1894 N°. 29,
Donderdag 8 Maart,
81slc jaargang.
Do uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Gross, j 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 C3nt; met bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau, worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren Nijgh Van DmfAR to Rotterdam en verder
bjj alle Boakverkoopers en Brievengaarders,
van advertentie» óor 9 ur«n «ï«n dag der uitgave.
De prjjs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Algemeen Overzicht.
Wanneer oen groot staatsman het politiek tooneel
gaat verlaten dan is dit oene gebeurtenis zoo groot,
dat daarop in ons overzicht van de belangrijkste
feiten der afgeloopen week wel de bijzondere aan-
dacht mag worden gevestigd. Daarom vragen we
ditmaal in de eerste plaats de attentie onzer lezers
voor de gewichtige mededeeling, dat JEngelaamS's
eerste minister, de heer Gladstone, zich verplicht
heeft gezien om gezondheidsredenen zijn ontslag te
nemen uit het Kabinet, dat zijn naam draagt. Men
herinnert zich, dat de heer Gladstone onlangs te
Biarritz vertoefde en dat toen reeds in de Engelsche
pers geruchten liepen van zijn aanstaand aftreden.
Die geruchten werden echter alleen door de opposi
tie-bladen medegedeeld en ze werden toen, naar het
heette op uitdrukkelijke verklaringen uit Biarritz af
komstig, door de officieuse bladen tegengesproken.
Niettemin bleven ze standhouden en ofschoon het
hoofdorgaan der liberale partij, de Daily News, ze
zoolang mogelijk heeft weersproken, bleken ze in het
eind maar al te waar.
Het schijnt, dat de heer Gladstone lijdende is aan
doofheid en dat zijn gezichtsvermogen zoo sterk af
neemt, dat hij wellicht op zijn hoogen leeftijd nog
eene operatie zal moeten ondergaan. Intusschen
beweren de conservatieve bladen, dat niet in deze
lichaamsgebreken de oorzaak van het aftreden van
den grand old man" moet gezocht worden, maar
veeleer daarin, dat hij geen kans ziet zijne hervor
mingsplannen, bovenal ook zijn strijd tegen het
Hoogerhuis, tot het door hem gewenschte einde te
brengen. Hoe dit zij, het is zeker te betreuren, dat
juist in de tegenwoordige omstandigheden de man,
die zoovele jaren de leiding der liberale partij heeft
in handen gehad, zich tot terugtreden genoopt ziet
op het oogenblik, dat de meest belangrijke punten
van zijn programhome-rule voor Ierland en ver
mindering van de almacht van het Hoogerhuis, aan
de orde zijn.
Geen wonder dan ook, dat de liberale partij tot
het laatste toe geweigerd heeft geloof te slaan aan
de geruchten omtrent het aftreden van haren trou
wen leidsman, en dat ze zich voor het oogenblik
als verlamd gevoelt, nu het een feit is geworden,
dat dez9 zich naar Windsor-Castle, het verblijf van
Koningin Victoria, heeft begeven om zijn ontslag in
te dienen. Naar gemeld wordt was ook de Koningin,
van wie meermalen beweerd is, dat zij niet zeer
met den persoon van den heer Gladstone ingenomen
is, zeer getroffen over diens aanvrage om ontslag,
dat zij evenwel heeft aangenomen uit overweging,
dat de redenen, die er hem toe leidden, volkomen
geldig waren. De Koningin schijnt hem ook nu weder
een zetel in het Hoogerhuis te hebben aangeboden,
zooals zij reeds vroeger uit erkenning van zijue groote
gaven als staatsman heeft gedaan, maar de heer
Gladstone hoeft andermaal voor die eer bedankt, wat
nu allerminst verwondering kan wekken, in aanmer
king genomen zijn strijd tegen dat regeeringslickaam.
Intusschen wordt aller aandacht beziggehouden
door de vraag wie de leiding der liberale partij
thans op zich zal n9men. Volgens berichten heeft
Koningin Victoria Lord Rosebery aan het hoofd
van het kabinet geplaatst en zeer zeker is deze
kundige minister van buitenlandsche zaken daartoe
alleszins de geschikte persoon. Hij zal nu zijue
portefeuille voor die van binnenlandsche zaken ver
wisselen, terwijl Lord Kimberley genoemd wordt als
zijn opvolger ter behartiging van de buitenlandsche
aangelegenheden. Deze zou dan als minister voor
Indië worden vervangen door Lord Fowler, terwijl
ook Gladstone's zoon Herbert in bet kabinet zal
worden opgenomen.
Maar de groote vraag blijft of met deze recon
structie van het kabinet de eenheid in de liberale
partij zal bewaard blijven. Zeker is het, dat de
radicalen niet willig zich onder de vanen van Lord
Rosebery zullen scharen, omdat hij als lid van het
Hoogerhuis behoort tot het regeeringslichaam, dat
vooral den radicalen een doorn in het oog is. Zij
geven daarom de voorkeur aan Sir William Harcourt,
een zeer gevat spreker, maar geen man van do
talenten van Lord Rosebery. Toch heeft hjj getoond
één groot talent te bezitten, nl. dat der zelfver
loochening, want hij heeft zich ter wille van de
par tg geheel met het optreden van Lord Rosebery
vereenigd. Het is te hopen, dat zijne radicale vrien
den met don heer Labouchère aan het hoofd even
verstandig zullen zijn als hij. Dan blijven nog de
Iersehe home-rulers over als derde deelgenoot in de
meerderheid zij hebben nog niet doen blijken welke
gedragslijn zij ten opzichte van deu nieuwen premier
zullen volgen. Alleen als deze geheel zijn voetstappon
van zijn grooten voorganger drukt inzake de Iersehe
quaestie, zal hij op hun steun kunnen rekenen.
De zitting van het parlement is door den heer
Gladstone gesloten, alleen met eene vermelding van
wat in het afgeloopen jaar is tot stand gebracht.
A. s. Maandag wordt de nieuwe zitting geopend,
maar vooraf zullen do liberale afgevaardigden eene
partijvergadering houden, waarin Lord Rosebery zijn
program zal mededeelen.
De ItaliaaiiKche Kamer bracht na een vier-
daagsch debat eindelijk de interpellaties ten einde,
die de radicale oppositie heeft gehouden naar aan
leiding van de maatregelen, door de regeoring ge
nomen tegenover de woelingen op Sicilië en te Carrara
en Mazza. Crispi verdedigde krachtig het optreden
der regeering en de Kamer vereenigde zich ten slotte
met groote meerderheid met eene voorgestelde motie
van vertrouwen.
Nu deze, dikwijls vrij rumoerige, debatten achter
den rug zijn, zal de aandacht meer en meer geves
tigd worefen op de financiëele voorstellen van den
minister Sonnino. Hoewel nog weinig te zeggen valt
'van het lot, dat daaraan zal worden beschoren, laat
het zich voorloopig niet zeer gunstig aanzien. De
commissie tot onderzoek der voorstellen, die de
Kamer benoemde, bestaat geheel uit tegenstanders
daarvan, en hoewel dit nu geen onomstootelijk be
wijs is, dat de financiëele plannen der regeering geen
genade zullen vinden bij de Kamer, zoo voorspelt
die keuze toch niet veel goeds. Evenwel, de Kamer
zal misschien ook nog wel overwegen, dat met de
verwerping der voorstellen het land allerminst ge
baat is, en dat, waar te kiezen valt tusschen zware
offers en een staatsbankroet, de eerste toch wensche-
Igker zijn dan het laatste. Sommigen verwachten
daarom, dat de Kamer wel enkele voorstellen zal
aannemen, waardoor het ergste zou voorkomen ea
althans do eer der natie gered worden. Anderen
daarentegen achten het zeker, dat geen der voor
stellen eene meerderheid zal verwerven en verwach
ten met zekerheid het aftreden van den minister
Sonnino. Meer waarschijnlijk echter is het, dat de
minister Crispi, bij afstemming der financiëele voor
stellen van de regeering, den Koning zal adviseeren
de Kamer te ontbinden en te trachten door een be
roep op de kiezers, eene meerderheid voor zijne denk
beelden te verwerven.
Hoever het thans staat tusschen Spanje en
Marokko is niet gemakkelijk uit te maken, aan
gezien de berichten daaromtrent zeer tegenstrijdig
zijn. Volgens de eene lezing heeft de sultan ia het
eind er in toegestemd eene schatting van 20,000000
peseta's te betalen, volgens eene andere is het maar
schalk Martinez Campos niet gelukt den gebieder
van Marokko tot toegeven over te halen. Het eerste
bericht is echter vermoedelijk het juiste, althans
heden wordt gemeld, dat de sultan de eischen van
Spanje heeft ingewilligd.
Het Oostenrijksche ministerie schijnt zich be
reids onledig te houden met het samenstellen eener
nieuwe kieswet en volgens berichten zou het den
premier, prins Windischgriitz, reeds gelukt zijn eene
formule te vinden, die elk der drie regeeringspartijen
zou bevredigen.
Er wordt echter bijgevoegd, dat het kiesrecht
slechts weinig zou worden uitgebreid, zoodat de
voorstanders van algemeen stemrecht allerminst
tevreden gesteld zullen worden.
In Frankrijk wint de meening veld, dat som
mige oud-Boulangisten niet geheel vreemd zijn aan
de vele anarchistische aanslagen van den laatsten
tijd. Het wekt bevreemding, dat de anarchisten zoo
wel bij kas zijn en nu vermoedt men, dat hun dit
verstrekt wordt door personen, die er belang bij
hebben, dat zich langzamerhand de meening vestige,
dat een krachtig monarchaal gezag noodig is om orde
en rust in Frankrijk te brengen. Hiermede in ver
band wordt ook beschouwd het feit, dat de bekende
gravin d'Uzès, die schatten gaf voor de zaak van
Boulanger en die onlangs het dochtertje van Vaillant
tot zich wilde nemen, dezer dagen met een bootje
gezien is in de onmiddellijke nabijheid van een schip,
dat als tijdelijke gevangenis van anarchisten te Bar
celona dienst doet.
Eene andere quaestie, waarover in Frankrijk veel
gesproken wordt is het feit, dat een militair attaché
van het Fransche gezantschap te Kopenhagen, ka
pitein De Beaucbamp, vroeger de bemiddeling heeft
ingeroepen van prinses Waldemar van Denemarken
om de goede betrekkingen tusschen Frankrijk en
Rusland te bevestigen. Prinses Waldemar is eene
Orleanistische prinses en het is dus eene beleediging
voor de republiek, dat hare hulp is ingeroepen. Dit
feit wordt nog erger, wanneer men weet, dat dit
alles op bijzonder verlangen van president Carnot
heet te zijn geschied. Geon wonder, dat de Fransche
opgewondenheid aan dezen prikkel genoeg heeft om
heel wat rumoer te maken en tal van politieke per
sonen, o. a. verschillende vroegere Ministers van
Buitenlandsche Zaken en ook den gezant te Kopen
hagen, te brandmerken. De laatste is zelfs terugge
roepen van zijn post. Sommigen beweren echter, dat
de geheele geschiedenis is opgerakeld om den heer
Carnot te treffen, en dit is niet zoo onwaarschijnlijk,
want ook in het Panama-schandaal heeft men alle
moeite gedaan hem te betrekken.
Frankrjjk beeft ook al zoo lang rust gehad en
er dieut wel weór eens een nieuw hoofd van den
Staat, zoo niet een nieuwe rege8ringsvorm, te komen.
Standaard-critieïc.
Het eindeloos gedebatteer over artikel 4 der kies
wet begint blijkbaar de Standaard te vervelen. Het
blad geeft daarom in een artikelParlementaire
logica" een leiddraad voor het debat, die aan de
strengste eischen der logica voldoet.
De aanhef luidt aldus
»Onze Tweede Kamer is den draad der logica
kwijt, en raakt daardoor aan het sukkelen.
Ze heeft in art. 3 de gedachte aanvaard, dat
op de vraag: Wat zal gelden als konteeken van
geschiktheid en welstand, ter voldoening aan art.
80 der Grondwet te antwoorden isDitdat ge
voorziet in uw eigen onderhoud en in dat van uw
gezin.
Wie hier vóór stemde, verklaarde derhalve, dat
aan den eisch van art. 80 der Grondwet voldaan
is, indien tot het kiesrecht wordt toegelaten al wie
in zijn eigen ondeihoud en in dat van zijn gezin
voorzieten dat worde uitgeslotenal wie hierin
niet voorziet.
Hiermede is de grondwettige quaestie alzoo af
gedaanen het gaat niet aan, op die giondwettige
quaestie nu nogmaals terug te komen."
Deze aanhef is te meer opmerkelijk, omdat vooral
jhr. De Savornin Lohman telkens met zijne grond
wettige bezwaren komt aandragen ook bij artikel 4,
hoewel hij vóór artikel 3 heeft gestemd. Boven
staande critiek geldt dus tegenover hem in de eerste
Na deze vooropstelling volgt de Standaard dezen
gedachtengang
In artikel 4 is uitsluitend de vraag aan de orde
hoe lever ik het bewijs, dat iemand in zijn eigen
onderhoud en dat van zijn gezin voorziet Hier nu
zijn drie gevallen mogelijk: le. Ik zelf voorzie erin;
2e. ik word daarin door anderen geholpen; 3e. ik
en mijn gezin worden niet behoorlijk onderhouden.
Blijkt derhalve, le. dat ik en mijn gezin onder
houden worden, en ten 2e. dat dit niet door anderen
geschiedt, dan volgt hieruit eo ipso dat ik dit
zelf doe; alzoo aan den eisch van Art. 3 voldoe;
en derhalve het kenteekea van welstand en geschikt
heid bezit.
Art. 4 moet dus tweeërlei bewijsmiddel bevatten
le. dat ik met, mijn gezin onderhouden word, en
2e. dat dit niet door anderen geschiedt.
Het eerste: »dat ik en mijn gezin onderhouden
word", zal nu daardoor bewezen worden, dat ik
een vaste woning bezit, niet op straat leef, geen
vagebond ben, en niet van slop naar slop gedurig
op schopstoel zit. Alsook dat ik niet wegens vage-
bonderij veroordeeld ben. En ten derde daardoor,
dat ik mijn Rijksbelasting betaal, overmits ondersteld
mag, dat wie geld voor het Rijk heeft, ook geld
had voor brood.
Dit alles doet dus dienst om het eerste punt uit
te maken, en alzoo het vermoeden te wettigen, dat
ik en mijn gezin behoorlijk onderhoud heb.
Doch nu moet hier in de tweede plaats het bewijs
bijkomon, dat ik niet door anderen onderhouden word.
Daarvoor nu strekt als bewijs, dat ik niet blijk uit
eenige officiëele kas geholpen te zijn. Iets, waarbij
men dan nog de verklaring moest afvergen, dat ik
ook geen ondersteuning erlang van eenige particuliere
vereeniging Een verklaring, waartegen dan recht
van wraking moest overslaan. Wel bleef dan nog
de mogelijkheid over, dat een particulier mij hielp,
maar dit rekent niet mee, want tal van zeer fat
soenlijke lieden ontvangen evenzoo hulp van hun
papa's" of x> schoon papa's" of »ooms" of particuliere
vrienden.
Eu is nu op die wijs wettelijk vastgesteld, hoe
blijken zal, lo. dat ik met mijn gezin onderhouden
word, en 2o. dat dit niet door anderen geschiedt,
dan is hiernré uitgemaakt, dat ik in den zin der
wet mij zeiven en mijn gezin zelf onderhoud.
Wat de heer Van Dedem opmerkte, dat aldus de
ongehuwde een streep vóór heeft bij den gehuwde
is volkomen waar, maar dit ligt aan art. 3. Stelt
ge toch eenmaal als kenteeken dat ge u zeiven en
c. q. uw gezin onderhoudtdan ligt het in den aard
der zaak, dat wie geen gezin heeft, gemakkelijker aan
dien eisch kan voldoen, dan wie wel een gezin heeft.
Altoos naar den regel van Bartjes, dat er minder
noodig is, om een man alleendan om een man met
vrouw en kroost te onderhouden. Doch daartegen had
de strijd dan moeten gevoerd worden bij art. 3. Bij
art. 4 is die strijd niet meer aan de orde".
We vonden dit staaltje van pa: lementaire logica"
te eigenaardig om het niet in zijn geheel aan onze
lezers mede te deelen. Het is te hopen, dat de
Kamerleden alsnog hun voordeel mot deze les van
dr. Kuyper zullen doen.
GOES, 7 Maart 1894.
In de gisteravond gehouden algenieene verga
dering van de coöperatieve voorschotver-
eeniging en spaarbank alhier werd door
den kassier het 25e jaarverslag uitgebracht, terwijl
mede door hem een overzicht gegöven werd van de
werking der vereeniging gedurende de kwart eeuw,
dat zij bestaat. Dit laatste zal aan het gemeente
bestuur worden gezonden met verzoek het te willen
opnemen in het jaarverslag der gemeente, terwijl
de leden der vereeniging dat overzicht in druk ont
vangen met het jaarverslag.
Het dividend, dat aan de leden zal worden uit
gekeerd, werd bepaald op 6 pet.de heeren Ph. M.
V. d. Mandere en P. A. Pennings werden als com
missarissen herkozen.
Gedep. Staten dezer provincie hebben inge
trokken hun besluit van 29 Dec. jl. Pr. bl. no. 134,
zoodat weder voor de geheele provincie de ontheffing
geldt: a. van de verplichting om, alvorens vergunning
wordt verleend tot het vervoeren van rund
vee, tehuis hehoorende in deze provinciehet door
een prov. veearts te doen onderzoeken en h. vau
de verplichting om het uit andere provinciën des rijks
ingevoerde rundvee afgezonderd te houden.
Bij Kon. besluit is met 1 April a. s. aan G.
J. Van den Bosch, op zijn verzoek, eervol
ontslag verleend als burgemeester van Kattendijke.
Wisse. Tot dijkgraaf van de Buiten polders van
Nisse, in de plaats van wijlen P. Hirdes, is door
ingelanden gekozen dhr. W. Minder houd, thans
gezworen, en in diens plaats tot gezworen dhr. J.
J. Van Liere.
Dezer dagen", aldus meldt de Standaard
»heeft het Bestuur van Boaz een buitengewone ver
gadering gehouden, om de nieuw benoemde Land-
bouwcommissie, of de afdeeling B, gelijk zij zal höe-
ten, te installeeren.
Men had daartoe uitgenoodigd een aantal mannen
van zaken, zooveel mogelijk uit alle oorden des lands,
landbouwers, of een bedrijf uitoefenende, dat met
den landbouw iu verband staatvan welke de mees
ten zich de benoeming hadden laten welgevallen.
In deze commissie voor landbouwbelangen heeft
o. a. zitting de heer J. Oele te Kapelle."
Jl. Zaterdag werd te Vlissingen het stoffelijk
overschot ter aarde besteld van den heer B. M.
W ij ten burg, oud 79 jaar, .gepensioneerd ser
geant-majoor der infanterie. De lijkkoets werd ge
volgd door de naaste betrekkingen en eenige vrien
den, benevens door de alhier bestaande afdeeling
van den Bond van Oud-onderofficieren, waarvan
de overledene lid was. Nadat de gebruikelijke lijk-
plechtigheden in de R. K. kerk hadden plaats ge
had, begaf de stoet zich, voorafgegaan door het
vaandel van genoemden Bond, grafwaarts, waar door
den heer A. Gewin, beschermheer van genoemden
Bond, eene treffende toespraak werd gehouden.
De oudste zoon dankte den spreker voor zijne
waardeerende woorden en de heer De Vries, voor
zitter van genoemden Bond, voegde er eenige woor
den van dank bij voor de namens den Bond betoonde
belangstelling, alsmede voor de door dezen geschon
ken krans. (VI. Ct.)
Bij Kon. besluit zijn benoemd tot lid van het
j bestuur der waterkeering van het calamiteuse wa-
j terschap Oud en Jong Breskens, J. B. B e c utot
plaatsvervangend dijkgraaf voor den Seydlitzpolder,
P. Wauters; tot plaatsvervangend dijkgraaf van
den Calandpolder, J. K. Bliek; tot plaatsvervan
gend dijkgraaf van den Bastiaan de Langepolder,
J. K. Bliek.
Naar men verneemt is het armbestuur
van Zieriksee teruggekomen op zijne aanvrage
om collectief ontslag, tengevolge der aanneming door
den gemeenteraad van een door mr. Fokker voor
gestelde motie, luidende, als volgt»De raad, van
oordeel, dat de commissie tot onderzoek der gewij
zigde begrooting van het burgerlijk armbestuur over
1893 iu vraag 4 van haar rapport bedoeld heeft een
vraag te doen over de wijze van toepassing van
armenverzorging, zonder een oordeel, veel minder
een afkeurend over de tot nog toe gevolgde wijze
van armenzorg uit te sproken, of daarmede te be-
doeleu de erkenning van een veronderstelden toestand,
spreekt de wenschelijkheid uit, dat het burgerlijk
armbestuur zgne aanvrage om ontslag terugname".