L894 N°. 57. Donderdag 17 Mei. 81stp jaargang. Bel Kohier van den Hoofdelijkea Omslag FEUILLETON. Het raadsel van Hildburghausen. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75. Afzonderlijke nomniers 5 centmet bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmar. te Rotterdam en vsrder bg alle Boekverkoopers en Brievengaaiders. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, kuwelgks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. InzemlSjaa» van advertentie» vóór 8 uren op den daj& der uitgave* voor het jaar 189-1 is alfabetisch en klassikaal gedrukt en ter Secretarie van de genieeDte tegen betaling vau v ij f - e n - dertig cents verkiijgbaar gesteld. Goes, den 16 Mei 1894 Burgemeester en "Wethouders van Goe», J. J. RAMONDT, 1 b. De Secretaris, H A R T M A N. Algemeen Overzicht. Het Kngelsclae parlement is rust gaan nemen, na eerst de begrooting van den minister van Fi nanciën, Sir William Harcourt, te hebben aange nomen. De uitslag van de stemming over deze be grooting werd met spanning tegemoet gezien, want men was er in Engeland niet gerust op, dat het ministerie niet daarover zou struikelen. Het kabinet van Lord Rosebery slaapt lang niet op rozen en het ondervindt hoe lacger hoe minder stenn bij het Lagerhuis. De radicalen stellen zich grootendeels recht tegenover de regeering en de Ieren kunnen het niet best zetten, dat de /«wie-rM/e-quaestie tot later verschoven is. Algemeen wordt dan ook naar eene ontbinding van het Lagerhuis verlangd, omdat men daarvan eene zuivering van de parlementaire atmosfeer verwacht, iets wat echter niet altijd het gevolg van eene Kamerontbinding behoeft te zija, zooals wij Nederlanders wel weten. Lord Rosebery is echter niet voornemens tot eene ontbinding van het parlement over te gaan voor de meest noodzakelijke en urgente wetsontwerpen zijn afgehandeld, en daarom zija de leden van alle par tijen genoodzaakt steeds trouw op hun post te zijn en zijn de whips" voortdurend bezig, tegen dat eene stemming verwacht wordt, de afwezigen met kracht van redenen aan te sporen de vergadering bij te wo nen. Dit is ook geschied vóór de stemming over de bovenbedoelde begrooting en daaraan is het dan ook vermoedelijk te danken, dat deze nog met eene meer derheid van 14 stemmen is aangenomen. Intusschen blijkt uit alles, dat de krachtige figuur van Gladstone, tegen wien zijne geheel e partij vol vertrouwen opzag, moeielijk kan gemist worden, wil len de liberalen het volhouden tegen de vereenigde conservatieven, radicalen en afvallige Ieren. Toch mogen de laatste twee partijen zich wel bedenken eer ze medewerken om het tegenwoordige kabinet te doen vallen, want een conservatief ministerie brengt hen zeker niet dichter bij de vervulling hunner wenschen. De geest der kiezers is overigens op dit oogen- blik ook al niet gunstiger voor liet liberale kabinet gestemd dan toen de heer Gladstone nog aan het hoofd ervan stond. Wel zijn er nog geene zetels der partij in het Lagerhuis verloren gegaan, maar het stemmenaantal, dat de liberale candidaten bij tusschentijdsche verkiezingen op zich vereenigen, is toch gewoonlijk minder dan dat, waarmede hunne voorgangers uit den sfciójd kwamen en alles wijst derhalve op eene krachtsvermindering der whigs. Voegt men hierbij nog, dat er geruchten loopen omtrent oneenigheid, die in het Kabinet zou heer- schen, tenge7olge waarvan de ministers Harcourt en Morley voornemens zouden zijn binnenkort hunne portefeuilles ter beschikking der Koningin te stellen, dan blijkt uit dit alles genoegzaam, dat hel; in de politiek in Engeland op het oogenblik ook niet zeer Naar het Duitsch van A. E. Brachvogel. 5) Vervolg. Vóór een der omstanders een woord spreken kon, keerde Van der Valk zich weder tot de beambten. Zijn gelaat was aschvaal, zijn blik streng en somber. Wat er ook in zijn binnenste omging, hij wist zich volkomen te beheerschen. »Gg hebt mij in eene zeer pijnlijke positie ge bracht, zooals ik nog niet heb beleefd. Misschien zoudt ge u lang bedacht hebben zoo te handelen als ge gedaan hebt, indien ge wist met wien ge te doen hebt. Gij denkt gerechtigd te zijn mij als een verdacht avonturier aan te merken. Welnu, ik doe u het volgende voorstelIk zal in veertien dagen mijne woning niet verlaten en geene correspondentie voeren. In dien tijd laat ge mij nauwlettend bewa ken. Daarna zult ge zien, wat er gebeurt. Maar gedurende dien tijd eisch ik rust. Daarna staat mijn huis voor elk onderzoek open, dat gij in uw ambts ijver zult noodig achten". »Ik zou het mij diep beklagen, wanneer stotterde Kannle. zuiver is en dat het misschien een zeer wijs besluit is om het parlement voorloopig maar wat rust te laten nemen. De llaliaauhclie Kamer zette in de afgeloopen week het debat over de staatsbegrooting voort. Bij de behandeling van het hoofdstuk Buitenlandsehe Zaken trachtte de radicale afgevaardigde Barzilaï het ministerie weder aan te vallen door tegen het drievoudig verbond op te komenmaar de minister Blanc wist den toeleg te verijdelen door te verkla ren, dat dit verbond aan Italië volstrekt geen zwaar deren druk oplegt, daar de drie staten zich uit sluitend verbonden hebben elkander bij te staan, wanneer zij door een der andere staten van Europa mochten worden aangevallen, wat echter steeds meer onwaarschijnlijk wordt, aangezien een zeer vrede lievende geest in Europa heerscht. In ieder geval is het verbond van zuiver defensieven aard en zijn de kosten voor leger en vloot uitsluitend noodig om de onafhankelijkheid van Italië te verzekeren, voor de handhaving waarvan de staat zelf moet zorgen zonder op den steun van anderen te rekenen. Deze verklaringen van den minister van Buiten- landsche Zaken werden in de Kamer met luiden bijval beantwoord en men verwacht, dat zij veel zullen bijdragon om ook de begrooting van oorlog te doen aannemen, waartegen de grootste oppositie bestaat. Maar al wordt ook de gekeele begrooting aangenomen, zoo zal toch de war6 gezindheid der Kamer jegens de regeoriog eerst duidelijk blijken bij de behandeling der financiëele ontwerpen van Crispi en Sonnino, waarmede binnenkort een aan vang zal worden gemaakt. Het Servische ministerie heeft wellicht reeds weder zijn langsten tijd geregeerd. Nu is het wel niets vreemds in dat land, dat er misschien spoedig weder een nieuw Kabinet komt, want deze volgen elkander daar te lande met eene snelheid op, waar van wij Nederlanders zelfs geen begrip hebben, maar het dient allerminst tot welzijn van Servië, dat de regeeringen elkander zoo snel ojivolgen. De reden, dat het huidige Kabinet-Nicolajesvitck r9eds weder wankel staat, ligt in zijne houding tegenover Koning Milan en diens volgens ook tegenover den jeugdigen Koning. Voorloopig zal deze het ministerie nog hand haven tot de verkiezingen voor de Skuphschina (de Servische Kamer) zullen hebben plaatsgehad. De oorzaak, dat de verhouding tusschen Koning en ministerie zoo gespannen is, ligt in do ukase, waarbij de jonge Koning het besluit van de regen ten, waarbij Koning Milan en zijne vrouw vervallen verklaard werden van hunne rechten als leden der koninklijke familie, terwijl de ex-Koning beloofde zijn land niet meer te zullen betreden, in strijd met de grondwet verklaard en opgeheven heeft. Voor die belofte had de ex-Koning indertijd een aardig som metje gekregen, maar van teruggeven schijnt nu niet veel sprake te zijn. De zaak schijnt nu een ernstig aanzien te zullen krijgen, want voor het opperste gerechtshof te Belgrado heeft een journalist terecht gestaan, beschuldigd van den ex-Koning Milan grovelijk te hebben beleedigd. In zijn vonnis ver klaarde nu het Hof de ukase van Alexander in strijd met de wet, eene overschrijding van het koninklijk praerogatief en eene schending van de overeenkomst, tusschen zijnen vader en het regentschap gesloten. Het houdt de aanwezigheid van Milan in Servië voor ongeoorloofd en kent hem geen enkel recht als lid der koninklijke familie meer toe. »Wacht daarmede maar 1" antwoordde Van der Valk schamper en hij bood de dame zijn arm »Eer er veertien dagen verstreken zijn, zult ge werkelijk alle reden hebben om u diep te beklagen De gravin von Berlichingen deed eene schrede voorwaarts en sprak zeer bewogenZend toch on middellijk Zierl om de equipage van Monsigneur te laten inspannen De vreemdeling keek de gravin verbaasd aan. Er kwam een lichte blos op zijn gelaat, nam even den hoed af en ging daarop met zijne dame denzelfden weg terug, dien Zierl door de papiersnippers had aangewezen. »Dat is ontzettend kermde Kannle. »Vlug Zierl, loop zoo hard je kuntDe equipage van mijnheer moet ingespannen worden Zierl stormde heen. »Maar, alle duivelsschreeuwde Stepples, Kannle, wat is er dan toch? Monseigneur" betitelt hem de gravin Directeur, wij hebben ons ontzettend vergist" zeide gravin von Berlichingen, »en tevens eene hoogst zonderlinge en geheimzinnige ontdekking gedaan. Deze dame is ontwijfelbaar eene prinses uit het huis van Bourbon." »Die prinsessen ken ik niet" zeide Kannle, »maar dat deze dame de gelaatstrekken der Bourbons bezit, is onbetwistbaar. Toen ik met onzen erfprins in '85 de groote reis naar Parijs maakte, heb ik de konink- De vraag is nu, welke de gevolgen zullen zijn van dit conflict tusschen de kroon en het hoogste rechtscollege. Koning Alexander zal zich nu genood zaakt zien het gorechtshof tot andere gedachten te brengen, hetzij langs omwegen, hetzij direct door geweld. En mocht hij inderdaad de leden afzetten en door andere vervangen, waar blijft dan de gerech tigheid in bet ongelukkige land en hoe staat het dan wel met de onschendbaarheid der constitutie De Eerste Kamer in ££onffarije, het Huis d6r Magnaten, hield zich in de week, die achter ons ligt, onledig met de behandeling van de kerkelijke hervormingswetten. De eigenaardige samenstelling dezer vergaderingen, waarvan de hooge geestelijken der verschillende secten, de prinsen van den bloede, de hoogstgeplaatste leden der hofhouding enz. uit hoofde van hun rang zitting hebben, maakt dat er vau eene scherpe partij verdeeling zelden sprake is. Daarom ook was vooruit moeilijk te beslissen welk lot aan de ontwerpen zou ten deel vallen, al wist men ook, dat de katholieke geestelijken, en onder hun invloed vele andere magnaten, er onverbiddelijk tegen waren. Na langdurige en soms heftige dis cussion zijn ze ten slotte met eene betrekkelijk ge ringe meerderheid verworpen, naar gemeld wordt, vooral tengevolge van de houding van vele leden der hofhouding, die op het oogenblik der stemming afwezig waren. De bevolking wachtte na de beslissing vóór de vergaderzaal de magnaten op en de ontvangst der tegenstemmers was verre van vriendschappeljjk. Gelukkig had de politie tijdig maatregelen genomen om ongeregeldheden te voorkomen. Omtrent hetgeen het ministerie-Weckerlc nu zal doen loopen de meeningen uiteen. Sommigen beweren, dat het zal trachten van den Keizer eene wijziging te verkrijgen in de samenstelling van het Huis der Magnaten, tenoinde op die wijze de grootste tegen standers van de ontwerpen en in het algemeen van liberale hervormingen daaruit te verwijderenanderen meenen, dat het ministerie, ontevreden over den geringen steun, dien het in dezen bij de hofkringen heeft ondervonden, er over denkt om heen te gaan. Het meest waarschijnlijk echter is de meening, dat het ministerie ten spoedigste de kerkelijke ontwerpen weder bij de Kamer zal indienen, die ze dan natuurlijk weër zal aannemen en dat, wanneer de Magnaten ze dan ten tweeden male mochten verwerpen, het ministerie zal heepgaan. In Brazilië loopt nu werkelijk de opstand tot een einde en de president Peixoto kan reeds al zijne aandacht wijden aan den financiëelen toestand der republiek, die door den opstand er niet schitterender op geworden is. Met Portugal ligt Brazilië echter nog steeds overhoop, wegens de ontvoering van Da Gama en zijne volgelingen. Peixoto schijnt bepaald voornemens te zijn satisfactie te vragen, want in de rede, waarmede hij dezer dagen het congres opende, verklaarde hij, dat Brazilië met alle andere staten op vriendschappelijken voet stond behalve mot Portugal. De gezanten van beide landen zijn wederzijds terug geroepen. In de Vereenigde Staten trekken de aan hangers van Coxey, de zoogenaamde trampsnog eenige aandacht, omdat ze eene enkele maal nog wel eens een trein bemachtigen, maar overigens kan de geheele beweging als mislukt beschouwd wordten. Coxoy en zjjne beide adjudanten, die getracht hebben om door te dringen op het verboden terrein van het Kapitool, zijn veroordeeld, doch tegen borgtocht vrij- lijke familie dikwijls genoeg gezien om hunne trekken nooit we8r te vergeten. Deze dame gelijkt sprekend op den pj-ins-maarschalk Bourbon-Condé." De directeur Stepples keek geheel verslagen voor zich. »Ik heb altijd wel gedacht, dat het slecht zou afloopen, Theo" kermde mevrouw Kannle. »Ik meng mij anders nooit in je zaken, man, maar nu geef ik je den goeden raadj)as op, dat ge u in dezen moeielijken tijd de handen niet brandtop dank be hoef je toch nooit te rekenen. Ik moet zeggen het is een allerprettigst uitstapje vandaag. In gedachten verzonken namen allen den terug weg aan. TWEEDE HOOFDSTUK. Anderhalve week was sedert de ontmoeting met den zoogenaamden mijnheer Van der Valk voorbij gegaan. Kannle en Stepples hadden beiden stilzwij gend de gestelde voorwaarden aangenomen en de toevallige ontdekking van de gelaatstrekken d^r dame had hen tot voorzichtigheid aangespoord. Toch hadden ze het huis van den apotheker nauwlettend doen bewaken en ook aan bet postkantoor was do opmerkzaamheid op mogelijke correspondentie van den vreemdeling gevestigd. Maar geen der verdacht-n had Zemplin's huis verlaten dan een enkele maal de blonde livreikoecht, en brieven ws»ren er noch gelaten tot de uitslag bekend zal zijn van het hooger beroep, dat ze hebben aangeteekend. GOES, 16 Mei 1894. In d9 rede, waarmede de zitting der Kamers door den Minister van Binnenlandsche Zaken heden middag werd geopend, wordt geconstateerd, dat het nieuwe Ministerie optreedt als gevolg van de bui tengewone verkiezingen, met het oog op eene bevre digende kieswetregeling uitgeschreven. Bij het nieuwe bewind staat eene regeling van het kiesrecht op den voorgrond, die, ter voldoening aan rechtmatige W6nschen, op breeden grondslag moet gebouwd zijn en voor de Tweede Kamer, Prov. Staten en de Ge meenteraden gelijktijdig moet geschieden. Eene herziening der personeels belasting wordt te meer noodig geacht na de invoering der bedrijfs belasting. Eene nadere regeling der verhouding tusschen de Rijks- en de gemeente-financiën en eene wijziging van de belastingheffing door de gemeenten wordt mede beschouwd als een dringende eisch des tijds, waaraan moet worden voldaan. Aan deze gewichtige, ofschoon beperkte taak wil de regeering vooral zich wijden en bij de indiening van andere onderwerpen van wetgeving zal zij rekening houden met de nood zakelijkheid dat wat allereerst moet worden afge daan niet worde vertraagd. Onder aanroeping van Gods zegen over den ge- meenschappelijken arbeid, verklaart de Itegeering de zitting geopend. In de 11. Zondag in »de Prins van Oranje" alhier gehouden vergadering van afgevaar digden en directeuren van den onlangs opgerichten Zeeuwschen en W e s t-N o o r d-B r a b a n t- schen Turnbond is besloten de eerste open bare uitvoering vanwege dien bond te houden op Woensdag 21 Juli a. s. te Middelburg eu daaraan te verbinden een wedstrijd voor vereenigings-turuen en, zoo mogelijk, een festival. Van het plan om de uitvoering te doen plaats hebben te gelijk met het Landbouwfeest te Middel burg in Juni a. s., is Gisteren hield de Gewestelijke Veree- niging »Ze eland" van het Nederl. Onderwij- zersgenootscliap in »de Prins van Oranje" alhier hare 48ste jaarlijksche vergadering, die door den voorzitter, den heer Ph. M. Van der Mandere, school opziener in het arrondissement Goes, geopend werd met een woord van dank voor het vertrouwen iu hem en zijne medebestuurders gesteld, door hen andermaal met de leiding der vereeniging te belas ten. Het bestuur had, gevolg gevende aan een wenk in de vorige algemeone vergadering, zich onledig gehouden met eene herziening van het reglement, en, vermoedelijk onder den indruk der jongste ge beurtenissen op het gebied der binnenlandsche poli tiek, daarbij bijzondere aandacht gewijd aan dat ge deelte van het reglement, dat men »de kieswet" der vereeniging zou kuunen noemen. Spr. erkende, dat de herziening een radicaal tintje dioeg, maar hij hoopte, dat de kiesrechtregeling dan nu ook finaal" zou blijken te zijn. Hij eindigde met de verklaring, dat, hoe ook de herziening mocht afloopen, hetzij de bestuursvoorstellen worden aangenomen of verwor pen, hetzij ingrijpende amendementen eene meerder - verzonden noch ontvangen Het had dan ook al den schijn of de vastgestelde termijn zonder eenig bij zonder voorval zou verstrijken. Doch hoe meer het einde ervan naderde, des te zenuwachtiger werd Kannle. Zijn ambtelijk geweten kwam in tweestrijd met zichzelven nu hij het gelaat der dame had gezien en zijne opvatting daaromtrent door gravin von Berlichingen werd gedeeld. Er waren in Ingel- fingen sedert den gedwongen vrede twee stroomingen en Kannle gevoelde maar al te wel, dat, als hij naar beide luisteren wilde in het onderhavige geval, hij het dan bij beide partjjen zou verkerven. Als de fatale termijn verstreken was, gebood hom zijn ambts plicht tegen Van der Valk op te treden, want het was eene uitdrukkelijke vredesvoorwaarde, dat men in Duitschland en vooral aan de boorden van den Rijn, geen Fransche uitgewekenen zou dulden. Was dus deze vreemdeling inderdaad een aanhanger der legitimistische partij dan moest men hem goedschiks of kwaadschiks zien kwijt te raken, zoo niet tot erger zijn toevlucht nemen. Wel was men in Duitsch land algemeen tegen de Fransche republiek gekant, maar over den man, die zich als consul aan haar hoofd had geplaatst en in wien men reeds d :n toekomsligen keizer Napoleon vermoedde, waren de meen ngen ver deeld. De landheer, vorst Hohenlohe, was in zijn hart een vijand van Bonaparte en Kannle was overtuigd, dat hg een prinses uit het Huis van Bourbon en haar geleider tot het uiterste in zijne bescherming zoo.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1894 | | pagina 1