BIJVOEGSEL GOESCHE COURANT. ZATERDAG 17 FEBRUARI 1894. No. 21. Landbouw en Veeteelt. Aan het ons toegezonden verslag over de gesubsidieerde proefvelden in Zeeland in 1893, uit gebracht door dr. A. J. Swaving, directeur van het Rijkslandbouwproefstation te Goes, belast met de leiding dier proefvelden, ontleenen wij het volgende Het nu afgeloopen dienstjaar der proefvelden 1892/93 in de provincie Zeeland kan tot mjjn leed wezen niet bogeu op resultaten, als men wel had mogen en kunnen verwachten, nu de aanleg van demonstratieve proefvelden door de regeering op uitstekende wijze is geregeld en eene commissie van der zake kundige mannen in het leven is geroepen om voor de exacte uitvoering der proefnemingen te waken. De zomer 1893 toont maar al te goed met welke onvooiziene omstandigheden, waartegen geen hulp middel gewassen is, de landbouw heeft te kampen: de langdurige droogte en verzengende hitte belem merden den verderen wasdom van het wintergraan en de ontwikkeling der zomervrucht. Toch mag men van eenig g°luk spreken, daar de vooruitzichten van den oogst zich nog veel erger voordeden dan deze in werkelijkheid is geweest. Wel hebben de goeie, zware gronden achtergestaan bij de kille, natte terreinen; wel heeft op den gewonen tijd uitgezaaid zomergraan bedenkelijk geleden van de droogte en was de opkomst der suikerbieten aanvankelijk uiterst slecht; de oogst Leeft toch de verwachting over troffen en de schrikbeelden van BertePs voedernood verjaagd 't Was wel een treurige aanblik in het begin van Juni, toen zich op de zorgvuldig aangelegde proef velden te Wolfertsdijk, slechts sporadisch teere plantjes vertoonden, nauwelijks in voldoenden ge tale aanwezig of in voldoende mate ontwikkeld om tot, hun recht to kunnen komen. Het uitgezaaide superphoshaat lag op 10 Juni nog onopgelost over 't veld, wachtende op regen om zijn dienst te kunnen doen. Den 3 Juii waren op het proefveld te Noordgouwe nog slechts zoo weinig mangels opgekomeD, dat een voudig aan den proefnemer werd vergund het land om te rijden en met een ander gewas te bezaaien. Het suikerbieten-proefveld te Tolen was van den beginne af in betereu toestand dan de overige proef velden, dagopbrengst mocht ook vrij voldoende worden geacht. Al waren er eonige lichtpunten in het verloop der verschillende proefnemingen te ontdekken, toch was over het algemeen genomen de uitslag niet guns-ig en vrij onbetrouwbaar voor het trekken van conclusies. Volgens bet plan voor de door het rijk gesubsi dieerde proefvelden in de provincie Zeeland in 1892/93, goedgekeurd door Z. E. den Minister van Binnen- landsche Zaken, omvatten de proefnemingen cul tuur- en hemes tin gsproe ven voor Winter- en Zomer gewassen. Het doel der proefnemingen met Wintertarwe is geweest de aandacht te vestigen op eenige gunstig bekende tarwesoorten met en zonder gelijktijdige toepassing van vergelijkende kunstbamesting. Door den proefnemer L. Vis te Noordgouwe zijn telkens de twee gelijk behandelde perceeltjes te zamen genomen hij heeft niet, zooals het behoord*, d* op brengst van elk perceeltje afzonderlijk bepaald de zoo nuttige controle van de opbrengst der veldjes onderling was daardoor onmogelijk. Uit een staatje big kt de superioriteit der Challenge boven de California, zoowel in korrel- als in sfcroo- opbrengst, ook is het korrelgewicht pl. m. 1 KG. per HL. zwaarder dan bij do Californiade bein*s- iingsproef komt uit ton gunste van super en chili toch is hiciuit geen conclusie te trekken: de wer king der kunstmeststoffen was in den afgeloopen zomer eene te onzekere. Eigenaardig is hier het verschijnsel, dat, terwijl de Challenge tarwe veel van de musschen te lijden had, de California daarentegen daarvan vrij bleef. Verder is hier nog op te merken, dat beide graan soorten vrjj onzuiver waren in de Challenge werd vooral de echte dikkoptarwe aangetroffen, ook zij was niet vrij van brandaren in de California kwam vooral de basterd square head voorbrandaren werden niet opgemerkt. De Challenge gat bij den proefnemer I. Wonder- gem te Kruiningen, ia tegenstelling met de proef te Noordgouwe, de geringste opbrengst, wellicht tengevolge van de zwaardere grondsoort in verband met den drogen voorzomer. Ook hier is de opbrengst over het algemeen be neden het middelmatigeomtrent de qualiteit van het gewas merkt de proefnemer op, dat de Challenge de schoonste korrel gaf. Hoewel deze bemestingsproef wel aantoont, dat men op middelmatig zware klei volkomen kan vol staan met stikstof- en phosphorzuur-bemesting al leen, zonder toevoeging van kali-, kunnen om reden der abnormale weersgesteldheid, waaronder zij plaats vond, geeno zekere gegevens uit deze proetnoming worden geput. Het is toch zonder twijfel aan te nemen, dat de voorjuarsbomesting bij gunstiger weersgesteldheid beter zou hebben gewerkt. liet verschil in opbrengst tusschen de bemeste en onbemeste perceelen springt toch nog duidelijk in het oog. De opbrengst is over het algemeen beneden het middelmatige. Het doel der proefneming met Winter- en Zomer- gerst is geweest te trachten aan te toonen, dat chilisalpeterbemesting in twee malen (7s vóór don uitzaai en 2/» na h0* uitstoelen,) gegeven, de voor keur verdient boven het uitzaaien eener gelijke hoeveelheid in eens (alleen overbemesting). Hieraan was tegelijkertijd verbonden eene verge lijkende proet met volledige kunstbemesting, scha- penmest naast onbemest. Ofschoon de kunstmeststoffen op het proefveld van den heer A. Padmos te Kloetinge, betrekkelijk weinig gelegenheid hadden invloed uit te oefenen, blijkt toch nog hare werking zoowel als het voordeel, dat 't uitstrooien van chilisalpeter in twee tempo's met zich brengt. De opbrengst is als vrij voldoende te beschouwen, de qualiteit van het graan was goed. De proefneming met zomergerst is zeer ongunstig uitgevallen; de opkomst was uiterst onregelmatig terwijl op alle perceelen groote plekken open bleven er kon dus geen sprake van wezen om de opbreng sten der verschillende perceelen met elkander te ver- Het doel der proefneming met zomerhaver is ge weest de werking aan te toonen van superphósphaat en chilisalpeter tegenover volledige kunstbemesting, stalmest en onbemest, zoowel bij gewone inlandsche haver als bij Probstheierhaver. Wat den uitslag aangaat van de bemestingproef op zomerhaver, genomen door den heer G. A. Vor- sterman Van Oyen te Aarden burg, zoo is daaruit om bekende redenen, in de inleiding van het verslag vermeld, geen conclusie te trekken. Er blijkt slechts uit het overwicht der bemeste perceelen boven de onbemeste. De opbrengst der beide gewassen is vrijwel gelijk en onder de gegeven omstandigheden op dezen minder goeden grond, belangrijk te noemen. Dat eene der gelijke opbrengst werd verkregen mag met reden geweten worden aan het feit, dat de proefnemer tegen den regel in te vroeg (reeds 20 Maart) de haver heeft uitgezaaid, waardoor zij tijdig boven kwam om beter tegen de droogte bestand te zijn, dan de op later tgdstip uitgezaaide haver, welke in bet IV district, althans in de omgeving van Aarden burg vrijwel mislukte. De haver is niet volgroeid en haar gewicht bleef dus beneden het gemiddelde in gewone jaren. Verschil tusschen de korrel der beide soorten was I niet te bespeuren. De proefnemer houdt de Sehouw- sche harer voor eene geacclimatiseerde variëteit van Probstheier. Het doel der proefnemingen met suikerbieten was tweeledig en omvatte: eene vergelijkende cultuurproef met een vjjftal soorten van suikerbieten, met be- trekking op bare opbrengst aan gewicht en op j suikergehalteeene vergelgkende bemestingproef met gelijke hoeveelheden phosphorzuurbemestiug i naast chilisalpetortegenover elkander worden ge steld phosphorzuurbemesting in eenmaal als super- phosphaat (voorjaar)phosphorzuurbemesting in twee maal nl. een deel iu den vorm van het goedkoopere Thomasphosphaatmeel iti het najaar, het overige in den vorm van superphosphaat in het voorjaar. De chilisalpeter wordt voor de eene helft vóór het inleggen der zaden ondiep on der geploegd of z< o diep mogelijk ondergt-ëgdde andere helft wordt als overbemesting gebezigd. Bjj de proefvelden te Wolfertsdijk kwamen 5 soorten in aanwending, op het proefveld te Tolen slechts 4 sooiten hier werd echter de chilisal peterbemesting op twee verschillende wijzen toege past om na te gaan, of werkelijk het uitzaaien van chilisalpeter in tweemalen de voorkeur verdient boven de overbemesting alleen. Door den proefnemer G. De Jager te Wolfertsdijk zijn telkens de twee gelijke behandelde perceeltjes te zaaien genomenhij heeft niet, zoo als het be hoorde, de opbrengst van elk perceeltje afzonderlijk bepaaldde zoo nuttige controle van de opbreng sten der veldjes onderling, was daardoor onmogelijk. De opkomst was uiterst ongelijkmatig, de op brengst uiterst middelmatig. De monstername der suikerbieten voor de bepa ling van het suikergehalte is niet volgons voorschrift geschied. Noch omtrent de opbrengst, bemesting of het suikergehalte is het mogelijk eene goede gevolgtrek king te maken. Bij den heer J. Van de Voorde te Wolfertsdijk, die op dezelfde wijze handelde, was de opbrengst vrij goed. Van de proefvelden 1892/83 is het proefveld van den heer C. A. H. VVagtho te Tolen als een der best geslaagde te beschouwen voor oen deel is zulks toe te schrijven aan de gunastigere omstandigheden waarin de plantjes op dit terrein verkeerden, tegen over die op andere proefvelden, voor een ander deel is zulks te danken aan de uitnemende zorgen van den proefnemer gedurende het geheele verloop van de proef. Op eenige perceeltjes waar het eerstgezaaide niet opkwam, werd voor do tweede maal geweekt zaad ing°pikt. De afstand der rijen bedroeg 40 cM.de afstand der peeën in da rij bedroeg 35 cM. Omtrent, de bieten valt op te merken, dat de soort Schreiber's spezialitat de gladste peeën heeft, soort Wescho staartig is en een groeten groenen kop bezit. De opbrengst is vrij goed, het onderscheid tus schen de opbrengst der verschillende perceelen niet bijster groot, terwijl uit de geringe verschillen geen conclusie mag getrokken worden, daar er eenige open plekken op het proefveld zijn gebleven en eenige schade door veldmuizen werd teweeggebracht. Wat het suikergehalte betreft, zoo vertoont de soort KühnNaarden het hoogste suikergehalte 15.9 pet. gemiddeld, tegen 13.9 14.4 en 14.5 der drie andere soorten Zij zal dus voor de teelt van bieten, die op suikergehalte moeten worden verkocht, in aanmerking komen, het gewicht is daarbjj vrij voldoende. Omtrent de werking der kunstmeststoffen is slechts te constateeren, dat de onbemeste perceelen aan zienlijk achterstaan bij de bemeste uit de resultaten dier bemeste perceelen eenige conclusie te trekken, beeft het abnormale jaargetijde niet toegelaten. Het is te betreuren, dat er zoo weinig met zeker heid omtrent de verkregen resultaten kan worden gezegd, ook daarom wijl deze cultuurproef in ver band stond met cultuurproeven met dezelfde soorten zaad in Noord-Holland. De droge zomer heeft de goede plannen doen mislukken zoodat het in 't belang der bietencultuur aanbeveling verdient, deze proefnemingen te herhalen. Het doel der proefneming met aardappelen was een vergelijkende cultuurproef met 5 soorten aard appelen bij dezelfde kunstbemesting, het aantoonen der gunstige werking der Bordeauxsche pap bij langdurig vochtige weersgesteldheid als middel tegen de aardappelziekte vergelijkende proef met het over- zaaien van de kunstmeststof en het brengen in putten, dus in bijna onmiddellijke aanraking van de poters. Het proefveld van baron Collot d'Escury te Bosch - kapelle behoort tot de best geslaagde proefnemingen van 1893. Terwijl de onderscheidene opbrengsten vrij goed zijn te noemen, blijken de Watten het hoogste gewicht te geven, hetgeen wel van belang mag lieeten voor deze soort, welke juist in het Ve district het meest wordt verbouwd. Het ware inte ressant geweest om na te gaan. of smaak en zet- meelgehalte ook samen gingen met't hooge gewicht door onvoorziene omstandigheden was dit niet mo gelijk. Waarschijnlijk zou het tegendeel zijn gecon stateerd. Omtrent de toepassing van het ammon-superph. valt op te merken, dat bij deze proef ontegenzeg gelijk het voordeel is aan het uitstrooien in putten, tegenover het overzaaien. De besproeiing met bouillie bordelaise had slechts eenmaal plaats, doch kon in den afgeloopen drogen zomer van geene groote beteekenis zijntoch is het een opmerkelijk verschijnsel, dat de besproeide per ceelen, op twee na, iets grooter opbrengst gaven dan de niet-besproeide. Tot slot van zijn verslag zegt dr. Swaving I Ingevolge het schrijven van 14 Maart 1893, no. 1082, afd. O, Dep. van B. Z. had ik het voorrecht J bovenvermelde bezoeken aan de proefvelden af te i leggen in begeleiding van* den nieuwbenoemden rijkslaadbouwleeraar voor de provincie Zeeland, den beer I. G. J. Kakebeeke te Goes, terwijl mij tevens bij de samenstelling van dit verslag door hem de behulpzame hand werd verleend. Bij het nederleggen der tijdelijke functie van des kundige voor den aanleg van proefvelden in de provincie Zeeland, is het mij eene aangename taak mijnen dank te betuigen zoowel aan de Commissie van Toezicht op de proefvelden en de proefnemers, als aan den heer Kakebeeke, voor hun aller gewaar deerde en aangename medewerking zoo bij herhaling ondervonden. Gemengds Berichten, De Berlijnscbe krankzinnigen-arts prof. Mendel heeft in een openbare lezing in den Kaufmdnuischen Verein zeer dringend nerveus© menschen gewaar schuwd tegen liet aanschouwen van tooneelstukken, die, zooals zekere werken van Ibsen en diens na volgers, al te diep in psychologische of medische vraagstukken dringen. Deze toch werken hoogst nadeelig op de gezondheid van hypochondrische of prikkelbare naturen. Een inspecteur van de af deeling voor crimineel onderzoek der Londensche politie beeft een belangrijk rapport uitgebracht betreffeade de moorden in White- chapel. In den tgd, dat zooveel vrouwen op ge heimzinnige wijze van bet leven beroofd werden, was de inspecteur in de nabijheid in dienst. Hij be sloot de zaak voor zichzelf te onderzoeken, en vond reods spoedig een Oostersch mes van eigenaardig maaksel. Eenigen tijd later nam hij wegens een ge ring vergrijp een man gevangen, die verschijnselen van moordzucht vertoonde. In zijn rapport verklaart hij, dat deze man en niemand anders de zoo be ruchte Jack the Ripper is. De man werd in de gevangenis te Londen opge sloten en later naar Dartmoor vervoerd, waar hij volslagen krankzinnig werd. Hij praat maar steeds over Whitechapel en de vrouwen, welke daar ver moord werden. De Russische kolonel Grigorief, die ter dood werd veroordeeld wegens spionnage ten dienste van Oostenrijk, bleek sinds twee jaar daarvoor j 12.000 per jaar te hebben ontvangen. De krijgsraad ver oordeelde, na een zitting van 4 dagen, den kolonel tot degradatie tot soldaat en tot den dood door den strop. Te Odessa is Zaterdag het doodvonnis vol trokken. Zijn verzoekschrift om in plaats van door den strop door den kogel te mogen sterven werd af gewezen. De veroordeelde hield zich flink bij de executie. Iedereen kent wel het bekende deuntjej>Ach mijn lieve Augustijn" en heeft het vaak gezongen, gefloten of geneuried, zonder er ooit over te denken, hoe 'fc wel in de wereld zou zijn gekomen. Door een toevallige omstandigheid en wel door de akelig- romantische manier, waarop het lied ontstond, is de naam van den dichter-componist er van bewaard gebleven. Hij heette Augustijn Marx en aanschouwde in 1643, als zoon van een bankroet herbergier, te Weenen het levenslicht. Het was in het pestjaar 1679, dat onze held, die speelman van zijn vak was, in een herberg meer gebruikt had dan noodig was en de deur werd uit gegooid, waarbij hij zijn jas als onderpand voor het onbetaalde gelag moest achterlaten. Waggelend, ter wijl de viool hem over den schouder hing, sukkelde onze vriend door de toen nog onverlichte straten. Hij bemerkte niet dat de wind hem zijn hoed ont nam, dat hg zijn stok kwijt en eindelijk ook den weg bijster raakte. In plaats van aan zijn woning te komen, kwam bij bij een diepe kuil, bij de poort, waarin men niet enkel het straatvuilnis bewaarde, maar ook de lijken der aan de pest gestorvenen bracht, daar 't aantal dooden zóo groot was, dat aan geregelde wijze van begraven niet kon worden gedacht. Augustijn viel in de akelige diepte en bleef wel ongedeerd, maar had geen kans om te ontkomen. Toen hij, nuchter geworden door den val en bij het aanbreken van den dag, zijn ontzettende omgeving herkennende, pogingen tot redding aanwendde, zag hij weldra dat die vruchteloos waren. Eindeljjk, niet meer wetend wat hij beginnen moest, greep hij zijn onbeschadigd gebleven viool en begon te spelen en te zingen »Ach mijn lieve Augustijn, alles is weg, weg, weg, Ach mijn lieve Augustijn, alles is weg, Jas is weg, stok is weg, hoed is weg, moed is weg, Ach mijn lieve Augustijn, alles is weg." Door spel en gezang werd Augustijn gered. Een paar voorbijgangers hoorden de uit de ontzettende diepte opstijgende muziek nieuwsgierig keken zij in den pestkuil, zagen den bij klein en groot bekenden speelman en zorgden er voor, dat hg uit zijn vreese- lijken toestand werd bevrijd. Het geval werd nog denzelfden dag ruchtbaar en Augustijn moest woorden en muziek van het lied, waaraan hij zijn redding te danken had, overal ten gehoore brengen. Hij heeft daar nog vele jaren den tijd voor gehad, want hij stierf eerst den 10 October 1705. (U.N.J Laatste en telegrapnische berichten, Heden werd voor de Arrondissements-Recht- bank te Middelburg behandeld de zaak tegen J. S67 j., koopman te Sehore, beklaagd van in de maanden September en November 1893 in zijne woning te Schore opzettelijk zekeren Matthijs Francies Lefrère, soldaat bij het 2e regiment infan terie, eerste bataillon, 2e compagnie in garnizoen te Vlissingen bij het algemeen depót van discipline, die op 13 September 1893 uit zijn© garnizoensplaats was gedeserteerd, te hebben verborgen. Getuige Lefrère verklaart, dat beklaagde niet wist, dat hij deserteur washij gaf op werk te zoeken en hij had zijne militaire kleeding, uitge nomen het ondergoed, vooraf voor burgerkleeding verwisseld. Beklaagde ontkende, niettegenstaande de verzwarende verklaringen der overige getuigen. Het O. M. eischte eene maauduitspraak 23 Februari. Afloop Aanbestedingen en Verkoopingen. Wolfertsdijk. Ten overstaan van notaris Paar- dekooper Overman is Donderdag te Oud-Sabbinge, gemeente Wolfertsdijk, verkocht: lo. voor de erven van C. Westveer en S. Tolhoek: Een huis met het erfpachtsreeht van den grond waarop het staat, to Oud-Sabbinge, sectie G no. 434 en 435, groot 7 A. 40 c.A. aan Elisabeth Westveer voor f 872bouw land te Wolfertsdijk, sectie F no. 19, groot 73 A. 20 c.A., aan dhrn. F. De Back en J. Tolhoek Jz. voor f 455 per 39 A. 24 c.A. of f848.78; en bouw land aldaar, sectie F no. 18, groot 80 A. 50 c.A. aan dhr. A. Van Linde voor f 455 per 39 A. 24 c.A. of f 933.42, benevens f 60 voor tarwe2o. voor W. WestveerEon schuur en erf te Oud- Sabbinge, sectie G no. 463, groot 8 A., aan Gd. Cornelisse voor f 600, alles onverminderd 8J/2 pet. voor onkosten. De koopers wonen allen te Oul- Sabbinge. Heden werd te Wolfertsdijk door Notaris Pi laar verkocht, ten verzoeke van de erven van P. Koeman en W. Oostpolder, eene hofstede aldaar, groot 39 H.A. 37 A., benevens een woonhuis en tuin. Perceelen 19, hofstede en land, groot 27.39.90 H.A., werden gekocht door den heer W. F. K. Lens hoek te Goes, voor f 1180 par H.A. of f 32330,32 den hoop, benevens f2432.99 voor accessoiren; per ceel 10, 2.68.40 H.A. bouwland, door denzeltden, voor f 1230 per H.A. of f 3301,32 den hoop en f573,78 voor accessoiren; perceel 11, 1.90.90 H.A. bouwland, door J. Koeman te Wolfertsdgk, voor f1210 per H.A. of f2309,89 den hoop en f 151,50 voor accessoiren; perceel 12, 2.61.20 H.A. bouw land, door D. Spruit q.q. te Ierseke, voor f 1420 per H.A. of f 3709,04 den hoop en f 179,57 voor accessoiren; perceel 13, 2.26.90 H.A. bouwland, door denzelfden, voor f 1420 per H.A. of f 3221,98 den hoop en f 364,97 voor accessoirenperceel 14, 0.87.40 H.A. bouwland, door denzelfden, voor f1500 per H.A. of f 1311 en f2 voor accessoirenperceel 15, 1.62.30 H.A. bouwland, door Jan Valkier te Wolfertsdijk, voor f 1465 per H.A. of f 2377,70 den hoop en f 16 voor accessoiren. Totaal f 52282,56. Perceel 16, woonhuis en tuin, werd gekocht door J. Koeman te Wolfertsdijk, voor f 925. Alles on verminderd 8 '/2 onkosten. Druk F. Kleeuwens Zoon Goes.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1894 | | pagina bijlage 1