1893 N". 153, Dondordau 28 December. 80ste jaargang. Nieuwjaarswensehen NATIONALE MILITIE De MILITIERAAD UIT DEELING Kleinhandel in Sterkedrank GÖESCIE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen on Advertentiën voor dit blad aangenomen bij de hoeren Nijgh Van Ditmui te Botterdam en verder bp alle Boekverkoopers en Brie vengaai ders. COURANT. Do prijs der gewone advert6ntiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Inzending van advertentiën voor 8 uren op den dag der uitgave. voor het nommer van aanstaanden Maan dag, dat des morgens in plaats van des avonds zal worden verzonden, kunnen tegen den gewonen prijs van 35 ets. (voor hoogstens acht regels) geplaatst worden. Inzending uiterlijk tot a. s. Zaterdag avond. De Administratie. Voor de tweede maal wordt bekend gemaakt, dat zich in de maand Januari van 1894 voor den dienst dar moeten laten inschrijven alle mannelijke ingezetenen, die ge boren zijn in 1875 en zij, die na het intreden vau hun 19e, doch voor het volbrengen van hun 20e levensjaar ingezetenen wordeu dat de inschrijving moet gpschieden le van een ongehuwde in de gemeente, waar de vader, of, is deze overleden, de moeder, of, zijn beiden overleden, de voogd woont 2e. van een gehnwde en van een weduwnaar in de ge meente, waar hij woont; 3e. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door deze is achtergelaten of wiens voogd buiten 's lands ge vestigd is, in de gemeente, waar hij woont; 4e. van den buiten 's lands wonenden zoon van een Neder lander, die ter zake van 's lands dienst in een vreemd land woont, in de gemeente, waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond h»eft dat de inschrijving alhier plaats heeftop eiken werkdag tusscheu des voorraiddags 9 en des namiddags 2 uren ter Secretarie der gemeente dat de aangilte m >et geschieden door den belanghebbende zeiven en bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis, door zijnen vader, of is deze overleden, zijne moeder, ofziju beiden overleden, zijn voogd; dat niet worden ingeschreven lo. de in een vreerad rijk achtergebleven zoon van een ingezetene, die geen Nederlander is 2o. de in een vreemd rijk verblijf houdende ouderlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezetene; 8o. de zoon van een Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in 's rijks overzeesche bezittingen of koloniën woont Goes, den 23 December 1893. Burgemeester eu Wethoudjrs van Goes, J. G. d. NV. HAMER. De Secretaris, H A R T M A N. zal voor deze gemeente zijne tweede zitting houden op "W OENS DAG den 10 JaNUARI 1894 des morgens te 10 uren, in de Adbij te Middelburg, in welke zittiug uitspraak zal worden gedaan omtrent hen, die als plaatsvervanger of nommerverwisselaar verlangen op te treden. De loteling, omtrent wien de militieraad in zijne eerste zitting reeds uitspraak heeft gedaan, behoeft niet in de tweede zitting te verschijuen, t-<n ware hij daariu een plaatsvervanger of nommerverwisselaar mocht willen stellen. Voorts zal op den 24 Januari ter zelfder ure eu plaatse, gelegeuheid worden gegeven voor al de lotelingenwier plaatsvervangers of nommerverwisselaars niet mochten zijn toegelaten, om als zij dit verlangen mochten, anderen in hunne plaats aan te bieden. Goes, den 23 December 1893. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. d. W. HAMER. De Secretaris, HARTMAN. De Nieuwjaars-commissie, daartoe in staat gesteld door de bijdragen der ingezetenen, zal op MAANDAG 1 Januari 1894 des middags te lö1/» uren in het Weeshuis eene doen van eetwaren aan de armen dezer gemeente. De meergegoeden worden uitgenoodigd op dien dag geeue giften of aalmoezen aan hunne huizen uit te reiken en de armen worden gewaarschuwd, dat tegen het bedelen door de politie met de meeste gestrengheid zal worden gewaakt. Goes, den 23 December 1893. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. d. W. HAMER. De Secretaris, HARTMAN. Vergunning is gevraagd tot uitoefening van den door JAN HUIGE, in dezelfde localiteit als thans geschiedt, in het perceel Wijk A nos. 144/145, bewoond door Joh. Clement. Bezwaren kunnen worden ingediend vóór den 6 Januari a. a., des namiddags te l uur. Goes, den 23 December 1893. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. d. W. HAMER. De Secretaris, HARTMAN. Algemeen Overzicht. Zooals we nog in ons vorig overzicht konden melden, is het den heer Crispi gelukt Italië een nieuw ministerie te verschaffen. Heel voorspoedig is hij daarbij wel niet geweest, maar, nu het eenmaal is samengesteld, schijnt het uit deugdelijke personen te bestaan. De heer Crispi zelf beeft zich de porte feuille van Binnenlandsche Zaken toegeëigend. Ver moedelijk heeft hij, of de Koning, begrepen, dat in de gegeven omstandigheden, waarin bezuiniging dringend noodzakelijk is, en nog wel bezuiniging op de uitgaven voor leger en vloot, juist niet de groote voorstander van het drievoudig verbond de persoon moet zijn, dio de buiten 1 andsche aangelegen heden leidt. De nu benoemde minister van Buiten- landscbe Zaken, de heer Blanc, staat te dien opzichte vrijer en heeft, hoewel ook hij nauwe aansluiting van Italië aan Oostenrijk en Duitschland nuttig en wenschelijk acht, zijne meening daaromtrent nooit zoo op den voorgrond doen treden. Daarom is dan ook zijne benoeming, zoowel te Berlijn als te Parijs, met ingenomenheid begroet, en verwacht men aan beide zijden van zijn optreden de beste gevolgen. De meest belangrijke ff guur uit het ministerie is in de gegeven omstandigheden natuurlijk de minister van Financiën Sor.nino, die zich voorloopig tevens belast heeft met de portefeuille van den minister van de schatkist, zoodat hot fiuanciëel beleid in Italië op dit oogenblik in ééne hand berust. De heer Sonnino was sedert 1880 afgevaardigde van Florence en hij wordt algemeen als een uitnemend financier beschouwd. Het is nu maar de vraag of hij er mogelijkheid toe ziet de berooide geldmiddelen van Italië in gunstiger toestand te brengen. Twee wegen staan hem daartoe openbezuiniging eu nieuwe belastingen. Hierop wees ook de heer Orispi in zijne eerste rede, waarin hij het program van het nieuwe kabinet aan de Kamer mededeelde. Zoolang hij over het eerste sprak vond hij een zeer sympathiek gehoor, maar toen hij over nieuwe be lastingen begon, kwam er, vooral van de zijde der radicalen, al dadelijk groote tegenstand. Hierin vond de heer Crispi gereede aanleiding om met alle kracht er op aan te dringen, dat voors hands alle partijschap in de volksvertegenwoordiging mocht blijven rusten en dat allen zouden samen werken om Italië op te heffen uit den benarden toestand, waarin het verkeert. Later, wanneer betere tijden zullen zijn aangebroken, kan iedere partij zijne plaats weder hernemen, maar thans moeten zij de wapens nederleggen en elkander in het belang des lands de hand reiken. Daarom ook moeten de buiten- landsche aangelegenheden niet op den voorgrond tredenalle aandacht dient voorloopig uitsluitend op de binnenlandsche te worden gevestigd. Maar deze rede kon de voorvechters der radicalen niet weörhouden hunne wapens tegen de nieuwe regeering te keeren, en alvast te verzekeren, dat zij tegen elke belastingverhooging gekant waren. Boven dien schijnt ook de indruk, die Crispi's rede op de overige leden der Kamer maakte, vrij kalm geweest te zijn, zoodat er niet veel enthousiasme viel waar te nemen. Maar nu het gebleken is, dat de heer Crispi werkelijk de eenige man is, die Italië redden kan en wil, gevoelt hij zich natuurlijk zeer sterk en men vermoedt dan ook, dat hij niet aarzelen zal desnoods de Kamer te ontbinden. Het blijft echter de vraag of een dergelijk beroep op het volk voor hbm een gunstigen afloop zou hebben. Nog dient vermeld, dat de voorzitter der Kamer, de heer Zanardelli, die er niet in mocht slagen een nieuw ministerie te vormen, zijn ontslag als zoodanig heeft genomen, doch de Kamer weigeide het hem te verleenen, door hem met algemeene stemmen weder te benoemen. Wij vinden niet vermeld of de heer Zanardelli zich die vernieuwde keuze heeft laten welgevallen. Het liet zich aanzien, dat, nu Italië zijn nieuw Kabinet heeft, ons werelddeel zonder ministriëele crisis van het oude in het nieuwe jaar zou over gaan. Maar betrekkelijk onverwacht heeft zich nu in België weder eene gedeeltelijke crisis geopen baard. Men weet, dat de premier van het Kabinet, de heer Beernaert, het al lang niet best kan vinden met zijne eigene partij, en vooral niet met den leider der rechterzijde, den heer Woeste. Nu liep de quaestie over het toekennen van het meervoudig stemrecht aan de openbare onderwijzers, aan wie de heer Beer naert onder bepaalde voorwaarden eene dubbel© stem wilde geven, terwijl de linkerzijde hun een drie dubbele stem wilde verleenen. Hierbij sloot de heer Woeste zich met eenige partijgenooten aan, op voor waarde, dat aan openbare en bijzondere onder wijzers dezelfde rechten zouden worden toegekend. jToen nam de heer Beernaert zijn ontslag als ministêt, en men beweert, dat zijn collega van Justitie, de heer Lejeune, zijn voorbeeld volgen zou. Het is nu maar de vraag of do rechterzijde zal toegeven, en of in dat geval de heer Beernaert op zijn besluit zal terugkomen. In Frankrijk, het land met zijne protectionist!- sche meerderheid, zit men weer moeielijk met de handelstractaten. Bij het jongste tractaat met Duitsch land heeft Spanje voor sommige Duitsche waren een tarief van invoer gesteld, beneden het laagste tarief, dat het van andere staten eischt. Nu wil Frankrijk eenzelfde voorrecht genieten, doch Spanje is daartoe niet geneigd, waarom de republiek haar zuidelijken nabuur dreigt met een verhoogd invoer recht op Spaansche wijnen, wat echter weinig naar den smaak der wijnboeren zal zijn, die hun product gaarne met Spaanschen wijn versnijden. De tarie- ven-quaestie van Frankrijk met Italië brengt boven dien nog altijd spanning tusschen die beide landen te weeg en nu is de republiek ook met Oostenrijk te dien opzichte op niet al te besten voet. Opper vlakkig zou men zeggen, dat Frankrijk met de be schermende rechten van den heer Méline en zijn aan hang niet heel fortuinlijk is. Misschien echter leidt dit alles tot eene wijziging van inzichten en zullen ook de Franschen nog wel eens gaan inzien, dat hooge invoerrechten te eischen niet altijd een daad van hoogste staatsmanswijsheid is. In het Eaiyelsche parlement heeft de Britsche vloot een ernstig onderwerp van debat uitgemaakt. Reeds lang liepen er allerlei geruchten, dat de toe stand der vloot lang niet voldoende is, met de wel geslaagde bedoeling om bij het volk angst te verwek ken en zoodoende het ministerie impopulair te maken. De minister van marine uit het vorige ministerie- Salisbury, de heer Hamilton, bracht deze quaestie in het parlement ter sprake en betoogde, dat de Engelsche vloot niet meer opgewassen was tegen de vereenigde Fransche en Russische vloten. Hij wilde derhalve tot onmiddellijke uitbreiding overgaan. De heer Gladstone verklaarde echter, dat er niet de minste reden tot ongerustheid was. Er behoeft vooralsnog niet getwijfeld te worden aan Engeland's opperheerschappij ter zee, ook niet wanneer Rusland en Frankrijk gezamenlijk mochten optreden. Nu die beide landen hunne vloten gaan versterken is er zeker voor Engeland reden, dat voorbeeld te volgen, en de regeering is ook voornemens binnenkort met voorstellen tot geleidelijke uitbreiding bij de volks vertegenwoordiging te komenmaar tot zulk een haast als de oppositie thans eischt bestaat geene gegronde aanleiding. De premier verzocht mitsdien het voorstel-Hamilton te verwerpen, aan welk ver zoek de meerderheid gehoor gaf. De president der Vereenigde Staten heeft werkelijk zijne medewerking toegezegd om de afge zette koningin van Hawaï weder op den troon te herstellen, op voorwaarde evenwel, dat zij zich ver binden zou amnestie te verleenen aan allen, die geholpen hebben haar te verdrijven. Toen koningin Liliuokolani weigerde deze voorwaarde aan te nemen, heeft de heer Cleveland haar zeer lakoniek doen weten, dat zij op zijne verdere hulp niet behoefde te rekenen. Men verwacht, dat zij nu wel water in liaar wijn zal doen. De tarieven-quaestie in de Vereenigde Staten is thans zoo ver gevorderd, dat de commissie haar ontwerp bij het Congres heeft ingediend. Het schijnt, dat zij voorstelt de invoerrechten gemiddeld ongeveer 18 pet. te verlagen. GOES, 27 December 1893. De Standaard schrijft »Het district Goes zal eerlaug den droeven plicht te vervullen hebben, om een opvolger aan te wijzen voor zijn overleden afgevaardigde. Ons dunkt, het kan wel haast niet anders, of het zal hiervoor zijn keuze laten vallen op den heer Lobman. De vraag, of deze het oogenblik geschikt zal achten, om weer in de Tweede Kamer op te treden, kan door niemand buiten hem beantwoord. De vraag, of de Directeuren van de Vrije Universiteit hem nogmaaj^ zullen kunnen toestaan, om het lidmaat schap ^*er Tweede Kamer met zijn professoraat te vereenigen, kan eerst beantwoord indien de quaestie concreet komt te staan. En de vraag, of de Eerste Kamer hem missen kan, zal in Goes geen beletsel zijn voor zijn candidatuur. Wij voor ons hadden den heer Lobman liever toegewenscht, dat hij niet weer in de Tweede Ka mer had behoeven op te treden, alvorens de nieuwe Kamer zetelde en alzoo nieuwe toestanden geboren waren. Voor een staatsman toch is het een ongemeen voordeel, indien hij buiten zijn toedoen, zich ont trekkende aan den storm, dien elke reformbill pleegt te veroorzaken, eerst naar gelang de nieuwe toe standen zijn, die uit zulk een reformbill geboren worden, zijn plan de campajne kan inrichten. Maar we twijfelen zeer, of de heer Lobman zich ditmaal zal kunnen onttrekken. In Keuchenius ontviel aan de Kamer een kracht van den "eersten rang, die alleen door een kracht van soortgelijken rang kan vervangen wordenen dan is de heer Lobman de van zelf aangewezene. Waar dan nog bijkomt, dat er tusschen Goes en den heer Lohman oude betrekkingen bestaan. En zulk een liefde roest niet." Daargelaten of de heer De Savornin Lohman in de aanstaande periode van het kieswet-debat de gewenschte man kan zijn voor de anti-revolutionai ren, die »in democratische richting" wenschen te sturen, zal het ons benieuwen of de Zeeuwnaar aanleiding van bovenstaand stuk uit de Standaard nogmaals zal zeggen, dat de krantenschrijvers" met allerlei namen zullen aankomen. Tot welk gilde rekent zich de redactie van de Zeeuw zelf? Hoe dit zij, nu de courantenschrijver Kuijper ge sproken heeft, zal de Zeeuw zich wel niet verstou ten eene andere meening te zijn toegedaan. Bij Kon. besluit is pensioen verleend aan G. Konings of Koninks, wed. L. Hogerheide of L. C. Hoogerheide, rijksveldwachter 3de klasse te Kapelle, ten bedrage van f 68 en aan G. S c h r o e- vers, wed. J. De Mul, sluiskneeht aan het kanaal van Zuid-Beveland, ad f 80. Bij de rijks-telegraaf is o. a. benoemd, met ingang van 1 Januari, tot klerk der posterijen en telegraphie 2e kl. de heer G. I. V r o 1 ij k te Ierseke. Itteiakeiiszand. Bij het te Middelburg jl. ge houden examen van scheepsmeter voor binnenvaar tuigen is ook geslaagd dhr. C. J. De B r u ij n e Rijks-ambtenaar alhier. Kolijnsplaat. De heer A. Potj er, rijks-ont vanger der directe belastingen te Kolijnsplaat c. a., heeft voor zijne benoeming tot controleur dierzelfde middelen te Hellevoetsluis bedankt. Bij kon. besluit is W. Middel veld Viersen, thans directeur der middelbare scholen te Enschede, benoemd tot schoolopziener in het district Middelburg. De geneeskundige staatscommissie te Amster dam heeft toegelaten voor het le gedeelte van het arts-examen den heer H. J. der Weduwen geb. te Dreischor. Bij Kon. besluit zijn, met ingang van 1 Januari 1894, ter vervanging van de op 31 December 1893 aftredende en niet herbenoembare leden van de g e- neeskundige raden, tot leden van dien raad benoemd voor Zeeland en Westelijk Noord-Brabant: dr. P. J. W. Dautzenberg, te Oud- en Nieuw-Gastel A. Walraven, heel- en vroedmeester te Nieuw- en St. Joosland; dr. J. M. Boom, te Tolen; zijn met ingang van I Januari 1894, benoemd tot plaatsvervangende leden van den geneeskundigen raad voor Zeeland en Westelijk Noord-Brabant: dr. P. J. W. Bijnen, te Breda; dr. J. C. Bolle, te Middel burg; dr. L. M. J. Verlinden te Bergen-op-Zoom; J. Keijzer, apotheker te Tilburg; mr. W. A. Van Hoek, te Middelburg; dr. H. Goemans Jr. te Zie- riksee; dr. P. R. Mierlo, te Breda; dr. J. C. De Man, te Middelburg; dr. J. Van der Beke Callenfels, te Vlissingen. De heer Mackay heeft bij de jongste begroo- tingsdebatten in de 2e Kamer gezegd (handelingen blz. 315) »Twee jaren geleden men weet het werd het gezag opgeëischt voor die partij (de liberalen namelijk)zij was de machtigste in het land. Trouwens dit was het gevolg van het gebeurde in deze Kamer, waar de toeleg bestond om de toen malige Regeering haren zetel te doen verlaten, het kostte wat het wildezelfs de voortdurende verwaar- loozing van 's lands verdediging was een niet te groot offer". De Arnhemsche Courant ontkent de juistheid dezer bewering en zegt: De »opeisching van het gezag" in 1891 is niet geweest een gevolg van gebeurtenissen in de Kamers, maar van de krachtige wilsuiting der natie bij de algemeene verkiezingen. Zij had de oogen geopend voor de onbestaanbaarheid van een Regeering, ge dragen door geen enkel beginsel dan het negatieve eener gemeenschappelijke vijandigheid tegen het libe ralisme, bij elkander onderling vijandige elementen van een meer kerkelijk dan politiek karakter. Twee elkander wantrouwende, verlammende en afbrekende fraction, elk kleine minderheid in het Parlement e slechts met een paar stemmen de liberale party in getalsterkte overtreffende wanneer zij botje bij botje legden en van welker particuliere belangen de onver- eenigbaarheid meer en meer bleek, nadat zij eenmaal in haar éénig gemeenschappelijk belang, het putten

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1893 | | pagina 1