1894 N°. 17. Donderdag 8 Februari. 81stc jaargang. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75. Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiön voor dit blad aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder bjj alle Boekverkoopers en Brievengaarders. Inxendïni; van advertentïen voor De prijs der gewone advert6ntiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets. Bg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs j slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelgks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel, uren op den dag der uitgave. WmHCffiKKiBl Eerie welsprekende rede Dr. Kuyper kan het, zooals onze lezers weten, tegenwoordig niet te best vinden met den heer De Sarornin Lohman, en de kritiek, die laatstgenoemde over de beginselen van den antirevolutionairen leider ten beste geeft, is dikwijls verre van malsch. Een ander professor der vrije universiteit, mr. D. P. D. Fabius, blijkt bet al evenmin eens te zijn met dr. Kuyper, althans in eene politieke rede, dezer dagen te Schiedam gehouden, trachtte de heer Fabius, volgens de Standaard zelve, zijnen hoorders duidelijk te maken, >dat het beleid onzer partij (de anti revolutionaire) geheel en al in verkeerde handen is; en dit niet nu eerst, maar reeds sinds de jaren van '70. Immers niet alleen het sturen in Christelijk- democratische richting, niet alleen het ons losmaken van de Roomschen, niet alleen de proportioneele idéé en zooveel meermaar zelfs het denkbeeld van het huismanskiesrecht, reeds in de jaren van '70 door ons voorgestaan, werd gecritiseerd en afgekeurd." Waar zoo de beste krachtan zijner partij hem dreigen te ontvallen, moet dr. Kuyper het goede bjj anderen gaan zoeken. Blijkbaar is hem dit spoedig gelukt. In een verslag in de Standaard van eene kies- vergadering der vereeniging Nederland en Oranje" en Amsterdam" vinden we het volgende vermeld Onder hen, die met warmte tegen de liberalen opkwamen, behoorde de werkman Nolte, die een werkelijk welsprekende rede hield ter aanbeveling van den heer Kater. Daarna kwam deze spreker voor den dag met een niet mindar warme hulde voor Prof. Fabiusmaar men moest hem toch niet kiezen voor de Prov. Staten, daar moest Mr. Povel in Fabiussen, Povelianen, Reikt elkaar de broederhand, Schiet een breede, wijde bres, Toont het aan het gansche land, Burgerplicht gaat op de flesch." Als dr. Kuyper dit nu eene welsprekende rede" noemt, dan bewijst dit niet alleen, dat hij spoedig voldaan is, maar ook dat hijzelf gevoelt, bjj het verlies van de Lohmans en de Fabiussen, zich met mindere goden" te moeten tevreden stellen GOES, 7 Februari 1894. Geljjk men weet bestond de Ambachts school te Goes, vóór de nu plaats gehad hebbende verbouwing, slechts uit het tegenwoordig lokaal voor houtbewerking en eene rechthoekig daarop staande smederij van bescheiden afmeting, die niet meer aan de behoefte voldeed. Een teekenlokaal bestond in het geheel niet, zoodat daarvoor elders in de ge meente een lokaal moest gebruikt of gehuurd worden. Reeds vroeger meldden wjj breedvoerig welke stap pen door het Bestuur dor school werden gedaan ora op afdoende wijze de zaak van de Ambachtsschool te regelen. Bjj de gunstige strooming, die in ons land en vooral ook bij de tegenwoordige Regeering voor het Ambachtsonderwijs bestaat, werd niet te vergeefs bij het Rjjk om steun aangeklopt. Eene flinke subsidie was er het gevolg van, terwijl de provincie en de gemeente de bestaande subsidiën verhoogden. Dank zij deze hulp en vooral dank zij de volhar ding, voortvarendheid en toewijding van het be stuur der school, inzonderheid van den voorzitter, den heer C. L. M. Lambreehtsen, die zich zeer veel moeite in dezen heeft getroost, bestaat onze Ambachts school thans, behalve uit het onveranderd gebleven timmerlokaal, uit een smederij, lang 10 en breed 6 M. en uit eene uitmuntend gelegen teekenzaal, lang 14 en breed 6 M., daar waar vroeger de smederij be stond, met daarnaast eene gang, die tevens gelegen heid aanbiedt tot het bergen van kleedingstukken. De nieuwe smederij bevindt zich rechthoekig op de teekenzaal en is lang 19 en breed 8.5 M. Hierin zijn geplaatst eene verticale stoommachine (tevens dienende tot model) van twee paardekrachten en met een ketel van vijf atmospheren, een draaibank, die door deze machine in beweging wordt gebracht, twee dubbele smidshaarden, aambeelden, twee werk banken met tal van bankschroeven, eene boormachine en wat verder in eene goed ingerichte smederij be hoort. Op het plein vóór de teekenzaal en dus tus- schen de timmerschool en de smederij is een bestuurs kamer gebouwd met een portaal, dat toegang geeft tot de andere localiteiten. Bij de verbouwing der school hebben de leerlingen in niet geringe mate de behulpzame hand geboden. Nagenoeg alle ouderdeelen, die daarvoor vatbaar waren, zooals deureD, ramen, zonneblinden, ankers en sloten zjja door hen zelf vervaardigd, terwijl zij nog bezig zijn aan een gedeelte van het ameublement voor de bestuurskamer. De Goesche ambachtsschool, zooals zij thans onder de uitnemende leiding van den heer Lambreehtsen ,net den heer D. De Koning als architect en den neer M. Buitendjjk als aannemer, is uitgebreid, mag geacht worden aan de tegenwoordige eischen te voldoen en op het gebied van ambachtsonderwijs thans eene inrichting te zijn, die aan vele andere plaatsen ten voorbeeld kan strekken. Geen wonder, dat het bestuur der inrichting er op bedacht was den leden en begunstigers een kijkje in deze vernieuwde inrichting te gunnen, waartoe zjj hedenmiddag uitgenoodigd zijn. Onder laatste berichten hopen wij daarvan nog in dit no. den uitslag te kunnen vermelden. Het verlof van den kapitein der genie van het O.-I. leger L. G. Krol Van der Hoek is met zes maanden verlengd. Men schrijft aan de N. li. Ct. uit Leiden Zondagavond overleed de burgemeester dezer ge meente, de heer L. M. De Laat de Kanter, op 65-jarigen leeftijd. In Mei 1876 werd de heer De Laat de Kan ter lid van den Raad, en kort daarop benoemd tot wet houder. Op 14 Juni 1880 werd hjj geïnstalleerd als burgemeester. Sedert 1880 had de overledene ook zitting in de Provinciale Staten. Hij was een der oprichters van de Leidsche Duinwater-maatschappij. De heer De Laat de Kanter, geboren op 22 Januari 1829 te Goes, begon zijne loopbaan als zee-officier. Hij was ridder der Militaire Willemsorde en van den Nederlandschen Leeuw. Reeds geruimen tijd liet de gezondheidstoestand van den burgemeester te wenschen overeenige weken geleden vroeg en verkreeg hij drie weken verlof; daarna vervulde hij zijn ambt weder, tot hij nu ongeveer veertien dagen geleden door zijne ziekte verhinderd werd zijne werkzaamheden te verrichten. Het herstel trad echter betrekkelijk spoedig in en vooral Zondag gevoelde de heer De Kanter zich aan merkelijk beter, zoodat zelfs besloten werd om geen berichten meer naar buiten af te geven over den gezondheidstoestand. Doch toen des avonds een der familieleden op zijn kamer kwam, vond hij den zieke levenloos; eene hartverlamming had een einde aan zijn leven gemaakt. Leiden verliest in hem een goed en ijverig bur gervader, die steeds, zooveel in zijn vermogen was, de belangen der gemeente met hart en ziel behar tigde. Onder zijn krachtig bestuur kwam te Leiden veel tot stand. De gemeenteraad verliest een zeer bekwamen en talentvollen voorzitter. Ieder, die de samenstelling van onzen Raad kent, weet welk een moeilijke taak die van den voorzitter is, welk een uitgebreide kennis en scherpzinnigheid worden ver- eischt om de discussiën te leiden. Met het volste recht mag getuigd worden, dat die leiding aan geen bekwamer hand kon worden toevertrouwd. Uit piëteit voor den overledene, curator onzer universiteit, heeft het bestuur van de Leidsche stu- denton-tooneelv6reeniging de aangekondigde voor stelling uitgesteld. Het Leidsch studentenkorps heeft besloten den aanstaanden diës der universiteit (8 Fe bruari) om den dood van den burgemeester-curator ongevierd te laten. Gisternamiddag vergaderde de gemeenteraad in buitengewone zitting, waarbij de publieke tribune in de raadszaal dicht bezet was. De wethouder Juta en het oudste raadslid, de heer Driessen, spraken waardeerende woorden, aan den overleden burge meester en voorzitter van den Raad gewijd. Zij her innerden aan het voornaamste, datjonder zijne re geering werd tot stand gebracht, aan de oprichting van de Leidsche Duinwater-maatschappij, waarvan de overledene jaren lang president-commissaris was, aan de uitbreiding van de gasfabriek, het gymna sium, aan de oprichting van lagere scholen, aan het warme hart, dat hij het onderwijs in de gemeente toedroeg. Ei heerschte eene gedrukte stemming in den Raad, welke men anders te vergeefs zoekt. Besloten werd een brief van rouwbeklag aan de weduwe te zenden als antwoord op den van haar ontvangen brief, welke werd voorgelezen. Het dage- lijksch bestuur bood te voren reeds haar beklag van rouw aan. Onder het opschrift: »Verhooging van den prijs der beetwortelen", schrijft de voorzitter van den bond van beet wortel suikerfabri- kanten, de heer S. C. J. Heerma Van Voss in de N. R. Ct. Onder de vele, om geen ander woord te gebruiken, onjuiste berichten, welke betreffende het contrac teeren en den prijs der beetwortelen in de laatste dagen in de pers de ronde deden, verdient het be richt onder bovenstaand opschrift voorkomende in uw no. van 4 Febr., zij het niet eene e e r e- dan toch eene eerste plaatsstilzwijgen, op vele dier berichtjes, het beste antwoord, is thans niet meer geoorloofd. Naar men met zekerheid kon mededeelen, was gisteren te Rotterdam eene vergadering gehouden van beetwortelsuikerfabrikauten, teneinde, zwichtende voor den drang der landbouwers, den prijs der beetwortelen te verhoogen". Dit bericht is geheel uit de lucht gegrepen en verraadt al 1e duidelijk herkomst en doel; noch te j Rotterdam, noch elders is gisteren vergadering ge houden, veel minder toen of vroeger beraadslaagd over prijsverhooging, om de eenvoudige reden, dat er geen aanleiding voor bestond en het contracteeren zoo goed als afgeloopen is, (Steller dezes is bereid aan ieder, die er belang in zou stellen, te toonen 1100 hectaren geteekende contracten zijner firma ad tien gulden), met uitzondering der beperkte streek Mark en Vlietaldaar gaat het contracteeren steeds langzamer dan elders, doch worden dagelijks con tracten afgesloten, niet minder dan andere jaren. Kenschetsend voor den toestand aldaar, was het bericht uit Klundert van gisteren verworpen werden de voorstellen ♦a. om geen bieten te zaaien, b. om eene coöpe ratieve fabriek op te richtenaangenomen c. te ♦trachten een hoogeren prijs te bedingen." Dat alles bewijst beter dan een hoop groote woor den, hoe over den beetwortel prijs de landbouwer denkthet bewijst tevens, dat hij niet heeft ge luisterd naar de betoogen van sommige woordvoerders, en alleen zijn gezond verstand raadplegende, gaarne aannam eenen beetwortel prijs, die hem meer dan eenige andere vrucht, voor zijnen arbeid een rijk loon in uitzicht stelde. Hjj heeft begrepen, dat een verschil in prijs tusschen België en Nederland van circa drie gulden door de leer van vraag en aanbod niet mogelijk was en toonde beter te weten, dan de leiders dit schijnen, dat de beetwortelen in Neder land, boven den koopprijs nog drie gulden 61/2 franken extra onkosten eischen, aan scheepsvrachten, laad- en losloonen enz. Hij bemerkte bovendien, dat de Belgische fabrieken, welke in den beginne ook tien gulden in Nederland betaalden, zich spoedig terugtrokken, dewijl zij in eigen land goedkooper konden slagen; hij vernam waarschijnlijk het alge meen bekende feit, dat de Belgen thans aan de Nederlanders bij millioenen kilo's aanbieden de bieten welke zij in Nederland kochten. Voor d8n landbouwer is het dus blijkbaar onnoodig geweest, allerhande beweringen te ontzenuwentrou wens men zou dan ook wel dagwerk hebbenmaar niettemin is er éen punt, mijnheer d© redacteur, dat ik verplicht ben nog even toe te lichten, omdat dit door anderen, zelfs door een lid der Eerste Kam6r, au sérieux is genomen. Da fabrikauten zouden, op den landbouwer ver fhalen in den bietenprijs, wat de nieuwe accijnswet hun oplegt". Door eenen der schrijvers, dr. Bruinsma, is beweerd: »men rekent op 800 ton meer accijns- opbrengst; da fabrikanten contraoteeren 800 mil- ♦lioen kilogram beetwortelen tegen een gulden per 1000 kilo minder, beiden gelijk acht ton"; dat sluit als eene bus, en de toer is gemaakt. Maar de rekening wat nauwkeuriger nagaande, komt men tot geheel ander© uitkomsten. 50 millioen kilogram aanslag, als dit jaar gemaakt, vertegenwoordigt ca. 600 millioen kilo bieten tegen een gulden per 1000 kilo minder, ia f600,000, en 12 pet. verhooging op dien aanslag is 6 millioen kilo x 27 csnt accijns per kilo f 1,620,000, zoodat de fabrikanten nog voor hunne rekening houden het bagatel van meer dan een millioen gulden. Deze rekening is eenvoudig en kan niet weerlegd worden. De hoogere aanslag vertegenwoordigt dus op den bietenprijs een verschil van f 2,70 per 1000 kilo als immer beweerd. VaD de zijde der berichtgevers en woordvoerders, die meenden over don handel in bieten te kunnen medepraten, is steeds aangedrongen op samenwer king komaan, laat hen van samenwerking dan nu blijk geven, door, in plaats van te spreken van ver raderlijk" en verachtelijk", ridderlijk te erkennen, dat zij zich èn in het een èn in het ander hebben vergist. Zonder die vergissingen in het openbaar te erken nen, mag getwijfeld worden aan goede trouw". Uit Zieriksee schrijft men nader aan De Tele graaf omtrent het dezer dagen collectief aange vraagd ontslag van het burger 1 ij.k arm bestuur, dat dit besluit grootendeels zijn grond vindt in een rapport, eenige weken geleden door eene raadscommissie uitgebracht omtrent eene door het burgerlijk armbestuur voorgestelde wijziging der begrooting, waarbij ongeveer 2 mille boven het toegestane bedrag nog ter beschikking van dit be stuur zou worden gesteld. Die wijziging is wel door den Raad aangenomen, maar het 4 rapport was volgens sommigen minder vleiend voor het burgerlijk armbestuur, daar onver holen werd gezegd, dat dit bestuur veel meer de zuinigheid had moeten betrachten. Oadanks de aanprijzing van de bestaande Armen wet, door sommigen betracht, wint ook t« Zieriksee de meening void, dat de tegenwoordige regeling als gevolg van de bestaande wet in 't geheel ni6t deugt. In genoemd rapport van den Raad werd 0. a. de vraag gedaan: Plaatst het burgerlijk armbestuur, zijne uitgaven steeds vermeerderende, zich niet te dicht bij de kerkelijke liefdadigheid en worden de armen, als de kerk meent, dat haar fondsen ont breken, niet te gemakkelijk door het burgerlijk arm bestuur overgenomen en de kerk zoodoende van haren moreel-godsdienstigen bedeelingsplicht ont heven Nu schijnt de kerk te Zieriksee, in onderscheiden kerkgenootschappen verbrokkeld, niet te beseffen dat bedeeling haar plicht is. Zeer velen zelfs, in afwijking van des Gemeenteraads gevoelen, meenen dat be deeling, d. i. armverzorging, een zuiver moreele daad is en buiten den godsdienst om kan geschieden. Bij eene opmerking, die het U. D. zich ver oorloofde over het besluit der Neerbosch-com- missie om, totdat het rapport einde Februari verschijnen zal, geen enkele mededeeling te doen omtrent de resultaten van haar onderzoek, sluit zich aan eene opmerking van de Tijd over den prijs, waarvoor dit rapport in den handel zal worden ge bracht. Het komt dit blad verkeerd voor, dat een dergelijk stuk, welks verschijnen door zeer velen met zoo groote belangstelling wordt te gemoet ge zien, op die wijze wordt gehouden buiten het bereik van velen. De Neerbosch-commissie heeft noodzakelijk kosten gemaakt, maar er zal wel een ander middel kunnen worden gevonden om de kosten te dekken dan juist de uitgave van het rapport. Het was beter geweest den prijs zóó te stellen, dat de volle waarheid over Neerboseh, na zoo veel tijd door zooveel commissieleden met zooveel moeite uitgevorscht, overal had kunnen door dringen. Nu zullen er weinigen zijn, die van het rapport meer te weten komen, dan wat de couranten er in hare uittreksels van willen zeggen. Wellicht verbiedt nog de uitgever het overdrukken, want met eenigen ophef is het recht van uitgave door de commissie verkocht. Zoo blijft een groot deel van het publiek, en wel voornamelijk dat deel, waar de meest uitvoerige mededeelingen en meest krasse voorstellingen het diepst zijn doorgedrongen onbekend met de volle waarheid. Onware beschuldigingen blijven op die wijze onweerlegd bij hen, die er het spoedigst geloof aan hebben geslagen. Deze fout van de Neerbosch-commissie ljjkt ons inderdaad groot." In het Zondagsblad van de kleine Courant van Rot terdam komt een artikel voor van d9 hand des heeren S. B., waarin deze, na uitvoerig te hebben mede gedeeld, hoe het watermerk in de echte bankbiljetten wordt geperst, een raiddel aan geeft, 0111 zich te overtuigen of zich in een bank biljet al dan niet een watermerk bevindt. Men dompele het biljet in lauw warm water, hale het er weder uit en zie er dan doorheen. Het watermerk zal dan, juist omdat de plaats waar het staat dunner is dan wat er om heen ligt, zooveel helderder door het warme water zijn ge worden, dat het zonder eenige moeite en zeer duide lijk waarneembaar is. Gesteld nu eens, dat een vervalscher een kunst matig watermerk door inpersing in zijne valsche biljetten heeft aangebracht en dat men zulk een biljet aan de genoemde proef onderwerpt, dan zal het water, in plaats van het watermerk helderder te maken zooals bij een echt watermerk, omgekeerd werken en de plaats waar het papier door persing kunstmatig werd verdund, weder doen uitzetten en het kunstmatige watermerk doen verdwijnen, waar schijnlijk niet geheel en al, maar in elk geval min der helder, minder duidelijk doen worden. Bevindt zich in 't geheel geen watermerk in het vervalschte bankbiljet, dan wijst de proef ook dit uit. In verschillende Duitsche bladen wordt op de gunstige resultaten gewezen, wanneer bij het rei nigen der wasch een geringe hoeveelheid petro leum bij het water gevoegd wordt. Bijvoeging van soda en chloor is dan overbodigdit levert het groote voordeel op, dat het weefsel der stolfen niet wordt aangetast. Een der voorschriften luidt aldusBij een emmer water (ongeveer 20 liter) voegt men 250 gram fijn gesneden zeep en twee eetlepels petroleum en mengt goed dooreen. Dit mengsel giet men in den ketel, doet het te wasschen goed er bij en laat een half uur lang zaam koken (beter iets langer dan korter). Neemt men daarna de wasch uit den ketel, dan is zij vol komen gereinigd, wordt nogmaals in een slappe zeep oplossing gedaan en dan uitgespoeld en met blauwsel behandeld. Wj plaatsen dit bsiicht uiafc zonder oenigra tv ij Li,

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1894 | | pagina 1