1894 N". 42. Dinsdag 10 April. D. Stigtcr. 81slc jaargang. mr. J. G. Van Deinse DE SCHOUW Wegen en Voetpaden, Slooten, Heulen en Duikers, JACHT EN VISSCHERIJ, GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrgdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 cent; met bjjblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bjj de heeren Nijgh Van Ditmak, te Rotterdam en verder bjj alle Boekverkoopers en Brievengaarders* Inzendins van advertentiën vóór 8 uren op den De prgs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets. Bg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prgs slechts tweemaal berbkend. Geboorte-, huwelgks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel, da# der uitgave. Voor het kiesdistrict Goes, waartoo behooren van Zuid-Beveland de genieenten Goes, Heinkenszand, 's-Heer Arondskerke, Wolferts- dijk, Kattendijke, Wemeldinge, Kloetinge, 's-Gi-aven- polder en 's-Heer Abtskerke, en voorts al de ge meenten van Noord-Baveland en Tolen, alsmede Arnemuiden. In de verschillende deelen van ons kies district vvorit onze poging om de stemmen der liberale kiezers alsnog op den heer D. STIGTER te vereenigeu, met sympathie be groet. Dit geeft ons hoop, dat werkelijk deze liberale vooruitstrevende candidaat een, de omstandigheden in aanmerking genomen, niet onbelangrijk stemmencijfer zal verwerven. Maar daartoe is het noodig, dat al onze partijge- nooten in het hoofdkiesdistrict Goes hunne stem op hem uitbrengen en ook na nog alles doen wat ze kunnen om anderen op te wek ken, dat ook te doen. Dan is bij de verdeeld heid onder de anti-revolutionairen de kans niet gering, dat wij onzen candidaat althans in herstemming krijgen. Daarom zij ons laatsle woord een dringend verzoek aan de kiezers in het hoofdkiesdis trict Goes om morgen (Dinsdag 10 April) trouw op te komen en hunne stem uit te brengen op den heer Voor het kiesdistrict Kontenisse, waartoe voor zooveel Zuid-Beveland betreft behooren de gemeenten: Rilland-Bath, Krabbendijke, Waarde, Kruiningen, Scbore, Kapalle, Ierseke, Borsele, 's-Hee- renkoek, Ellewoudsdijk, Driewegen, Ovezand, Nisse, Oudelande, Baarland en Hoedekenskerke. In het district Ilontenisse is de partij- verdeeling eenigszins anders dan in Goes, maar daarom vooral niet minder zuiver. Elke poli tieke partij treedt daar op met een eigen can didaat Het zal nu de vraag zijn wie met den katholiek in herstemming komt, óf de anti revolutionair óf de liberale candidaat mr. J. G. VAN DEINSE. Indien de liberalen zich den korten tijd van voorbereiding hebben ten nutte gemaakt, is het laatste niet onmogelijk. Een tweehonderdtal stemmen hebben zieh slechts te verplaatsen om daartoe te geraken. Maar al hebben ook de liberalen in het district Uonteuiase voor zichzelf de overtuiging te hebben gedaan wat ze moesten, zij mogen niet voorbij zien, dat de laatste oogenblikken dik werf de grootste voordeelen bezorgen. Danrom zij morgen (Dinsdag 10 April) elk hunner trouw op zijn post en doe hij nog wat zijn politieke plicht hem voorschrijft oin de zege te helpen verwerven voor hun uitneinenden candidaat te HULST. De stembus is geopend van 9—4 nreu. Wie zijn stombiljet verloren heeft, kan ter gemeente secretarie een nieuw bekomen. Een reeds ge schreven «aam mag worden doorgehaald en door een anderen worden vervangen. OVER DE ingovolga art. 41 ran het Provinciaal reglement op de wegen en voetpaden, zal op DINSDAG DEN len MEI 1894 en volgende dagen plaatshebben. Goes, 7 April 1894. Burgemeester eu Wethouders van Goes, J. G. d. W. HAMER. De Secretaris, HARTMAN De blanco vcrzoekbiljetten om akten en vergunningen voor de vermeld in art. 5 dor wet van 13 Juni 1857 (Staatsblad no. 87), zijn van heden af ter gemeente secretarie kosteloos ver krijgbaar en moeten, behoorlijk ingevuld en geteekend, inden loop dezer maand worden ingediend bij den burgemeester ter opzending aan den heer Commissaris der Koningin in deze provincie. Goes, den 7 April 1894. Burgemeester en Wethouders van Goes J. G. d. VV. HAMER. De Secretaris, HARTMAN. GOES, 9 April 1894. Om te spreken over het onderwerpDadelgke kiesrechtuitbreiding, een eisch van billijkheid en recht, trad Vrijdagavond in >de Prins van Oranje" als spreker op de heer C. J. Huvers, Notaris te Middelburg, lid der Prov. Staten en candidaat voor het Udmaatschap der Tweede Kamer, gesteld door de nieuw opgerichte anti-revolutionaire kiesvereeni- ging »Het volk achter de kiezers moet er in". De kolfzaal was voor een groot deel gevuld met belang stellenden van eiken stand en richting. Na door ds. Kaptegn te zgn ingeleid, die de bijeenkomst met gebed opende, herinnerde de heer Hu vers zijne hoor ders er aan, dat ons land tegenwoordig in rep en roer is, doch niet in nood. Wel verkeeren in nood verschillende kiesvereenigingen en vele oud-leden der ontbonden Tweede Kamer, doch na opening der stembus voor de a. s. verkiezing zal de rust weder- keeren in de politieke gemoederen. Het politieke gemoed is een ander ding dan het geweten het hoort het kloppen van het hart niet, en logisch denken is voor den diplomaat onmogelijk. Deze is te vergelijken met iemand, die achterste voren op een paard zit, en vraagt men hem, waarom hij die houding aanneemt, dan antwoordt hijik ben di plomaat; wel weet ik van waar ik kom, maarniet waar ik heen ga. Vervolgens wierp spreker een blik op de geschiedenis der politiek in de laatste jaren. Daarna kwam hg tot een beschouwing van het kiesrechtontwerp-Tak en releveerde hoe het de be doeling van den Minister was alle belastingcensus te doen vervallen en de kiesbevoegdheid alleen te lat8n afhangen van geschiktheid en welstand, zooals door art. 80 van de Grondwet wordt geëischt. De aanneming van dit ontwerp achten sommigen in strijd met dat artikel en daarom ongeoorloofd; an deren zgn er tegen uit puur conservatisme. Ook de N. 11. Cthet Dagblad en de Maasbode ver klaarden er zich tegen. Laatstgenoemd blad riep, toen de wet ingetrokken was, zelfs uitLeve het zoo gehate en gescholden conservatisme. Dat door het volk naar uitbreiding van kiesrecht verlangd wordt staat vast en wel evenzeer in ons land als in andere landen. In België o. a. heeft het volk door oproer en geweld zich trachten het kiesrecht te verschaffen en zou men dat in ons land ook be- geeren Immers neen I Men kent het volk niet ge noeg, men moet het leeren kennen en er toe afdalen. Tgdens het verbond der edelen sprongen een Jan Van Nassau en een Brederoö voor het volk in de bres, en thans staan de naneven dier edelen het volk tegen. De geringe man, het volk achter de kiezers, kan even goed oordeelen over recht en zedelgkheid als de boven hen geplaatsten. Uit dien stand komen mannen voort met een diepere opvatting van gods dienst, uit dien stand kwamen de De Ruyters en andere bekwame vlootvoogden. Het gaat niet aan het volk achter de kiezers onmondig te verklaren; ook zg hebben recht op invloed op het staatsbestuur. Wij, anti-revolutionairen, bewierooken den minister Tak niet, wg komen hem in geenen deele tegemoet, maar om het beginsel in zijn kiesrecht-ontwerp neergelegd wenschen wg hem te volgen. Zooveel geniepigheden en speldeprikken als hem daarover gegeven zgn, heeft hg geenszins verdiend. De liberalen hebben bij hunne verkiezing het program der Liberale Unie aanvaard en zijn gekozen om kiesrechtuitbrei ding te bevorderen en daaraan hebben sommigen hunner niet voldaan. Onder de liberalen zgn er, die in 1891 geen candidaat hadden mogen zgn, omdat ze liberaal in de politiek, conservatief op godsdienstig gebied, geen mannen uit een stuk zgn, maar ook onder de anti-revolutionairen zgn er, die op hunne beginselen laten afdingen, als in een magazgn, en daaronder mannen als Beelaerts, Huber en ook Lohman. Hier vermeldde spreker de eindelooze voorstellen en amendementen, die waren gedaan, om te bepalen wat de kenteekenen van geschiktheid en welstand zgn, waarvan artikel 80 der Grondwet spreekt en die tot een naamlooze verwarring aanleiding gaven. Als een type van dwaasheid deelde spr. mede, dat de heer T. Mackay voorstelde, dat men om kiezer te zgn moest geabonneerd wezen op de Handelingen der 2e Kamer. Als dit was aangenomen zou het scheurpapier zeer in prgs zgn gedaald, en al is spreker geen liefhebber van wedden, hg zou het 'toch in dit geval durven om een exemplaar, dat de Handelingen alsdan bij ieder spekslager en in eiken snoepwinkel zouden te vinden zgn. j De onverzoenlijke tegenstanders waren onuitputte- lgk, doch eindelijk werd er een middel gevonden om voor- en tegenstanders onder één hoed te vangen. Een brug werd geslagen, waarover zg elkaar zouden kunnen bereiken, de bruggeman was dhr. De Megier, doch brug en kamer gingen te water. Een amende ment, gegrond op de belasting- en woningcensus, zooals dat van dhr. De Megier, was van de onzede- lgkste soort (zonder nog rekening te houden met art. 3, dat reeds was aangenomen) en zou aanleiding gegeven hebben tot een kleinzielige inkrimping van het aantal kiezers, omdat vele arbeiders, zelfs de fatsoenlgksten en meest welgestelden onder hen, geen woning heb ben, die voldoet aan de eischen door dhr. De Megier gesteld. Ook schippers zouden in dat geval hebben verkeerd door den eisch van 20 ton ruimte voor hunne schepen. Het amendement-De Megier werd door de Kamer aangenomen en daardoor aan het kiesrechtontwerp van Tak de genadeslag toegebracht. Toen de minister na aanneming van het amende ment-De Meijier zgn ontwerp tot nul zag geredu ceerd, werd het ingetrokken en daarin handelde de minister volkomen juist, zeide spreker, want nu was het wetsontwerp gewordeneen visch zonder moten en een hond zonder pooten. Door de ontbinding der Tweede Kamer, die van de intrekking het gevolg was, staan we thans voor een nieuwe, eigenaardige verkiezing. De strijd loopt thans niet over beginselen, maar alleen over de vraag voor of tegen kiesrecht-uitbreiding 1 De Kamer is thans uiteen, en nu kunnen de par- tgen elkaar over het antwoord op die vraag nader spreken. Uitbreiding van het kiesrecht moet zeker komen, zoo niet vroeg, dan laat. De kleine burger en de kleine landbouwer hebben ook een hart voor den roem onzer natiemen vindt rechtsgevoel, ernst, verstand, godsdienstzin, eerlgkheid en goede trouw genoeg bg den minderen man om hem met gerust heid het kiesrecht toe te vertrouwen. Spreker gaat niet mede met hen, die meenen dat het socialisme zal worden op den troon gesteld en dat na aan neming van een wet tot kiesrechtuitbreiding zoover de Grondwet toelaat, troepen onkundige mannen het Binneahof zullen bestormen. Er bestaat z. i. geen gevaar. Juist het tegendeel is waar: het volk zal zgn liefde tot groote mannen niet verloochenen. Sommigen hebben grondwettige bezwaren. Ook deze deelt hg niet. Het begrip van welstand is zeer be trekkelijk en art. 80 der Grondwet bevat daarom trent een vage uitdrukking. Dit artikel is gemaakt door kundige mannen, maar niemand hunner weet wat het beteekent, zegt de heer Hu vers. Hg gaat in dezen mede met Minister Tak, die door welstand verstaathet voorzien in het onderhoud van zich zeiven en in dat van zijn gezin iets anders leidt tot beperking van kiesbevoegdheid en tot onrechtvaar digheid. Wat gaat het een ander aan, wat men eet en hoe men zich kleedtwanneer men niemand lastig valt, geniet men welstand. De rgke gierigaard, die voor zjjn noodzakelijkste behoeften geen geld durft te besteden, geniet minder welstand dan de werk man bg zgn sober maal en die zgn huur en kleeding zelf betaalt. De schrgfproef in den strengsten zin is door vele liberalen losgelaten, waarmede spreker zich ten volle kan vereenigen. Weg, zegt hij, met alle beletselen. Onder de arbeiders zouden er niet weinig ouderen zgn, die wel genoegzaam welstand genieten, maar zich niet aan een schrijfproef willen onderwerpen, vooral niet tegenover jeugdige ambtenaren. Thuis gaat schrijven nog best, maar bij een vreemde, waar men niet op zgn gemak zitop de vingers wordt gekeken; een slechte pen, een zwavelstok, krggt; om onbedrevenheid wordt uitgelachenneen daar waagt men zich niet meer aan. Spreker ondervindt dit ook wel in zijn betrekking als notaris. De schrgf proef zal zeker wel zoo gewgzigd worden, dat zg geen moeielijkheid voor de kiezers en dus voor de aanneming der wet geen beletsel meer zal zgn. Nogmaals kwam spreker op de noodzakelgkkeid tot het aannemen van een nieuwe kieswet, en die zooveel uit te breiden als de Grondwet toelaat, om daardoor een stuitend onrecht weg te nemen en te voldoen aaa de eischen van recht en billijkheid. Men kan de volvoering van dien volkswensch toch niet tegenhouden, eenmaal moet ze geschieden, al meende dhr. Huber, dat die aandrang van zelf zal ophouden. Zg, die de uitbreiding willen uitstellen, zgn tegenstanders van het uitgebreid kiesrecht. Door mr. Lohman is gezegd, dat het zgn bedenkelgke zgde heeft een kieswet te aanvaarden uit de hand van een liberaal ministerie, wat door zekeren Klemkerk, zeide spreker, in de kiesvereeniging »N. en O." alhier, is herhaald. »Wy moesten niet gaan loopen voor de zegekar van Tak". Maar, vraagt de heer Huvers, hebt ge ooit zoo'n dwaze redeneering gehoord? Zoudt ge dan uit levensgevaar niet willen gered worden door de hand van een vgand Het is hier niet te doen om minister Tak, maar om kiesrechtuitbreiding. Ook uit zijne hand willen wij die aanvaarden. Wie daartegen is, is geen anti-revolutionair, hg is conser vatief. Mijn leuze iser big ve geen volk meer achter de kiezers over, geen bevoorrechting, Tan wie ook. Spr. verklaarde zich nogmaals een voorstander van uit breiding van kiesrecht, zoover de Grondwet daarmede niet in strijd is. Daaraan voldoet het ontwerp-Tak en aan zulk eene uitbreiding zou spr. naar zijn beste krachten medewerken, indien hij tot lid der Tweede Kamer mocht worden gekozen. Hij eindigde zijne rede met tot zijne leuze te maken die der kiesvereeniging, welke hem dien avond liet optreden: »Het volk achter de kiezers moet er in". Na eene korte pauze trad ds. A. Littooy van Middelburg als spreker op en zeide, dat er een broederoorlog is ontstaan in de kringen van alle partgen. Deze oorlog is niet nieuwhij openbaarde zich reeds tusschen Petrus en Paulus, en al was Petrus nog zulk een goed en vertrouwbaar man, men mocht hem in die dagen niet volgen. Men heeft gezegd, dat het volk over Grondwettige quaes- tiën niet kan oordeelen, maar in de dagen van Pe trus en Paulus kon het volk evenmin over hun meeningsverschil oordeelen en toch moest het kiezen. De broederoorlog brak ook uit ten tgde van prins Willem I, van prins Willem III, in Amerika tus schen de Noordelijke en de Zaidelgke Staten, waarbij de Noordelgke als het ware de radicalen en de Zuidelgke de conservatieven waren. De broederoorlog bleek ook op de jongste deputatenvergadering, waar de partgen tegenover elkander stonden met 198 stemmen tegen 6. De eersten toonden volkomen vertrouwen te hebben in het volk, terwijl da 6 waren tegen finale kiesrechtuitbreiding. De broeder oorlog is ook uitgebroken in de pers, waarin slechts enkele bladen, nood gedrongen, zich neutraal hebben gehouden; in »Nederlaud en Oranje" te Amsterdam, waar de heeren De Savornin Lohmaa hun lidmaat schap hebben opgezegd; ookeindelgkin Nederland en Oranje" te Goes, waarvan het gevolg is, dat er thans twee antirevolutionaire candidaten zgn, van welke de heer Huvers alleen om des beginsels wille als zoodanig optreedt, gelijk de heer Lohman eene candidatuur heeft aangenomen tegenover den heer Van Löben Seis. Onder die omstandigheden moet nu het volk kiezen en moet het in dit geval ook oordeelen over de Grondwet. Ze hebban dit ook gedaan in 1866 bij de motie-Keuchenius. Meer malen is gebleken, dat de Grondwet verschillende opvatting toelaat. In 1834 werden de vroeger zoo genaamde afgescheidenen met de Grondwet in de hand vervolgd en later heeft men gezegd, dat die vervolging in strgd was met de Grondwet. Toch heeft men voor die veranderde opvatting de Grond wet niet behoeven te yeranderen. Evenzoo ging hot later met art. 194 der Grondwet. Nu zegt de heer Lohman ook, dat hg grondwettig bezwaren heeft, anders zou hg het volk achter de kiezers gaarne binnenhalen, maar spr. durft volhou den, dat de heer L. geen finale kiesrechtuitbreiding wil, zooals de vooruitstrevende liberalen en anti revolutionairen die wenschen. Dit volgt uit ver schillende beweringen zgnerzgds, o. a. waar hg ge zegd heeft, dat hg het ongeoorloofd acht een ander (dr Kuyper) in zijne plaats te laten doen wat hg (Lobman) z9lf niet kan doen. Uit dit alles blijkt, dat dhr. L. zoolang de Grondwet niet herzien is, niet met de andere anti-revolutionairen kan meegaan op het punt van finale kiesrechtuitbreiding. Het grondwettig bezwaar staat voor den heer L. gelijk met de stellige uitspraken der heilige schrift. Spr. meent echter dat het grondwettig bezwaar behoort tot de twgfelachtige bezwaren en dus dat daarop van toepassing isDien het zonde is, dien is het zonde." Immers tegenover den heer L. staan mannen als Bugs, De Louter, Kuyper, Schaepman en anderen I het bezwaar is dus twijfelachtig en ook de heer L. moet het daartoe rekenen. Wilde hg dus niet tot de conservatieven gerekend worden, dan had hg dr. 1 Kuyper of een ander moeten vragen tijdelijk zijne i plaats in te nemen en tot de kiesvereeniging >Ne- j derland en Oranje" te Goes had hg moeten zeggen »Reken op mg het volgend jaar. Maar instede daarvan beeft hij zich in Ngkerk tegenover den heer Yan Löben Seis gesteld. Het kan dus allerminst ver wondering baren, dat ook de heer Huvers zich te genover hem plaatst. Op de vraag wie het recht aan zgne zgde heeft, antwoordt spr., dat de moge lijkheid niet is uitgesloten, dat het zestal van de deputatenvergadering het recht aan zijne zijde heeft, maar waarschguiyk is het niet. Uet doet hem leedl

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1894 | | pagina 1