kracht, hetwelk voor de toekomst de betreurens waardigste gevolgen kau hebben. Het is dus niets meer dan billijk, dat een vrouw- bij haar huwelijk afstand moet doen van haar be trekking, daar hoogere plichten haar voortaan geheel en al in beslag zullen nemendeze plichten moet zij peisoonlyk vervullen en kan ze slechts ten nadeele v an haar gezin aan vreemden overlaten. Men verlangt tegenwoordig, dat de Staat zijn bemoeiingen over alles uitstrekt, daarom is het ook zijn recht en plicht, te waken over de belangen van het huisgezin, dat toch het fondament van de maat schappij uitmaakt. Door niets worden deze belangen meer geschaad dan door de minder volmaakte plichts vervulling der vrouwen en moeders. Terwijl Zaterdagnamiddag, dus meldt De Echo, de Geneeskundige Staatscommissie tot het afnemen van de arts-examens te Amsterdam zitting hield, deed zich een incident voor, zooals tot nu toe, zoolang de universiteit bestaat, nog nimmer is voorgekomen. De semi-arts P., die zich aan het 2e gedeelte van het artsexamen had onderworpen en door de Staats commissie boven bedoeld, waardig was gekeurd, om tot arts te worden bevorderd, weigerde in handen van den voorzitter der commissie, prof. Stokvis, den door de wet voorgeschreven eed af te leggen. Als reden van deze weigering gaf de heer P. op, gemoedsbezwaren. Aangezien de heer P. niet tot de Doopsgezinde gemeente behoort, in welk geval hij met 'n belofte zou kunnen volstaan, achtte prof. Stokvis hoewel de overtuiging van den persoon in kwestie eerbiedigend zich niet gerechtigd, hem het diploma van arts uit te reiken. Wel gaf Zijn Hooggeleerde de toezegging zich tot den Minister te zullen wenden, om van Z.Excellentie advies in te winnen, hoe zich te dezen opzichte te moeten gedragen. Met belangstelling wordt de beslissing van den Minister door de studenten tegemoet gezien. Ten einde bij mobilisatie in de behoefte aan officieren te voorzien, werd eenige jaren geleden bij het leger de proef genomen om voor miliciens, die daartoe genegen waren en de geschiktheid bezaten, de gelegenheid open te stellen zich voor dien rang te bekwamen. Het op die wijze verkregen getal militie-luitenants heeft niet meer dan 2 kunnen bedragen, waarvan 1 bij de cavalerie en 1 bij de artillerie werd benoemd. Met het eervol ontslag dezer dagen aan laatstbe- bedoelde, den militie-luitenant H. Ket.ner, verleend, is de laatste militie-officier uit het leger verdwenen en kan de genomen proef als geëindigd en mislukt worden beschouwd. In Friesland is het aantal rupsen in de weilanden zoo erg, dat op vele plaatsen de grond geheel kaal is gevreten. Men merkt twee soorten van rupsen, de eene soort, donkerbruin van kleur, nestelt zich onder de graszoden, de andere, meer licht van kleur, beweegt zich op den grond. Wat de oorzaak van deze plaag voor de veehouders is, weet eigenlijk niemand met zekeihrid te zeggen. Aan gissingen te dien opzichte geen gebrek. De eene boer beweeifc, dat de rups het gevoIg is van den drogen zomer van 1893 en het vroege voorjaar van '94, waardoor de eitjes spoedig en in grooter getale ontpopten, een ander schrijft het toe aan h°t bemesten met kleiaarde der zandgronden. Een feit is het, dat het getal rupsen het grootst is op die landen, welke het meest bemest zijn, terwijl zij nog meer gevonden worden in de laag gelegen landen dan op de hoogere akkers. Algemeen dacht men, dat het koude weder, de hagel-, reg^n- en sureuw- buien van Vrijdag en Zaterdag jl. de rupsen zouden verdelgd hebben, echter zij zijn in getal sedert niet merkbaar verminderd. De boeren passen geen middel ter vernietiging toe, omdat zij dit niet kennen, terwijl bovendien de vijand veel te talrijk is. De spreeuwen en andere vogels schijnen deze rupsen niet als lekkernij te be schouwen, althans men ziet die vogels niet het meest op de rupsrijke akkers. Kamerverkiezing. De R. K. kiesvereeniging »Door eendracht sterk" te Haarlem heeft in eene Zondag gehouden vergadering candidaat gesteld voor de Tweede Kamer jhr. mi. A. PC. van Karnebeek. De liberale kiesvereeniging »Algemeen BriaDg" te Utrecht beeft tot voorloopig candidaat voor de Tweede Kamer gesteld den heer H. A. van Beu- n i n g e n. De roomseh-katholieke kiesvereeniging Gelijk recht" te Sneek heeft besloten een eigen candidaat voor de Tweede Kamer te stellen, un heeft als zoodanig gekozen den heer J. F. H. Bekhuis, lid vau de Prov. Staten en voorzitter van den Katholieken Bond te Leeuwarden. De Min. van Binnenl. Zakenoverwegende, dat de heer mr. W. H. De Beaufort, verkozen lid der Tweede Kamer van de Staten-Generaal in het hoofdkiesdistrict Delft heeft verklaard zijn be noeming voor dit district niet aan te nemen, en dat derhalve een nieuwe verkiezing van een lid dier Kamer in dat hoofdkiesdistrict moet plaats hebben; heeft goedgevonden te bepalen lo. dat de verkie zing in gemeld hoofdkiesdistrict zal plaats hebben Vrijdag 18 Mei2o dat de herstemming, is die noodig, zal geschieden Vrijdag 1 Juni daaraanvolgende. Rechtzaken. A. s. Dinsdag 15 dezer zal voor den Hoogen Raad behandeld worden het cassatieberoep van G. van Gelder, A. van Berkum, J. G. de Bie en P. de Bie, door het hof te 's-Hertogenbosch veroor deeld de le wegens moord op den wachtmeester der marechaussée Hoekman te Ósch, tot levenslange gevangenisstraf, de 2e, 3e en 4e wegens medeplich tigheid daaraan, respectievelijk tot 10, 15 en 15 jaren. De rechtbank te Middelburg heeft Leonie No telaar van de aanklacht van heling vrijgesproken en wegens het andere haar ten laste gelegde feit tot zes maanden gevangenisstraf veroordeeld. Voorts is hare onmiddellijke in vrijheidstelling gelast, op grond dat zij alleen voor heling preventief mocht gevangen gehouden worden. Gemengde Berichten. Bij de paardenkeuring te Heinkenszand, waar voor 76 stuks trekpaarden waren aangevoerd, vol deden slechts 2 paarden aan de vereischten. Door de handboogsociëteit »Doel naar Hooger" te Wolfertsdijk is besloten een concours naar den lossen vogel te houden op Zaterdag der Heinkens- zandsche kermis, dat opgeluisterd zal worden door »Wolferts fanfare". Wolfertsdijk. Nu bij de jaarlijksche rekening van het fonds der werklieden-vereeniging Onder linge hulp" alhier, ten jare 1887 tot stand gebracht, gebleken is, dat in het afgeloopen boekjaar aan 8 leden een bedrag van 145 gld. tot ondersteuning is verstrekt, onder welke éen, die 22 gld. en twee, die ieder 52 gld. mochten genieten, heeft zulks den arbeidenden stand doen beseffen, dat het werkelijk in hun belang is deel te nemen in een fonds, het welk, bij eene matige contributie gedurende de zes zomermaanden, hun aanspraak g^eft op eene vol doende ondersteuning, wanneer zij door ziekte of eenig ongeval buiten staat geraken tot het verrichten van hunne werkzaamheden, zonder, bij gemis van hunne verdiensten, alsdan genoodzaakt te worden tot armenbedoeling de toevlucht te nemen. Tenge volge hiervan hebben dan nu, met ingang van het boekjaar op 1 April, bereids elf werklieden hun ver langen te kennen gegeven om als lid te worden toegelaten, die dan ook door het bestuur zijn opge nomen. Tolen. Voor de Dinsdag alhier gehouden paar denkeuring waren van vier gemeenten 87 stuks opgekomen en onderzocht, waarvan 21 stuks werden goedgekeurd. Bij eenen landbouwer onder de gemeente Zaam- slag werd in den nacht van Zondag op Maandag eene koe gestolen. De dief, een Belg, werd nog tijdig met het gestolene aangohouden in de gemeente Sint Jansteen, in de nabijheid der grenzen. Het Maandblad tegen vervalscliingen van 1 Mei waarschuwt tegen »niet bestaande cognac firma's", wier ware zetel in Hongarijë te vinden schijnt t9 zijn, en tegen aanbiedingen van »Delftsche room boter", en van »eerste grasboter", bij welke laatste nog wel met scheikundig onderzoek wordt ge schermd, ofschoon zij bij chemische analyse het zelfde resultaat geeft als een natuurbotersoort, ver mengd met ongeveer 50 pet. margarine!" Maandagavond omstreeks half elf uur sloeg de bliksem in den toren der Hervormde k-n'k te Wolvega; eerst om half twaalf werd echter een begin van brand ontdekt. Spoedig nam het vuur de overhand en stond de toren in lichte laaie. Gelukkig was de wind gaan liggen, anders waren de gevolgen, vooral ook voor -Mr. Antonio geeft in het Zondagsblad van de Amst. Ct. een schets van jhr. mr. Roëll, waaraan wij het volgende ontleenen In een zijner »Brieven" zegt Multatuli, dat men in de figuur van graaf Eylar" uit Klaasje Zeven ster" een lid der familie Roëll moet zien. Het kan best zijnWant wie Van Lennep's roman gelezen heeft en meneer Roëll, uit Utrecht, kent jhr. mr. J. die zal moeten toegeven, dat hij zeer wel beantwoordt aan het portret, dat Van Lennep van Graaf Louis Napoleon Peter" geeft. Meneer Roëll is al vriendelijke deftigheid, al hoffelijke wel willendheid, al aristocrate che zachtheid wat er aan is. Zelfs wanneer hij soms wat in vuur komt en wat harder spreekt, dan kan men gerust zijnhij gaat Dooit de grenzen te buiten van de strengste parle mentaire beleefdheid. Meneer Roëll, de in deze dagen herhaaldelijk als aanstaand premier genoemde man, is een tamelijk kleine, vrij magere figuur. De tint van zijn gelaat is wat bleek, wat vaal. Zijn neus is licht gebogen, zachtmoedig van teekening, even hellend over een klein, grijzend gladgestreken kneveltje. Hij begint wat i>uil zijn haar" te groeien. Maar toch ligt er eene uitdrukking van jeugdige opgewektheid en van door veel beschaving inge toomde levenslust over zijn type. De blik zijner grijze oogen is uiterst vriendelijk en tegemoetko mend, maar niettemin met een »ick en weet niet wat", hetwelk den edelman stempelt, die zich om den doid niet met Jan en Alleman zou afgeven. Wanneer hg niet aan het woord is, zit meneer Roëll te luisteven met over elkaar geslagen armen, achter- uitleunend in zijn bankjeof hij heeft zijn zwart- ivoren lorgnet op den neus gedrukt en maakt aan- teekenirgen voor zijn speech, met groote, stevige letters, wijd uit elkaar, op lange vellen papier. Mer er Roëll is iemand van erkende talenten en van groote loyauteit tegenover eiken tegenstander. Zou hg zich genoopt voelen om eens iets hards of kras-bestrijdens te gaan zeggeD, dan weet hij niet in hoeveel windselen" zijn uitlating te wikkelen, opdat 't toch maar niet kwetsen zal. Men heeft hier vermoedelijk te doen met eene tot tweede natuur geworden gewoonte met de hoffelijkheid van iemand, tlie gewoon is in hoogbeschaafde kringen te debat- teeren in salons van die schertsende twistgesprekjes te houden, luchthartig en meer voor tijddooding dan uit ernst waarbij alle scherpe kantjes zorg vuldig ontweken worden. Meneer Roëll spreekt niet zoo byzonder aantrekkelijk. Hij heeft iets gemaakts in zijn stem, iets Jymerigs, wat telkens denken doet aan een mat-aristocratich toontje doch wat hij zegt, is uiterst degeljjk, doorwrocht en wel bestudeerd. Soms wordt hij wat duister in zijne juridische of staatsrechterlijke oradolingwnen wat vermoeiend voor dengene, die zijn betoog op den voet moet volgen(; maar het is altijd dubbel waard om overwogen te worden en bevat schier steeds een kern, die als element ia het debat een der hoofdpunten vormt. Meneer Roëll zal nooit over eene zaak spreken, die bij niet grondig heeft bestudeerd. In dat opzicht is hij een van de hoogst staande leden der Kamer. Vervelend is meneer Roëll volstrekt niet te noemeD, als spreker. Hij houdt er wel van, om nu en dan zoo'n bloempje" door zijn spepch te gooien. Altijd even gekuischt, altijd even beschaafd, iet< over de schoone natuur, of over eene fraaie instelling, nooit ruw of bard, altijd zoo fijn en zoo gepolijst, bij voorkeur lof schenkend of roemend in éen woord, wat men een gentleman" noemt, van top tot teeD, en van den ouden stempel. Naar aanleiding van het gebeurde met mevrouw Legrand Goudschaal, zpgt M e 1 a t, i van Java (juffrouw Sloot) het volgende omtrent vrouwe lijke ambtenaren: Men kan geen twee heeren dienen Een vrouw moet kiezen. Wil zij onafhankelijk door het leven gaan en zelve in baar onderhoud voorzien, dan blijve zij ongehuwd. Wanneer zij trouwt, dan behoort zij in de eerste plaats aan haar man, haar kinderen en haar huis houden. Wanneer zij bovendien haar workzaam aandeel moet dragen in het onderhoud van het gezin, dan wordt haar taak te zwaar en eischt men meer van haar dan van den man, die, vrijgesteld van de zoo drukkende zorgen van huishouding en moederschap, toch physiek verreweg de sterkste is. Zy doet reeds genoeg, wanneer zij door zorg, spaar zaamheid en medewerking de uitgaven van het huis houden beperkt. Zij kan nooit zooveel verdienen, dat het tegen de moreele en stoffelijke schade, door haar afwezigheid veroorzaakt, kan opwegen, zonder nog te spreken van haar verlies aan gezondheid en was bedekt, zoodat de oppervlakte een Smyrnaasch tapijt geleek. Wat, ze daar aanschouwden was zoo liefelijk, zoo verrassend en bovendien zoo weinig in overeenstemming met hunne verwachtingen, dat bei den eensklaps vol verbazing staan bleven. Daar beneden bevonden zich de beide vreemde lingen, op wie zij het gemunt hadden. Lachende, snappende en als twee gelukkige kinderen huppelende, liepen ze in de weide rond en plukten bloemen. De dame had den grooten hoed met den langen groenen sluier naast haar zonnescherm in het gras gelegd en hoewel men op dien afstand hare gelaats trekken niet kon onderscheiden, was het toch zicht baar, dat zij een blank teint, eene gezonde gelaatskleur, donkere oogen en donker haar bezat, dat haar lichaamsbouw zeer schoon on jeugdig was, en dat hare bewegingen eene bevalligheid en eene zekere waardigheid tevens bezaten, als zelfs gravin von Berlichingen, die toch te Stuttgart aan het hof ver scheen, nog nooit had gezien. Zij droeg een laag uitgesneden kleed van stroogele zijde, met zwarte kant afgezet en met- bloemen opgenomen, zoodat men het zilvergrijze onderkleed en de kleine voetjes i zien kon. Schouders en borst waren met zwarte kant bedekt, welks uiteinden op den rug gestrikt waren en bij het loopen haar achterna fladderden. Nu. eens bukte zy om eene bloem te plukken, dan weêr snelde zij naar haar metgezel, of wel ze vlocht de bloemen tot een bonten krans. De dame kon hoogstens 25 jaar oud zijn en haar gelaat droeg geen spoor van ongeluk, smart of iets van dien aard. Haar geleider trok niet minder de aandacht. Hij was lang en slank gebouwd, hoogstens 34 jaar oud. Zijn haar was donker, kort en krullendeen donkere knevel bedek re zijn bovenlip. De lenigheid en be valligheid zijner bewegingen kwam in zijne nauw sluitende, zwarte kleedy bijzonder goed uit. Parel grijze kousen, korte broek en vest van zwarte zijde, waarop de hagelwitte jabot zich scherp afteekende, het wambuis van donkerblauwe zijde en de staatsie degen, dat alles teekende hem als een persoon uit de hoogste standen. Het paar geleek allerminst op emigranten, die complotten willen smeden of in voortdurenden angst verkeeren van ontdekt te wordenze schenen meer gesproten uit den bloeitijd van het huis van Bourbon en dit plekje eene boschweide te Marly, Trianon of Versailles, waarheen ze waren getogen om in de vroolijke natuur zich over te geven aan ongedwongen vreugde of misschien aan het geluk eener pas ont loken geheime liefde. »Ik geloof, directeur, dat wij met onze verden kingen op een dwaalspoor zijnfluisterde de graviD. »Men zou byn.% aaiz len deze idy le te veistoren". Wanneer men zulk eene dwepende natuur bezit als u, gravin, ongetwijfeld. Maar het hart van een pohtie-beambte, die bijna 35 jaren dienst heeft, is niet zoo licht geneigd, een eenmaal opgevat wan trouwen plotseling prijs te geven. Kom, mij dunkt, mijn zwager moet met Zierl reeds in de nabijheid zijn Wacht even; kijk eens! Is dat niet allerliefst?" fluisterde zij, hem bij den arm teiughourh-nde. De vreemdeling was aan den oever van het beekje ge treden, had daar iets ontdekt en had dit de dame op blijden toon toegeroepen. Deze had juist den krans van roode veldbloemen voltooid, was naar hem toe gesneld en scheen thans zijne blijdschap te deelen. Dadelijk daalde hij langs den oever af, stapte zonder aan zijne parelgrijze kousen te denkpn op een steen midden in het water en bukte zich om de daar ge vonden bloemen te plukken, die hij met van vreugde stralend gelaat omhoog hief. De liefelijke gestalte was hem reeds genaderd, greep zijne gave, drukte die aan haar boezem en zette hem vervolgens den krans op het hoofd. Hij nam dien er weder af, bracht i hem aan de lippen, klom wéér omhoog en maakte eene beweging als wilde hij hem met eene kniebui ging aan de voeten zijner dame leggen. Maar zij pakte den krans haastig vast, zette hem op haar eigen hoofd eu bood hem toen haar voorhoofd aan. Het het nabij gelegen post- en telegraafkantoor, de be lendende school en onderwijzerswoning en de pas torie, niet to overzien geweest. Een oogenblik liep ook de kerk gevaar, daar het dak reeds begon te branden, doch nu konden de spuiten hun werk doen en het vuur stuiten. Om streeks half drie stortte de klok en het uurwerk i door de zolderingen naar omlaag, waardoor de brand beperkt werd tot het benedendeel van den toren de spits was reeds vroeger zonder schade te berok kenen op het kerkplein nedergekomen. Omstreeks vier uur was men den brand meester. Kerk en toren waren verzekerd, doch, naar men zegt, nog al laag. Bij het doen van opgravingen in het koor der groote of protestantsche keik te Geertruidenberg, een monumentaal gebouw, kwam de heer Yau Seters, architect, tot het vermoeden, dat onder dat koor eene ondergrondsche kerk of crypte kon aanwezig zijn. Hij besloot tot een nader onderzoek en thans liggen een 5tal kolommen en bogen en éen lichtraam bloot, die op een grootsch werk uit vervlogen tijden wijzen. Maandagmorgen was in eene woning te Utrecht het oogenblik daar, dat een lijk in de kist ter laatste rustplaats naar het kerkhof zou worden uitgedragen, toen plotseling de vloer der lijkkamer inzakte en de lijkkist met bidder en dragers en familieleden naar beneden stortte. Alle meubelen vielen omver, som mige geheel verpletterd. De aanwezigen kwamen overigens gelukkig met den schrik vrijalleen de bidder werd licht aan het hoofd gewond. De stad Jozevow, gouvernement Radow, is grootendeels door brand vernield. Daar het vuur in de synagoge ontstaan is, denkt men dat er kwaad willigheid in 't spel is. Elf personen zijn omge komen; 500 families zijn zonder schuilplaats. De schade is onberekenbaar. Sir Wilfrid Lawson stelde Zaterdag in het Engelsche Lagerhuis voor, dat een adres tot de Koningin zou worden gericht, om H. M. te verzoeken bij het toekennen van titels of eerbewjjzen steeds te vermelden de redenen waarom dit gunstbetoon wordt verleend. In een humoristische rede bestreed sir William Harcourt namens de Regeering het voor stel, dat door het zeer slecht bezochte Lagerhuis werd verworpen met 52 tegen 34 stemmen, Harcourt merkte o. a. op, dat hij b.v. bij het toekennen van een ridderorde aan den interpellant, moeilijk zou weten welke van 's mans deugden en talenten op te sommen, omdat hij meende, dat Law son alle deugden, die onder de zon zijn, bezit, behalve die, van menschen uit het water te hebben gehaald. Verder wees hij er op, dat er ook menschen zijn, die er anders over denken dan de interpellant. Lord Melbourne b.v. zei eens, dat hij slechts aan éen rid derorde hechtte, nl. aan den Kousenband, omdat die niets met verdiensten bad uit te staan. Hij wees ook op de getuigenis van een bekend advocaat: »ik verlies processen, die ik moest win nen, maar daarentegen win ik ook processen, die ik moest verliezen, zoodat 't gemiddelde toch billijk is." Zoo gaal 't ook met titels en eerbetooningen. Men schen, die 't verdienen, krijgen soms niets, en die 't krijgen, verdienen 't soms niet, zoodat 't per slot van rekening toch billijk gaat. De tegenwoordige regeling is overeenkomstig de menschelijke zwakheid, en aangezien 't menschelijk is, het volmaakte niet te bereiken, vond Harcourt 't goed zooals 't is. Donderdagnacht heeft te! Luik een nieuwe dynamiet-aanslag plaats gehad. Dokter Renson, wonende in de rue de la Paix, die om dat uur met zijne echtgenoote en een vriend thuis kwam, bemerkte op d°n dorpel zijner woning eene bom met ontstoken lont. Hij raapte het voorwerp op, toen dit eensklaps met eenen geweldigen knal ontplofte. Dr. Renson viel met bebloed aangezicht en tal rijke wonden in de borst, op den grond. Een zijner bennen is gebroken, en men vreest voor zijn leven. Zijne vrouw werd aan den arm gekwetst en bloedde hevig. De vriend, zekere dokter Bodart, bekwam eene wond aan het been, en een onbekende voor bijganger werd insgelijks gekwetst. Het huis werd zeer beschadigd. Daar het dyna miet op den drempel lag, is de benedenverdieping bijna geheel vernield. De deur werd uit de heng sels gelicht, de ruiten verbrijzeld en zelfs de mar meren trappen scheurden. De slag werd dan ook op verren afstand gehoord. Volgens de deskundigen bevatte het voorwerp tenminste 3 kilogram dynamiet. De reden, waarom de aanslag tegen dezen ge neesheer werd gepleegd, is niet bekend. De heer Renson is te Luik zeer gezien en heeft niets met tappunt van liefde en geluk scheen bereikt. Een kus, maar dadelijk gevolgd door een kreet van schrik. Beiden staarden rechts naar de engte van het dal, snelden naar hunne have en de ridder haastte zich haar den krans af te nemen, den hoed op te zetten en haar gelaat met den sluier te bedekken. >Baar hebt ge het al!" mopperde Stepples. »De anderen zijn ons vóór gekomen. Vlug naar omlaag, gravin, eer het paartje zich bezint en ons ontsnapt! Dat komt nu van uw dweepen Hij ijlde, geheel politie-beambte, door de struiken naar omlaag en de gravin had alle moeite om hem niet uit het gezicht te verliezen. Toen zij bijna adem loos beneden aankwam en uit het struikgewas de vlakte betrad, ontdekte zij den vreemdeling staande op de weide, naast zich de dame, die den krans en haar zonnescherm in de linkerhand droeg, en in de rechter de veroverde bloemen uit de beek, een tuiltje vergeet-mij-nietjes. Het gelaat van den vreemdeling was geheel ver anderd. Koel, hooghartig, bijna dreigend staarde hij nu eens Kannle aan, die met zijn gezelschap juist aan de rechterzijde het dal betrad, dan weder Step ples, die van de hoogte links op hem toesnelde. Hij geleek een koningshert, dat bereid is zyne hinde i tegen elke overvalling te verdedigen. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1894 | | pagina 2