1&NV62.
Dinsdag 29 Mei.
Slste jaargang.
FEUILLETON.
Het raadsel van Hildburghausen.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentie voor dit blad
aangenomen bjj de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Brievengaaiders<,
Sitsending vaan
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per
adverteutiên voor 8 nrea op den Astg der uitgave.
Algemeen Overzicht.
Den laatsten dag der voorgaande week kwam uit
Belgrado nog het bericht, dat er een komplot ont
dekt was tegen de Servische regeering, tenge
volge waarvan enkele personen waren gevangen ge
nomen. In hoeverre dit gerucht waarheid bevat is
echter nog niet met zekerheid gebleken, althans niet
voor zooveel betreft de samenzwering. Dat er enkele
personen gevangen genomen werden, schijnt echter
een feit te zijn, maar de hoofden der radicale oppositie
zijn nog op vrije voeten, vermoedelijk omdat ze zich
niet op Servisch grondgebied bevonden.
De vroeger medegedeelde beslissing van het hof
van cassatie, waarbij de ukase tot vernietiging van
de vroegere verbannings-besluiten betreffende Koning
Milan en Koningin Nathalie onwettig verklaard is,
heeft intusschen bij de regeering groot© verontwaar
diging gewekt, en heeft er den jeugdigen Koning
Alexander, of liever Koning Milan, want hij is het,
die feitelijk weder in Servië regeert, toe gebracht,
d© bestaande constitutie voorloopig te schorsen. Te
vergeefs trachtten het ministerie en de leiders der
liberale en progressistische regeeringspartijen den
Koning daarvan af te houden het heeft niet mogen
baten. Daarop heeft het ministerie zijn ontslag ge
nomen om den schijn aan t© nemen van zich tegen
den gang van zaken te verzetten. Meer dan schijn
is dit evenwel niet geweest, want den volgenden
dag heeft de minister-president zich opnieuw aan
het hoofd van het ministerie gesteld.
De toestand in het kleine koninkrijk wordt door
dit alles met den dag meer gespannen, vooral ook,
omdat de regeering vast kan vertrouwen op het
leger en iedere opstand derhalve direct krachtig zou
worden onderdrukt. Daardoor nu kan ze wel een
tijdlang hare macht handhaven, maar inmiddels woe
kert de oproerige geest toch in stilte voort. Dit blijkt
ook daaruit, dat de geruchten omtrent een opstand,
die beraamd zou zijn of worden, nog steeds aan
houden, en er zelfs wordt medegedeeld, dat in het
geheim pogingen worden aangewend om den beken
den kroon-pretendent Peter Kara Georgewitch op
den troon te brengen.
Peter Kara Georgewitch is de schoonzoon van den
vorst van Montenegro. Hij is de eenige erfgenaam
▼an Alexander Kara Georgewitch, die in 1842 tot
vorst van Servië werd gekozen, maar nooit den
troon beklom, omdat zijn mededinger Milosch Obreno-
witch hem overwon. Sedert bleef dit Huis aan de
regeering en werd het vorstendom in 1882 tot een
koninkrijk verhevenKoning Milan en zijn zoon Alexan
der spruiten uit die dynastie voort. Niettemin behiel
den de Gregorewitch steeds hun aanhang, en als er
van eene omwenteling in Servië sprake was, werd ge
woonlijk de naam Gregorewitch daarbij betrokken.
Geen wonder derhalve, dat ook thans weder van
Peter Kara sprake is. Hij vertoeft op ditoogenblik
te St. Petersburg, maar men wil, dat hij ook in
Weeuen is geweest, en dat hij dicht bij de Servi
sche grenzen is gezien. Sommigen beweren zelfs, dat
hij onlangs in het geheim te Belgrado is gekomen
om met de hoofden zijner aanhangers te vergade
ren en te overleggen.
Naar het heet zal Koning Alexander voor eenigen
tjjd op reis gaan en verschillende hoven bezoeken,
o. a. te Konstantinopel en te Athene. In hoeverre
dit gerucht waarheid bevat zal later moeten blijken,
maar het zou een bewijs te meer leveren, dat met
terdaad Koning Milan het gezag in handen heeft.
Het spreekt intusschen van zelf, dat geheel Europa
in deze dagen de oogen gevestigd houdt op het
kleine Servië, dat altijd dreigt een bron van twist
te worden tusschen de grooto mogendheden, in het
bijzonder tusschen Rusland en Oostenrijk. Tot nogtoe
blijven echter beide rijken volkomen rustig den gang
van zaken in Servië beschouwen en beider regee-
ringsorganen betoogen, dat er geene reden tot tus-
scheakomst bestaat. Niettemin blijft de mogelijkheid
bestaan, dat bij een opstand óf Rusland öf Oosten
rijk zich tot eene gewapende interventie zouden
geroepen achten en uit eene dergelijke daad zouden
licht ernstige gevolgen kunnen voortspruiten.
De quaestie der kerkelijke wetten is in Mon-
garije nog altijd aan de orde. De regeering heeft
de ontwerpen andermaal bij de KamT in behande
ling gebracht en onverzettelijk vastgehouden aan
haar beginsel om op geen enkel punt toe te geven,
zoodat elke poging der gematigde oppositie om iets
op de voorgestelde bepalingen te beknibbelen mis
lukte, trouw als d© liberale meerderheid de regee
ring steunde. Zoo zijn de wetten ten tweeden male
ongedeerd de Kamer gepasseerd om andermaal bij
het Huis der Magnaten te worden ingediend. Al
vorens daartoe over te gaan heeft echter de minister
president Weckerlé zich nogmaals naar Weenen be
geven om met den Keizer te beraadslagen. Uit
sommige uitlatingen der regeering in de Kamer zou
mogen worden afgeleid, dat werkelijk het voorne
men bestaat het Huis der Magnaten met zooveel
liberale leden te vermeerderen, dat de regeering
van de aanneming der ontwerpen zeker zou kunnen
zijn. Evenwel, men weet nog niet of de Keizer tot
een dergelijken maatregel zal besluiten, dan wel of
hij misschien op andere wijze wil trachten de Mag
naten te bewegen zich bij de beslissing der Kamer
en den wensch dei regeering neder te leggen. Ver
moedelijk zullen we in een volgend overzicht daar
omtrent wel meer kumten mededeelen.
In Frankrijk is zeer onverwacht een minis-
triëele crisis ontstaan, die daar weder heel wat stag
natie in den gang van zaken zal brengen. De oor
zaak van den val van het kabinet is in eene kleinig
heid gelegen, nl. de weigering der regeering om de
werklieden der Staatsspoorwegen het vormen van
vereenigingen toetestaan, zooals aan die van parti
culiere maatschappijen wel is vergund. Men ziet, dat
de politiek zoo geheel vreemd is aan de zaak in
quaestie, dat het algemeen bevreemding wekt, dat
het kabinet, toen de Kamer met eene kleine meer
derheid eene motie aannam, waarmede de regeering
verklaarde zich niet te kunnen vereenigen, plotseling
heenging, en meer en meer wint dan ook de over
tuiging veld, dat de ministers de eerste gelegenheid
de beste hebben aangegrepen om met een schijn van
recht hunne portefeuilles ter beschikking te kunnen
stellen. Het was toch al lang geen geheim meer,
dat vooral de premier, die zeer ongaarne den voor-
zittorszetel van de Kamer voor die van den minis
terraad verruilde, niets liever verlangde, dan van
zijn ministerschap ontheven te worden, een verlangen,
dat naar men zegt, klimmende was, naarmate de
tijd nadert, dat er een nieuwe president der repu
bliek moet gekozen worden. Ongetwijfeld zal de heer
Casimir Périer daarvoor zeer in aanmerking komen
en het heeft al den schijn, dat bij de betrekking wel
begeert. Maar als minister-president zou het minder
Naar het Duitsch van A. E. Brachvogel.
10) Vervolg.
Vod Paczensky, de ons bekende Turk, die zich
met de dame zijner keuze zoo juist zonder veel om
wegen verloofd had, trachtte na den dans de be
haalde overwinning verder te benutten. »Onze bs-
langen, lieve Antoinette, zijn van nu af zoo geheel
dezelfde, dat ik er wel nauwelijks op zal behoeven
te wijzen hoe ons de geschiedenis met den blauwen
dienaar de gelegenheid geeft bij hare Doorluchtigheid
de hertogin er op aan te dringen, dat zij uw voogd
tracht over te halen, niettegenstaande zijn afkeer
van mijn persoon, zijne toestemming te geven tot
uwe meerderjarigheids verklaring".
»De geschiedenis met den blauwen dienaar?"
Doe nu maar niet alsof ge van niets weet. Tegen
over mjj behoeft ge nu toch geene geheimhouding
meer in acht te nemen."
»Dat is waar" zeide zij aarzelend. »Maar ik begrjjp
nog niet recht, hoe die geschiedenis ons bij hare
Doorluchtigheid van veel nut kan zjjn?"
»Dat zou ik denken. Laten we een oogen blik
in dez« venöternis plaatsnemen." Hij geleidde de
dame ver van de dansende paren naar een der ramen.
»Gij zult toch moeten toestemmen, dat de houding
der hertogin in deze zaak zeer ongewoon en de
verschijning van den blauwen dienaar hoogst op
merkelijk is; alles moet ongetwijfeld op eene zeer
ernstige zaak betrekking hebben."
Natuurlijk, mijn vriend. Maar ik bezit weinig
takt om de zaken met elkafir in verband te brengen,
en daarom moet ge mij eerst alles goed duidelijk
maken, opdat ik niet door eene verkeerde daad onze
belangen schade in stede van ze te bevorderen."
»Zeer zeker weet ge er nog te weinig van om u
een juist oordeel te vormen. Maar dat de hertogin
bij hare laatste rijtoertjes noch de hofmeesteres, noch
prinses Georgine, noch de praatzieke Gumpondorf
medenam, maar behalve mij alleen u, is toch even
opmerkelijk als dat wij dan telkens den eenzamen
weg naar Walrabs insloegen en dat iederen keer
bij de berghelling ook de blauwe lakei stond en
den hoed afnam".
»Zeer zonderling, maar het is van de hertogin
toch hoogst voorzichtig gehandeld zoowel de oude
Rottenberg als de praatzieke Gumpendorf
thuis te laten".
x»En juist ons tot hare vertrouwden te maken
u, die door Gumpendorf gehaat wordt en mij, van
wien ze weet, dat mij de indringendheid zoowel als
de intriges van die dame ten zeerste tegenstaan.
Sedert har© Hoogheid op den rijtoer van verleden
Donderdag van den blauwen lakei dan bewusten
goed gaan zich tegenover den heer Carnot te plaat
sen en daarom moet hij zeer verlangend zijn geweest
heen te kunnen gaan.
Maar dit alles noemt niets weg van het treurige
feit, dat nog altijd en altijd in Frankrijk de meer
derheid niet toont goede lessen te hebben geput uit
de geschiedenis der laatste honderd jaren. In plaats
dat de overwegend republikeinsche meerderheid zich
nauw aaneensluit en tracht eene sterke macht te
vormen tegenover de rechterzijde, gaan de radicalen 1
en socialisten voort met de gematigde partij der
republikeinen, die de sterkste is, te bestrijden, en I
neemt daarbij zonder aarzelen den steun aan van de I
rechterzijde, die natuurlijk altijd beieid is den loop
der zaken te vertragen en in troebel water te vis
sollen. Te meer is deze houding van de radicalen
onbegrijpelijk, omdat ze veel te zwak zijn om alleen
de regeering te aanvaarden en ze dit toch moeielijk
kunnen doen met behulp van de legitimisten. Zelfs al
nemen ze de regeeringstaak op zich, dan kan van den
aanvang worden geconstateerd, dat aan een Kabinet
uit die partij geen lang leven kan worden toegekend.
De heer Bourgeois, die door den president der repu
bliek was uitgenoodigd om als Kabinetsformateur op
te treden, heeft dan ook bereids voor die eer bedankt,
en alles wijst er op, dat de crisis wéér niet zoo heel
spoedig zal zijn opgelost, tenzij de heer Dupuy of
een ander gematigd republikein zich voor de vor
ming van een ministerie laat vinden.
Dit is echter twijfelachtig, want niet ten onrechte
schreef het Journal des Débats naar aanleiding van
het heengaan van den heer Périer, dat de politiek
der republikeinsche verzoening als voor goed begra
ven kan worden beschouwd. Wanneer men ziet welk
een hoopvolle toekomst Frankrijk tegemoet scheen
te gaan na de jongste verkiezingen en na het op
treden van het ministerie-rérier, dan kan werkelijk
genoemd blad wel eens golijk hebben, en kan er nu
wéér een politiek gehaspel verwacht worden, dat
misschien spoediger aan de republiek een einde
maakt dan velen vermoeden.
Zeker is voorloopig, dat do begrootingsarbeid,
waarmede de Kamer eerstdaags een begin zou maken,
door de crisis voor onbepaalden tijd verdaagd is,
want zelfs al komt er spoedig een ministerie dan
zal het nog geruimen tijd duren alvorens dit eene
nieuwe begrooting heeft samengesteld. Vermoedelijk
zal dus weder de toevlucht moeten genomen wor
den tot het verleenen van credieten. Het ergste is,
dat met de begroooting van het afgetreden ministerie
ook zijn vervallen de financiëele ontwerpen van den
minister Burdeau, die over het algemeen gunstig
waren ontvangen en die bestemd waren Frankrijk
financiëel op een vasten bodem te plaatsen.
De ItalinanscS&e Kamer beeft de begrooting
van oorlog aangenomen en is begonnen met de be
handeling der financiëele ontwerpen van den minister
Sonnino. Het zal een eindeloos debat over deze
wetten geven naar gemeld wordt hebben zich reeds
een klein9 honderd sprekers doen inschrijven.
Tusschen Portugal en ÜSrazilië komt alles
reeds weder in het reine.
GOES, 28 Mei 1894.
De verkiezing voor een lid van den ge
meenteraad te Goes (vacature-Van Asperen Ver-
venne) is bepaald op Dinsdag 19 Juni a. s. en de
herstemming zoo noodig op 2 Juli d. a. v.
brief aannam en ons het stilzwijgen oplegde, is er
iets gebeurd, dat u nog niet bekend kan zijn."
»Zoo, ik dacht dat met dien brief de zaak nu ten
einde was, daar hare Hoogheid geen lust meer toonde
om wéér naar Walrabs te rijden
Integendeel. Naar aanleiding van dezen brief
heeft de hertogin eigenhandig eene der ter barer
beschikking gestelde kaarten voor dit bal ingevuld
met den naam de Vavel, en mij bevolen die per
soonlijk over te geven aan den raadsheer koopman
Arnold en hem het diepste stilzwijgen te verzoeken".
»Zoo, en Arnold zorgt voor de controle op de
toegangskaarten. Dat moet dus een hoogst zonderling
reiidez-vous worden van de hertogin buiten mede
weten van haar gemaal
»En aangezien er bij het ingetogen karakter der
hertogin geen sprake kan zijn van een galant avon
tuur, zoo moet vermoedelijk eene zeer geheimzinnige
politieke quaestie er de aanleiding toe zijn. Tracht
derhalve in de nabijheid der hertogin te blijven en
op alles acht te geven 1 Wanneer ik haar morgen
kennis geef van onze verloving, zal ik niet verzuimen
te zinspelen op onze diensten bij deze geheime zaak
en naar aanleiding daarvan om de voorspraak dei-
hertogin bij uw voogd vragen".
^Uitstekend 1" antwoordde de dame, terwijl ze
den ring van den Turk van haar vinger deed.
»Wat zal die Gumpendorf zich over onze verbintenis
ergeren. Och, wil zoo goed zijn een oogenblik dezen
ring te bewaken; ik wil in de garderobe even een
De vraag, die menigmaal gedaan wordt: Hoe
worden de boomvruchten, voornamelijk appe
len, zoolang voor bederf bewaard, dat zij
tot laat in het voorjaar, ja zelfs tot in 't begin van
den zomer in de grootej steden nog te verkrijgen
zijn kan beantwoord worden met de mededeeÜDg,
dat er in Holland gebouwen zijn, die voor het be
waren van die vrucht expresselijk ingericht zijn.
Naar men ons meldt zal, voor het eerst in Zee
land, door een viertal groote vruchthandelaren te
Wemeldiiifje, zulk een gebouw aldaar gesticht
worden. De lengte van het gebouw is twaalf, de
breedte tien meter, terwijl de hoogte tot in den nok
eveneens tien meter wordt. Het gebouw zal drie
zolders bevatten. De muren krijgen een dikte, die
de wintervorst zal kunnen trotseeren. In de muren
komen kleine ronde vensterluiken om bij niet vrie
zend weder als ventilatiegaten dienst te doen. Treedt
de vorst in, dan worden de luiken niet alleen ge
sloten gebonden, maar ook de luchtbolten van
binnen gestopt met hooi, zoodat het geheele gebouw
dan hermetisch gesloten blijft, tot dat de vorst ge
ëindigd is.
Op deze wijze blijven de vruchten lang voor be
derf bewaard. Het gebouw, dat vijf duizend gulden
zal kosten, zal wel wat op eene gevangenis gelijken,
maar te midden eener schoone natuur, want het
wordt in een boomgaard gezet.
Naar uit Gelderland wordt bericht moet de te
verwachten kersenoogst aldaar niet groot zijn,
terwijl op Zuid-Beveland een ruime oogst verwacht
wordt. Deze week hebben de openbare veilingen
plaats en tegen het einde der week zal de eerste
pluk reeds kunnen beginnen.
De a p p e 1 o o g s t zal dit jaar beneden bet mid
delmatige blijven, terwijl van peren, een zeldzaam
geval, twee jaren achtereen, ook dit jaar weer een
overvloedige oogst kan verwacht worden.
Do rekening van den V alckenissenpol-
d e r is door ingelanden goedgekeurd met een ont
vang van f 370,111/2» e0n uitgaaf van f 287,82 1/2,
derhalve met een goed slot van f 82,29. Het dijk-
geschot werd vastgesteld op f 2 per H.A.
De rekening van den Emmanuelpolder is
door ingelanden goedgekeurd met een ontvang van
f 365,73, een uitgaaf van f 253,97 i/2, derhalve met
een goed slot van f 111,751/2. Het dijkgescbot voor
dezen polder, groot 100.6780 H.A., werd vastgesteld
op f 2 per H.A.
Dot ingelanden van den polder Waarde
is besloten met het bestuur dier gemeente in overleg
te treden, ten einde de binnenwegen van dezen polder
in grintwegen te herscheppen.
In de jongst gehouden vergadering van inge
landen van het waterschap 's-Heer Arends-
kerke is de rekering over 1893/94 goedgekeurd
in ontvang op f 2554,95!/2, in uitgaaf op f 2438,401/2,
en derhalve met een goed slot van f 116,55. De
begrooting voor 1894/95 werd in ontvang en uitgaaf
vastgesteld op f2879,24 met een post voor onvoor
ziene uitgaven van f 101,381/2. Het dijkgeschot is
bepaald op f 1,80 per H.A.
Wissenkerke. Jl. Zaterdagnamiddag werd in
de openbare school alhier eene vergadering gehou-
paar andere handschoenen halen". Met deze woorden
wipte ze lachend weg en verdween achter de deur
der zaal.
De Turk stak den ring zoolang wéér aan den
vinger en besloot, nu de pauze ingetreden was, den
dokter weder op te zoeken. Het duurde niet lang
of hij had hem gevonden.
»Wel", fluisterde de Turk, »hebt ge de rechte
gevonden
Zeker" antwoordde de dokter en wij loopen beiden
een blauwtje bij haar. Antoinette is reeds in stilte
veiloofd en toen zij mij dat mededeelde stond haar
uitverkorene achter haar. Het is die boerenkinkel,
die haar op het oogenblik aan zijn arm heeft hangen".
Gekheid, BieberschlagMen heeft u voor den
gek gehouden. Die boerin is Antoinette von Berkach
niet, want dat was degene, waarmede ik gedanst
heb. Ik heb mij zoo juist met haar verloofd".
»Gij met Antoinette?!! Paczensky, het zij verre
van mij u uw geluk te misgunnen, maar wat zoudt
ge zeggen, wanneer toch dat blauwtje voor ons
beiden eene pijnlijke waarheid was, wanneer die andere
landelijke schoonheid uwe eeden alleen aannam om
zich vroolijk over u te maken
Verduiveld, dat zou afschuwelijk zijn. Neen,
vriend, ge vergist u. Ik heb ontwgfelbare bewezen,
dat mijn masker Antoinette was en niemand anders.
Zij sprak met mij over zaken, die zij en ik alleen
kunnen weten. Enfin, zoodra zij in de zaal terug
keert, zal ik haar als mijne verloofde aan u voor-