Wjj aarzelen dan ook niet als onze overtuiging te verklaren, dat het beheer niet aan betere handen kan worden toevertrouwd en de vooruitgang der exploitatie, ten duidelijkste zichtbaar uit de graphische voorstelling over de jaren 18871893, voornamelijk aan het goed beheer te danken is. Wg vinden alzoo volle vrijheid u voor te stellen de Balans en de Winst- en Verlies-rekening, beiden goed te keuren met een bedrag van f 1828,721/2 aan zuivere winst. En dus te besluiten a. de fiaanciëele uitkomsten, zooals zg in het verslag zgn vermeld, goed te keuren en alzoo te be stemmen lo. Yoor rente van het nog door de fabriek aan de gemeente verschuldigde kapitaal ad f71229,74 a 4 petf2849,19 2o. Voor vergoeding wegens gebruik van grond enz- 1000, 3o. Yoor aflossing van gemeld kapitaal van f71229,74 een bedrag van -3947,90 zoodat het kapitaal op 31 December 1893 bedraagt f67281,84. Samen f7797,09 4o. Het tekort van de vorige reke ning ad- 162,591/2 te dekken. Totaal f7959,681/3 b. de gascommissie, op haar voorstel, te machtigen van de zuivere winst, die er overblijft ad f 1828,721/3 aan den directeur eene gratificatie te verleenen van f200; c. bet besluit omtrent de aan de resteerende f 1628,721/3 te geven bestemming aan te houden tot de behandeling van de eerlang in te komen begrooting voor de fabriek. Ten slotte wordt opgemerkt, dat de heer Oohtman, alt de rekening zal zgn goedgekeurd, ophouden zal voorzitter der commissie te zgn. Deze verklaarde ech ter gaarne met raad en voorlichting der oommissie te willen ter zijde staan, welk aanbod dankbaar door ons en door de commissie werd geaccepteerd. Wg twijfelen niet of dit vernieuwde blgk van belang stellende deelneming in de zaken der gemeente zal ook door u in den heer Ochtman worden gewaar deerd. Zgne plaats als voorzitter, zal door u door eene keuze uit de leden van het dagelgksch. bestuur behooren te worden vervuld. De heer De Jonge Mulock Houwer geeft zijn spijt te kennen voor een gedeelte niet te kunnen mede gaan met het voorstel van B. en W., gedaan in overleg met de gascommissie. Hg kan nl. zijne stem niet geven aan het verleenen eenar gratificatie van Twee honderd gulden aan den directeur der gasfabriek. Hg ■telt de bekwaamheid van dien ambtenaar op hoogen prgs, maar als men begint met do ambte naren voor het vervullen van hun plicht gratificatie te verleenen, ziet men wel het begin, maar niet het einde. Er zijn nog vele ambtenaren, die ook uitste kend bun plicht doen waarom dan ook deze niet voorgedragen voor eene dergelijke onderscheiding De Voorzitter vraagt den heer Houwer of hg het rapport van de gascommissie gelezen heeft? De heer De Jonge Mulock Houwer antwoordt toe stemmend en voegt er bij, daaruit gezien te hebben, dat de lagere kolenprys en het toenemend gasver bruik de voornaamste oorzaken zijn van den gun- stigen stand der kas. De Voorzitter gelooft, dat niet alleen plichtsver vulling, maar ook de buitengewone werkzaamheden van den heer De Koning in het afgeloopen jaar tot het voorstel geleid hebben. Als meerdere diensten worden gevorderd, dan men aanvankelgk meende tot de betrekking te behooren, komt spr. eene er kenning daarvan billijk: voor, zooals die ook ten opzichte der mindere geëinploiëerden is toegepast. De heer De Jonge Mulock Houwer wil in dat geval het salaris verhoogd hebben. De heer Den Boer verklaart het gevoelen van den heer Houwer te doelen. Den ijver van den heer De Koning stelt ook spr. op hoogen prgs, doch die heer heeft deze betrekking gewenscht en bekleedt haar to gelyk met Bog een andere, die veel tijd vor dert, doch goed gesalariëerd wordt. Hg kan niet medewerken om, terwgl de H. O. met een aanzien- lyk bedrag moet verhoogd worden, eene gratificatie aan den heer De Koning als directeur der gasfabriek te geven. De heer Ochtman most aan het aangevoerde van den Voorzitter nog toevoegen, dat de oppositie wel licht zjjn oorsprong heeft in de woorden van het rapport van B. en W., waar gesproken wordt van de verdiensten der gascommissie in de eerste plaats. Hjj herinnert, wat op het kantoor der fabriek is verhandeld en doet uitkomen, dat de resultaten zgn te wijten, aan den gver van den directeur. Nu kan men zeggen, dat die gver een staaltje van zgn plicht is; maar de heer De Koning heeft in meerdere om standigheden meer gedaan dan zgn plicht. Er zgn moeielijke omstandighedea voorgekomen, waaraan de heer De Koning met meer dan gewone toewijding en plichtsvervulling het hoofd geboden heeft en waar van het publiek niets, maar de gascommissie alles bemerkt heeft. Er was 0. a. een avond, dat de gas commissie byna genoodzaakt werd de 6tad in het donker te laten. Bjj strenge vorst, op een tijdstip dat het gasverbruik het hoogst was, moesten de ovens buitengewoon heet gestookt worden, waardoor zeer dikke teer gefabriceerd en tengevolge daarvan teerverstopping gevormd werd. In dien tgd is door dhr. De Koning meer dan gewone krachtsinspanning betoond. Spr. treedt daarna in een vergelyk van het gasverbruik van nu met den tgd toen rle heer De Koning als directeur optrad en vindt ook daarin een motief voor de gratificatie. Nog wgst spr. er op, dat een der heeren heeft gezegd een verhoogiog van salaris beter te vinden. Spr. zou dit gaarne onder steunen, maar hg heeft zijn opvolger in het voor zitterschap der gascommissie niet willen binden en daarom de voorkeur gegeven aan eene gratificatie. De heer Den Boer vraagt, waarom den heer De Koning eene gratificatie moet geschonken woï het mindere personeel niet De heer Ochtman wgst er op, dat dit personeel dit jaar op ruime schaal is bedacht door traktements- verhooging. De heer Den Boer /erkent dit over het hoofd gezien te hebben, en vraagt hoe groot het traktement van den heer De Koning als directeur der gasfabriek is De heer Ochtman antwoordt f 900. De heer Den Boer constateert, dat dus de gronden voor de gratificatie te vinden zgn in de zoo sterk vermeerderde en vermeerderende werkzaamheden. De heer M. De Jonge Jz. hoopt, als de raad deze gratificatie toestaat, hg het volgende jaar niet ge steld zal worden voor eene traktementsverhooging. Het voorstel tot het verleenen der gratificatie van f 200 aan den heer De Koning wordt in om vraag gebraeht en aangenomen met 10 stemmen. Tegen de heer De Jonge Mulock Houwer. XIII. Thans is aan de beurt de benoeming van een voorzitter der gascommissie, waarbg de heeren Ramondt 6 en Lenshoek 4 stemmen erlangen, zoo dat eerstgenoemde is benoemd, die zich deze be noeming laat welgevallen. XIY. Ook moet voorzien worden in de vacature van een lid der openbare gezondheidscommissie, ont staan door het ontslag nemen van den heer M. C. J. De Visser. Hiertoe wordt aangewezen met algemeene stemmen de heer J. B. Van Kalmthout. De Voorzitter deelt mede, dat blykens ingekomen bericht van de commissie zjjn benoemd tot voorzitter de heer J. Adam, tot secretaris de heer Gr. Van der Hoek, en dat het der commissie nog niet is mogen gelukken eene aanbeveling te doen voor een rechts geleerd lid. XV. De rekening der kosten van de openbare gezondheidscommissie over 1893, wordt zonder mede werking van den heer J. Adam vastgesteld op een bedrag van f 7,47 1/3. XVI. De begrooting der kosten van dezelfde commissie voor 1894 wordt goedgekeurd op een bedrag van f 90. XVII. Wordt vastgesteld het kohier van de be lasting op de honden voor 1894 met een getal van 131 belastbare honden tot een totaal van f 524. De vergadering is daarna op de gewone wijze gesloten. GOES, 12 Maart 1894. Vrydagavond trad in de restauratie-zaal der sociëteit V. O. V. vanwege de Maatsohappy tot Nut van 't Algemeen als spreker op dr. Van der M e u 1 e n van Haastrecht. Bjj afwezigheid van den voorzitter leidde dr. Diehl den spreker in, die voor een dertiental aanwezigen (waaronder zes dames en vier bestuursleden) een lezing hield over natuur beschouwing. Dat het publiek niet in grooter getale was opgekomen was in de eerste plaats jam mer voor de afwezigen. In aangenamen vorm schetste de spreker, hoe de buitenman, die in een groote stad komt, daar alles vreemd vindt, maar ook hoe omgekeerd de stedeling zich buiten niet thuis gevoelt en daar zgn amusementen mist; hoe weinig kennis hij draagt van landeljjke gewoonten, uitdrukkingen, dieren en planten, zoo zelfs dat de echte stedeling alle vogels aanziet voor vinkies en meent, dat aardappels evenals gewone appels aan de boomen groeien. Toeh schenkt de kennis der natuur een waar levensgenotde liefde voor de natuur is den mensch ingeschapen, blykbaar daaruit, dat hg van oudsher met haar meeleeft, waarvan spreker 0. a. als bewgs aanhaalde da plaatsing van een kerstboom tot viering vau het Kei stfeesthet zoeken en rapen van eieren met Paschpn en het versieren met bloemen. In elk jaargetjjde schenkt de natuur ons haar eigenaardige schoonheden, die voor iedereen zijn op te merken en genieten en een groot en duurzaam levensgenot schenken. Ook bezit natuurbeschouwing een opvoedende kracht, die vooral in onze dagen van dubbele beteekenis wordt, nu men hoofdzakelyk jaagt naar alles wat schitterend, boeiend, aangrypend, pikant is, getuige onze hedendaagsche lectuur en opgeschroefde reclames. Zou da natuur, als tegen stelling daarvan, voor ons niet een bron van rein genot kunnen aanbieden in onze eigene omgeving, in plaats dat wij jagen naar ontspanning in steden en verre landen Nog beval spreker ten zeerste het wandelen aan; ook hierin is een onwaardeerbaar g6not te vinden het is bovendien de beste sport van den tegenwoor- digen tgd en voor schoone wandelplaatsen behoeft men niet naar den vreemdeons eigen land biedt ze in elke streek rijkelijk aan. Men gevoelt zich op een eenzame, rustige wandeling zoo geheel anders dan in het drukke stadsgewoelwanneer de mensch meer met de natuur alleen was, zou hg zich van menige krankheid op zedelijk gebied kunnen genezen. We leven tegenwoordig in een practische wereld en toonen over het algemeen weinig sympathie voor wat niet direct met de practjjk in verband staat, en daarop van gunstigen invloed is, maar gevoel, gloed, bezieling, poëzie mogen toch niet ontbreken of het leven wordt eentonig en vervelend. Ja, de beschou wing der natuur kan ons tot dichter maken want in ieder mensch sluimert een dichter en de natuur- tooneelen zullen hem doen ontwaken en tot ontwik keling brengen, want de taal der natuur kan door iedereen worden verstaan. Na nogmaals zgn hoorders te hebben aangespoord tot natuurbeschouwing, be sloot de spreker zgn boeiend© voordracht met hot schoone gedicht van Berlioz: »De eerste kus", dat voor de gehouden lezing zulk een passend slot vormde. Na de pauze werd als bijdrage gegeven »Een condoleance-bezoek" door Hooyer, in leven redacteur van de Qids. Onder dankzegging aan den spreker sloot dr. Diehl de bjjeenkom8l en drukte de hoop uit, dat dr. Van der Meulen nog meermalen alhier zal optreden en alsdan een zoo talrijk gehoor zal vinden als een spreker van zijne talenten verdient. Bjj kon. besluit is aan den adelborst le klasse J. iE. Ramondt vergunning verleend tot het waarnemen in Ned.-Indië eener betrekking buiten het zeewezen voor den tgd van een jaar, ingaande den 16en April a. s., onder stilstand van non-acti- viteitstractement en zonder opklimming in de rang- lgst. Wg ontvingen van de algemeen bekende b i e r- brouwerg de gekroonde valk", eene keurig bewerkte reclameplaat, waarvan de firma Emrik en Binger te Haarlem de vervaardigster is. Het door die brouwerg in den handel gebrachte v. Vollenhovea's stout blyft zgn roem hand haven, als een der meest versterkende dranken voor oud en jong, die door de heeren der medische fa culteit steeds met warmte wordt aanbevolen. Door heeren Ged. Staten is besloten overeen komstig de adviezen der betrokken Dykraden te bepalen dat eene nieuwe schatting der poldergronden voor de regeling van het dgk- geschot, in te gaan 1 Mei 1895, zal plaats hebben. Dientengevolge zgn de besturen der Waterkeeringen, wien dit aangaat, uitgenoodigd te bevorderen dat een schatter worde benoemd. Ierseke. In de Vrgdagavond gehouden Raads zitting waren 9 leden tegenwoordig. Onder de ingekomen stukken kwamen onder meer voor Goedkeuring der gemeente-begrooting 1894 met vermelding, dat Ged. Staten gunstig hadden gead viseerd tot het toestaan der 2000 voor noodly- dende gemeenten. Goedkeuring van het Raadsbe sluit betreffende schoolgeldheffing voor het Duitsch en de wyziging in de schoolgeldheffing voor het Pransch. Verzoek van den bewaarder van het ge meentehuis om eene geldelyke toelage boven de vrije woning, die hg tot heden geniet. Op voorstel van B. en W. werd hem met 6 tegen 3 stemmen f 10 toegekend. Nu stelden B. en W. voor andermaal voor 3 jaren beperking van het aantal vergunningen voor den kleinhandel in sterkedrank aan te vragen, en wel het getal te laten big ven zooals het thans is. De toestanden zgn niet veranderd en dus is uitbreiding niet wenschelgk. Er zgn er nu 12. De heer Cupéry vroeg hoe de Raad er toe gekomen was de beperking te vragen. De Voorzitter las de gronden voor, waarop het desbetreffende raadsbesluit (van 15 Maart 1888) berustte. Daarna werd het voorstel met algemeene stemmen aangenomen. Nog was ingekomen een verzoek van J. Hagenaars om uitbreiding van het getal vergunningen, opgrond dat de gemeente zich uitgebreid heeft. B. en W. stelden voor op dit verzosk afwyzend te beschikken. De heer Sinke zeide, dat na het zooeven genomen besluit wel niet anders mogelyk was. Maar Hagenaars heeft reden om zich in zgn rechten gekrenkt te voelen. Zijn verzoek had eerst moeten behandeld worden. Nu is het mosterd na den rnaaltgd. De heer Cupéry merkte op, dat het adres ook op het convocatie-biljet had vermeld dienen te zgn, dech de voorzitter meende, dat het tot de ingeko men stukken behoorde. Hiertegen voerde de heer Cu péry weer aan, dat het dan daaronder vermeld had moeten worden. De heer Van Oeveren (wethouder) zette uiteen, dat hg in dezen geen schuld had. Hg vond het ook mosterd na den maaliyd. De Voorzitter wees er nog op, dat de stukken ter inzage voor de raadsleden gelegen hadden. De heer Cupéry beaamde dit, doch geloofde niet temin, dat hier een muizeval opengezet was. Het ge beurde speet hem voor Hagenaars. Deze is een fat- soenlgk man. Hg woont wel wat afgelegen, maar er zouden in zgn huis zeker niet meer schandalen voorvallen, dan op het dorp, het zou geen kroeg geworden zgn. Men had het getal vergunningen tot 13 of 14 kunnen uitbreiden. De Voorzitter ofschoon het gevoelen omtrent Hage naars ondersehryvende, meende dat het toch nog niet aanging vergunning te geven aan ieder die er om vroeg, al was hg ook fatsoenlijk. De heer Cupéry antwoordde, dat de wet daar tegen waakt. Hg keurde deze handelwgze af. De heer Sinke sloot zich daarby aan. Ofschoon erkennende, dat eene andere volgorde geen invloed zou gehad hebben op zgn stem, meende hg dat Ha genaars, die een zeer achtenswaardig man is, zich te kort kan gedaan achten in zgn rechten. De heer Cupéry verzocht nog, dat de eerst open vallende vergunning aan Hagenaars zou komen, het welk, naar de voorzitter zeide, reeds door B. en W. bepaald was. Nu kwam aan de orde de benoeming van een onderwyzer aan school 1, waartoe een voordracht is opgemaakt, bestaande uit de heeren: 1. J. J. Verhulst, onderwgzer te Driewegen, 2. P. Van Damme, onderwgzer te St. Maartensdyk en 3. M. Griep, klerk te Utrecht. Na voorlezing van het bericht van het hoofd der school en het rapport van den arrond. schoolopziener kreeg de heer Verhulst 6, de heer Van Damme 2 en de heer Griep 1 stem, zoodat de heer Verhulst de benoemde was. Na eenig debat werd zgn indiensttreding bepaald op 1 Juni. Hiermede was de agenda afgehandeld. By de laatste rondvraag vroeg de heer Sinke le. waarom het «chool- geld voor het Duitsch en Fransch, hetwelk volgens de pas gewyzigde verordening vóór 15 Jan. had moeten geïnd zgn, nog niet was ingevorderd, 2e. hoe duur het in aanbouw zynde wachthuis was aan besteed en 3e. of de levering van plantsoen voor de nieuwe begraafplaats publiek of onderhands was aan besteed. De Voorzitter beantwoordde deze vragen. De heer Sinke verklaarde een en ander te vragen omdat de Voorzitter het nog niet aan den Raad had meegedeeld. Hjj achtte het niet volgens den geest van de Gemeentewet, dat men dergelgke dingen van buitenaf moet vernemen en hoopte dat dit in 't ver volg beter zou gaan. De Voorzitter had het genoegen te kunnen mede- deelen, dat door de aangrenzende eigenaars en erf pachters geen bezwaren zgn ingebracht tegen de vergrooting der haven. Hg wenschte het Dag. Be stuur gemachtigd te zien het bedrag, ongeveer f 35000, voor de helft als rykssubsidie aan te vragen en voor de andere helft aan Prov. Staten als rente loos voorschot. De heer Sinke wees er op, dat eerst een bestek en teekening moet gereed gemaakt worden ea dat de raadsleden in de gelegenheid moeten gesteld worden dit eerst te bestudeeren. De heer Cupéry meende dat er motieven zgn om het geheele bedrag aan het Ryk te vragen, doch de Voorzitter ontraadde dit, daar het niets dan tyd- verlies zou zgn. Bepaalde besluiten worden hieromtrent nog niet genomen. De heer Cupéry verzocht hierna dat er eene aan vulling zou aangebracht worden in de politie-Yer- ordening. Daarin staat voorgeschreven dat bg brand de mannen de spuit, als die reeds vertrokken is, moeten naloopen. Wegens tekortkoming in dezen bg den brand bg Meulenberg was tegen een inge zetene proces-verbaal opgemaakt, doch hg was door het kantongerecht vrggesproken, omdat hg tgdem den brand zich te Wemeldinge bevond en dus niet aan het voorschrift der verordening had kunnen voldoen. Toch heeft die man, naar sprekers meening, zich aan een klein plichtverzuim schuldig gemaakt, want ofschoon bg zgn aankomst in de gemeente de schuur al tegen den grond lag, had hg toch de spuit moeten naloopen, omdat er in de veror dening daarvoor geen termyn is vastgesteld. Hg gaf het Dag. Best. in overweging zulk een termgn voor te stellen. De Voorzitter zei, dat tegen dien man geen proces verbaal zou opgemaakt zgn, als hg zich bg zgn thuis komst even bg den opporbrandmeester had aangemeld. De heer Cupéry achtte dit niet verplichtend, wyl de politie-verordening hei niet eischt. Verder vond hg het vreemd, dat alleen die man is vervolgd, hoe wel de opperbrandmeester 7 personen had opgegeven. De Voorzitter vond dat ook vreemd. De opper brandmeester heeft de verbalen opgemaakt, doch de rechters hebben niet noodig geoordeeld alle 7 te vervolgen. Die ééne man is uit de 7 uitgekozen naar aanleiding van een bevelschrift van den Off. van Just. Dan is het wel opmerkelyk, dat die ééne man totaal is vrggesproken en dat de opperbrandmeester er niets van wist, dat maar één man voor het kan tongerecht was gedaagd. De Voorzitter kon het laatste niet anders verklaren, dan dat de opporbrandmeester gejokt heeft. Er werd nog heel wat over gezegd. De heer Van Oeveren vond het een dorre discussie, maar de heeren Sinke en Joos Sandee ondersteunden het gevoelen van den heer Cupéry, dat eene aanvulling hier wen schelgk was en waren van meening dat een onder zoek naar de reden van verzuim moest plaats hebben vóórdat proces-verbaal werd opgemaakt. Hierna ging de Raad over tot het behandelen van reclames tegen den Hoofd. Omslag met gesloten deuren. Bg Kon. besluit is G. E. C. R i b b i u s met ingang van 1 Mei a. s., benoemd tot burgemeester der gemeente Rhoon. Met het oog op de gevallen beslissing inzake de Kieswet, heeft de Vereeniging »Groen van Prin- sterer" te Leeuwarden besloten het volgende tele gram te verzenden Minister Tak, Den Haag. De Politieke Vereeniging Groen van Prinsterer" te Leeuwarden waardeert zeer uw houding tegen over de Kamer. De N. R. Crt. verneemt, dat de overige ministers niet vooraf met het plan van de intrekking der kieswetontwerpen waren in kennis gesteld. Slechts eanige minuten, voordat de vergadering der Kamer plaats had, schynen zg daarvan kennis te hebben bekomen. Naar aanleiding van het bericht van het Va derland, dat er door de regeering onderhandelingen worden gevoerd over de naasting van de spoorwegen, zegt het U. D. Uit minstens even goede bron kunnen wg hieraan toevoegen, dat van dergelgke onderhandelingen niets bekend is. De Staatscourant van 10 dezer bevat de vol gende mededeeling »Een bg het departement van koloniën ontvangen telegram van den gouverneur-generaal van Neder- landsch-Indië bevat het bericht, dat na een scherp gevecht de vyandelyke benting Roending, naby Mela- boeh (Westkust van Atjeh), genomen is, waarbg de vgand een verlies van 20 dooden leed en 2 kanonnen, 30 geweren en 60 blanke wapenen in onze handen liet. Onzerzyds werden kapitein H. P. Krull en eerste luitenant F. Sehütt gewond, niet zwaar drie inlanders sneuvelden en 22 mindere militairen, waaronder 12 Europeanen, werden gewond, waarvan 4 zwaar." Naar wg vernemen, is er sprake van het op richten van een filiaal-inrichting van het Instituu t-P a s t e u r in ons land. Behalve dat dit voor den Ned. landbouw van groot belang zou zgn, daar het verkrggen van ent stof gemakkelyker zou gaan voor het enten van varkens, rundvee enz., ter voorkoming van ziekten, zou het niet minder van belang zgn voor door dolle dieren gebeten menschen. Een dergelgke inrichting toch zal daaraan tevens verbonden worden. (L. Crt.J

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1894 | | pagina 2