1893 Nu. 154 Zaterdag 30 December. 8Qstc jaargang. Nieuwjaarswenschen SECRETARIE Hoofdelijken Omslag De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrij dagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bij de beeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders. De pry's der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelgks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Sneendinf; van advertentie» vóór S uren op den dag der uitgave. voor liet nommer van aanstaandeii Maan dag, dat des morgens in plaats van des avonds zal worden verzonden, kunnen tegen den ge.vonen prijs van 35 ets. (voor hoogstens acht regels) geplaatst worden. Inzending uiterlijk tot Zaterdagavond. De Administratie. Wegens liet Nieuwjaarsfeest zal op MAANDAG 1 Jauuari 189-1 de der gemeente alleen geopend zijn des voormiddaga van elf tot twaalf uren, voor aangiften in zake den Eurgelijken Stand. Goes, den 29 December 1893. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. d. W. HAMER. De Secretaris, HAETMA N. Het tweede suppletoir kohier van den voor 1893 zooals het door den gemeenteraad in zijne verga dering vau 14 Deeember 1893 werd \astgesteld, is door Gede puteerde Staten vau Zeeland, bij hun besluit vau 22 December 1S93 no. 46 goedgekeurd, cn op heden aan deu ontvanger ter invordering uitgereikt, welk kohier, in afschrift, gedurende vijf maanden ter secretarie voor een ieder ter leziug zal liggen, kunnende binnen drie maanden na de dagteekeuir.g der aan slagbiljetten bezwaren tegen deu aanslag, op ongezegeld papier, bij deu geweeuteraad worden ingebracht Goes, den 28 December 1893. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. d. W. HAMER. De Secretaris, HARTMAN. 18 9 3. Wanneer we bij bet einde des jaars weder een blik achter ons slaan, en daarbij ons de vraag op de lippen wordt gelegd Wachter wat is er van den nacht dan schijnt ons de beantwoording dier vraag in sommige opzichten niet zeer moeielijk. Zeer zeker kan zij althans kort zijn, want over het algemeen zijn de toestanden in de maatschappij niet veranderd. Ook in 1893 hadden gelukkig geene we reldschokkende gebeurtenissen plaats en vlood bet leven kalm daarheen. Het spreekt wel vanzelf, dat wij hierbij niet bet oog hebben op bet particuliere leven van bet indi vidu, maar op onze publieke samenlevingen al noemen we dat leven in 1893 kalm, we willen daarmede niet gezegd hebben, dat bet ook vreed zaam en gelukkig was. Immers, al vallen er, voor zooveel Nederland betreft, gelukkig tot nu toe dezen winter niet zulke oproerige tooneelen voor als ten vorigen jare in bet noorden des lands, we gelooven te mogen verklaren, dat de ellende daarom niet minder groot is. Allerwege wordt groote armoede geleden, ten spijt van de openbare en geheime lief dadigheid, ten spijt van allerlei vereenigingen tot verschaffing van arbeid, ten spijt van het edel pogen van zoo velen, om langs allerlei weg de ellende te verzachten. Die toenemende noodlijdendheid is een steeds grooter omvang aannemende internationale ramp, die niet te keeren schijnt, en waartegen toch een redmiddel moet gevonden worden, omdat de toestanden, zooals ze thans zijn, niet kunnen blijven. In kleine plaatsen als de onze, waar de armoede niet zooveel personen treft, waar men elkander meer persoonlijk kent en waar zelfs de armelijkste woningen nog altijd eene tamelijke buisvesting bieden, is er voor particulieren en liefdadigheidsinstellingen nog be ginnen aan om den nood te lenigen. Maar in de groote steden des lands, waar de werkloozen bjj duizenden te tellen zijn, waar in schier onbewoon bare krotten soms talrijke gezinnen zijn gehuisvest, waar ziekte, onreinheid en onzedelijkheid de onver mijdelijke gevolgen van den allertreurigsten toestand zijn, daar staat men machteloos tegenover den nood, waarvan men zelfs niet den vollen omvang kan leeren kennen. Daar zijn andere, meer ingrijpende maatregelen noodig, maatregelen, die slechts van booger band kunnen worden genomen, nadat, zooals dit in een ordelijken staat past, de wet daartoe de bevoegdheid zal hebben verleend. Daarom is bet te betreuren, dat ook 1893 wöer moest voorbijgaan, zonder dat van krachtige her vormingen op het gebied der sociale wetgeving voor ons land sprake kon zijn. Het kan nu als vast staande beschouwd worden, dat die taak voor eene op breederen grondslag gekozen Kamer is weggelegd. Moge, wanneer zij eenmaal de banden aan den ar beid slaat, bet baar gegeven zijn afdoende middelen te vinden om de maatschappelijke wanverhoudingen weg te nemen. Maar die op breederen grondslag gekozen Kamer is er nog niet en zelfs de hoop, die we bij den aanvang van 1893 uitspraken, dat nl. dat jaar Nederland eene nieuwe kieswet zou brengen, is niet verwezenlijkt. De regeering heeft in dezen baren plicht gedaan, bare belofte vervuld. Zij beeft bare kiesreebtontwerpen met spoed ingediend, maar de Tweede Kamer beeft bet in bet afgeloopen jaar bij de algemeene beschouwingen gelaten, en zichzelf tot verdaging van den verderen arbeid op dit gebied gedwongen, door bet voorstellen van tal van amen dementen, waaronder sommige van zoo ingrijpenden aard, dat een nieuw sectie-onderzoek noodzakelijk werd geacht. Het is voor de liberale partij geene opwekkende gedachte, dat de voornaamste stoornis uit bare ge lederen kwam. We hebben indertijd onomwonden getoond, dat wij niet kunnen medegaan met ben, die thans zooveel mogelijk willen remmen, waar de regeering toont vooruit te willen. Wij achten dit in strijd èn met het program der liberale Unie, waarop de leden der linkerzijde zijn gekozen, èn met den geest des tijds, die eene zoo uitgebreid mogelijke deelneming van het volk aan de publieke zaak, een zoo groot mogelijken invloed van bet volk op de volksvertegenwoordiging eisebt. We zullen er in dit jaaroverzicht niet meer over zeggen, maar wel durven we voorspellen, dat de nieuwe kieswet eene ganscb andere partijverhouding in de Kamer zal in bet leven roepen, waardoor zij, die »in democratische richting" wenscben te sturen, onverschillig tot welke partij zij bebooren, zullen samenwerken om den reuzenarbeid van de sociale wetgeving ter band te nemen. Maar juist daarom achten wij het gelukkig, dat, alvorens die nieuwe partijverhouding is geschapen, de minister van Financiën zijne ontwerpen heeft ingediend en tot wet beeft zien verhellen. Aan hem is bet te danken, dat der liberale partij nooit de eer kan betwist worden eene betere regeling van 's Rijks belastingstelsel te hebben in bet leven ge roepen. Moge het den beer Pierson, dien wij, inst allen eerbied voor de werkkracht zijner ambtgenoo- ten, wel de meest productieve ministriëele kracht uit bet huidige kabinet durven noemen, ook nog gegeven zijn, het reeds ingediende ontwerp tot her ziening der grondbelasting, en zijn aangekondigd ontwerp tot wijziging van bet personeel, te zien be handeld en aangenomen. Over bet algemeen was 1893 op parlementair ge bied een jaar van groote werkzaamheid. Regeering en volksvertegenwoordiging hebben alles gedaan wat in bare macht was om het afgeloopen jaar zoo vruchtdragend mogelijk te maken, en elk departe ment beeft naar bebooren zijn deel geleverd van nuttige, aan billijk te stellen eiscben voldoende ont werpen. Daarom zal die jaarkring ook in vele op zichten in de geschiedenis der wetgevende macht eene belangrijke plaats innemen, en de Handelin gen" van 1892—93 zullen niet in het vergeetboek geraken, hoezeer de beer De Beaufort van Amster dam dit ook zou wenscben ter wille van de liberale partij, welker verdeeldheid bij zou willen verbergen voor het oog der komende geslachten. Maar juist uit deze Handelingen" en die der komende jaren zal bet nageslacht, naar wij hopen, kunnen zien boe in de groote liberale partij in Nederland het vooruit strevend element in en buiten de Kamer de meer derheid vormde, die metterdaad toont een open oog te hebben voor de volkswenscben, de volksbehoeften en de eiscben des tijds, welke krachtige hervormin gen vragen, in stede van halve maatregelen. Yoor onze provincie ging bet jaar, dat achter ons ligt, zonder groote gebeurtenissen voorbij. De langdurige droogte in den zomer oefende geen gun- stigen invloed uit op den hooibouw, zoodat gebrek aan veevoeder zich schier overal in ons gewest doet gevoelen, en volgens de laatste berichten zal wel licht in 1894 de suikerbietenteelt mede de nadeelen ondervinden van den drogen zomer van 1893. Daar entegen baalde men den oogst ditmaal bijzonder vroeg binnen, welke arbeid door gunstig weder werd gebaat. Uit een gezondheidsoogpunt evenwel was bet af geloopen jaar, in bet bijzonder voor ons gedeelte der provincie, wel zeer ongunstig. De mazelen heerschten in tal van gemeenten en nog blijven zij zich bier en daar vertoonen. In Hansweerd eischte de cholera verscheidene offers, terwijl ook te We- meldinge zich deze ziekte bij éen persoon open baarde. In onze stad en in Middelburg kwamen enkele poklijders voor, waarvan er hierterstede éene overleed. Nog deden zich in enkele plaatsen gevallen voor van diphterithis, typbeuse koortsen en rood vonk, terwijl de influenza ook dezen winter weêr bonderden aantastte en verscheidenen aan bunnen kring voor altijd ontrukte. Voorwaar, in dat opzicht is 1893 voor velen een recht treurig jaar geweest. Onze gemeente bracht de nu teneinde gekomen jaarkring datgene, wat haar reeds vóór den aanvang daarvan zoo half-en-half was voorgespiegeldeen laudbouw-wintercursus en een proefstation. Voor eene kleine plaats als de onze zijn dergelijke in richtingen, al brengen ze niet zoo heel veel vertier, eene gelukkige aanwinst en daarom zijn ze met blijdschap begroet. Overigens bleef de toestand der gemeente vrijwel stationair en valt uit hare ge schiedenis alleen nog te releveeren, dat bet nieuwe Sas in 1893 werd voltooid en aan de gemeente opgeleverd. In onzen stedelijken Raad kwam slechts éene wijzi ging door het vertrek naar Middelburg van den heer D. Hildernisse, in wien zoowel de gemeenteraad als vele andere colleges een zeer ijverig en werkzaam lid verloren. In zijne plaats werd de beer W. N. G. Coenen gekozen, zoodat de liberale partij hare meer derheid in den Raad behield, die bij de periodieke verkiezing in den afgeloopen zomer door de kiezers nader werd bevestigd. Ook in het college van dagelijksch bestuur kwam geene verandering, al wendde ook de minderheid daartoe eene poging aan. Maar al kwam in 189S in ons dagelijksch bestuur geene wijziging, de eerste dag des nieuwen jaacs zal die, belaas wel brengen. De beer Ochtman toch beeft, met ingang van 1 Januari, zijn ontslag ge nomen als wethouder en daarmede eene plaats open gesteld, die niet gemakkelijk zal te vervullen zijn. We hopen, afgescheiden van iedere partij-quaestie, dat onze Raad ter zijner vervanging eene keuze zal doen, waarbij bij naar zijne baste overtuiging en in Verband met de omstandigheden uitsluitend bet be lang der gemeente op bet oog beeft. We hebben thans, afgescheiden van de langere lijst van gestorven eminente personen, die we in een vol gend nommer hopen te geven, nog te gewagen van bet overlijden van mr. Keuchenius, onzen afgevaardigde ter Tweede Kamer. Zijn afsterven, zijn geduldig lijden, en de getuigenissen over hem bij zijn graf en in de dagbladen gegeven, liggen allen nog te verscb in het geheugen om daarop thans weder terug te komen. Genoeg zij bet te herbalen, dat bij was een eminent man, die veel gewerkt beeft ten bate van vorst en vaderland. Met hem wenscben we te berdenken mr. Snouck Hurgronje en mr. Lantsbeer, beiden lid van onze provinciale vertegenwoordiging, eerstgenoemde tevens lid van Gedeputeerde Staten, die beiden, ieder in zijn werkkring, hunne beste krachten aan de belangen der provincie hebben gewijd, terwijl zij tevens in tal van andere betrekkingen nuttig werkzaam zijn geweest. En hiermede hebben we onze jaarlijks wederkee- rende taakeen kort overzicht te geven van de belangrijkste feiten in den verloopen jaarkring voor gevallen, weder ten einde gebracht. We herhalen, dat die jaarkring, al bracht bij ons niet uitsluitend vreugde en voorspoed in algemeenen zin, vrij kalm daar been ging en we hopen, dat ieder voor zich overtuigd moge zijn gedaan te hebben wat zijne hand vond te doen. Dan kan men rustig den blik achterwaarts werpen. GOES, 29 December 1893. »Van liberale zijde worden in bet district Goes als candidaten genoGmd de beeren: Heyse, lid van Gedeputeerden in Zeeland en jhr. Six, oud- Minister van Binnenlandsche Zaken, en thans lid der Eerste Kamer." Aldus schrijft de Standaard, 't Is zeker nog al kras, dat bet hoofdorgaan der anti-revolutionaire partij niet weet, dat jhr. Six vervangen is door jhr. Godin De Beaufort. Men meldt uit Goes aau De Tijd: Wordt in alle couranten jhr. De Savornin Lobman als aanstaand Kamerlid voor ons district gedood verfd, in tegenspraak hiermee kan ik u mededeelen, dat men te Goes zelf er druk over spreekt om den beer M. De Jonge (a.-r.) caudidaat te stellen. Nagenoeg alle katholieken alhier kunnen zich met deze candidatuur vereenigen, zoodat de beer De Jonge, indien hij van anti-revolutionaire zijde gesteld wordt, groote kans van slagen zal hebbsn. Door de anti-revolutionnaire kiesvereeniging op het eiland Tolen is als voorloopig candidaat voor lid van de Tweede Kamer gekozen jhr. mr. A. F. De Savornin Lobman. Bij Kon. besl. van 28 dezer is bepaald dat de stembriefjes ter verk:ezing van eau lid der Tweede Kamer van de Staten-Generaal in het hoofdkiesdistrict Goes op Dinsdag 9 Ja nuari en, in geval van herstemming, op Dinsdag 23 Januari e. k. in te leveren, zullen geopend worden respectievelijk op Donderdag 11 en 25 Januari. (St.-CtJ Met genoegen kunnen wij 'mededeelen, dat de n.ieuwjaarsbedeeling van brood en spek, dank zij der ingekomen nagiften, waaronder eene belangrijke van een voormalig stadgenoot, op aan staanden Maandag op onbekrompen wijze kan plaats hebben. Bij beschikking van den minister van binnen landsche zaken is met ingang van 1 Februari 1894, benoemd tot assistent aan bet rijkslandbouwproef station te Wageningen, L. Schaap, met toe kenning van eervol ontslag als assistent aan het rijkslandbouwproefstation te Goes. Tot nu toe bestond hier te lande de gewoonte deu herijk der maten en gewichten jaar lijks te doen plaats hebben. Op grond der ervaring a ;kt de minister van waterstaat, zulk eene veelvul dige herhaling der berijkbewerking ter bereiking van het doel der ijkwet niet noodig. Met een her nieuwd onderzoek der maten en gewichten om de twee jaar kan z. i. worden volstaan. De ijkplichtigen, om bet ander© jaar ontheven van den last dien de herijk hun oplegt, zullen z. i. door deze verandering zeer worden gebaat. Daarom is bepaald, dat de eerstvolgende herijk- peviod© over de jaren 1894 en 1895 zal loopen, en wel van 1 Januari 1894 tot 1 September 1895, ter wijl aan Ged. Staten blijft overgelaten de tijdstippen te bepalen, waarop binnen dat tijdvak de herijk voor elke gemeente der provincie zal plaats hebben. In bet belang van den geregelden gang van den ijkdienst oordeelt de minister het wenschelijk, dat daarbij de gemeenten in eiken ijkkring in groepen verdeeld worden, waarin onderscheidenlijk voortaan de herijk zal plaats hebben in bet eerste en in bet tweede jaar van elke berijkperiode. Het komt hem eindelijk van belang voor o. a. er de belanghebbenden in bet bijzonder op te wijzen, dat de maten en gewichten, op gevaar van straf, voorzien moeten blijven van de vereischte stem- pelmerkendat dus bet laatst geplaatste goedkeu- ringsmerk voortaan gedurende twee jaren ongeschon den moet worden bewaard. Tengevolge van bet bovenstaande is door Ged. Staten van Zeeland een besluit genomen, waaruit blijkt, dat in 1894 voor Zuid-Beveland en Staats- Vlaanderen geen herijk zal gehouden worden. Te Kortgene zal bij in 1894 plaatshebben op 22 Meite Wissekerke, 23 en 24 Meite Kolijns- plaat, ook voor Kats, 25 en 26 Meite Stavenisse, 16 Juli en 17 Juli des voor middagste St. Anna- laud, 17 Juli des namiddags en 18 Juli; te St. Philipsland, 19 Juli; te Oud-Vosmeer, 20 Juli; te Tolen, 21 en 23 Juli; te Poortvliet, 24 Juli; te Scberpenisse, 25 Juli; te St. Maartensdijk, 26 en 27 Juli. Bij Kon. besluit van 28 dezer is, met ingang van 1 Jan., aan mr. J. Van der Lek de Clercq, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als school opziener in bet arrondissement Middelburg. Molijnsplaat. In de Woensdag 11. alhier ge houden Nutsvergadering van bet departement »N o o r d - B e v e 1 a n d" was ingekomen een ver zoek van de afdeeling Noord-Beveland" der ver- eeniging volksonderwijs, om eene subsidie, teneinde daardoor bet geregeld schoolbezoek te bevorderen. Met algemeene stemmen werd bet verzoek inge willigd en da subsidie op 30 gulden bepaald. In de vergadering met dames deelde de voorzit ter, de beer W. F. J. Wagtbo, mede, dat de aan gewezen spreker van dien avond, de heer J. Z. Risch, van Scberpenisse, telegrafisch bericht gezon den bad door bet niet varen der Middelb. boot in zijn voornemen verhinderd te zijn geworden. Dit verlies werd door een vijftal voordrachten van ver schillende leden zooveel mogelijk vergoed. De N i e u w j a a r s-c o 1 lecte beeft te Ka- pelle opgebracht f 195 plus 180 liter tarwe, ter wijl nog een kas-saldo van bet vorige jaar aanwezig was van 5,20, en nog een paar giften worden ingewacht. Te Hloeting^e bracht eene dergelijke collecte f 385,24 op, zijnde ruim f 10 meer dan bet vorige jaar; te Heinkenszand bedroeg zij f 237. Uit Rilland, in Colorado, meldt men thans aan de Standaarddat de Nederlandsche kolo nisten vandaar vertrokken zijn. De eerste groep vertrok den 16den dezer; een pair dagen later vertrokken de overigen, terwijl

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1893 | | pagina 1