Gemengde Berichten. Eenige dagen geleden vertrok M. L. C. te Goes als stoker van Vlissingen met liet stoomschip Nor thern Light naar Amerika om een lading petroleum. Te Darmouth (Engeland) werd hij, als ook de stoker Sch. van Vlissingen, vermist. Uit een later schrijven van de heeren De Groof Co. te Vlissingen is ge bleken, dat beide genoemde mannen te Darmouth verdronken zijn. Nadere bijzonderheden ontbreken nog. De mannen laten ieder een bedroefde weduwe niet vijf kinderen achter. Tegen M. v. S. is'proces-verbaal opgemaakt wegens overtreding der laatste alinea van art. 29 der algemeene politieverordening, het anders dan stapvoets rijden om de hoeken van straten. De politie heeft den last ontvangen, hierop streng toe te zien, ten einde ongelukken te voorkomen. Tegen W. B. is eveneens proces-verbaal opgemaakt wegens mishandeling van een hond een ander toe- behoorende. Kapelle. De vrouw van B. J. alhier, die in September jl. als verdacht van brandstichting ge vankelijk naar het huis van arrest te Middelburg werd overgebracht, is op vrije voeten gesteld en in haar gezin teruggekeerd. Ierseke. Maandag vielen hier drie kinderen, die op een kar zaten, door een te snelle en onverwachte wending van het paard, van het voertuig. Een der kinderen, een ongeveer 3jarig meisje, werd overreden en bekwam ernstige kneuzingen. Sas-van-Gent. De maréchaussée Van Damme alhier is, door de duisternis misleid, in het kanaal geloopen en verdronken. Ovezand. Zaterdag 9 December 1893 werd al hier eene vergadering gehouden door de landbouwers- vereeniging Help u zeiven", die door 50 leden was bezocht, terwijl het getal leden is geklommen tot 114. Uit de rekening en verantwoording over het dienstjaar 1892/93 bleek dat de ontvangsten over genoemd dienstjaar 6076,50 en de uitgaven 6075,91 be liepen (aldus een goed slot van 0,59), en dat in dat jaar zijn aangekocht 798 balen superphosphaat, 353 balen amoniac-superphosphaat en 47 balen chili- Balpeter, ter gezamenlijke waarde van f 5889,78. Tot voorzitter werd herkozen de heer P. Van den Dries. Schore. Maandag hadden hier twee treffende ongelukken plaats. Terugkomende van een bezoek aan hare kinderen te Wolfertsdijk, kwam S. Van B., vrouw van M. K wagenmaker alhier, van den trein, welke ten 5.4 te Vlake arriveert, aan de Schorer- brug, waarvan volgens ooggetuigen de hekken ge sloten waren en bijgevolg voor mensch en dier ontoe gankelijk. Of de vrouw zich nu door de nauwe ope ning ter zijde heeft doorgewerkt dan of zij de hekken heeft geopend en daarna gesloten weet niemand; doch hoe dan ook de brugwachter B. die, een schip doorlatende met opene brug stond, hoorde eensklaps een akelig geluid en riep den brugknecht. Deze sprong met den zoon van schipper S., die aldaar aan den wal lag, in eene boot en met behulp eener lantaarn vonden zij spoedig eene vrouw, die in het huisje der weegbrug gebracht zijnde, voornoemde vrouw K. bleek te zijn. Geneeskundige hulp werd spoedig verleend door den arts Kolff van Oisterwijk, te Kruiningen, doch deze kon slechts den dood con- stateeren. De doode was eene achtenswaardige vrouw en moeder van een talrijk gezin. Zij bereikte den ouderdom van 62 jaren. Bijoa gelijktjjdig en slechts enkele meters van de brug verdronk A. H., volgens opgaaf 60 jaren oud, koopman in visch, verblijf houdende te Ierseke en wonende te Katwijk aan Zee. Dronkenschap schijnt hiervan de oorzaak te zijn. 't Lijk is naar Ierseke vervoerd. En wanneer men nu nog weet, dat in de onmiddellijke nabijheid van de eerste doode ook nog dienzeltden avond een 46jarige man aan eene slepende ziekte overleed, dan kan men eenigszins nagaan hoe, met deze drie lijken in haar midden, de verslagen heid in deze gemeente groot is. Ter openbare civiele terechtzitting der Arron- dissements-rechtbank te Middelburg van heden had de executoriale verkoop plaats van le. Een huis en erf, staande in de Oostvoorstraat te Wissenkerke, plaatselijk bekend letter A 54. 2o. Een huis, schuur en erf als voren, A 46. Het eerste perceel wordt toegewezen aan mr. A. C. A. Jacobse Boudewijnse voor zijn principaal voor f 10 en het tweede aan den notaris Huvers mede voor zjjn principaal voor f 30. Naar men meldt, laat een weldadig Amster dammer thans voor een bedrag van tien duizend gulden voor schoenen en kleeren voor behoeftige schoolkinderen vervaardigen. Voor een kantonrechter te Amsterdam is een vreemdsoortig geval behandeld, dat wij hieronder vertellen. Voor iemand, die zich in den schouwburg bevindt, is er niets onaangenamer, dan dat de man, die voor hem zit, door onophoudelijk het hoofd te bewegen, verhindert, dat zijn achterbuurman iets ziet van het geen op het tooneel gebeurt. Deze begint met een beleefd verzoek, vervolgens wordt hij knorrig en eindelijk nijdig, als zijn woorden niets geven. De heer Bernard zat in den schouwburg, toen hem iets dergelijks overkwam. De jonge man, die voor hem zat, sprong telkens op en toen alle ver zoeken niet baatten, had de heer Bernard in zenuw achtige opgewondenheid een dracht vuistslagen doen neerkomen op 't hem hinderende mensehenhoofd, alsof dit de welbekende kop van Jut was. Ziedaar de reden, waarom der driftige man zich voor den kantonrechter te verantwoorden had. De rechter vroeg natuurlijk aan den afgeransel- den jongeling, wat de reden was, waarom hij niet stil was blijven zitten en deze antwoordde: Mijnheer, hier ter plaatse heb ik geen reden om te verzwijgen, wat mij noopte in half staande houding de voorstelling te volgen en mijn achterbuurman te hinderen. Een jonge dame, wier genegenheid ik ti acht te verwerven, had mij den vorigen dag gevraagd, of ik met haar naar den schouwburg wilde gaan. Naar den schouwburg! Oordeel zelf over mijn geluk, mijnheer de president. Doch helaas bet beste oogen- blik in bet leven wordt dikwijls vergald. Bedenk eens in welk een moeielijkheid ik mij bevond. In den schouwburg moet men gaan zitten en zitten was mij onmogelijk, omdat ik juist midden op een lichaamsdeel, dat ik niet behoef te noemen, een kolos sale steenpuist had, welke mij dwong om öf te staan óf te liggen. De jonge dame af te wijzen, dat was niet mogelijk, en baar te zeggen, wat er aan de hand was, dan had ik mij voor altijd belachelijk gemaakt in haar oogen; voorgeven, dat ik geen geld had, dat was nog erger dan mij belachelijk te maken. Ik besloot dus met de jonge dame naar den schouwburg te gaan. Ik ging uiterst voorzichtig zitten, maar sprong dadelijk weer op, met moeite een smartkreet onderdrukkend. Nauwelijks stond ik zuchtend voor mijn stoel, of die mijnheer daar roept mij toe: »zitten!" Ik neem den schijn aan van niets te hooren. Zitten," herhaalt hij met een bulderende stem. Ik kon me niet langer doof hou den en nam den schijn aan van te gaan zitten. Ik zet mijn beide handen op de borst en ga half en half hangen op mijn vuisten, zoodat mijn onge noemde lichaamsdeel den stoel niet aanraakte. Na twee of drie minuten roept de jonge dame aan mijn zijde »Och, houd mijn tooneelkijker eens eveD vast." Ik speel natuurlijk weer den Oost-In disch doove en schijn niets te verstaan. De jonge dame ziet me aan en zegt»Hó, U zit op uw handen." Ik word zoo rood als een kalkoensche haan, trek mijn handen terug en val neer op de bank. Ik brul letterlijk van pijn en iemand roept reeds: »Gooi den vent de deur uit." Ik onderdruk mijn smart en neem bet besluit, ineengedrukt op het randje van den stoel te blijven zitten, maar die houding was zoo moeilijk, dat ik na vijf minuten moest opspringen. Toen begon opnieuw het geroep van »zitten, zittenO, ik bevond mij in een vreeselijken toestand." De kantonrechter: »Gij hebt er verkeerd aan ge daan, naar den schouwburg te gaan, omdat gij uw huurlieden moest hinderen. Doch de beschuldigde had groot ongelijk, u af te ranselen." De beklaagde: »Maar ik kon niet vermoeden, dat mijnheer vol steenpuisten zat en zooals u te recht zegt, als men bloedzweren heeft, gaat men niet naar den schouwburg. Ik had mijn geld be taald oin te zien en mijnheer verhinderde mij daar in. Als hij mij gezegd had, wat hem scheelde, zou ik hem geraden hebben, ergens anders te gaan staan." De kantonrechter: »Ge hadt u moeten wenden tot een bediende en dien man niet moeten slaan." De beklaagde werd veroordeeld tot acht dagen gevangenisstraf. V. B. v. Amst. Alexander Cohen, de anarchist, wiens naam in verband met den aanslag te Parijs genoemd is geworden, is dezelfde, die eenige jaren geleden we gens majesteitsschennis door de Haagsche rechtbank veroordeeld werd tot negen maanden gevangenisstraf en die zich aan die straf heeft onttrokken door de wijk te nemen naar het buitenland. Men zal zich herinneren, dat de veroordeelde op den Stationsweg in Den Haag, in tegenwoordigheid van wijlen Koning Willem III, beleedigende woorden uitriep. Hij behoorde toen tot de socialisten hier te lande en was tijdens zijn verblijf te Parijs mede werker van Recht voor Allen. Volgens de Indep. Beige is hij te Parijs gearresteerd na de aanslag in de Fransche Kamer en door de Fransche autoriteiten over de Belgische grenzen gezet. Hij werd door de Belgische politie ontvangen en terstond naar de Hollandsehe grens geleid, op grond van een decreet der Belgieche reg9ering, waarbij hem reeds voorheen het verblijf in België was ont zegd. Enkele dagen geleden bad een jager te O as terzee, terwijl hij van de jacht naar huis terug keerde, het ongeluk, tengevolge van het plotseling afgaan van zijn geweer, door een hagelschot ouder den rechterschouder getroffen te worden. Vrijdag avond is hij aan de gevolgen van die verwonding overleden, eene weduwe met twee kindertjes in hulpbehoevenden toestand achterlatende. Terwijl Vrijdag te Raamsdouk eenige werk lieden bezig waren stukkon ijzer uit een roeibootje op eene baggermachine te werken, viel een hunner uit het bootje in het water, terwijl een stuk ijzer van 300 K G. zwaarte volgde en zoodanig op zijn been terecht kwam, dat hij geen moeite kon doen omhoog te komen en ook zijne kameraads hem niet konden helpen. Hij verdronk voor hunne oogen. De man laat eene weduwe met zes kinderen achter. De Limb. Koerier geeft het volgende niet on vermakelijke verhaal van een hertenjacht op de Melickerheide, die vele jagers en belangstellenden naar de stad had gelokt. Een geacht advocaat te Roermond kocht een paar herten op een openbare vendutie en wist geen beteren raad met de dieren, dan een jacht te organiseeren. Zaterdagmorgen dus werd het bewuste hert ge bonden, als ware het een leeuw, met de pooten aan de horens vast en den mond heel vast gesnoerd, naar de heide bij Roermond vervoerd. Een tiental ruiters, benevens een tiental jagers met evenveel honden, volgden het dier en verlustigden zich reeds in eene ware cbasse a courre. Na zich op alle punten geposteerd te hebben om het wilde beest te vangen, werd het dier losgemaakt en van zijn banden ontslagen, doch o fortuna, het arme bo- st bleef meer dood dan levend op den grond liggen. Vier der jagers zetten alstoen het dier op zijne vier pooten en het bang willende maken, be gonnen zij luidkeels te schreeuwen brbrbrdoch dit hielp niets, het beest bleef onbewegelijk staan. Nu vertelt men, zonder dat wij voor de waarheid instaan, dat Ernest op het lumineuse idee kwam om zijn flesch cognac uit te halen en de pooten van het dier daarmede in te wrijvenanderen nochtans beweren, dat zulks niet waar is, doch dat dejigeis, zoowel die te voet als te paard, pen drijver naar de stad gezonden hebben om wat Sequah-olie te halendoch zelfs niet de beste massage, zooals Davenport er nooit eene verricht heeft, was in staat het dier in beweging te brengen het bleef staan kijken, vol verbazing. Een der jagers schijnt het dier alstoen a bout portant te hebben doodgeschoten en de cbasse a courre was uit. Of de jagers, zoowel te paard als te voet, met den staart tusschen de beenen naar Roermond zijn teruggekeerd, meldt onze correspondent niet. -Volgens berichten uit New-York is in het stoomschip City of Washington een dynamietmachine gevonden, verborgen in eene koffiebaal, die behoorde tot een lading Mexicaansche koffie. De eigenaars van het schip gelooven, dat dezelfde misdadigers denkelijk verbitterde werkstakers in November hun stoomschip City of Alexandria hebben doen zinken. Dit schip is nabij Havanna afgebrand, na eene geheimzinnige ontploffing in het ruim; vele personen zijn daarbij omgekomen. In Russisch Polen neemt het aantal plunde ringen van treinen onrustbarend toe. Ia de laatste vier weken vielen de roovers niet minder dan 8 passagierstremen aan en maakten zij zich meester van de brieven, zakken en alle voorwerpen van waarde, die zij slechts machtig konden worden. Nu de strike in Engeland voorbij is, berekent men in vele kringen wat de verliezen zijn, die door haar zijn geleden. De heer Scott schat ze te samen op niet minder dan 331/4 millioen pond sterling. Aan loonen alleen, ook in de fabrieken, die wegens gebrek aan kolen moesten stilstaan, ware anders ruim 18 millioen pond in die 16 weken uitbetaald. Bij die som is niet in rekening gebracht wat het Rijk heeft betaald voor militair vertoon en het wel licht onherstelbare nadeel, dat vele fabrieken hebben geleden. »Voor het land ware het minder schadelijk geweest als het tweemaal 33 millioen pd. st. had geofferd voor de mijnwerkers", zegt Scott. Na de werkstakers zelve hebben vooral de kleine winkeliers geleden, die van hen leven. Vele van de bedoelde kleinhandelaars zijn geheel te gronde ge richt, want zij kregen geen ondersteuning uit een weerstandskas of uit de handen van menschenvrienden, die in dien noodlottigen strijd hun uiterste krachten hebben ingespannen. Duizenden kleinhandelaars in kolen zijn eveneens geruïneerdgroote fabrieken werden uit gebrek aan kolen tot stilstand gedoemd, duizenden arbeiders tot werkloosheid, waardoor zij geen inkomsten hadden en dus den kleinhandel den uitersten nood deden ondervinden. Ook onder de mijnbezitters zijn er vele, die groote verliezen ge leden hebben. Een hevige brand heeft, zooals we reeds in het kort meldden, in den nacht van Zaterdag op Zondag het »Maison Hanséatique" te Antwerpen, een entrepot, voor den opslag van graan, verwoest. Omstreeks kwart over twaalven zag men de vlam men uitslaan en weldra verspreidden zij zich met schrikbarende snelheid in alle richtingen, over het geheele gebouw, dat een oppervlakte van 80.000 vierk. meters besloeg. Het was een vreeselijk maar een grootsch schouwspel tevens uit honderden ven sters tegelijk de vlammen haar ontzettend verwoes- tingswerk te zieu verrichten en de geheele stad er door verlicht te zien. Een onafzienbare schare was terstond op de plaats des onheils aanwezig en ook de spuitgasten, de hooge autoriteiten, een detache ment genie en infanterie waren met lofwaardigen spoed ter plaatse aan den arbeid. Ongelukkigerwijze kon men het vernielende element niet in zijn voort gang stuiten; de brand had zulk een omvang ge kregen, dat er aan blusschen niet te denken viel. Toch vervulde de brandweer haar plicht en wierp zij geheele watermassa's in den vuurpoel. De schepen in de naburige dokken waren alle genoodzaakt vei liger ligplaats op te zoeken. De hitte was zóó hevig, dat men op een respectabelen afstand moest blijven. Het is nog onmogelijk het geheele bedrag der schade vast te stellen alleen is dit met zekerheid te zeggen, dat het gebouw op 2 millioen francs geschat wordt, terwijl er voor een waarde van 31/2 millioen francs geborgen lag. Maandagmorgen woedde de brand nog steeds voort met donderend geraas stortte om ruim 5 uur een gedeelte van het gebouw in, waarbij het vonken en stukken hout, ijzer en steen regende, naar alle kanten. Om 11 uur was van het trotsehe gebouw, dat een voorgevel had van niet minder dan 80 meter ljngte, niets meer over dan een reusachtige rookende puin hoop. V001* het grootste gedeelte was alles verzekerd bij Engelsche maatschappijen. Nog wordt bericht, dat men een party van 150 vaten olie, die op de Lubeckkade aan het kleine dok lag, uit vrees voor brand in het water moest stooten. Bij den val brak een der vaten en de olie dreef op het watereen vonk viel er op en heel de oppervlakte stond weldra in brand. De brandweer moest iu allerijl deze nieuwe ramp be strijden, die de schepen erg bedreigde. Tegen 3 uren was men dezen brand meester. Eeu brandweerman schijnt onder een instortenden muur verpletterd te zijn. Volgens de laatste berichten had men het lijk nog niet kunnen vinden. Twee politieagenten, even eens onder instortende muren in een kelder bedolven, werden na anderhalf uur zoeken te voorschijn ge bracht. De een was dood, de ander kwam er met eenige kneuzingen af. In de stad verspreidde zich het gerucht, dat de ramp aan kwaadwilligheid moet worden toegeschreven. Zaterdagavond te halftwaalf had een tolbeambte langs den kant der Bremenkade, twee personen uit het Hanse-huis zien komen; zy lieten de deur achter zich open staan. De man sloeg daar geen aandacht op. Toen hij echter van de ramp vernam, ging hij onmiddellijk bij den politiecom missaris een verklaring afleggenmen vond inder daad de bedoelde deur open en er is een onderzoek ingesteld. Zeker is het dat de brand, die om tien minuten na 12 uur werd ontdekt, te halfeen reeds een onbegrijpelijke uitbreiding had. Een geheimzinnige misdaad heeft te Sleydinge nabij Gent plaats gehad, alwaar men den 13jarigen zoon van Jozef Van Eeckhonte in het ouderlijk huis vermoord vond. Bij het lijk lag een met bloed be vlekt broodmes. De ouders van den knaap bevonden zich tijdens den moord op de markt en hadden hun zoon met den knecht thuis gelaten. De laatste bevindt zich in hechtenis en geeft voor, dat twee mannen het huis waren binnengedrongen, den jongen hadden gebonden en gedood en daarna alles hadden opengebroken en medegenomen. De justitie heeft zich naar Sleydinge begeven om een onderzoek in te stellen. Op Sicilië worden de onlusten met den dag erger. Maandag deed te Giardinelli een oproerige bende een aanval op het raadhuis. De bersaglieri gaven vuur, waardoor 8 personen gedood en 14 gewond werden. Toen de gewapende macht afgetrokken was, ver moordden de oproermakers den gemeente-secretaiïs en diens vrouw, en droegen hun hoofden op pieken rond. Maandagmiddag ontving de koopman Fried- liinder in de Neue Wilhelmstrasse in de nabijheid van Unter den Linden een postpakket, dat, toen het geopend werd, eene ontploffing veroorzaakte. De gouvernante en het vierjarig zoontje van den koopman werden aan het hoofd en de oogen gewond. Het pakje, dat de vorm had van een rol papier, bevatte een blikken bus, die met kruit was gevuld. De afzender van het pakket is nog niet bekend. Het feit van den dag te Londen is op 't oogen- blikde nieuwe jas van den Prins van Wales. Zoo bijzonder is die jas niet, maar de a. s. Koning be stelde haar regelrecht bij den Bond van kleermakers, die werd gevormd tegen de patroons. Voor de groote tailleurs is dit een geduchte slag en de Prins liet nog daarenboven aan de werklieden meedeelen, dat de jas uitstekend voldoet. Een Zuid-Afrikaansch blad deelt het volgende staaltje mede van de slimheid eens negers: Een kaffer kwam een cantine binnen, plaatste een flesch op de toonbank en verzocht den baas dien met besten Kaapschen brandewijn te vullen. Dit geschiedde en de kaffer bood 30 cents aan in beta ling. Dit was natuurlijk niet genoeg en toen het bleek, dat hij niet meer geld had, werd de flesch leeg geschonken en de 30 cents teruggeven. Latei- kwam het uit, dat hij eene groote spons binnen in de flesch had weten te krijgen, die natuurlijk vol brandewijn gezogen was, zoodat de neger, toen hij thuis kwam, nog een theekopje van het geestrijk vocht had Uitspraak is gedaan in een geheimzinnige zaak, waarvoor twee zich noemende broeders Rorique voor den maritiemen krijgsraad te Brest hebben terecht gestaan. De eigenlijke naam, levensloop en landaard van bedoeld tweetal zijn in het duister gehuld en de eenige getuige van de gruwelijke misdaden in open zee, van welke zij beschuldigd werden, was een kok, Mirey genaamd, een halfbloed. In de maand December 1891 kwam Alexander Rorique als passagier aan boord van de Fransche goëlet Ninrohiti, op verzoek van zijn broeder Joseph, die als stuurman tot de bemanning behoorde, en wel van een der Paumotu-eilanden, terwijl het schip op weg was naar Tahiti. In den avond van 5 Januari schoot Alexander den heer Gibson, een Engelschman, op het dek, a bout poi tant, dood. Toen Mirey op het gerucht toe liep, waarschuwde Alexander hem, niet te naderen en de beide broeders wierpen Gibson in zee. Toen de kapitein Té-a-hé verscheen, vielen de broeders op dezen aan, namen hem op en wierpen hem Gib son na. Mirey viel op de knieën en smeekte om zijn leven, dat hem geschonken werd. Hij moest naar voren bij de matrozen, zes Kanaken, gaan en hen verbieden aditer te komen. Een zieke passa gier werd met een drankje vergeven en daarop onder 't lezen van een paar Bijbelteksten en een kort gebod, door een der matrozen opgezegd, over boord gezet. Eenige dagen later moest de kok den matrozen een flesch rum brengen. Twee die er van dronken rolden spoedig dol van pijn over het dek en stierven. .Hun lijken waren geheel zwart en werden onmiddellijk in zee geworpen, anders zou de pest aan boord heerschen", zeide Alexander. Vier ma trozen waren nu over. Den 16den Januari wilde Alexander twee hunner dwingen om een flesch wijn te drinken en toen ze weigerden trad hij met een revolver op hen toe, waarop de on gelukkigen in zee sprongen. De twee anderen lieten de Roriques met den kok in het leven, onder belofte van ge heimhouding. Nu heschen de broeders op de goëlet de Ame- rikaansche vlag, deden verschillende eilandjes aan, dreven handel met de inboorlingen, dronken zich dronken met hunne opperhoofden, en snoefden dan op hunne wandaden, bewerende reeds vroeger op dezelfde wijze zich van twee schepen te hebben meester gemaakt. Op een der eilanden ontdeden zij zich van de twee Kanaken, namen drie anderen als matrozen in hunne plaats, schilderden een nieu wen naam op den spiegel van het schip en stevenden naar de Carolinen, waar zij op Ponape de geheele lading verkochten. Aan wal met Mirey in twist geraakt, dreigden zij hem met den dood, waarop de kok audiëntie vroeg bij den gouverneur en dezen alles verhaalde, die allen in verzekerde bewaring nam. Ook de twee Kanaken zijn als getuigen te Brest voor geweest, maar men moest het opgeven uit hun gebrabbel wijs te worden. Zeer bezwarend voor de Roriques (die alles heeten liegen) was de ver klaring van een loods, die verklaarde in de Stille Zuidzee indertijd als gezagvoerder eener goëlet óók Joseph als stuurman aan boord te hebben gehad; de man, zeide hij, wilde hem met alle geweld aan hetzelfde eiland, waar zijn broeder gevestigd was, doen aanleggen, maar hij had er niet van willen hooren.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1893 | | pagina 2