1894 N°. 58.
Zaterdag 19 Mei.
81sle jaargang.
FEUILLETON.
Het raadsel van Hildburghausen.
De uitgave dezer Courant gescliiedt Maandag-, Woensdag- en Vrjjdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bjj de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam eu verder
bjj alle Boekverkoopers en Brievengaarders»
Inzending van
GOESCHE
De prjjs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huweljjks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel,
advertentiën voor I uren op den dag der uitgave»
Bij dit nominer Ibehoort een Ibïjvoegsel.
Niet onverzoenlijk
Het ötr. Dagbl. heeft een betoog geleverd, waarin
dat blad de hoop uit, dat de eenheid onder de libe-
ralen in de Kamer, die door de kieswet verbroken 1
is, worde hersteld en het durft zich vleien met de
hoop, dat de nieuwe ministers ook door de tegen
standers met welwillendheid zullen worden begroet
tegenstandersdie wellicht wederom geestverwanten
zullen kunnen worden, wanneer er in mocht worden
geslaagd om de klove, die ontstaan is, te dempen
en weder eendrachtig saam te werken in het waar
achtig belang van ons Vaderland".
Enkele liberale bladen zijn tegen dezen in ons oog
vaderlandslievenden wensch opgekomen en prikkelen
als 't ware de voorstanders van het ingetrokken
ontwerp-Tak om zich niet met een te verwachten
nieuw ontwerp te bemoeien.
Aangezien ook wij de vrijheid namen te adviseeren
in denzelfden geest als nu door het Utr. Dagblad is
geschied, mogen wij ook opkomen tegen de bestrij
ding van dat advies en wenschen wij op te merken,
dat de logica van de onverzoenlijke houding, welke
bedoelde bladen aannemen, ons ontsnapt.
Zoolang de stembusstrijd nog niet volstreden was,
hebben we ons uit volle overtuiging geschaard aan
de zijde der voorstanders van het ontwerp-Tak, om
dat we meenden, dat dit ons langs den kortsten en
meest billijken weg zou brengen tot eene finale op
lossing der kiesrechtquaestie, zoo hoog noodig ten
einde regeering en volksvertegenwoordiging in de
gelegenheid te stellen hare volle aandacht te wijden
aan die sociale hervormingen, die als dringende
eischen des tijds moeten worden beschouwd.
Maar nu de stembus gesproken heeft en de aan
hangers van Tak (om ze kortheidshalve zoo te noemen)
in de minderheid zijn gebleven, valt aan dien uit
slag voorshands niets te veranderen. Alle beschou
wingen zelfs omtrent het aantal stemmen, dat voor-
en tegenstanders over het geheele land op zich
hebben vereenigd, verliezen hare waarde, omdat
daardoor toch geene verandering kan gebracht worden
in de feitelijke samenstelling der huidige Tweede
Kamer, en deze toch in het eind met de regeering
heeft samen te werken en niet de kiezers zeiven.
De raad, die aan de nieuw gekozen fractie der
liberalen, gemakshalve Takkianen genoemd, gegeven
wordt om niet te gaan modderen" met de overige
liberalen en katholieken, die grondwettige bezwaren
hadden tegen het ontwerp-Tak, achten wij een on-
vaderlandslievenden raad, die wij vertrouwen, dat niet
opgevolgd zal worden. Als men de ontbinding dei-
Kamer niet als een ijdel vertoon wil doen beschouwen,
dan heeft de Kamer te berusten in de uitspraak der
kiezers en is het de plicht der Takkiaansche fractie tot
eene kieswet mede te werken, die zij zooveel mogelijk
in haar geest moet trachten te verkrijgen, doch
waaraan zij met liefde medearbeidt, ook al wordt
eenige opoffering van eigen meening gevorderd. Die
daartoe niet bereid is kan, dunkt ons, na de uitspraak
Naar het Duitsch van A. E. Brachvogel.
6) Vervolg.
»Wij hebben ons grootelijks vergist, mijnheer, riep
gravin von Berlichingen, »en het spijt me zeer, dat
ik zelf daarvan de schuld draag. De vreemdeling is
in het geheel geen Bourbon."
»Dat heb ik altijd wel vermoed" antwoordde Step-
ples. »Een Bourbon zou meer dan lichtzinnig, hij
zou volslagen gek moeten zijn om zich zoo onder
den greep van Wurtemberg te wagen. Maar wat is
hij dan wel
Niets dan waarvoor hij zich heeft uitgegeven, en
dat is voor ons juist het ergste" zeide Kannle.
Zijne bedreiging, dat er vóór het einde van de
veertien dagen iets zou gebeuren, dat voor ons zeer
onaangenaam zou zijn, is uitgekomen. Lees dezen
brief, dien een koerier der keur vorstelijke regeering
heeft gebracht."
»Uit Stuttgart? Over Van der Valk?" riep
Stepples en met klimmende bezorgdheid las hg het
document overluid. Voor alles wat uit Stuttgart
kwam, koesterde hij een onbegrensden eerbied.
De brief luidde
»Aan Z. E. den geheimraad Theobald Kannle,
regeerings-president van Ingelfingen, te Ingelfingen.
Z. E. de gezant van Holland zendt aan onze keur
vorstelijke regeering bericht, dat sedert ongeveer
acht weken zekere mijnheer Cornelis Van der Valk,
een rijk en hooggeplaatst persoon uit Amsterdam,
zich met familie te Ingelfingen heeft gevestigd, daar
der kiezers tegen het ontwerp-Tak, in de Kamer
geen zitting nemen. Zeker, die opoffering zal voor
enkelen moeielijk vallenmaar even zeker gelooven
en vertrouwen we, dat de belangen van land en
volk den leden genoeg ter harte gaan om daaraan
gaarne elke persoonlijke gevoeligheid ondergeschikt
te maken. Dat er onder de liberale tegenstanders
van Tak velen zijn, die evenzeer geneigd zijn tot
ruime kiesrechtuitbreiding, blijkt wel het best uit
de rede, waarmede Woensdag de zitting der Kamers
is geopend. Immers, daaruit spreekt een geest van
groote kalmte, maar ook van groote beslistheiden
juist daarom mag geloof en vertrouwen geschonken
worden aan de verklaring, dat de voor te stellen
kiesrechtuitbreiding er eene zal zijn *op breeden
grondslagWel is waar verkeert men omtrent dien
grondslag nog in het onzekere, te meer nu het uit
vroegere verklaringen bekend is, dat de ministers
van Binnenlandsche Zaken en van Financiën niet
eenstemmig denken over de koppeling van het kies
recht aan het betalen van een zeker bedrag in de
personeels belasting, maar uit de geheele openings
rede blijkt toch voldoende, dat het nieuwe Kabinet
zich bewust is van zijne taak om zoo spoedig mo
gelijk een nieuw kiesreehtontwerp in te dienen.
Voegen we daarbij, dat op het overigens gelukkig
sobere programma der regeering als urgent worden
vermeld herziening van het personeel en van het
gemeentelijk financiewezen, dan blijkt uit dit alles,
dat er inderdaad aanrakingspunten genoeg zijn te
vinden voor de beide fraotiën der liberale partij,
en dat het de nieuwe regeering er ook om te doen
is geweest die punten te zoeken en daarop de volle
kracht harer werkzaamheden te concentreeren.
Daarom kan eene krachtige, eensgezinde, naar een
gemeenschappelijk doel strevende en daarom onder
ling overleg plegende en naar overeenstemming zoe
kende liberale partij in de Kamer ons het spoedigst
brengen waar allen, ook de voorstanders van Tak
wezen willen, en daarom achten we het dan ook
zeer jammer, dat enkele liberale bladen in deze dagen
zulk een onverzoenlijken geest ademen en waar an
deren trachten de eenheid te herstellen juist de klove
trachten te verwijden. Zij scharen zich in dat op
zicht geheel aan de zijde van de Standaarddie eene
gelijke leer verkondigt en daarmede eene wig tracht
te drijven tusschen de beide deelen der liberale partij.
Moet een groot deel der liberalen die zeer te begrijpen
Standaard-taktiek in de hand werken?
We hopen van harte, dat deze toeleg moge ver
ijdeld worden en dat althans de liberale pers in geen
enkel harer organen langer de leer der onverzoen
lijkheid zal prediken.
GOES, 18 Mei 1894.
Wij vestigen de aandacht op het eerste zomer
concert, dat blijkens achterstaande annonce, a. s.
Dinsdag in de sociëteit V. O. V. door de Harmonie
E u p h o n i a zal gegeven worden.
Een aansporing tot een bezoek hieraan mag zeker
overbodig geacht worden.
tot nu toe ongemoeid en rustig geleefd heeft en met
het Hollandsche gezantschap alhier in voortdurende
briefwisseling heeft verkeerd. Sedert zes dagen heeft
het echter van genoemden Van der Valk geenerlei
bericht ^ontvangen, hoewel dit afgesproken en door
zijne hooggeplaatste betrekkingen en ook door het
gezantschap dringend gewenscht werd.
Daarom wordt verondersteld, dat genoemde mijn
heer Van der Valk óf door de Ingelfingensche politie
van zijne vrijheid beroofd is en zich in onwettige
gevangenschap bevindt, óf dat hij zich in een onge-
lukkigen toestand bevindt, die hem verbiedt brieven
naar hier af te zenden, daar men niet kan aannemen,
dat genoemde mijnheer Van der Valk zonder kennis
geving aan het Hollandsche gezantschap alhier zou
zjjn vertrokken.
Met den meesten nadruk heeft de keurvorstelijke
Wurtembergsche regeering de eer de landsregeering
van Ingelfingen te verzoeken onverwijld te willen
melden of genoemde mijnheer Van der Valk zich
nog binnen hare landpalen bevindt dan wel of hij
vertrokken is, en zoo ja, waarheen. Dan wel of
misschien hem, voor het geval hij nog aanwezig
is, door de Ingelfingensche politie eenigerlei dwang
of bemoeielijking is aangedaan en welke de plicht-
vergeten beambte is, die dit durfde onderstaan,
opdat men hem daarvoor verantwoordelijk kunne
stellen. Teneinde verdere krachtdadige inmenging
der keurvorstelijke regeering te vermijden, zal elke
bemoeielijking van mijnheer Van der Valk onverwijld
moeten worden opgeheven. Eene nauwgezette na
koming dezer aanschrijving en eventueel genoeg
doening en eerherstelling van meerbedoelden heer
zijn niet alleen noodzakelijk uithoofde van den hoog-
geachten persoon en de groote verdiensten van zijne
familie, maar ook met het oog op de oude, vriend
schappelijke betrekkingen der keurvorstelijke regee-
Op uitnoodiging van den heer S. Van der
P e ij 1 waren wij in de gelegenheid zjjne nieuwe
stocmzaagmachine in werking te zien. Een
geheele boom, hoe lang of zwaar ook, wordt daar
mede in korten tijd gezaagd in planken, zoo veel te
gelijk als m en verkiest, en van willekeurige dikte,
terwijl de boom en door stoomkracht naar en op het
zaagtoestel worden gesleept. Door een eigenaardige
overbrenging van de drijfkracht wordt de machine
in beweging gebracht door hetzelfde stoomwerktuig,
dat voor de houtbewerking dient.
Aan hen, die er prijs op stellen deze zaagmachine
te zien werken, zal de heer v. d. Peijl daartoe gaarne
de gelegenheid geven. De geschiktste uren tot be
zichtiging zijn des namiddags van 15 en van
51/2—7 uur van eiken werkdag.
De inspectie van de verlofgangers
der nation, militie zal dit jaar worden gehouden
te Kapelle op 2 Juni, te Kortgene op 14 en te
Goes op 15 Juni.
Provblad no. 49 bevat een besluit van Ged.
Staten van Zeeland tot wijziging der tijdsbepaling
voor den h e r ij k. Daarbij is bepaald dat de herijk
dit jaar zal plaats hebbente Kortgene 7 Augus
tus te Wissekerke 8 en 9 Augustus, en te Kolijns-
plaat, ook voor Kats, 10 en 11 Augustus.
Ierseke» In de gisteren gehouden Raadszit
ting werd o. a. medegedeeld dat de leening ad
f 3300 is gegund aan den heer Luijkx Van Hasselt te
Roozendaal ad 100 6/i0 percent en dat op 1 April op
school 1 geen nieuwe leerlingen zijn toegelaten we
gens verbouwing der school.
De heer Cupéry gaf als zijn meening te kennen,
dat deze mededeeling te laat kwam, dat B. en W.
niet het recht hadden dit zonder den Raad te rege
len, wijl de Raad den leeftijd voor de toelating der
kinderen bepaalt, en dat er voor het uitstel geen
motieven waren, wijl er op 1 April even goed plaats
was als op 1 Oct. 11.
De Voorzitter zei, dat het uitstel noodzakelijk was.
De heer Sinke vroeg waarom deze week op school 1
geen school wordt gehouden, en op school 2 wel.
De Voorzitter antwoordde, dat de vacantia voor
school 1 noodig was, omdat daar een muur moest
verwijderd worden. Op school 2 is alleen een muur
doorgebroken om er een deur in te maken.
De motie van den heer Sinke, waarover in de
vorige vergadering de stemmen staakten, kwam op
nieuw in behandeling.
Aan het verzoek van den heer Van Harmeien om
de motie woordelijk te mogen hooren, kon niet vol
daan worden.
De Voorzitter bracht de aanleiding tot de J motie
in herinnering. Door B. en W. is de levering van
straatkeien zonder inschrijving gegund aan een vroe-
geren leverancier. De heer Sinke had openbare aan
besteding gewenscht of onderhandsche, mits met toe
stemming van den Raad. De Voorz. voegde er bij,
ring met mijne heeren de Staten van Hollandrede
nen waarom deze genoegdoening en eerherstelling
dan ook binnen vier dagen zullen moeten zijn ge
schied. Bericht van ontvangst van deze aanschrijving
wordt met den koerier terugverwacht.
De geheime Staatskanselarij der Wurtem
bergsche keurvorstelijke regeering,
Von Heerdegen, Staatsraad.
Stepples liet de hand, waarin hij den noodlottigen
brief hield, zinken. Hij zag zeer bleek. »Dat slaat op
mij!" riep hij. »Mij wil men treffen."
Integendeelantwoordde Kannle. >U slaat men,
maar mij heeft men op het oog Zij weten zeer
goed, dat gij als mijn zwager geheel in overeen
stemming met mij handelt, en dat ik u derhalve
niet kan aanklagen zonder mijzelf bloot te stellen.
De heeren in Stuttgart kunnen mij niet lijden,
omdat ik niet gewillig genoeg het oor leen aan
hunne voorstellen en ons land niet reeds Wurtem-
bergsch maken wil vóór de tijd daar is
»Tock niet, mijn beste vriend" hernam de gravin.
»Gij wordt in uwe boosheid onbillijk. Er is wellicht
een veel betere oorzaak te vinden voor de handelwijze
onzer regeering, een reden, die haar kras optreden
rechtvaardigt of althans verontschuldigt. Stel eens,
dat men daartoe te Stuttgart gedwongen werd
Gedwongen ons op zoo eerlooze wijze te behan
delen Door den Hollandschen gezant misschien
Kom, gravin. Neen, de zaak is niets dan een voor
wendsel om met ons in onmin te komen. Men grijpt
de klacht van den gezant met beide handen aan,
omdat de behandeling van internationale aangelegen
heden zuidelijk van den Main aan den keurvorst is
toevertrouwd, en dit derhalve de eenige weg is om
ons eenigszins Wurtemberg's oppermacht te doen
gevoelen 1"
»Ik ontken ook niet, dat men zich van dat middel
dat jB. en W. alzoo gehandeld hadden, omdat de
keien van uitstekende qualiteit waren en gelijkvor
mig aan reeds vroeger geleverde.
De heer Sinke motiveerde zijne afkeuring van de
handelwijze van B. en W. nader. Z. i. werd door
het achterwege laten der openbare aanbesteding alle
bewijs gemist, dat het belang der gemeente behar
tigd is. Wat de gelijkvormigheid betrof, als de Voorz.
daar zooveel aan hechtte, dan kon men wel aan het
uitbreken van straten gaan.
De heer Cupéry vroeg of de keien goedkooper of
duurder waren dan vroegere, en of nog aan andere
leveranciers naar prijzen gevraagd was.
Het laatste werd ontkennend beantwoord, doch
de keien zijn ditmaal 7 cent goedkooper dan vroeger.
De heer Cupéry keurde het af, dat by niemand
anders geïnformeerd is, maar wenschte toch niet
met de motie meö te gaan, wijl hij vertrouwt, dat
door B. en W. naar hun beste weten gehandeld is.
Doch zij hebben den weg, in art. 142 der gemeente
wet aangewezen, niet bewandeld.
De motie werd met 5 tegen 4 stemmen verworpen,
hetwelk den heer Van Harmeien aanleiding gaf te
verzoeken, dat B. en W. evenwel den wenk ter harte
zouden nemen.
Dit laatste achtte de heer Van Oeveren onnoodig;
B. en W. hebben naar plicht en geweten gehandeld.
Maar er zijn persoonlijke veeten in het spel en er
worden pijlen afgeschoten, welke achterwege zouden
blijven, indien de heer Verboon geen voorzitter was.
Hij verklaarde op ditoogenblikzijn
ontslag te nemen als wethouder en
raadslid.
De heer Sinke nam gaarne aan, dat B. en W.
niet met opzet verkeerd gehandeld hebben, maar
dit belette niet, dat hij zijne aanmerkingen zou
kenbaar maken, als hij dit noodig oordeelde, en
de heer Cupéry vroeg den heer Van Oeveren of
hij ontkennen kon dat er gegronde aaumerkingen
gemaakt waren, en of het niet de plicht van den
raad was die te maken. Op billijke aanmerkingen
verlangde hij een billijk antwoord en hij zou dezelfde
lijn blijven trekken onverschillig wie voorzitter was.
De heer Van Oeveren wilde niet langer tusschen
twee vuren zitten en verliet de vergadering.
Daarna kwam het plan tot havenvergrooting in
behandeling. Bij de breedvoerige en gedetailleerde
bespreking bleek dat nog niet alle aangrenzenden
gehoord waren en dat een juiste en contractueele
omschrijving van de voorwaarden tot toestemming
der aangrenzenden alleszins noodzakelijk was.
De heer Sinke had bovendien eenige aanmerkingen,
die algemeen gedeeld werden. Hij wilde o. a. den
Zuid-Oostelijken dam 1 Meter lager hebben en achtte
den ingang der haven in verband met het zwakke
talud te wijd, in welk laatste euvel door een rem-
mingswerk kan voorzien worden.
De heer Klos wenschte den ingang op eone andere
plaats, doch dit werd vooral door den heer Sinke
bestreden.
bedient, maar ik geloof, dat men daartoe op aandrang
van den Hollandschen gezant gedwongen is."
»Maar hoe dan toch
»Stel eens, dat de Wurtembergsche regeering be
hoefte heeft aan geld Nu de Kamers ontbonden
zijn, krijgt ze van het land natuurlijk niets. Enge
land zal ook niets meer geven, sedert de ondersteu
ningen in den laatsten ongelukkigen oorlog nutteloos
besteed zijn. Indien men nu gegronde hoop kan
koesteren van Holland geld te bekomen en deze
geschiedenis met mijnheer Van der Valk komt daar
zeer ongelegen tusschen, zoodat de zaak dreigt te
stranden
Kannle keek haar verbaasd aan. »Hm die onder
stelling is nog zoo dwaas nietU hadt diplomaat
moeten worden, gravin
»U is wel beleefd, waarde gastheerlachte zij.
»Het is in tusschen niet zoo groote verdienste op
deze gedachte te komen. Vóór ik hierheen kwam
was ik eenige dagen in Stuttgart en daar was in
hooge kringen ernstig sprake van onderhandelingen
aan te knoopen met Holland over eene leening en
van verschillende groote bankiershuizen in Amster
dam, Rotterdam en Antwerpen, die geld zouden ver
schaffen, indien de keurvorstelijke domeingoederen
tot onderpand werden gegeven. Van der Valk nu
komt uit Amsterdam en is ongetwijfeld ontzettend
rijk. Als we nu eens aannemen, dat hij tot zulk
een bankiershuis in betrekking staat, dat zijn ver
blijf hier het gevolg is van die onderhandelingen
en dat zijn anonimiteit en zijn geheimzinnig leven
alleen dienen moeten om de goede Wurtembergers,
die toch al boos zijn omdat de Kamers naar huis
gezonden zijn, niet nog meer uit hun humeur te
maken, dan zult ge zelf moeten toestemmen, dat
gij met de zaak van Van der Valk al heel lastig
daartusscken komt."