachtig het hoofd op
steken nu er e^n kabinet is gevormd uit haar middeu
onder leiding van den heer Stoïloff, den voormaligen
gezant te Weenen.Zeker is bet, dat op dit oogen-
blik de gemoederen in Bulgarije, en vooral in do
hoofdstad Sofia, zoo opgewonden zijn, dat er zeer
heftige straattoneel en plaatsgrijpen, die slechts met
de uiterste krachtsinspanning door de troepen wor
den bedwongen. Sofia is op het oogenblik tamelijk
wel aan oen oproer ten prooi en er zijn in verschillende
straatgevechten, reeds meerdere dooden gevallen. De
haat tegen Stambuloff treedt nu met kracht op den
voorgrond, zijn huis wordt elk oogenblik belegerd
en overal werden dezer dagen zijne portretten ver
nield in koffiehuizen en zelfs in particuliere wonin
gen. Wat uit deze toestanden zal voortkomen is zelfs
nog niet bij benadering te voorspellen, en de nieuwe
premier Stoïloff die allereerst bezig is om Stambuloff
en zijne aanhangers te beveiligen, zal alles moeten
aanwenden om de rust te herstellen. Toch beweert
hij den toestand te beheerschen en ia te staan voor
de handhaving der orde.
Indien het hem gelukken mag de rust te her
stellen, dan is er veel kans, dat de verhouding van
Bulgarije tot Rusland, en zelfs persoonlijk dis van
vorst Ferdinand tot den Czaar, veel gunstiger wordt,
want algemeen wordt beweerd, dat Stambuloff het
groote struikelblok was voor iedere toenadering tot
de zijde van Rusland.
Het is begrijpelijk, dat geheel Europa nieuwsgierig
en belangstellend het oog naar het Oosten wendt,
nu ia de beide Balkan-statea Servië en Bulgarije
een zoo wisselvallige toestand is ontstaan. Beide
staten toch dreigen sedert tal van jaren den Euro
peesehen vrede in gevaar te brengen en al is dit
gevaar in den laatsten tijd aanmerkelijk verminderd,
de vrees is niet ongegrond, dat die gunstiger toe
stand zou kunnen blijken nog niet bestand te zijn
tegen woelingen als er thans heerschen en die eene
interventie van Rusland en Oostenrijk zooal niet
noodzakelijk, dan toch mogelijk makenzulk eene
interventie zou licht aanleiding kunnen zijn tot
ernstiger verwikkelingen tusschen deze beide groote
mogendheden, waarin ook de andere zouden kunnen
worden betrokken.
Daarom is het een gelukkig feit, dat juist dezer
dagen het reeds lang voorbereide handelstractaat
tusschen Oostenrijk en Busland bij de regee
ring vau eerstgenoemd rijk is ontvangen en binnen
kort bij de volksvertegenwoordiging in behandeling
zal worden genomen. Vooral na de totstandkoming
van het tractaat tusschen Rusland en Duitschland
begon er eenige spanning te heerschen of er van
dat met Oostenrijk wel veel te wachten was. Thans
schijnt echter alle vrees geweken en de bepalingen
kelijk liefhebt, Karei, moet je me helpen dien man
te ontmaskeren. De nagedachtenis van mijn vader
moet gezuiverd worden van den blaam, die er op
rust; deze intrigant en onheilstichter moet van den
strafrechter zijn loon ontvangen! Iedereen spreekt
over hem en toen heb ik ook mijn gemoed eens ge
lucht en al de dames zjjn het met mij eens, dat wij
zulk een geheimzinnig paar niet in ons midden mo
gen dulden. Ik ben nu te veel van streek, maar gij
moet dadelijk aan oom Stepples schrijven, dat hij
alle stukken, die op dezen man betrekking hebben,
naar hier zendt. Daarmede gewapend moet ge voor
de rechtbank verschijnen, Karei. Mevrouw Munkel
heeft mij reeds beloofd, dat haar man, de directeur
van politie, er wel voor zorgen zal, dat deze ge-
heimgraaf hier is hij namelijk in eens graaf ge
worden behoorlijk zijn deel krijgt."
Lieve Hemel, ja, ja", antwoordde haar man sus
send, »ik wil dat gaarne doen, als je dat tot kalmte
kan brengen. Wind je toch niet zoo op 1" De be
zorgde rechter begon zjjne zenuwachtige wederhelft
hoed en mantel af te nemen, waarbij zijne schoon
moeder, zoo verschrikt als ze was, hem dapper hielp.
»Laat haar eerst alles maar eens kalm vertellen.
Wanneer ze haar hart maar eerst eens gelucht heeft,
zal het wel beter worden."
Hulda, nu ontdaan van eenige overtollige kle
dingstukken, zonk uitgeput op de canapé neder en
haalde diep adem. Nadat hare opgewondenheid door
een onderdanigen handkus van Hermann eenigszins
was gekalmeerd, begon ze meer geregeld het groote
nieuws mede te deelen, dat haar zoo geheel ver
vulde.
»De zaak kwam zeer toevallig tei sprake. Mevrouw
van het ontwerp moeten zoo gunstig voor Oostenrijk
2ijn, dat men zeker verwacht, dat het met groote
meerderheid zal worden goedgekeurd.
De kerkelijke wetten zijn in IKoiigurije nog lang
niet van de baanintogendeel zij geven aanleiding
tot veel poiitieken strijd. Nadat de Kamer het ont
werp van den minister Weckerlé ten tweeden mal9
met groote meerderheid had aangenomen, is deze
naar Weenen getogen om met den keizer nader te
beraadslagen over middelen om ook het Huis der
Magnaten gunstig voor het ontwerp te stemmen.
Verscheidene audiënties hadden plaats, waaruit al
dadelijk mocht worden afgeleid, dat het niet gemak
kelijk ging den keizer tot 's ministërs plannen over
te halen, en dit vermoeden is spoedig daarna zeker
heid geworden, want het ministerie-Weckerlé heeft
thans zijn ontslag genomen.
Thans is graaf Khün-Hedervary, lid van het Huis
der Magnaten, belast met de samenstelling van een
nieuw ministerie. Deze heeft bij de behandeling der
kerkelijke wetten zijn steun daaraan verleend, zoodat
hij zeker niet tot de onverzoenlijke tegenstanders
moet behooren. Men verwacht echter, dat hij tot
vrg wat meer concessies genegen zal zijn, dan zijn
voorganger.
De Hongaarsche bladen toonen zich weinig inge
nomen met de weigering des keizers om den heer
Weckerlé en zijne medeleden van het ministerie in den
strijd tegen de overheersching van het kerkelijk ele
ment te steuntn. Wanneer het. derhalve graaf Kühn-
Hedervary mocht gelukken een kabinet te vormen,
dan gaat Hongarije vermoedelijk een tijdperk van
poiitieken strijd tegemoet, waarbij de heer Weckerlé
als leider der oppositie zal. optreden, met veel kans
op de overwinning.
Als een bewijs hoe groot de sympathie is die de
heer Weckerlé met zijn wetsontwerp bij de bevolking
heeft gewekt wordt uit Budapest gemeld, dat hij
bij zijne terugkomst uit Weenen aan het station
met geestdrift word verwelkomd. Hij werd met
bloemen bestrooid en zijn rijtuig werd afgespannen.
Weckerlé betuigde zijnen dank voor deze betooging
en zeide, dat de strikt constitutioneels zin van den
Keizer hem kon doen verklaren, dat de wet op het
burgerlek huwelijk ten slotte zal worden aangenomen.
Het heeft heel wat moeite gekost om in Frank
jes} It een nieuw ministerie samengesteld te krijgen.
De radicale leiders, wier partij ook ditmaal weder
zoo dapper het ministerie heeft ten val gebracht,
bedankten voor do eer als kabinetsformeerder op te
treden. Zij hebben wel den moed ministers af te
maken, maar hun taak ter hand te nemen en eigen
beginselen in practijk te brengen daarvoor deinzen
ze terug. Na herhaalde pogingen moest de president
Carnot eindelijk zijn toevlucht nemen tot den oud
minister Dupuy, die thans voorzitter der Kamer
was. Ook deze had weinig lust om zich met de
vorming van een kabinet te belasten, wat begrijpelijk
is, omdat hij behoort tot dezelfde gematigde partij
als het afgetreden kabinet. Eindelijk heeft hij echter
aan den drang van den president gehoor gegeven
en het is hem na veel moeite gelukt een ministerie
samen te stellen. Reeds nu wordt, en op goede
gronden, de verwachting uitgesproken, dat ook dit
ministerie-Dupuy spoedig weder zal verdwijnen.
Waar de oppositie zich niet ontzag de veel krach
tiger figuur van den heer Casimir Périer te doen
vallen, daar zal zij nog minder aarzelen den heer Dupuy
ter zijde te stellen, zelfs na de populariteit, die hij na
den aanslag van Vaillant heeft verworven. Men wil in
Frankrijk nu eenmaal niet wijs worden naar het schijnt,
want die voortdurende wisseling van ministeries werkt
vertragend op den arbeid van regeering en Kamer en
de oppositie voert een uiterst deloyale politiek door
voortdurende bemoeielijking van den goeden gang
van zaken. Het best kon dit misschien blijken uit
het feit, dat het nieuwe Kabinet bij zijn optreden
al dadelijk een achttal interpellaties vond om
trent de meest ondergeschikte en onmogelijke onder
werpen als evenzoovele voorboden voor den wissen
val van dit ministerie. Zoo wordt alle werkkracht
en elke geestdrift voor grootschen arbeid reeds in
den aanvang gedood en waar zoo alle ernst ontbreekt
bij de meerderheid der volksvertegenwoordiging daar
is het misschien niet gewaagd te voorspellen dat
binnen korter of langer tijd een energiek man door
een handigen staatsgreep de republiek ten val brengt
en weder een nieuwe regeeringsvorm in Frankrijk
in het leven roept.
Bij de verkiezing van eenen voorzitter van de
Kamer werden 435 stemmen uitgebracht. Casimir
Périer werd met 229 stemmen gekozen. Bourgeois,
de candidaat der radicalen, verwief 187 stemmen.
Burdeau werd tot onder-voorzitter gekozen.
Tusschen Buttsclilaud en Spanje is een ta-
rievenstrijd ontstaan. Zooals men weet hebben de
regeeringen van beide rijken een tractaat ontworpen,
dat reeds geruimen tijd geleden in den Rijksdag is
behandeld en aangenomen. De Spaansche Cortez
houdt echter niet van haastigen spoed en stelde de
behandeling van dat tractaat steeds uit. Inmiddels
is de tijd van het vroegere handelsverdrag verstreken
en toen heeft Spanje hooge invoerrechten op Duitsche
waren geheven, waarvan nog krassere represaille
maatregelen van Duitschland op Spaansche artikelen
het gevolg zijn geweest. Of de Cortez hierdoor tot
een spoediger behandeling van het ontworpen tractaat
zal geleid worden zal de tijd moeten leeren.
GOES, 4 Juni 1894.
Zaterdagmorgen had alhier de begrafenis plaats
van het stoffelijk overschot van den heer H. G.
Hartman Jz., secretaris dezer gemeente. Het
lijk werd slechts gevolgd door familieleden en enkele
vrienden, waaronder de ambtenaren der secretarie
en de gemeente-ontvanger, doch eene groote schare
had zich rondom het grai vereenigd om een laatste
blijk van belangstelling te geven. Onder de aanwezigen
merkten we op het college van B. en W,, verscheidene
raadsleden, de beide gemeente-bodes, enkele leden
van de vereeniging van burgemeesters en secretarissen
op N.- en Z.-Beveland, enz. Aan de groeve sprak
de burgemeester, mr. J. G. De Witt Hamer, een
kort woord om namens gemeenteraad en gemeente
te getuigen van het vele, dat de heer Hartman voor
de gemeente heeft gedaan gedurende het tijdperk
van ruim een kwart eeuw dat hij hier als secretaris
heeft gefungeerd. Spr. bracht den overledene hulde
Flax vertelde namelijk, dat haar nieuwe meid uit
een zeer voornamen, maar een zeer zonderlingen dienst
gekomen is, waaruit ze liever wegging, dan al die
geheimzinnigheid langer mede te maken. Verbeeldt
u, ze was bij niemand anders geweest dan bij dezen
doodgewaanden Van der Valk. Dezelfde geheimzin
nige levenswijze als to Ingelfingen, dezelfde dame,
die men nooit te zien krijgt, dezelfde blonde knecht,
Philip Scharre genaamd. Neen Karei, toen, toen
kon ik mij niet langer inhouden, ik moest alles
vertellen wat ik van den ellendeling wist en hoe
het met mijn goeden vader gegaan is. Uit alles
wat mevrouw Flax gehoord heeft, volgt, dat deze
vreemdeling, die zich thans graaf de Vavel noemt,
eerst reeds verscheidene maanden in »hei Engelsche
huis" gewoond heeft. Behalve den kneebt, heeft hij
nog een man en vrouw in dienst, die Szlenka beeten.
Het zijn Bohemers of misschien wel zigeuners. Uit
»het Engelsehe huis" trokken ze voor een korte
poos in de woning, waarin Gadow zijne drukkerij
heeft, maar toen er op zekeren keer valsch brand
alarm werd gemaakt, werd de mooie mijnheer zoo
boos, dat hij nog denzelfden nacht zijn boel bij
elkaar pakte en overging naar de bovenwoning van I
mevrouw Radefeld, die een alleenstaand huis met j
tuin heeft in de nieuwe wijk. Daar werd nu een j
kloosterleven geleid, zoo streng, en zoo geheimzin- j
nig, dat die meid het niet meer kon verdragen en j
wegging. Verbeeldt u, als er een brief komt moet j
mevrouw Radefeld, die zelf in een gesloten brieven- I
bak onder aan de trap werpen en dan bellen. Dan
komt de bediende om den bak te halen. Er moet
overigens de diepste stilte heerschen en de onde I
dame durft niet dan op de teenen door haar eigen
huis sluipen. Och, ochwat het geld al niet doet
En grof geld betaalt die man om volslagen rust
om zich heen te hebben
»Dat is alles zeker hoogst zonderling, Hulda-lief,
maar het geeft toch geen wettelijken grond voor
eene aanklacht, want het onrecht, dat uw overleden
vader werd aangedaan, kwam van de zijde der
Wurtembergsche regeering. Eerst wanneer er eenige
betrouwbare aanwijzing, eenig gegrond vermoeden
bestaat omtrent een politieke of andere misdaad in
dit land gepleegd, zou dat oorzaak kunnen zijn voor
een gerechtelijk onderzoek naar het leven van den
vreemde. Uit het gestrenge bevel, dat Brückner
indertijd ontving zal het u bovendien duidelijk zijn,
dat zijne Hoogheid hem in zijne bescherming heeft
genomen en ge zult toch niet willen, dat ik mijne
betrekking en mijne plaats in de maatschappij in
de waagschaal stel door mij de ongenade des her-
togs op den hals te halen. Eerst moet een vergrijp
tegen de landswetten den man kunnen worden ten
laste gelegd, zoodat de hertog zich gedwongen ziet
het recht, zijn loop te latenin elk ander geval
maakt men zich eenvoudig belachelijk."
»Dat zullen we eens zien, mijnheer de rechter
riep Hulda. »Er zullen wel menschen te vinden zijn,
die den moed daartoe bezitten. Uit de papieren, die
oom Stepples zal zenden, zal blijken, dat deze man
op bevel van Keizer Napoleon als rebel door den
overste Barthelmy, vervolgd is, en dat 's Keizers
bondgenoot,'fde Koning van Wurtemberg hem liet
opsporen. Wanneer we dus de zaak duidelijk aan
prins Paul, den zoon van den Wurtembergschen
Koning, mededeelen, dan moot onze hertog een on
derzoek der zaak gelasten, of hg wil of niet! Zoo