kracht, hetwelk voor de toekomst de betreurens
waardigste gevolgen kau hebben.
Het is dus niets meer dan billijk, dat een vrouw-
bij haar huwelijk afstand moet doen van haar be
trekking, daar hoogere plichten haar voortaan geheel
en al in beslag zullen nemendeze plichten moet zij
peisoonlyk vervullen en kan ze slechts ten nadeele
v an haar gezin aan vreemden overlaten.
Men verlangt tegenwoordig, dat de Staat zijn
bemoeiingen over alles uitstrekt, daarom is het ook
zijn recht en plicht, te waken over de belangen van
het huisgezin, dat toch het fondament van de maat
schappij uitmaakt. Door niets worden deze belangen
meer geschaad dan door de minder volmaakte plichts
vervulling der vrouwen en moeders.
Terwijl Zaterdagnamiddag, dus meldt De Echo,
de Geneeskundige Staatscommissie tot het afnemen
van de arts-examens te Amsterdam zitting hield,
deed zich een incident voor, zooals tot nu toe, zoolang
de universiteit bestaat, nog nimmer is voorgekomen.
De semi-arts P., die zich aan het 2e gedeelte van
het artsexamen had onderworpen en door de Staats
commissie boven bedoeld, waardig was gekeurd, om
tot arts te worden bevorderd, weigerde in handen
van den voorzitter der commissie, prof. Stokvis,
den door de wet voorgeschreven eed
af te leggen.
Als reden van deze weigering gaf de heer P. op,
gemoedsbezwaren. Aangezien de heer P. niet tot de
Doopsgezinde gemeente behoort, in welk geval hij
met 'n belofte zou kunnen volstaan, achtte prof.
Stokvis hoewel de overtuiging van den persoon
in kwestie eerbiedigend zich niet gerechtigd,
hem het diploma van arts uit te reiken. Wel gaf
Zijn Hooggeleerde de toezegging zich tot den Minister
te zullen wenden, om van Z.Excellentie advies in
te winnen, hoe zich te dezen opzichte te moeten
gedragen.
Met belangstelling wordt de beslissing van den
Minister door de studenten tegemoet gezien.
Ten einde bij mobilisatie in de behoefte aan
officieren te voorzien, werd eenige jaren geleden bij
het leger de proef genomen om voor miliciens, die
daartoe genegen waren en de geschiktheid bezaten,
de gelegenheid open te stellen zich voor dien rang
te bekwamen. Het op die wijze verkregen getal
militie-luitenants heeft niet meer dan 2
kunnen bedragen, waarvan 1 bij de cavalerie en 1
bij de artillerie werd benoemd.
Met het eervol ontslag dezer dagen aan laatstbe-
bedoelde, den militie-luitenant H. Ket.ner, verleend,
is de laatste militie-officier uit het leger verdwenen
en kan de genomen proef als geëindigd en mislukt
worden beschouwd.
In Friesland is het aantal rupsen in de
weilanden zoo erg, dat op vele plaatsen de grond
geheel kaal is gevreten. Men merkt twee soorten
van rupsen, de eene soort, donkerbruin van kleur,
nestelt zich onder de graszoden, de andere, meer
licht van kleur, beweegt zich op den grond. Wat
de oorzaak van deze plaag voor de veehouders is,
weet eigenlijk niemand met zekeihrid te zeggen.
Aan gissingen te dien opzichte geen gebrek. De
eene boer beweeifc, dat de rups het gevoIg is van
den drogen zomer van 1893 en het vroege voorjaar
van '94, waardoor de eitjes spoedig en in grooter
getale ontpopten, een ander schrijft het toe aan h°t
bemesten met kleiaarde der zandgronden. Een feit
is het, dat het getal rupsen het grootst is op die
landen, welke het meest bemest zijn, terwijl zij nog
meer gevonden worden in de laag gelegen landen
dan op de hoogere akkers. Algemeen dacht men,
dat het koude weder, de hagel-, reg^n- en sureuw-
buien van Vrijdag en Zaterdag jl. de rupsen zouden
verdelgd hebben, echter zij zijn in getal sedert niet
merkbaar verminderd.
De boeren passen geen middel ter vernietiging
toe, omdat zij dit niet kennen, terwijl bovendien de
vijand veel te talrijk is. De spreeuwen en andere
vogels schijnen deze rupsen niet als lekkernij te be
schouwen, althans men ziet die vogels niet het
meest op de rupsrijke akkers.
Kamerverkiezing.
De R. K. kiesvereeniging »Door eendracht
sterk" te Haarlem heeft in eene Zondag gehouden
vergadering candidaat gesteld voor de Tweede Kamer
jhr. mi. A. PC. van Karnebeek.
De liberale kiesvereeniging »Algemeen BriaDg"
te Utrecht beeft tot voorloopig candidaat voor de
Tweede Kamer gesteld den heer H. A. van Beu-
n i n g e n.
De roomseh-katholieke kiesvereeniging Gelijk
recht" te Sneek heeft besloten een eigen candidaat
voor de Tweede Kamer te stellen, un heeft als zoodanig
gekozen den heer J. F. H. Bekhuis, lid vau de
Prov. Staten en voorzitter van den Katholieken
Bond te Leeuwarden.
De Min. van Binnenl. Zakenoverwegende,
dat de heer mr. W. H. De Beaufort, verkozen
lid der Tweede Kamer van de Staten-Generaal in
het hoofdkiesdistrict Delft heeft verklaard zijn be
noeming voor dit district niet aan te nemen, en
dat derhalve een nieuwe verkiezing van een lid dier
Kamer in dat hoofdkiesdistrict moet plaats hebben;
heeft goedgevonden te bepalen lo. dat de verkie
zing in gemeld hoofdkiesdistrict zal plaats hebben
Vrijdag 18 Mei2o dat de herstemming, is die
noodig, zal geschieden Vrijdag 1 Juni daaraanvolgende.
Rechtzaken.
A. s. Dinsdag 15 dezer zal voor den Hoogen
Raad behandeld worden het cassatieberoep van G.
van Gelder, A. van Berkum, J. G. de Bie en P.
de Bie, door het hof te 's-Hertogenbosch veroor
deeld de le wegens moord op den wachtmeester
der marechaussée Hoekman te Ósch, tot levenslange
gevangenisstraf, de 2e, 3e en 4e wegens medeplich
tigheid daaraan, respectievelijk tot 10, 15 en 15
jaren.
De rechtbank te Middelburg heeft Leonie No
telaar van de aanklacht van heling vrijgesproken
en wegens het andere haar ten laste gelegde feit
tot zes maanden gevangenisstraf veroordeeld. Voorts
is hare onmiddellijke in vrijheidstelling gelast, op
grond dat zij alleen voor heling preventief mocht
gevangen gehouden worden.
Gemengde Berichten.
Bij de paardenkeuring te Heinkenszand, waar
voor 76 stuks trekpaarden waren aangevoerd, vol
deden slechts 2 paarden aan de vereischten.
Door de handboogsociëteit »Doel naar Hooger"
te Wolfertsdijk is besloten een concours naar den
lossen vogel te houden op Zaterdag der Heinkens-
zandsche kermis, dat opgeluisterd zal worden door
»Wolferts fanfare".
Wolfertsdijk. Nu bij de jaarlijksche rekening
van het fonds der werklieden-vereeniging Onder
linge hulp" alhier, ten jare 1887 tot stand gebracht,
gebleken is, dat in het afgeloopen boekjaar aan 8
leden een bedrag van 145 gld. tot ondersteuning is
verstrekt, onder welke éen, die 22 gld. en twee, die
ieder 52 gld. mochten genieten, heeft zulks den
arbeidenden stand doen beseffen, dat het werkelijk
in hun belang is deel te nemen in een fonds, het
welk, bij eene matige contributie gedurende de zes
zomermaanden, hun aanspraak g^eft op eene vol
doende ondersteuning, wanneer zij door ziekte of
eenig ongeval buiten staat geraken tot het verrichten
van hunne werkzaamheden, zonder, bij gemis van
hunne verdiensten, alsdan genoodzaakt te worden
tot armenbedoeling de toevlucht te nemen. Tenge
volge hiervan hebben dan nu, met ingang van het
boekjaar op 1 April, bereids elf werklieden hun ver
langen te kennen gegeven om als lid te worden
toegelaten, die dan ook door het bestuur zijn opge
nomen.
Tolen. Voor de Dinsdag alhier gehouden paar
denkeuring waren van vier gemeenten 87 stuks
opgekomen en onderzocht, waarvan 21 stuks werden
goedgekeurd.
Bij eenen landbouwer onder de gemeente Zaam-
slag werd in den nacht van Zondag op Maandag
eene koe gestolen. De dief, een Belg, werd nog
tijdig met het gestolene aangohouden in de gemeente
Sint Jansteen, in de nabijheid der grenzen.
Het Maandblad tegen vervalscliingen van 1 Mei
waarschuwt tegen »niet bestaande cognac firma's",
wier ware zetel in Hongarijë te vinden schijnt t9
zijn, en tegen aanbiedingen van »Delftsche room
boter", en van »eerste grasboter", bij welke laatste
nog wel met scheikundig onderzoek wordt ge
schermd, ofschoon zij bij chemische analyse het
zelfde resultaat geeft als een natuurbotersoort, ver
mengd met ongeveer 50 pet. margarine!"
Maandagavond omstreeks half elf uur sloeg
de bliksem in den toren der Hervormde k-n'k te
Wolvega; eerst om half twaalf werd echter een
begin van brand ontdekt.
Spoedig nam het vuur de overhand en stond de
toren in lichte laaie. Gelukkig was de wind gaan
liggen, anders waren de gevolgen, vooral ook voor
-Mr. Antonio geeft in het Zondagsblad van de
Amst. Ct. een schets van jhr. mr. Roëll,
waaraan wij het volgende ontleenen
In een zijner »Brieven" zegt Multatuli, dat men
in de figuur van graaf Eylar" uit Klaasje Zeven
ster" een lid der familie Roëll moet zien.
Het kan best zijnWant wie Van Lennep's roman
gelezen heeft en meneer Roëll, uit Utrecht, kent
jhr. mr. J. die zal moeten toegeven, dat hij zeer
wel beantwoordt aan het portret, dat Van Lennep
van Graaf Louis Napoleon Peter" geeft. Meneer
Roëll is al vriendelijke deftigheid, al hoffelijke wel
willendheid, al aristocrate che zachtheid wat er aan
is. Zelfs wanneer hij soms wat in vuur komt en wat
harder spreekt, dan kan men gerust zijnhij gaat
Dooit de grenzen te buiten van de strengste parle
mentaire beleefdheid.
Meneer Roëll, de in deze dagen herhaaldelijk als
aanstaand premier genoemde man, is een tamelijk
kleine, vrij magere figuur. De tint van zijn gelaat
is wat bleek, wat vaal. Zijn neus is licht gebogen,
zachtmoedig van teekening, even hellend over een
klein, grijzend gladgestreken kneveltje. Hij begint
wat i>uil zijn haar" te groeien.
Maar toch ligt er eene uitdrukking van jeugdige
opgewektheid en van door veel beschaving inge
toomde levenslust over zijn type. De blik zijner
grijze oogen is uiterst vriendelijk en tegemoetko
mend, maar niettemin met een »ick en weet niet
wat", hetwelk den edelman stempelt, die zich om
den doid niet met Jan en Alleman zou afgeven.
Wanneer hg niet aan het woord is, zit meneer Roëll
te luisteven met over elkaar geslagen armen, achter-
uitleunend in zijn bankjeof hij heeft zijn zwart-
ivoren lorgnet op den neus gedrukt en maakt aan-
teekenirgen voor zijn speech, met groote, stevige
letters, wijd uit elkaar, op lange vellen papier.
Mer er Roëll is iemand van erkende talenten en
van groote loyauteit tegenover eiken tegenstander.
Zou hg zich genoopt voelen om eens iets hards of
kras-bestrijdens te gaan zeggeD, dan weet hij niet
in hoeveel windselen" zijn uitlating te wikkelen,
opdat 't toch maar niet kwetsen zal. Men heeft hier
vermoedelijk te doen met eene tot tweede natuur
geworden gewoonte met de hoffelijkheid van iemand,
tlie gewoon is in hoogbeschaafde kringen te debat-
teeren in salons van die schertsende twistgesprekjes
te houden, luchthartig en meer voor tijddooding
dan uit ernst waarbij alle scherpe kantjes zorg
vuldig ontweken worden. Meneer Roëll spreekt niet
zoo byzonder aantrekkelijk. Hij heeft iets gemaakts
in zijn stem, iets Jymerigs, wat telkens denken doet
aan een mat-aristocratich toontje doch wat hij zegt,
is uiterst degeljjk, doorwrocht en wel bestudeerd.
Soms wordt hij wat duister in zijne juridische of
staatsrechterlijke oradolingwnen wat vermoeiend
voor dengene, die zijn betoog op den voet moet volgen(;
maar het is altijd dubbel waard om overwogen te
worden en bevat schier steeds een kern, die als
element ia het debat een der hoofdpunten vormt.
Meneer Roëll zal nooit over eene zaak spreken,
die bij niet grondig heeft bestudeerd. In dat opzicht
is hij een van de hoogst staande leden der Kamer.
Vervelend is meneer Roëll volstrekt niet te noemeD,
als spreker. Hij houdt er wel van, om nu en dan
zoo'n bloempje" door zijn spepch te gooien. Altijd
even gekuischt, altijd even beschaafd, iet< over de
schoone natuur, of over eene fraaie instelling,
nooit ruw of bard, altijd zoo fijn en zoo gepolijst,
bij voorkeur lof schenkend of roemend in éen
woord, wat men een gentleman" noemt, van top
tot teeD, en van den ouden stempel.
Naar aanleiding van het gebeurde met mevrouw
Legrand Goudschaal, zpgt M e 1 a t, i van
Java (juffrouw Sloot) het volgende omtrent vrouwe
lijke ambtenaren:
Men kan geen twee heeren dienen
Een vrouw moet kiezen. Wil zij onafhankelijk
door het leven gaan en zelve in baar onderhoud
voorzien, dan blijve zij ongehuwd.
Wanneer zij trouwt, dan behoort zij in de eerste
plaats aan haar man, haar kinderen en haar huis
houden.
Wanneer zij bovendien haar workzaam aandeel
moet dragen in het onderhoud van het gezin, dan
wordt haar taak te zwaar en eischt men meer van
haar dan van den man, die, vrijgesteld van de zoo
drukkende zorgen van huishouding en moederschap,
toch physiek verreweg de sterkste is.
Zy doet reeds genoeg, wanneer zij door zorg, spaar
zaamheid en medewerking de uitgaven van het huis
houden beperkt. Zij kan nooit zooveel verdienen,
dat het tegen de moreele en stoffelijke schade, door
haar afwezigheid veroorzaakt, kan opwegen, zonder
nog te spreken van haar verlies aan gezondheid en
was bedekt, zoodat de oppervlakte een Smyrnaasch
tapijt geleek. Wat, ze daar aanschouwden was zoo
liefelijk, zoo verrassend en bovendien zoo weinig in
overeenstemming met hunne verwachtingen, dat bei
den eensklaps vol verbazing staan bleven.
Daar beneden bevonden zich de beide vreemde
lingen, op wie zij het gemunt hadden. Lachende,
snappende en als twee gelukkige kinderen huppelende,
liepen ze in de weide rond en plukten bloemen.
De dame had den grooten hoed met den langen
groenen sluier naast haar zonnescherm in het gras
gelegd en hoewel men op dien afstand hare gelaats
trekken niet kon onderscheiden, was het toch zicht
baar, dat zij een blank teint, eene gezonde gelaatskleur,
donkere oogen en donker haar bezat, dat haar
lichaamsbouw zeer schoon on jeugdig was, en dat
hare bewegingen eene bevalligheid en eene zekere
waardigheid tevens bezaten, als zelfs gravin von
Berlichingen, die toch te Stuttgart aan het hof ver
scheen, nog nooit had gezien. Zij droeg een laag
uitgesneden kleed van stroogele zijde, met zwarte
kant afgezet en met- bloemen opgenomen, zoodat
men het zilvergrijze onderkleed en de kleine voetjes i
zien kon. Schouders en borst waren met zwarte
kant bedekt, welks uiteinden op den rug gestrikt
waren en bij het loopen haar achterna fladderden.
Nu. eens bukte zy om eene bloem te plukken, dan
weêr snelde zij naar haar metgezel, of wel ze vlocht
de bloemen tot een bonten krans. De dame kon
hoogstens 25 jaar oud zijn en haar gelaat droeg
geen spoor van ongeluk, smart of iets van dien aard.
Haar geleider trok niet minder de aandacht. Hij
was lang en slank gebouwd, hoogstens 34 jaar oud.
Zijn haar was donker, kort en krullendeen donkere
knevel bedek re zijn bovenlip. De lenigheid en be
valligheid zijner bewegingen kwam in zijne nauw
sluitende, zwarte kleedy bijzonder goed uit. Parel
grijze kousen, korte broek en vest van zwarte zijde,
waarop de hagelwitte jabot zich scherp afteekende,
het wambuis van donkerblauwe zijde en de staatsie
degen, dat alles teekende hem als een persoon uit
de hoogste standen.
Het paar geleek allerminst op emigranten, die
complotten willen smeden of in voortdurenden angst
verkeeren van ontdekt te wordenze schenen meer
gesproten uit den bloeitijd van het huis van Bourbon
en dit plekje eene boschweide te Marly, Trianon of
Versailles, waarheen ze waren getogen om in de
vroolijke natuur zich over te geven aan ongedwongen
vreugde of misschien aan het geluk eener pas ont
loken geheime liefde.
»Ik geloof, directeur, dat wij met onze verden
kingen op een dwaalspoor zijnfluisterde de graviD.
»Men zou byn.% aaiz len deze idy le te veistoren".
Wanneer men zulk eene dwepende natuur bezit
als u, gravin, ongetwijfeld. Maar het hart van een
pohtie-beambte, die bijna 35 jaren dienst heeft, is
niet zoo licht geneigd, een eenmaal opgevat wan
trouwen plotseling prijs te geven. Kom, mij dunkt,
mijn zwager moet met Zierl reeds in de nabijheid
zijn
Wacht even; kijk eens! Is dat niet allerliefst?"
fluisterde zij, hem bij den arm teiughourh-nde. De
vreemdeling was aan den oever van het beekje ge
treden, had daar iets ontdekt en had dit de dame
op blijden toon toegeroepen. Deze had juist den krans
van roode veldbloemen voltooid, was naar hem toe
gesneld en scheen thans zijne blijdschap te deelen.
Dadelijk daalde hij langs den oever af, stapte zonder
aan zijne parelgrijze kousen te denkpn op een steen
midden in het water en bukte zich om de daar ge
vonden bloemen te plukken, die hij met van vreugde
stralend gelaat omhoog hief. De liefelijke gestalte
was hem reeds genaderd, greep zijne gave, drukte
die aan haar boezem en zette hem vervolgens den
krans op het hoofd. Hij nam dien er weder af, bracht
i hem aan de lippen, klom wéér omhoog en maakte
eene beweging als wilde hij hem met eene kniebui
ging aan de voeten zijner dame leggen. Maar zij
pakte den krans haastig vast, zette hem op haar eigen
hoofd eu bood hem toen haar voorhoofd aan. Het
het nabij gelegen post- en telegraafkantoor, de be
lendende school en onderwijzerswoning en de pas
torie, niet to overzien geweest.
Een oogenblik liep ook de kerk gevaar, daar het
dak reeds begon te branden, doch nu konden de
spuiten hun werk doen en het vuur stuiten. Om
streeks half drie stortte de klok en het uurwerk
i door de zolderingen naar omlaag, waardoor de brand
beperkt werd tot het benedendeel van den toren
de spits was reeds vroeger zonder schade te berok
kenen op het kerkplein nedergekomen.
Omstreeks vier uur was men den brand meester.
Kerk en toren waren verzekerd, doch, naar men zegt,
nog al laag.
Bij het doen van opgravingen in het koor der
groote of protestantsche keik te Geertruidenberg,
een monumentaal gebouw, kwam de heer Yau Seters,
architect, tot het vermoeden, dat onder dat koor
eene ondergrondsche kerk of crypte kon aanwezig
zijn. Hij besloot tot een nader onderzoek en thans
liggen een 5tal kolommen en bogen en éen lichtraam
bloot, die op een grootsch werk uit vervlogen tijden
wijzen.
Maandagmorgen was in eene woning te Utrecht
het oogenblik daar, dat een lijk in de kist ter laatste
rustplaats naar het kerkhof zou worden uitgedragen,
toen plotseling de vloer der lijkkamer inzakte en de
lijkkist met bidder en dragers en familieleden naar
beneden stortte. Alle meubelen vielen omver, som
mige geheel verpletterd. De aanwezigen kwamen
overigens gelukkig met den schrik vrijalleen de
bidder werd licht aan het hoofd gewond.
De stad Jozevow, gouvernement Radow, is
grootendeels door brand vernield. Daar het vuur
in de synagoge ontstaan is, denkt men dat er kwaad
willigheid in 't spel is. Elf personen zijn omge
komen; 500 families zijn zonder schuilplaats. De
schade is onberekenbaar.
Sir Wilfrid Lawson stelde Zaterdag in het
Engelsche Lagerhuis voor, dat een adres tot de
Koningin zou worden gericht, om H. M. te verzoeken
bij het toekennen van titels of eerbewjjzen steeds te
vermelden de redenen waarom dit gunstbetoon wordt
verleend. In een humoristische rede bestreed sir
William Harcourt namens de Regeering het voor
stel, dat door het zeer slecht bezochte Lagerhuis
werd verworpen met 52 tegen 34 stemmen,
Harcourt merkte o. a. op, dat hij b.v. bij het
toekennen van een ridderorde aan den interpellant,
moeilijk zou weten welke van 's mans deugden en
talenten op te sommen, omdat hij meende, dat Law
son alle deugden, die onder de zon zijn, bezit, behalve
die, van menschen uit het water te hebben gehaald.
Verder wees hij er op, dat er ook menschen zijn,
die er anders over denken dan de interpellant. Lord
Melbourne b.v. zei eens, dat hij slechts aan éen rid
derorde hechtte, nl. aan den Kousenband, omdat die
niets met verdiensten bad uit te staan.
Hij wees ook op de getuigenis van een bekend
advocaat: »ik verlies processen, die ik moest win
nen, maar daarentegen win ik ook processen, die ik
moest verliezen, zoodat 't gemiddelde toch billijk is."
Zoo gaal 't ook met titels en eerbetooningen. Men
schen, die 't verdienen, krijgen soms niets, en die
't krijgen, verdienen 't soms niet, zoodat 't per slot
van rekening toch billijk gaat. De tegenwoordige
regeling is overeenkomstig de menschelijke zwakheid,
en aangezien 't menschelijk is, het volmaakte niet
te bereiken, vond Harcourt 't goed zooals 't is.
Donderdagnacht heeft te! Luik een nieuwe
dynamiet-aanslag plaats gehad.
Dokter Renson, wonende in de rue de la Paix,
die om dat uur met zijne echtgenoote en een vriend
thuis kwam, bemerkte op d°n dorpel zijner woning
eene bom met ontstoken lont. Hij raapte het voorwerp
op, toen dit eensklaps met eenen geweldigen knal
ontplofte.
Dr. Renson viel met bebloed aangezicht en tal
rijke wonden in de borst, op den grond. Een zijner
bennen is gebroken, en men vreest voor zijn leven.
Zijne vrouw werd aan den arm gekwetst en bloedde
hevig. De vriend, zekere dokter Bodart, bekwam
eene wond aan het been, en een onbekende voor
bijganger werd insgelijks gekwetst.
Het huis werd zeer beschadigd. Daar het dyna
miet op den drempel lag, is de benedenverdieping
bijna geheel vernield. De deur werd uit de heng
sels gelicht, de ruiten verbrijzeld en zelfs de mar
meren trappen scheurden. De slag werd dan ook
op verren afstand gehoord. Volgens de deskundigen
bevatte het voorwerp tenminste 3 kilogram dynamiet.
De reden, waarom de aanslag tegen dezen ge
neesheer werd gepleegd, is niet bekend. De heer
Renson is te Luik zeer gezien en heeft niets met
tappunt van liefde en geluk scheen bereikt. Een
kus, maar dadelijk gevolgd door een kreet van schrik.
Beiden staarden rechts naar de engte van het dal,
snelden naar hunne have en de ridder haastte zich
haar den krans af te nemen, den hoed op te zetten
en haar gelaat met den sluier te bedekken.
>Baar hebt ge het al!" mopperde Stepples. »De
anderen zijn ons vóór gekomen. Vlug naar omlaag,
gravin, eer het paartje zich bezint en ons ontsnapt!
Dat komt nu van uw dweepen
Hij ijlde, geheel politie-beambte, door de struiken
naar omlaag en de gravin had alle moeite om hem
niet uit het gezicht te verliezen. Toen zij bijna adem
loos beneden aankwam en uit het struikgewas de
vlakte betrad, ontdekte zij den vreemdeling staande
op de weide, naast zich de dame, die den krans en
haar zonnescherm in de linkerhand droeg, en in de
rechter de veroverde bloemen uit de beek, een tuiltje
vergeet-mij-nietjes.
Het gelaat van den vreemdeling was geheel ver
anderd. Koel, hooghartig, bijna dreigend staarde hij
nu eens Kannle aan, die met zijn gezelschap juist
aan de rechterzijde het dal betrad, dan weder Step
ples, die van de hoogte links op hem toesnelde. Hij
geleek een koningshert, dat bereid is zyne hinde
i tegen elke overvalling te verdedigen.
Wordt vervolgd.)