1894 N°. 8.
Donderdag 18 Januari.
81s,e jaargang.
PUBLICATIE.
Rechtszaken.
Gemengde Berichten.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75.
Afzonderlijke nominers 5 centmet bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder
bjj alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
De prjjs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets.
Bfj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Intending van advertentiën voor oren op den dag der uitgave.
De burgemec9tei' van Goes, maakt bekend dat bij zijn
besluit van 16 Januari jongstleden, krachtens art. 5 der Wet
van 4 December 1872 (St bl. no 134), de onmiddellijke in
beslagneming en vernietiging door verbranding is bevolen van
onderstaande goederen, toebehoord hebbende aan J. C. VAN
DE WEERT, timmerman alhier, die alle in aanraking zijn
geweest met een van laatstgenoemde ten zijnen huize aan pokken
overleden kind, bestaande in
1 wiegenkleed
1 kinderbed met peluw
1 wollen en 1 sitsen dekentje;
10 wollen lappen, en
de lijfgoederen gedurende de ziekte door dat kind gebruikt
en gedragen.
Goes, den 17 Deeeuiber 1894.
J. G. d. W. HAMER.
GOES, 17 Januari 1894.
Wij vestigen nog gaarne even de aandacht op
de lezing van den beer J. Fransen Van de
Putte over la Débaclemorgenavond te 8 uren te
houden in de concertzaal der Sociëteit V. O. V. alhier.
Toen deze lezing gehouden werd in de debating
club bleek reeds, dat de heer V. d. Putte zijn on
derwerp op aangename, onderhoudende en zaakkun
dige wijze weet te behandelen. We twijfelen daarom
niet of hij zal op een talrijk publiek mogen rekenen,
te meer nu de órwZo-opbrengst ten bate komt van
een paar vereenigingen, wier doel het is de nooden
der armen te lenigen.
Gisteravond werd door de werklieden -
vereeniging E i g e n hulp" alhier de ge
wone driemaandeljjksche vergadering gehouden. Uit
het verslag bleek, dat gedurende het laatste kwar
taal van het vorige jaar was ontvangen f 157,33
en uitgegeven f 172,75, waaronder f160 aan uit-
keering wegens ziekte, welke som door twaalf per
sonen genoten werd.
Bij de verkiezing van vier bestuursleden, wegens
periodieke aftreding, werden drie der aftredenden
L. Glerum, J. De Keijzer en D. C. Seller bij accla
matie herbenoemd, terwijl in de plaats van J. Van
Oosten, die niet meer in aanmerking wenschte te
komen, werd gekozen A. Schrijver.
Ook de leden der commissie van toezicht op het
beheer der gelden, zijnde: P. L. Den Boer, O. Du
Bois en C. Touw, werden met groote meerderheid
herkozen.
Allen hebben, voor zoover zij tegenwoordig waren,
hunne benoeming aangenomen.
Uit het jaarverslag, dat op diezelfde vergadering
werd uitgebracht, bleek dat de ontvangsten gedu
rende het geheele jaar hadden bedragen f689,95,
de uitgaven f544,79, het kas-saldo op 31 Dec. 1892
bedroeg f 710,52 Va» zoodat op 31 Dec. 1893 in kas
was f 855,681/2. Aau 29 personen was in den loop
van het jaar uitkeering wegens ziekte verstrekt tot
een gezamenlijk bedrag van f488.
De vereeniging bestond bij het einde des jaars
uit 120 gewone leden, 20 buitengewone leden en
9 begunstigers.
Aan den boogleeraar dr. F. J. L. C r a e m e r
te Utrecht wordt gedurende een jaar opgedragen het
geven van onder wijs in de oude geschie
denis aan H. M. Koningin Wilhelmina.
Met dit onderricht zal spoedig een aanvang worden
gemaakt.
Uit Den Haag wordt aan de Zw. Crt. gemeld,
dat de Minister van Financiën met zijne wets-
voordracht tot herziening der per-
soneele belasting gereed is. De indiening
kan zeer spoedig worden verwacht.
Omtrent de beslissing over de kies
wet zegt de Haagsche correspondent der N. Gr. Ct.
Niemand kan nog voorspellen hoe het loopen zal.
Alles hangt van de wijzigingen af, die (naar mij
verzekerd wordt onmiddellijk na de begrootings-
campagne in de Eerste Kamer) vanwege de Regeering
in 't kiesrechtvoorstel zijn te wachten en die, naar
hetgeen ik vroeger al vernam en nader hoorde be
vestigen, voornamelijk bestaan zullen in een meer
afdoende regeling van de inschrijving in de bevol
kingsregisters als waarborg van continuiteit van
woning, naast 't laten vervallen van de schrijfproef
en naast de opheffing van 't verlies van kiesrecht
bij wanbetaling van belasting. Verder zullen de Regee-
rings-concessies niet gaan. Toch zullen door een
wijziging van redactie, zegt men, de grondwettige
bezwaren worden ondervangen; de splitsing der ken-
teekenen van geschiktheid en maatschappelijken wel
stand zal worden opgeheven en daardoor in leeftijd,
niet-bedeeling, inschrijving in de bevolkingsregisters
zoowel het een als het andere worden gezocht. In
hoever de gematigde liberalen en Katholieken door
deze schijn-concessiën zullen worden bevredigd, is
niet uit te maken. Maar dit weet ik wdl, dat een
der meest invloedrijke leden van de linkerzijde der
Kamer, dezer dagen over zijn vermoedens gepolst,
een bedenkelijk gezicht trok. »Het is al erg genoeg"
zei hij ongeveer »dat we door de lauwheid
van de liberalen het uitgebreid kiesrecht een jaar
later krijgen dan noodig is. Maar nu moet het ook
komen. Gaat de meerderheid niet met ons mede, dan
zal een nieuw optredend Kabinet dadelijk met een
ander voorstel moeten komen, dat zeker niets minder
kan geven. En gelukt ook dat niet, dan moeten
Kamer-ontbinding of Grondwetsherziening volgen.
Doch hoe ook in 1895 moet 't volk kiezen.
Over hetzelfde onderwerp schrijft men nog uit
's-Gravenhage aan de Zwolsche Ct.:
Voorts is het uitgelekt, dat een gewijzigd wets
ontwerp tot regeling der kiesbevoegdheid voor de
Tweede Kamer en voor de Provinciale Staten, met
bijbehoorende toelichting, eerlang bij den minister
raad in behaüdeling zal komen. In hoever sommige
der voorgestelde amendementen bij den minister van
binnenlandsche zaken in goede aarde zijn gevallen,
is mij onbekend.
Met de amendementen Van der Kaay c. s. en
Kolkman c. s., waarvan bij het onderzoek in de af-
deelingen weinig heel gebleven is, zal dit wel niet
het geval zijn. Even weinig kans bestaat er, dat het
wetsontwerp zal zijn omgewerkt naar de denkbeel
den, in het bekende Gwfe-artikel van prof. Gort van
der Linden ontwikkeld. Dat nieuwe stelsel van kies
recht komt juist een jaar te laat. Aan een extra
parlementair amendement bestond waarlijk geen be
hoefte meer, na alles wat in het afgeloopen jaar over
het kiesrecht geschreven, gesproken en gedacht is.
In welingelichte kringen bljjft men de aanneming
der kiesrecht-ontwerpen waarschijnlijk achten, wan
neer de regeering met hare gewijzigde redactie ge
lukkig slaagt en het wederoptreden van den oud-
minister De Savornin Lobman in de Tweede Kamer
aan de gunstige stemming van het meerendeel der
antirevolutionairen geen afbreuk doet. De jongste
berekening luidt, dat ongeveer 40 liberale leden der
regeering getrouw willen blijven. Voegt men daarbij
de anti-revolutionaire leden, die voor uitbreiding
der kiesbevoegdheid gestemd zijn, den heer Schaep-
man met enkele zijner vrienden en de beide radi
calen, zoo is de meerderheid verkregen.
Een wet, in de Tweede Kamer op dezen voet aan
genomen, kan zeker geen partijwet genoemd worden,
maar zal zij er minder om zijn? Het is juist een
der grootste verdiensten van het tegenwoordig Kabi
net, dat het niet als partij'-regeering is opgetreden.
Bij Kon. besluit is aan V. V. R. O. R. baron
Van Heemstra, met 1 Februari, op zijn verzoek,
eervol ontslag verleend als burgemeester van Brielle.
De Min. van Oorlog heeft bepaald, dat de
eerste oefeningstijd voor de miliciens
der lichting 1894, wordt verminderd tot op
vijf maanden voor de bij de inf. of bij de vesting-
art. ingedeelde lotelingen, indien zij vóór hunne in
lijving door vrijwillige oefening in den wapenhandel
voldoende practische en theoretische militaire kennis
hebben verkregen, binnen drie maanden werkelijken
diensttijd tot milicien-korporaal worden aangesteld,
en daarna blijken geven van bruikbare korporaals
te zjjn.
De opbrengst der Rijkamiddelen
(hoofdsom en opcenten) over de maand Dec. 1893
bedroeg f9,991,776,401/2» tegen f 10,438,749,38 in
dezelfde maand van 1892.
De opbrengst over de twaalf maanden van 1893
bedroeg f 114,876,829,021/2, tegen f 119,473,531,95 i/s
over de twaalf maanden van 1892.
Uit goede bron kan het Vaderland raeedeelen,
dat de op te richten Rijks-Tuinbouwschool
te Apeldoorn zal worden gevestigd.
Aan een brief, uit Kotta Radja aan de
Javahode geschreven, ontleenen wij het volgende:
»Gaan we nu eens na wat de thans sedert vier
maanden gevolgde politiek heeft opgeleverd, dan
krijgen wij als resultaatgroote en ongekende veilig
heid binnen de linie, voldoende veiligheid binnen
de uiterste postenketen, steeds verder terrein winnen
zonder dat dit ons groote verliezen berokkende.
Nog geen der onheilsprofeten zag ik op zijne opinie
terugkomen, maar laat mij hier verklaren, dat de
genen, die hier van dichtbij de gebeurtenissen aan
dachtig gadeslaan, meer en meer tot de overtuiging
komen, dat thans meer wordt gewonnen dan in de
acht jaren, die wij in onze geconcentreerde linie in
rustige rust doorbrachten.
Toekoe Djohan, alias Toekoe Oemar, heeft getoond
voor tacticus in de wieg te zijn gelegd, en aangezien
hij allen mogeljjken tijd heeft, kan hij met weinig
verliezen zijn doel bereiken. Hij laat er maar op los
poften tot de kwaadwilligen van zelf hunne stellingen
ontruimen. Ook onze manier van vechten heeft hij
eens beproefd door de kampong Lambari stormender
hand te nemen. Dit kostte hem echter twee dooden
en negen gewonden, over welk feit hij niet gesticht
was, en hij moet zich dan ook voorgenomen hebben
het bij deze éóne proef te laten".
Toekoe Djohan schijnt weinig ingenomen met onze
Coehoorn-morti6renbij zijn ageeren vraagt hij den
steun onzer stalen bergstukken. De ondoelmatigheid
en gevaarlijkheid der mortieren blijken telkens
Sprong bij eene vorige gelegenheid al een granaat
in den vuurmond, laatst werd een granaat, die tegen
eenen klapperboom stootte (men vuurde onder hooge
elevatie) teruggeworpen in de batterij vlak naast
een mortier. Een te rechter tijd uitgesproken »Berg
je" van den luitenant De Bruïne deed allen zich
plat op den grond werpen. Onmiddellijk daarop
volgde een knal, de kluiten aarde vlogen rond,
maar gelukkig werd niemand gedeerd".
De brief vermeldt nog eenige staaltjes van het
korte recht, dat Toekoe Djohan met ontrouwe of
ongehoorzame volgers maakt. De straf des doods
volgt onmiddellijk.
Oost-Indië. Gesteld: ter beschikking van den
algemeenen secretaris, de ambtenaar op wachtgeld
W. P. D. De Wolff van Wester rode, laat
stelijk secretaris der residentie Pekalongan; ter be
schikking van den directeur van binnenlandsch be
stuur, om werkzaam te worden gesteld bij hetbin-
nenlandsch bestuur, de ambtenaren voor den burger
lijken dienst P. W. Jonquière en A. G. H.
Van S1 uij s.
Kerkelijke 2aken ea Onderwijs.
Waarde. Onder nadere goedkeuring van Ged.
Staten van Zeeland beeft het .gemeentebestuur de
jaarwedde van den heer M. Yan Weele, onderwijzer
alhier, van f 500 op f 550 gebracht, terwijl die het
volgende jaar tot f 600 zal worden verhoogd.
Waren alle gemeentebesturen even voorzichtig,
dan zou zeker het gedurig verwisselen van hulp
personeel aan de scholen een einde nemen.
Voor de rechtbank te Middelburg stond gisteren
terecht J. K. Van der Veer, redacteur-uitgever van
het socialistisch weekblad De Toekomst aldaar, be
schuldigd van in een artikel in dat blad de eer en den
goeden naam van den heer W. A. graaf van Lijnden,
lid van Ged. Staten van Zeeland, en diens overleden
broeder te hebben aangerand. Tegen den bekl. werd
6 maanden gevangenisstraf geëischt.
Als curiositeit deelt men mede, dat een brief,
welke 18 Sept. 1893 uit Goes aan een inwoner te
Vlissingen wa3 afgezonden, eerst 15 Januari aan
den geadresseerde werd besteld.
De brief had gedurende die vier maanden een
reisje gemaakt naar de Vereenigde Staten van
Noord-Amerika, waar zij op verschillende plaatsen
was afgestempeld.
Te Ter-Neuzen is Zaterdagnacht, bij het aan
boord gaan op het Engelsche stoomschip River Lagan,
aan de loskade aldaar liggende, de stuurman van het
Belgische stoomschip Londres in het kanaal gevallen
en onder het ijs geraakt. Na korten tijd zoekens,
werd hij bovengehaald, doch hij was reeds overleden.
Ook een fiessclientrekker 1 Te Dokkum zaten op
den laatsten marktdag eenige personen in eene her
berg om de kachel, toen een hunner een briefje
ontdekte op den grond, hetwelk oogensckijnlijk een
muntbiljet was van 50 gld., doch waarvan het rond-
zittsnd gezelschap eenstemmig verklaarde, dat het
valsch moest zijn. Daarop werd het in de kachel
geworpen. Eenige oogenblikken later trad een koop
man uit Kolwerd, die een poosje te voren de tapperij
had verlaten, weder binnen en vroeg of men daar
ook gevonden had een muntbiljet van 50 gld. het
welk hij had verloren.
Natuurlijk maakte dat sensatie
Terwijl nu de koopman beweert, dat men zijn
briefje van 50 gld. heeft gevonden en verbrand, blijft
de persoon, die het in de kachel heeft geworpen,
beweren, dat het valsch was.
Er moest eene aan een Leidschen ingezetene
toebehoorende schuit gelost worden, waarmede nog
al eenige tijd gemoeid zou zijn. Zes personen, die
niets te doen hadden, werden daartoe opgezocht en
gevonden.
Toen zij ter bestemder plaatse kwamen, werd hun
15 cents arbeidsloon per uur geboden, maar
zjj verklaarden het voor niet minder dan 22 cents
te willen doen.
De ruim 60jarige tuinman v. M. te Utrecht
werd Vrijdagavond het slachtoffer van een slimmen
dief. Weinige oogenblikken nadat hij van zjjn werk
was thuis gekomen, ontving hij een boodschap vau
den heer D. met verzoek om even bij dezen te willen
komen, aangezien hij hem over eenig werk wilde
spreken. Recht in zijn schik weder eenigen arbeid
in het vooruitzicht te hebben, spoedde hij zich naar
het opgegeven adres, waar hij evenwel tot zijne
teleurstelling vernam, dat men daar van niets wist
en men hem daB had bedrogen. Met welk doel men
dit had gedaan, bleek weldra toen hij thuis komende
het beneden-raam zijner woning open vond en hij
bij onderzoek tot de ontdekking kwam, dat rnen
tijdens zijne afwezigheid, een boven de bedstede aan
wezig kastje had opengebroken en daaruit zijn spaar
penningen (ruim f75) had ontvreemd.
De boodschapper, die vermoedelijk ook de dief
wel zal zijn, werd tot heden nog niet gevonden.
De nacht van Zaterdag op Zondag, schrijft het
Dhad weer zooveel vorst gebracht, dat al op
het ij8 staande waterplassen bevroren waren en de
baan weer goed berijdbaar scheen.
Althans reeds voor twaalven waren op vele onzer
singels tal van schaatsenrijders, meestal jongelieden,
bezig zich te vermaken. Na koffiedrinken" nam
dit getal toe en om de batterijen begon zich toen
zelfs een vrij talrijke menigte te bewegen, die naar
mate het uur vorderde nog vermeerderde.
Daar waren ook baanvegers, doch over het geheel
waren er maar weinig dames, die de bestaande of
denkbeeldige gevaren van het ijs hadden durven
trotseeren. Schoon- en kunstrijders voerden er hunne
dikwijls verbazende toeren uit en trokken de be
wondering der vele wandelaars, die echter reeds lang
voor het schemeruur weder stadwaarts togen, zoo
dat ook weldra de ijsbaan geheel verlaten was.
Dat het ijs, zoo niet direct gevaar, dan toch hier
en daar nog al onaangenaamheden in zijn x>schoot"
verborgen hield bleek onder anderen toen op een
der singels eene ruwe krijgsheld met haar, die hij
had uitverkoren om zjjn gevaarvol leven met hem
te deelen, een wandelritje zou gaan maken.
Zij lichtte bedeesd haar rok een eindje op en stak
haar voetje naar voren. Hij knielde voor haaj; neer
op het koude ijs en of op dat oogenblik
zachtere aandoeningen in zijne borst opwelden, is
een psychologisch raadsel, maar hij greep het voetje
aan, zette het op de schaats en rukte met zooveel
onbesuisde kracht aan de schaatsenband, afsof hij
de buikriem van zijns paards zadel aanhaalde. Daar
tegen was het meisje niet bestand. Haar voet gleed
uit en zij viel door de bovenste laag ijs en bleef,
daar tusschen geklemd, gillend in een waterplas
zitten. De krijgsheld was met zijn knie door het
ijs gezakt en kon ook niet spoedig overeind komen,
zoodat eenige voorbijrijdende personen hunne hulp
moesten verleenen. De juffrouw was echter vrij
spoedig uit hare afkoelende positie bevrijd en toen
zij eenmaal weer op de beenen stond en de schaatsen
in de hand had, sloeg zij met dezen naar den veld
artillerist, die haar op den wal wilde helpen, en liet
hem verre achter zich.
»Dat huwelijk is uit, stukkerijder", riep een van
de schaatsenrijders. »'t Is dan ook een heele teleur
stelling voor een meisje, als je met je vrijer uit
gaat en je wordt dan in het koude water gezet
De landbouwer K. te Stuivezand onder Ooster
hout (N.-Br.) had verleden zomer geweigerd zijne
tienden aan het rijk aftestaan en werd deswege
beboet.
Daar hij ook de boeten niet betaalde, werd dezer
dagen door den deurwaarder aldaar op zijne have
beslag gelegd, waarvan verleden week de gerechtelijke
verkoop zou plaats hebben. Eene groote menigte,
wel 4 a 500 personen, was getuige van dezen ver
koop. Door bezoekers was besloten op al hetgeen
onder den hamer zou worden gebracht geen enkel
bod te doen, uitgezonderd een zwager van K.een
ieder die biervan zou afwijken, werd met slagen als
anderszins bedreigd.
In het geheel bracht deze verkoop op de somma
van f 28.50, 0. a. werd een paard verkocht voor
f 0.75, eene koe voor 1.en een vet varken
voor f 0.10
De aanwezige marechaussees en politieagenten wa
ren niet bjj machte de menigte in bedwang te hou
den zoodra de deurwaarder iets ten verkoop aan
bood, werd een leven gemaakt, dat hooren en zien
verging. Dank aan den reeds vroegen afloop der
verkooping is het tot geen gewelddadigheden gekomen.
Nu en dan werd met een steen naar de marechaus-
sée gegooid. Zelfs de deurwaarder, die geëscorteerd
door de politie huiswaarts keerde, werd nog een
eindweags door eene tierende en zingende volks
menigte die voortdurend met steenen wierp, ach
tervolgd.