1894 N°. 51.
Dinsdag 1 Mei.
81ste jaargang.
Vaccineereti en Hervaccineeren.
De Secretarie der gemeente
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vry dagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent.
Bebalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiön voor dit blad
aangenomen by de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder
bg alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
Inzending van
advertentie» vóór I uren op den
De prjjs der gewone advertentiön is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 (ts.
Bg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de pry's
slechts tweemaal betékend.
Geboorte-, huweljjks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel,
dag der uitgave.
WOENSDAG 2 A1EI a. a. des middags te 12 urtn zal iu
het Gasthuis gelegenheid gegeven worden tot het dosn
De ingezetenen worden in hun belang uitgenoodigd van deze
aangeboden gelegenheid gebruik te maken. Zoogenaamde trouw
boekjes moeten worden medegebracht.
Goes, den 27 April 1894
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G d. W. HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
zal op a. s. DONDERDAG DEN 3 MEI, uithoofde van den
Hemelvaartsdag, gesloten zijn.
Tot het doen van aaugiite van den Burgerlijken Stand zal
alleen des voormiddags van 11 tot 12 uren gelegenheid gegeven
worden
Goes, den 28 April 1894.
Burgemeester en Wethouders vau Goes,
J. G. d W. HAMER
De Secretaris,
HARTMAN.
De naaste toekomst.
Da hoop, die we iu ons vorig nommer uitspraken,
is niet vervuldhet ministerie heeft gemeend col
lectief zijn ontslag aan de Koningin-Regentes te
moeten aanvragen.
Trouwens, er is verschil tusschen hoop en ver
wachting, en al hadden we ook gaarne gezien, dat
het Kabinet termen had kunnen vinden aan het
bewind te blijven, onze verwachting te dien opzichte
was niet groot.
Wanneer het der Regentes behaagt het ontslag
aan te nemen, dan zal derhalve Nederland een nieuw
ministerie zien optreden en ongetwijfeld zal öf de
heer Roè'll óf de heer Gleichman als formateur daar
van optreden. Immers, na de gebeurtenissen der
laatste weken kan het niet anders of de tegenstanders
van minister Tak zijn thans de aangewezen groep,
waaruit het nieuwe Kabinet moet voortkomen, en
dan ligt het tevens voor de hand, dat de uitne-
mendsten uit die groep geroepen worden om met
de samenstelling van dat Kabinet te worden belast.
Ongetwijfeld zal ganscb Nederland de bovengenoemde
heeren tot deze meest uitnemenden rekenen.
Maar onwillekeurig dringen zich een paar vragen
op in verband met deze wisseling van ministerie.
In de eerste plaats de vraag of na het gebeurde het
Kabinet boven alles een ^^srec/if-ministerie moet
zyn In dat geval zal vermoedeljjk aan de katho
lieke fractie één of meer portefeuilles worden toe
bedeeld. De katholieken toch vormen een belangrijk
deel van die meerderheid in de Kamer, welke tegen
de ruime kiesrechtuitbreiding van den heer Tak
gekant is, en ongetwijfeld hebben van de overige
tegenstanders eenigen hunne verkiezing voor een
goed deel aan de katholieken te danken.
Of heeft men thans alleen maar meer te rekenen
met de politieke party verhouding en moet daarom
het nieuwe kabinet alleen voortspruiten uit de zeer
sterke liberale meerderheid, die thans de kamer be
zit? Zoo ja, dan blijven we hopen, dat enkele leden
van het nu afgetreden Kabinet in het nieuwe zullen
worden opgenomen, en we danken daarby weder in
de eerste plaats aan den heer Pierson, wiens be
lastingwetten we zoo gaarne alle in het Staatsblad
zouden zien verschijnen.
In de tweede plaats rijst de vraaghoe het nieu
we Kabinet zal staan tegenover de kiesrechtuitbrei
ding Men is het er vrijwel over eens, dat in ieder
geval de herziening van het kiesrecht ook op het
program van het komende ministerie bovenaan zal
moeten staan. Aan die taak ontkomt het derhalve
niet, maar zal zij eene gemakkelijke zijn? De meerder
heid der huidige Kamer is gekozen op de zuiver
negatieve leusanti-Tak. Maar daaruit volgt dat
hare leden lang niet eenstemmig denken over de
quaestie der kiesrechtuitbreiding. De katholieken
mogen in hun manifest hebben beweerd, dat ook zy
voor ruime uitbreiding zyn, het is van sommige
hunner genoeg bekend, dat dit »ruim" niet al te
ruim moet worden opgevat. Bovendien bestaat ook
onder de liberale tegenstanders van den heer Tak
nog aanmerkelijk verschil. De heer Bool b. v. staat
te dien opzichte nog vry ver van vele anderen dier
partij. Zal het nu het nieuwe Kabinet gelukken een
formule te vinden, die al de tegenstanders van den
heer Tak bevredigt en toch aanleiding geeft tot
eene ruime kiesrechtuitbreiding
En in de derde plaats zal zeker met belangstelling
worden tegemoet gezien welke houding de voorstan
ders van Tak in de Kamer tegenover het nieuwe
ministerie zullen aannemen. Reeds heeft het Centrum
het orgaan van dr. Schaepman, gedecreteerd, dat, ais
er een ministerie-Roöll optreedt met een nieuw kies
wet-ontwerp, de groep-Tak als oppositie optreedt.
We gelooven niet, dat daartoe aanleiding bestaat.
Het is altijd een slechte tactiek zich niet met het
mindere tevreden te stellen, omdat men het meerdere
niet krijgen kan, en daarom hopen en verwachten
we van bet beleid van die groep in de Kamer,
waarvan de heer Tak ongetwijfeld de leider zal zyn,
dat zy allerminst vijandig tegenover het nieuwe
Kabinet zal optreden.
De krachtige liberale meerderheid, waarover de
nieuwe Kamer beschikt, geeft recht om eene krach
tige politiek te verwachten, en die kan geboren
worden, wanneer de liberale partij twisten in eigen
boezem weet te voorkomen. De fractie-Tak kan de
drijvende kracht vormeD, die tracht de politiek der
naaste toekomst zoo vooruitstrevend mogelijk te doen
zyn. Maar zy houde daarby het partijverband in het
oog en scheide zich niet af van of stelle zich niet
tegenover eigen partijgenooten, met wie ze dan toch
maar op één enkel punt van regeeringsbeleid verschilt.
Zoo kan de nieuwe Kamer in de komende periode
groote dingen tot stand brengen en zal de liberale
partij aan Kroon en volk groote diensten kunnen
bewijzen, die haar ook in de toekomst den dank van
beide doen verwerven.
Algemeen Overzicht.
Slechts enkele staten van Europa vragen ditmaal
de aandacht, omdat in verreweg de meeste óf de
Kamers uiteen zyn gegaan, öf er zoo weinig belang
rijks voorvalt, dat het niet de vermelding waard is.
Eene uitzondering daarop maakt in de eerste
plaats Italië# waar de Kamer volop aan den arbeid
is. Zooals we reeds meldden heeft de minister Crispi
weten gedaan te krygen, dat de begrooting zou
worden in behandeling genomen vóór de financiëele
hervormingswetten. Daarop is do Kamer begonnen
met de begrooting voor marine, waarop wel eenige
bezuiningen werden voorgesteld, doch die de Kamer
met zeer groote meerderheid ongewijzigd heeft aan
genomen, nadat de minister van marine betoogd had,
dat deze niet waren gerechtvaardigd. De radicale af
gevaardigde Imbriani ging by de discussiën over deze
begrooting zoo heftig te weer, en wierp zulke onge
motiveerde beschuldigingen naar het hoofd van de
tegenwoordige en vroegere ministers, dat de voor
zitter hem herhaaldelijk tot de orde moest roepen.
Toen de begrooting van oorlog aan de orde kwam,
trachtte weder een ander radicaal lid Cavalotti de
plannen der regeering te dwarsboomen, door weder
met het voorstel te komen om eerst de financiëele ont
werpen in behandeling te nemen. De minister Crispi
verzette zich natuurlijk daartegen en beriep zich
daarby op het besluit der Kamer zelve om eerst de
begrooting af te handelen. De leider der conserva
tieven Di Rudini sloot zich by hem aan, waarna
het voorstel-Cavalotti met 269 tegen 56 stemmen
werd verworpen. Alleen de radicalen en eene kleine
groep liberalen onder leiding van den vroegeren
voorzitter der Kamer Zanardelli steunden Cavalotti.
Onmiddellijk daarop werd door den minister Crispi
het voorstel gedaan de behandeling der financiëele
wetten te bepalen op 15 Mei, welk voorstel zonder
hoofdelijke stemming werd aangenomen.
Zoo heeft tot nutoe de ïegeering de overhand
verkregen en zag zij zich gesteund door de overgroote
meerderheid der Kamer. Hieruit mag evenwel niet
worden afgeleid, dat zij ook straks bij de behan
deling der financiëele wetten de overwinning zal
behalen. Wel meenen sommige bladen, dat het
dreigement van Kamerontbinding verschillende leden
tot meegaandheid heeft gestemd, en beweren zy,
dat over het algemeen eene betere stemming jegens
de ministers Crispi en Sonnino begint te heerschen,
maar de oppositie was zoo groot, dat er heel wat
moet veranderen, zal het Kabinet op eene meerder
heid in de Kamer kunnen rekenen. Alleen wanneer
waarheid bleek wat gemompeld wordt, dat de ge
noemde ministers bereid zouden zyn tot aanmerke
lijke concessies, teneinde de voorgestelde hervormin
gen niet te doen schipbreuk lijden, zou er kans zijn
van slagen. Het heet namelyk, dat de minister van
Financiën geneigd zou zijn de verhooging der cou
pon-belasting te laten varen en het verlies van in
komsten daardoor, te vergoeden door een alcohol
monopolie in te stellenvoorts zouden de beide
ministers ook de voorgestelde inkomstenbelasting
willen wijzigen.
De Grieksclie minister Tricoupis is nog steeds
in onderhandeling met de commissie, die de belan
gen der buitenlandsche schuldeischers zal behartigen.
Deze commissie eischt als waarborg voor de beta
ling der rente tot onderpand een gedeelte van de
opbrengst der monopolies en van de zegel belasting.
Welk antwoord de minister op dit voorstel heeft
gegeven vinden we nog niet vermeld.
De Hongaarsclie regeering heeft hare kerke
lijke wetten thans bij het Huis der Magnaten inge
diend en men is zeer benieuwd hoe dit ze zal ont
vangen Het is bekend, dat de meerderheid er zeer
tegen gekant is, en al wat clericaal en conservatief
is, zal zich er tegen verzetten. Toch hopen de voor
standers der wetten, dat de regeering de overwin
ning zal behalen, vertrouwende, dat het Hoogerhuis
rekening zal houden mot de wenschen der groote
meerderheid van de bevolking, die ze gaarne zag
tot stand komen.
Volgens berichten uit Oostenrijk is het den
minister Windischgratz werkelijk gelukt eene for
mule te vinden voor de uitbreiding van het kies
recht, die alle drie de partyen der regeeringsmeer-
derheid zal bevredigen en men verwacht dan ook,
dat nog in den loop van dit jaar een ontwerp tot
kiesrechthervorming bij de volksvertegenwoordiging
zal worden ingediend. Thans is de Kamer bezig met
de behandeling der begrooting.
Het schijnt, dat de Russische regeering aan de
Oostenrykscke het ontwerp van een nieuw handels-
tractaat heeft toegezonden, zoodat ook te dien op
zichte voortgang in de zaken zal komen. Trouwens,
over de hoofdpunten waren beide regeeringen het
bereids eens. Zoodra nu het ontwerp in zijn geheel
zal zyn vastgesteld, zal het bij den Oostenrijkschen
Rijksraad worden ingediend en het schijnt, dat de
meerderheid van dit regeeringslichaam bereid is de
regeering ook op dat punt te steunen, zoodat aan
de totstandkoming van het tractaat geene moeie-
lijkheden in den weg staan.
Er dreigt een conflict te ontstaan tusschen Frank
rijk en België, betreffende de grensregeling in
het gebied van den Congo. Zooals men weet is de
Koniüg der Belgen souverein van den Congo-staat,
en nu de Franschen zich daar in de buurt hebben
gevestigd, blijkt de wenschelijkheid om eene grens
regeling in het leven te roepen tusschen Fransch-
Congo en den eigenlijken Congo-staat. Daartoe had
zich eene Fran scha commissie naar Brussel begeven,
maar het schijnt, dat deze naar Parijs is terugge
keerd, zonder dat het tusschen de Fransche en Bel
gische scheidsrechters tot eene beslissing is gekomen.
Sommige Fransche bladen gaan erg te keer tegen
België, o. a. de Figaro, die plaats afstaat aan een
artikel van Jacques St. Cère, die het geschil als zeer
ernstig beschouwt en zelfs spreekt van een volkomen
breuk tusschen Frankrijk en Koning Leopold. Wel
erkent de schrijver, dat men onderscheid heeft te
maken tusschen den Koning der Belgen en den souve
rein van den Congo-staat, maar in het eind heeft
men dan toch met denzelfden persoon te doen.
Ook het Journal des Débats bespreekt het geschil
en meent dat, wanneer de grensregeling niet spoedig
tot stand komt, er gevaar bestaat voor botsingen
tusschen de Fransche en de Congo-troepen. Het blad
zoekt echter de schuld niet uitsluitend bij de Bel
gische gedelegeerden, maar het meent, dat ook de
Fransche commissie wat meer inschikkelijkheid had
moeten en kunnen betoonen. In welke richting nu
echter naar eene bevredigende oplossing zal worden
gestreefd, blijkt uit de berichten nog niet.
Hit de Vereenlfljde Staten komen zeer on
rustbarende tijdingen omtrent den tocht van het
leger der werkloozen, dat uit verschillende staten op
weg is naar de hoofdstad Washington met de bedoe
ling om aan het congres zyn nood te klagen en
hulp te verzoeken. Het leger want dien naam ver
dient het, aangezien het vele duizenden personen
telt staat onder de hoofdaanvoering van zekeren
Coxej, en trekt van stad tot stad in verschillende
afdeelingen naar Washington op, overal schrik ver
spreidende, omdat men voor ongeregeldheden vreest.
Die zijn dan ook niet overal uitgebleven, want naar
den zin van velen gaat de tocht te langzaam, om op
1 Mei den dag voor socialistische betoogingen
in de hoofdstad te kunnen zijn, waarom zij getracht
hebben, en soms met voor hen gunstig gevolg, om
zich van de treinen meester te maken, die hen
spoediger tot hun doel zouden brengen. Een enkele
maal wist men door het opbreken der rails het
vertrek van den trein te beletten, maar andere
keeren legden de werkloozen op die wijze groote
afstanden afeen paar hunner, die vroeger bij den
spoordienst waren werkzaam geweest, fungeerden
voor machinist en stoker.
De president der republiek heeft nu de gouver
neurs der Staten gemachtigd de militie op te roepen
om de orde te kunnen handhaven en tegen 1 Mei
komt ook de militie te Washington onder de wapenen
om de werkloozen in bedwang te kunnen houden.
Evenwel verwachten sommigen, dat er van de geheele
betooging niet veel zal komen, want er is reeds
oneenigheid onder hen uitgebroken, zoodat niet
onwaarschijnlijk het doel niet zal worden bereikt.
Natuurlijk slaat de oppositie munt uit deze werk-
loozen-beweging en dringt zij aan op het behoud
der Mc Kingley-wet, over welker afschaffing de"
Senaat nog altijd aan het praten is. Men is nu
eindelijk aan de artikelen genaderd, maar de repu
blikeinen beweren nog wel stof te hebben voor een
debat van drie weken. De democraten laten hen
stil aan het woord en zyn het inmiddels eens ge
worden, zoodat de oppositie toch den slag zal ver
liezen en zoowel de tariefwet als de inkomstenbe
lasting vermoedelijk zal worden aangenomen.
GOES, 30 April 1894.
Vrij dagavond 11. had in »de Prins van Oranje"
de jaarlijksche schietwedstrijd plaats
van de kadervereeniging der dd. schutterij alhier.
Voor de elf leden waren elf prijzen uitgeloofd, waar
van de le, 2e en 3e prijs respectievelijk behaald
werden door korporaal Meijler, korporaal Lujjks en
sergeant Rosier. Ze bestonden in een wekkerklok,
2 bronzen beelden en 2 muurborden.
Bij den wedstrijd waren tegenwoordig kapitein
V. d. Meulen en de luitenants Stoel en Van Koets
veld. Door de heeren officieren was een bijdrage in
de kas der vereeniging gestort tot aankoop der prijzen.
De vereeniging »het Nederlandsche
rundvee-stamboek" zal een algemeene ver
gadering houden op Donderdag 31 Mei a. s., des
voormiddags ten 9 uur, iu de schouwburgzaal der
sociëteit te Goes.
Onder de punten ter behandeling is een voorstel
van de afdeeling Friesland, om de kosten van in
schrijving in het stamboek op f 2.50 te bepalen.
Het praeadvies van het hoofdbestuur luidt aldus
Aan het op de vorige algemeene vergadering ge
nomen besluit, dat bij aanneming voor inschrijving
van minstens vijf stuks vee op dezelfde hoeve en op
hetzelfde tijdstip, behoorende al of niet aan denzelf
den eigenaar, zoomede van minstens vier stuks be
hoorende aan denzelfden eigenaar en aanwezig op
dezelfde hoeve en op hetzelfde tijdstip f 2.50 per
stuk voor inschrijvingsgeld moet worden voldaan,
en dat bij mindere inschrijving dan genoemde ge
tallen voor niet-afstammelingen van ingeschreven
ouders het inschrijvingsgeld op f 5 per stuk blijft
bepaald, is gevolg gegeven en meent het hoofdbe
stuur bij de behandeling van het voorstel der af
deeling Friesland de financiëele uitkomst van dezen
maatregel te moeten mededeelen.
In 1893 werden 488 runderen ingeschreven en wel
153 tegen betaling van f 5 is f 765, 60 volbloed
afstammelingen a f 2.50 is f 150 en 275 met 4 stuks
of meer a f 2.50 is f 687.50, zoodat daarvoor ont
vangen is f 1602 50.
Voor inspectiekosten werd, behalve het drukwerk,
aan heeren inspecteurs betaald f 1246,44.
In 1892 werden 489 runderen ingeschreven, waar
voor de inschrijvingsgelden te zamen f2240 beliepen
en bedroegen in dat jaar de inspectiekosten f 1105,75.
Hieruit blijkt, dat die maatregel financieel nadeelig
voor de kas der vereeniging is. Het hoofdbestuur
meent echter te moeten opmerken, dat de proef
neming in 1893 niet als juiste maatstaf kan worden
aangenomen, daar iu dat jaar de datum vau in
levering der ingevulde formulieren B. vastgesteld
bij art. 17 der bepalingen, vóór 1 Mei, is verlengd
geworden tot voor 1 September, en daardoor tus-
schentijdsche keuringen, waarvoor de aanvragers de
inspectiekosten moeten voldoen, alleen maar voor
kwamen tusschen 1 September en 1 November.
Het hoofdbestuur meent nog te moeten opmerken,
dat de verwachting, in de algemeene vergadering in
1893 uitgesproken, dat door genoemd besluit en
ledental en inschrijvingen van vee zouden toenemen,
niet is verwezenlijkt, doch het wil dit voor een deel
aan den ongunstigen toestand van den landbouw en
aan het verbod van uitvoer van vee naar het buiten
land toeschrijven.
Uit bovenstaande zal genoegzaam blijken, dat aan
den wensch van de afdeeling Friesland niet kan
worden voldaan, doch wel vraagt het hoofdbestuur
machtiging aan de algemeene vergadering om, vol
gens het besluit der algemeene vergadering te Zwolle,
hierboven genoemd, te blijven handelen tpt de alge
meene vergadering in 1895, nu, volgens het tijdstip
van aangifte volgens de bestaande bepalingen, daal
de verlenging van den ter mij n van aangifte in 1893
tot 1 September, alleen als overgangmaatregel is
vastgesteld geworden. In de algemeene vergadering
in 1895 zullen hieromtrent dan nadere mededeelingen
worden gedaan.
De afdeeling Noord-Brabant stelt voor om flinke
premiën uit te loven voor de best gekeurde melk-
staten over 1895, zoo noodig met opgaaf vau het
vetgehalte.
Tot zijn leedwezen kan het hoofdbestuur de aan
neming van dit voorstel niet aanraden en wel om
financiëele redenen.
De afdeeling Zeeland stelt voor »om ook vreemd
en gekruist vee in het stamboek op te nemen",
evenals dit vroeger geschiedde voor de intrekking
dier bepaling dd. 27 April 1886. Het hoofdbestuur
stemt hiermee in.
Nog is aan de orde de verkiezing vau twee af-