Donderdag 21 Dccembe
80sto jaargang.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke noinmers 5 cent; met bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren Nijöh Van Ditmar te Rotterdam en verder
bjj alle Boekverkoopers en Brievengaarders,
Inzending; van advertentiën voor 8 oren op den dag; der uitgave,
■■■■ii »-■»— i j i i ■■■■■■...HM i.i i. 'A'JJ M
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct,
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
De geuees- eo heelkundige dezer gemeente zal in plaats van
MAANDAG 25 DECEMBER 1893 eu MAANDAG 1 JA
NUARI 1894,
Donderdag den 38 ^December 1893
en Donderdag; 4 Januari 1894,
telkens des namiddags te TWEE UREN in het Gasthuis
zitting houden tot het gratis
Vaccioeereu ea ïlervaccineeren.
Da ingezetanen worden uitgenoodigd om van de aangeboden
gelegenheid gebruik te maken en verzocht de boekjes mede te
brengen, die hun bij de voltrekking van hun huwelijk zijn ter
hand gesteld.
Goes, den 18 December 1893.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
De vermogensbelasting in de Tweede Kamer.
Zooals te verwachten was, is bij de behandeling
van hoofdstuk VII B. {Financiën) der Staatsbegroo-
ting ook de geringe opbrengst der vermogensbelas
ting ter sprake gebracht. Het was vooral de heer
Beelaerts van Blokland, die dit punt releveerde met
de vraag of de minister van Financiën in dezen
onderschreef het oordeel, reeds bij de algemeene be
schouwingen over de Staatsbegrooting door den pre
mier van het kabinet, den minister van Buitenland-
tsche Zaken, uitgesproken, dat die opbrengst beneden
de raming vooral moet worden toegeschreven aan de
talrijkheid der vermogens beneden ƒ13,000?
Deze vraag beantwoordde de minister Pierson be
vestigend. Voor zoover hij het kon nagaan, was in
derdaad het nationaal vermogen niet zoozeer ge
ringer dan men geraamd had, maar dat vermogen
is meer verspreid dan men vermoedde, zoodat meer
kleine vermogens aanwezig zijn. Vooral in de hoofd
stad des Rijks had zich dit verschijnsel geopenbaard,
zoodat daar naar evenredigheid van de bevolking
heel wat minder personen belast zijn dan b. v. in
de residentie.
Dit laatste nu schijnt ons niet onverklaarbaar en
bovendien een zwak bewijs voor de afwezigheid van
groote vermogens. Het is toch tamelijk wel uitge
maakt, dat verreweg de grootste armoede bestaat
in de hoofdstad, en dat vooral in de laatste jaren
de toename der bevolking aldaar allerminst aan ge
fortuneerde personen is te danken. Naar verhouding
der bevolking zal derhalve de hoofdstad ten opzichte
van de vermogensbelasting allicht niet gunstig bij
andere gemeenten afsteken. Bovendien bewijst die
verhouding nog niet veel voor de afwezigheid van
groote fortuinen.
We gelooven, dat de oorzaak der misrekening bij
het ramen van de opbrengst der vermogensbelasting
veeleer daaraan moet worden toegeschreven, dat te
weinig rekening is gehouden met het feit, dat tegen
woordig zoo weinig groote fortuinen meer worden
verworven en dat de bestaande door erfenis en ver
deeling, alsmede door tegenspoed en malaise in han
del, industrie en landbouw, aan groote slinking onder
hevig zijn. Vooral dit laatste zal zich in eene handels
stad als Amsterdam, dunkt ons, zeer doen gevoelen.
Niet van belang ontbloot is voorts de opmerking
van mr. Goeman Borgesius, dat het vermogen van
zoo velen even beneden de 13000 blijft. Hoe de af
gevaardigde uit Zutfen tot die wetenschap komt, is
ons onbekend. We meenden, dat zij, wier vermogen
beneden dat bedrag blijft, kunnen volstaan met dit
te verklaren zonder een cijfer te noemen. Maar hoe
dit zij, als de bewering van den heer Borgesius juist
is, dan voorzeker bestaat er aanleiding ora, zooals
hij deed, op nauwlettender toezicht van den fiscus
aau te dringen, opdat geene fraude worde gepleegd
door hen, die juist de grens der belastbaarheid nade
ren. Daarom pleitte hij dan ook, evenals de heer
Bablmann, voor eene »nabelasting", wanneer bij over
lijden bleek, dat werkelijk het vermogen van den
overledene te laag was geraamd.
Zooals reeds uit ons telegram van jl. Maandag
blijkt, heeft de Minister zich echter met dit denk
beeld niet kunnen vereenigen. Terecht voorzag hij,
dat uit een dergelijken maatregel allicht een tweede
fraude, ten opzichte van de successie, zou worden
geboren.
GOES, 20 December 1893.
Voor de levering der door de Nieuwjaars
commissie alhier benoodigde artikelen is inge
schreven als volgt
Voor het spek: door J. B. Claushuis te Amster
dam (gerookt baakspek) a f 68 door Wed. J. Osse-
waarde en B. Janse (Amerikaaftsch baakspek) res
pectievelijk tegen f 57,50 en f 52,95, alles per
100 KG.
voor het brood: door A. H. Baurdoux en Jac.
De Buck, ieder A 81/3G. Van Sluis tegen 81/4 en
door J. Slager tegen 8 ct. per K.G.
voor steenkolen door B. Janse tegen 671/2 ct.
per H.L.
De commissie heeft de levering van spek en brood
aan de minste inschrijvers gegund en besloten üg
bedeeling daarvan te doen doorgaan, niettegenstaande
de ingekomen gelden daartoe nog niet toereikend
zijn. Zij vertrouwt evenwel, dat, evenals in vorige
jaren, het ontbrekende nog door nagiften zal ver
kregen worden, waartoe zij een dringend beroep op
het publiek doet, zullende de Leden der commissie
nog gaarne giften inwachten.
Met ingang van 1 Januari is benoemd tot
assistent aan het landbouwproefstation te Goes dr.
B. Sjollema te Utrecht.
Het stoffelijk overschot van den oud-minister
Keuchenius wordt morgen, des voormiddags te
tien uren, op de algameene begraafplaats ter aarde
besteld.
Vanwege H. M. de Koningin-regentes ontving de
familie van den heer Keuchenius eenen brief van
rouwbeklag.
Benoemd tot controleur der directe belastingen
en accjjnzen te Vlaardingen de heer J. V a n H e e
van Wissekerke, thans adjunct-controleur dierzelfde
middelen te Rotterdam.
Te Utrecht is met goed gevolg het doet. ex.
in de geneeskunde afgelegd door den heer A. L. J.
Van Hoek.
Naar men mededeelt is op de dezer dagen te
Munchen gehouden internationale conferentie van
de afgevaardigden van ^spoorwegmaatschappijen en
verschillende stoomvaartlijnen ter vaststelling van de
zomerdienstregeling voor 1894, eene verbetering tot
stand gekomen in het verkeer tusschen de voor
naamste steden van Noord-Duitschland, Oostenrijk,
Rusland, Denemarken, enz. ter eene zijde en Enge
land ter andere.
De reis van Berlijn naar Londen zal
met 3 uur, van Weenen met ongeveer 6 uur, van
Dresden met 41/2 uur, van Hamburg en Bremen
met 3 1/2 uur verkort worden. De verbetering komt
alleen tot stand voor de route der stoomvaar t-
maatschappij Zeeland, zoodat men met 1
Mei 1894 bijv. Berlijn verlatende om 12 uur 's mid
dags, (in plaats van om 7,47 's morgens, zooals nu
het geval is), Londen over Vlissingen te 8.45 's mor
gens bereiken zal. De nachtbooten der stoomvaart
maatschappij Zeeland zullen in plaats van tien
uur, dan om half twaalf Vlissingen verlaten. Het
vertrek van den laatsten trein uit Amsterdam, om
een voorbeeld te noemen, zal plaats vinden te om
streeks acht uur, Amsterdamsche tijd.
Vermoedelijk zal de T w e e d e Kamer
na de Kerstvacantie op 6 Februari haren arbeid
hervatten met do behandeling der kieswet.
Men vei wacht dat de regeering in hare ontwerpen
nog eeniga wijzigingen zal brengen om aan de ge
rezen bezwaren tegemoet te komen. (Iiblad.)
Volgens het Dagblad werd de heer Schepel
slechts door een lichten aanval van influenza aan
getast. Binnen weinige dagen hoopt hij de zittingen
der Tweede Kamsr weder bij te wonen.
Ter vervanging van wijlen den heer Van Royen,
hebben de Provinciale Staten van Groningen tot lid
van de Eerste Kamer der Staten-Generaal benoemd
den heer mr. J. H. GeertsemaOzn., oud-mi-
nister en oud-Commissaris der Koningin in Overijsel.
De heer J. M. Wieringa te Zuidhorn en de heer
J. E. Scholten te Groningen hadden ieder 7 stemmen.
Van het antwoord van den minister van bin-
nenlandsche zaken op de vraagin welken toestand
de gesubsidiëerde scholen zouden gera
ken, welke tegen 1 Jan. a. s. haar onder wij zersper-
soneel niet zullen aangevuld hebben overeenkomstig
de eischen, vastgesteld bij Kon. besluit van 18 April
1890, hebben de voorstanders van het bjjzonder on
derwijs met ingenomenheid kennis genomen.
De Tijd, die de plannen des ministers even prac-
tisch als billijk noemt, acht het de plicht van school
besturen, om thans te doen wat mogelijk is om tegen
1 Januari 1895 het voorgeschreven personeel in hun
scholen aanwezig te hebben. Zoowel het geldelijk
belang der aan hun zorgen toevertrouwde inrich
tingen, als het belang van het onderwijs zelf vorde
ren, naar de Tijd opmerkt, dat voldaan worde aan
een wettelijke voorwaarde, welke allerminst onre
delijk of overdreven kan genoemd worden."
De Stand, maakt een reserve ten aanzien van de
voorwaarde, dat na 1 Jan. 1894 de school niet in
personeel mag achteruitgaan, eu vraagt of als een
onderwijzer weggaat, het schoolbestuur met intrek
king van subsidie moet worden gestraft, indien het
niet gelukt aanstonds de vacature vermld te zien.
»Doch dit punt uitgezonderd schrijft de Stand.
voegen we gaarne ouzen dank bij dien van de heeren
Mackay en Schaepman voor de loyale en geheel
correcte houding der regeering ten d8ze. Het kabi
net voert de wet-Maekay eerlijk uit."
Het volgend jaar zullen, naar wij vernemen,
ruim 50 telegraafambtenaren wegens
ouderdom worden gepensionnoerd. (Tijd.)
Een loteling uit de gemeente Piershil, die
voor de militieraad te Dordrecht verscheen, verzocht
vrijstelling van den militairen dienst, en gaf daar
voor het volgende als reden op:
Het gezin, waartoe deze loteling behoort, bestaat
uit vier broeders. De oudste heeft aan zijne mili
taire verplichtingen voldaan, waardoor de tweede
broeder vrij was. De derde heeft een vrij nommer
getrokkende jongste zou dus dienstplichtig zijn.
Nu is zes jaar geleden de tweede broeder naar
Amerika vertrokken, is daar genaturaliseerd, en heeft
dus opgehouden Nederlander te zijn, zoodat dus
feitelijk het gezin nog bestaat uit drie broeders, die
Nederlanders zijn.
De militieraad heeft de beslissing in deze tot de
volgende zitting uitgesteld.
Een ander geval, vermoedelijk eenig in zijn soort,
deed zich voor in een der zittingen van den militie
raad in Groningen.
Een hij de loting niet verschenen jongmensch,
wiens signalement in de lotingregisters derhalve niet
bekend was, werd in de zitting van den militieraad
naar de volgorde der in zijn gemeente getrokken
nummers opgeroepen, verscheen, werd vervolgens
gemeten en, wegens gemis van de gevorderde lengte,
bij uitspraak van dien raad vrijgesteld van den dienst.
Nadat de lotelingen van die gemeente waren be
handeld, meldde zich nog een loteling aan, die ver
klaarde niet te zijn opgeroepen. Het tegendeel was
echter waar, maar een ander had zich voor hem
uitgegeven en wie die andere was, is niet bekend.
Of de werkelijke loteling de gevorderde lengte had,
wordt niet vermeld. Het doet ook minder ter zake,
want hij is door de uitspraak van den militieraad
vrijgesteld. Heeft hij echter die lengte wèl dan
zjjn vermoedens zeker gewettigd.
De Vereeniging voor L ij k v e r b r au
di n g heeft in den Haag haar jaarvergadering ge
houden.
De voorzitter, de heer J. M. Pijnacker Hordijk,
deelde mede dat alles gereed was voor den bouw
van een lijkoven (crematorium) op het aangekochte
terrein te Hilversum. Hij uitte tevens de hoop, dat
na het bevredigend antwoord door den Minister van
Binnenlandsclie Zaken aan de Tweede Kamer gegeven,
dit jaar door de regeering een beslissing zou worden
genomen omtrent de vrijheid tot lijkverbranding.
De vergadering dacht eenstemmig over de wen-
schelijkheid om spoedig tot den bouw van het cre
matorium over te gaan en te trachten het daarvoor
ontbrekende bedrag door geldleening te vinden, door
uitgifte van 400 aandeelen elk van f 50, in het ver
trouwen, dat de leden der vereeniging in de eerste
plaats door het nemen van aandeelen zouden rnede-
dewerken om de exploitatie van de inriehting te
bespoedigen. Staande de vergadering verbond een
der leden zich reeds tot het nemen van 10 aandeelen.
De volgende jaarvergadering zal te Breda gehou
den worden.
De heer Van Deth wilde op de uitspraak
van den rechter niet vooruitloopen, daarom zweeg
hij den laatsten tijd. Echter doet hij thans e9n
woord van verweer tegenover velerlei insinuaties en
on waarschijnlijkheids-verklaringen hooren in den
Controleur. Daaraan ontleenen wij het volgende
Waarom schrijft men zooveel op eene verdacht-
makende wijze over mijne brochures Is het niet
waar, wat ik daarin beweer Dan was mijne plaats
niet thuis aan mijn bureau, maar naar verdienste
in de gevangenis. Men maakt eene groote beweging
als zoude ik beweerd hebben, dat Van 'tL. wegens
onzedelijke feiten uit den militairen dienst verwijderd
is (bladz. 39, 2de brochure). Terwijl ik d&ar juist
beweer, het mij daar medegedeelde nimmer te zullen
gelooven, voor en aleer zulks deugdelijk bewezen
zij. Ik heb dus nog niets terug te nemen uit mijne
brochure, temeer omdat het onderzoek nog niet is
afgeloopen.
O?er een ander kwestie sprekende (bladz. 157'
2e broch.) zegt ds. v. Gheel Gildemeester »neen";
ik antwoord: »Ja". Hg antwoordde nogmaals »neen";
ik antwoordde nogmaals »ja" en zal nog duizendmaal
»ja" zeggenwant dat i s waar.
Daar komt ds. Hoek van Brussel, met zijn Eerw.
zwager uit Vollenhove uit den hoek schieten en zegt
dat het niet waar is wat de 2de brochure zegt op
bladz. 39. Ach, hadden zij maar gezwegen, want
natuurlijk zullen zij straks niet gespaard worden,
omdat zij zich in zulk een vuile geschiedenis hebben
gestoken want dat is een muis met een langen staart.
En mocht er al eens een kleinigheid in beide
brochures gevonden worden, wat minder juist of
verkeerd is voorgesteld, zooals de hoeveelheid spek,
den verpleegden verstrekt, waarvoor ik zelf in de
2e brochure amende honorable maakte, wat maakt
dat uit op 't geheel Immers nietsDit staat vast,
dat minstens 99 pet. mijner beschuldigingen bewezen
kunnen worden en dat vele predikanten daarvan
overtuigd zijn, dat weet ik.
En nu vraag ik in allen ernstIs het geen gruwel,
ja een nationale schande, dat Van 't L. nog altijd
op de piëdestal staat, waarop hij zich verhief met
het geld van zijne weldoeners, zoowel als van zijne
slachtoffers Zjjn mijne beschuldigingen onwaar, dat
men mij voor den rechter brenge Zpn ze wel dege
lijk gegrond en waar, dat men Van 't L. van zijn
hoog standpunt smijte en hem verplettere onder do
algemeene verachting, zooals hij volkomen verdient
Ook, al moet ik er nog een gansch jaar voor
vechten, toch zal de overwinning mij zijnwant
twee heb ik gelukkig nog niet tegen mij, en die
twee zijn De Justitie en de publieke opinie.
Heb ik voor mijne onthullingen de gevangenis
verdiend, dat men mij er heen brengeik zal mijne
geliefden thuis, hoe noode ook, verlaten en er ge
willig heen gaan. Verdien ik daarentegen hulp en
steun voor wat ik deed, waarom gaat die hulp en
steun dan alleen naar Van 't Ldie sedert de ver
schijning mijner eerste brochure ruim f70,000 aan
giften ontving, terwijl bij zelf reeds millionair is, en
waarom maakt men het mij onmogelijk een zoo
noodzakelijk onderzoek te bewerkstelligen Een
stapel brieven ligt voor mjj. Men roept mij in ver
schillende steden en dorpen om nog meer onthul
lingen te vernemen en bewijzen te leverenmaar
ik sta onmachtig. Ik word alleen, geheel alleen ge
laten. Onlangs verklaarde mij een burgemeester van
een stad in Utrecht: »Ik zou er f100 voor over
hebben, wanneer men dien schurk uit Neerbosch
kon verbannen Maar hij zou 't ook eerst dan
doen. Men twijfelt nog en men vraagt nog: »Maar
zou 't wel waar zijn?" Anderen zeggen weer: »De
macht van de partij van v. 't L. is zóó groot, dat
hij 't nog wel eens kon winnen dus laat ons vooral
houding aannemenHoe is 't
mogelijk dat men nog twijfelen kan en men intus-
schen er niets voor over heeft, dat de goede zaak
zegeviere
Slechts één© troost blijft mij nu over nl.»De
Rechtszaal zal zich voor beide partijen openen, dat
staat nu vast. Ware dat oogenblik reeds aangebroken
Want na al wat ik deed, kan nu alleen nog de
Justitie redding bieden, aan de arme verdruktenen
te Neerbosch".
Eene proef, door den veehouder Jansen te
's Graveland, met het persen van gras vol
gens de methode-Bertels, heeft zeer goede resultaten
gehad. Voor dit doel werd gras gebruikt, dat door
de weersgesteldheid niet droog was te krijgen. Thans
bezit de heer J. zoet groenvoer van uitstekende hoe
danigheid, voldoende voor zeven weken, terwijl de
melkafscheiding niets te wenschen overlaat. Was
het gelukt van dit gras hooi te winnen, dan zou
deze hoeveelheid hoogstens voor zes weken voldoend
voedsel hebben opgeleverd.
Da heer dr. G. Van G 0 r k 0 m heeft den
heer Domela Nieuwenhuis geantwoord en
in het ïldbl. aangetoond dat deze Luther niet vol
ledig heeft geciteerd. Bij zijne aanhaling over het
stelen van een brood, liet hij deze gewichtige ge
tuigenis van Luther weg: »Maar in al zulke zaken
(quaesties) moge wie er behoefte heeft, gelijk gezegd
is, licht zoeken bij zijnen vorst, bij predikanten en
vrome geleerde lieden. Wat die hem raden, dat volge
hij. Men kan het toch niet alles zoo op 't papier
zetten".
En dr. Van Gorkom voegt hierbij deze enkele op-
merkiug, waaraan geen woord behoeft toegevoegd te
wordenZiedaar wat Luther, ter aangehaalde plaats,
gezegd heeftDe heer D. N. heeft er een fragment
uit meegedeeld om te bewijzen dat, volgens Luther,
»geen hongerlijder zich behoeft te storen aan de
bestaande wetten".
»Laut uwe lezers nu zelf oordeelen".
Over den besten tijd voor het kappen
v^a n boomstammen wordt nog steeds verschil
lend gedacht, en het is daarom nuttig de uitkom
sten van stelselmatig genomen proeven, die worden
medegedeeld in het Arcliiv für Post und Telegraphie,
in een ruimeren kring bekend te maken. Vier deunen
werden dertig jaar geleden in een Fransch bjsch
gekapt, de een tegen het eiode van December, de
andere in de laatste helft van Januari, vau Februari
au van Maart. Zij werden op dezelfde wijze ba-
houwen eu tot balken van dezelfle laagta ou zwaarte