Gemengde Berichten.
Eenige dagen geleden vertrok M. L. C. te Goes
als stoker van Vlissingen met liet stoomschip Nor
thern Light naar Amerika om een lading petroleum.
Te Darmouth (Engeland) werd hij, als ook de stoker
Sch. van Vlissingen, vermist. Uit een later schrijven
van de heeren De Groof Co. te Vlissingen is ge
bleken, dat beide genoemde mannen te Darmouth
verdronken zijn. Nadere bijzonderheden ontbreken
nog. De mannen laten ieder een bedroefde weduwe
niet vijf kinderen achter.
Tegen M. v. S. is'proces-verbaal opgemaakt
wegens overtreding der laatste alinea van art. 29
der algemeene politieverordening, het anders dan
stapvoets rijden om de hoeken van straten.
De politie heeft den last ontvangen, hierop streng
toe te zien, ten einde ongelukken te voorkomen.
Tegen W. B. is eveneens proces-verbaal opgemaakt
wegens mishandeling van een hond een ander toe-
behoorende.
Kapelle. De vrouw van B. J. alhier, die in
September jl. als verdacht van brandstichting ge
vankelijk naar het huis van arrest te Middelburg
werd overgebracht, is op vrije voeten gesteld en in
haar gezin teruggekeerd.
Ierseke. Maandag vielen hier drie kinderen, die
op een kar zaten, door een te snelle en onverwachte
wending van het paard, van het voertuig. Een der
kinderen, een ongeveer 3jarig meisje, werd overreden
en bekwam ernstige kneuzingen.
Sas-van-Gent. De maréchaussée Van Damme
alhier is, door de duisternis misleid, in het kanaal
geloopen en verdronken.
Ovezand. Zaterdag 9 December 1893 werd al
hier eene vergadering gehouden door de landbouwers-
vereeniging Help u zeiven", die door 50 leden was
bezocht, terwijl het getal leden is geklommen tot 114.
Uit de rekening en verantwoording over het dienstjaar
1892/93 bleek dat de ontvangsten over genoemd
dienstjaar 6076,50 en de uitgaven 6075,91 be
liepen (aldus een goed slot van 0,59), en dat in
dat jaar zijn aangekocht 798 balen superphosphaat,
353 balen amoniac-superphosphaat en 47 balen chili-
Balpeter, ter gezamenlijke waarde van f 5889,78.
Tot voorzitter werd herkozen de heer P. Van
den Dries.
Schore. Maandag hadden hier twee treffende
ongelukken plaats. Terugkomende van een bezoek
aan hare kinderen te Wolfertsdijk, kwam S. Van B.,
vrouw van M. K wagenmaker alhier, van den trein,
welke ten 5.4 te Vlake arriveert, aan de Schorer-
brug, waarvan volgens ooggetuigen de hekken ge
sloten waren en bijgevolg voor mensch en dier ontoe
gankelijk. Of de vrouw zich nu door de nauwe ope
ning ter zijde heeft doorgewerkt dan of zij de hekken
heeft geopend en daarna gesloten weet niemand;
doch hoe dan ook de brugwachter B. die, een schip
doorlatende met opene brug stond, hoorde eensklaps
een akelig geluid en riep den brugknecht. Deze
sprong met den zoon van schipper S., die aldaar
aan den wal lag, in eene boot en met behulp eener
lantaarn vonden zij spoedig eene vrouw, die in het
huisje der weegbrug gebracht zijnde, voornoemde
vrouw K. bleek te zijn. Geneeskundige hulp werd
spoedig verleend door den arts Kolff van Oisterwijk,
te Kruiningen, doch deze kon slechts den dood con-
stateeren. De doode was eene achtenswaardige vrouw
en moeder van een talrijk gezin. Zij bereikte den
ouderdom van 62 jaren.
Bijoa gelijktjjdig en slechts enkele meters van de
brug verdronk A. H., volgens opgaaf 60 jaren oud,
koopman in visch, verblijf houdende te Ierseke en
wonende te Katwijk aan Zee. Dronkenschap schijnt
hiervan de oorzaak te zijn. 't Lijk is naar Ierseke
vervoerd. En wanneer men nu nog weet, dat in de
onmiddellijke nabijheid van de eerste doode ook nog
dienzeltden avond een 46jarige man aan eene slepende
ziekte overleed, dan kan men eenigszins nagaan hoe,
met deze drie lijken in haar midden, de verslagen
heid in deze gemeente groot is.
Ter openbare civiele terechtzitting der Arron-
dissements-rechtbank te Middelburg van heden had
de executoriale verkoop plaats van
le. Een huis en erf, staande in de Oostvoorstraat
te Wissenkerke, plaatselijk bekend letter A 54.
2o. Een huis, schuur en erf als voren, A 46.
Het eerste perceel wordt toegewezen aan mr.
A. C. A. Jacobse Boudewijnse voor zijn principaal
voor f 10 en het tweede aan den notaris Huvers
mede voor zjjn principaal voor f 30.
Naar men meldt, laat een weldadig Amster
dammer thans voor een bedrag van tien duizend
gulden voor schoenen en kleeren voor behoeftige
schoolkinderen vervaardigen.
Voor een kantonrechter te Amsterdam is een
vreemdsoortig geval behandeld, dat wij hieronder
vertellen.
Voor iemand, die zich in den schouwburg bevindt,
is er niets onaangenamer, dan dat de man, die voor
hem zit, door onophoudelijk het hoofd te bewegen,
verhindert, dat zijn achterbuurman iets ziet van het
geen op het tooneel gebeurt. Deze begint met een
beleefd verzoek, vervolgens wordt hij knorrig en
eindelijk nijdig, als zijn woorden niets geven.
De heer Bernard zat in den schouwburg, toen
hem iets dergelijks overkwam. De jonge man, die
voor hem zat, sprong telkens op en toen alle ver
zoeken niet baatten, had de heer Bernard in zenuw
achtige opgewondenheid een dracht vuistslagen doen
neerkomen op 't hem hinderende mensehenhoofd,
alsof dit de welbekende kop van Jut was. Ziedaar
de reden, waarom der driftige man zich voor den
kantonrechter te verantwoorden had.
De rechter vroeg natuurlijk aan den afgeransel-
den jongeling, wat de reden was, waarom hij niet
stil was blijven zitten en deze antwoordde:
Mijnheer, hier ter plaatse heb ik geen reden om
te verzwijgen, wat mij noopte in half staande houding
de voorstelling te volgen en mijn achterbuurman te
hinderen. Een jonge dame, wier genegenheid ik ti acht
te verwerven, had mij den vorigen dag gevraagd,
of ik met haar naar den schouwburg wilde gaan.
Naar den schouwburg! Oordeel zelf over mijn geluk,
mijnheer de president. Doch helaas bet beste oogen-
blik in bet leven wordt dikwijls vergald. Bedenk
eens in welk een moeielijkheid ik mij bevond. In
den schouwburg moet men gaan zitten en zitten
was mij onmogelijk, omdat ik juist midden op een
lichaamsdeel, dat ik niet behoef te noemen, een kolos
sale steenpuist had, welke mij dwong om öf te staan
óf te liggen. De jonge dame af te wijzen, dat was
niet mogelijk, en baar te zeggen, wat er aan de
hand was, dan had ik mij voor altijd belachelijk
gemaakt in haar oogen; voorgeven, dat ik geen geld
had, dat was nog erger dan mij belachelijk te maken.
Ik besloot dus met de jonge dame naar den
schouwburg te gaan. Ik ging uiterst voorzichtig
zitten, maar sprong dadelijk weer op, met moeite
een smartkreet onderdrukkend. Nauwelijks stond ik
zuchtend voor mijn stoel, of die mijnheer daar roept
mij toe: »zitten!" Ik neem den schijn aan van
niets te hooren. Zitten," herhaalt hij met een
bulderende stem. Ik kon me niet langer doof hou
den en nam den schijn aan van te gaan zitten. Ik
zet mijn beide handen op de borst en ga half en
half hangen op mijn vuisten, zoodat mijn onge
noemde lichaamsdeel den stoel niet aanraakte.
Na twee of drie minuten roept de jonge dame
aan mijn zijde »Och, houd mijn tooneelkijker eens
eveD vast." Ik speel natuurlijk weer den Oost-In
disch doove en schijn niets te verstaan. De jonge
dame ziet me aan en zegt»Hó, U zit op uw
handen." Ik word zoo rood als een kalkoensche
haan, trek mijn handen terug en val neer op de
bank. Ik brul letterlijk van pijn en iemand roept
reeds: »Gooi den vent de deur uit." Ik onderdruk
mijn smart en neem bet besluit, ineengedrukt op
het randje van den stoel te blijven zitten, maar die
houding was zoo moeilijk, dat ik na vijf minuten
moest opspringen. Toen begon opnieuw het geroep
van »zitten, zittenO, ik bevond mij in een
vreeselijken toestand."
De kantonrechter: »Gij hebt er verkeerd aan ge
daan, naar den schouwburg te gaan, omdat gij uw
huurlieden moest hinderen. Doch de beschuldigde
had groot ongelijk, u af te ranselen."
De beklaagde: »Maar ik kon niet vermoeden,
dat mijnheer vol steenpuisten zat en zooals u te
recht zegt, als men bloedzweren heeft, gaat men
niet naar den schouwburg. Ik had mijn geld be
taald oin te zien en mijnheer verhinderde mij daar
in. Als hij mij gezegd had, wat hem scheelde, zou
ik hem geraden hebben, ergens anders te gaan staan."
De kantonrechter: »Ge hadt u moeten wenden
tot een bediende en dien man niet moeten slaan."
De beklaagde werd veroordeeld tot acht dagen
gevangenisstraf. V. B. v. Amst.
Alexander Cohen, de anarchist, wiens naam
in verband met den aanslag te Parijs genoemd is
geworden, is dezelfde, die eenige jaren geleden we
gens majesteitsschennis door de Haagsche rechtbank
veroordeeld werd tot negen maanden gevangenisstraf
en die zich aan die straf heeft onttrokken door de
wijk te nemen naar het buitenland.
Men zal zich herinneren, dat de veroordeelde op
den Stationsweg in Den Haag, in tegenwoordigheid
van wijlen Koning Willem III, beleedigende woorden
uitriep. Hij behoorde toen tot de socialisten hier te
lande en was tijdens zijn verblijf te Parijs mede
werker van Recht voor Allen. Volgens de Indep. Beige
is hij te Parijs gearresteerd na de aanslag in de
Fransche Kamer en door de Fransche autoriteiten
over de Belgische grenzen gezet.
Hij werd door de Belgische politie ontvangen en
terstond naar de Hollandsehe grens geleid, op grond
van een decreet der Belgieche reg9ering, waarbij
hem reeds voorheen het verblijf in België was ont
zegd.
Enkele dagen geleden bad een jager te O as
terzee, terwijl hij van de jacht naar huis terug
keerde, het ongeluk, tengevolge van het plotseling
afgaan van zijn geweer, door een hagelschot ouder
den rechterschouder getroffen te worden. Vrijdag
avond is hij aan de gevolgen van die verwonding
overleden, eene weduwe met twee kindertjes in
hulpbehoevenden toestand achterlatende.
Terwijl Vrijdag te Raamsdouk eenige werk
lieden bezig waren stukkon ijzer uit een roeibootje
op eene baggermachine te werken, viel een hunner
uit het bootje in het water, terwijl een stuk ijzer
van 300 K G. zwaarte volgde en zoodanig op zijn
been terecht kwam, dat hij geen moeite kon doen
omhoog te komen en ook zijne kameraads hem niet
konden helpen. Hij verdronk voor hunne oogen.
De man laat eene weduwe met zes kinderen achter.
De Limb. Koerier geeft het volgende niet on
vermakelijke verhaal van een hertenjacht op de
Melickerheide, die vele jagers en belangstellenden
naar de stad had gelokt.
Een geacht advocaat te Roermond kocht een paar
herten op een openbare vendutie en wist geen beteren
raad met de dieren, dan een jacht te organiseeren.
Zaterdagmorgen dus werd het bewuste hert ge
bonden, als ware het een leeuw, met de pooten aan
de horens vast en den mond heel vast gesnoerd,
naar de heide bij Roermond vervoerd. Een tiental
ruiters, benevens een tiental jagers met evenveel
honden, volgden het dier en verlustigden zich reeds
in eene ware cbasse a courre.
Na zich op alle punten geposteerd te hebben om
het wilde beest te vangen, werd het dier losgemaakt
en van zijn banden ontslagen, doch o fortuna, het
arme bo- st bleef meer dood dan levend op den grond
liggen. Vier der jagers zetten alstoen het dier op
zijne vier pooten en het bang willende maken, be
gonnen zij luidkeels te schreeuwen brbrbrdoch
dit hielp niets, het beest bleef onbewegelijk staan.
Nu vertelt men, zonder dat wij voor de waarheid
instaan, dat Ernest op het lumineuse idee kwam
om zijn flesch cognac uit te halen en de pooten van
het dier daarmede in te wrijvenanderen nochtans
beweren, dat zulks niet waar is, doch dat dejigeis,
zoowel die te voet als te paard, pen drijver naar
de stad gezonden hebben om wat Sequah-olie te
halendoch zelfs niet de beste massage, zooals
Davenport er nooit eene verricht heeft, was in staat
het dier in beweging te brengen het bleef staan
kijken, vol verbazing.
Een der jagers schijnt het dier alstoen a bout
portant te hebben doodgeschoten en de cbasse a
courre was uit.
Of de jagers, zoowel te paard als te voet, met
den staart tusschen de beenen naar Roermond zijn
teruggekeerd, meldt onze correspondent niet.
-Volgens berichten uit New-York is in het
stoomschip City of Washington een dynamietmachine
gevonden, verborgen in eene koffiebaal, die behoorde
tot een lading Mexicaansche koffie. De eigenaars
van het schip gelooven, dat dezelfde misdadigers
denkelijk verbitterde werkstakers in November
hun stoomschip City of Alexandria hebben doen
zinken. Dit schip is nabij Havanna afgebrand, na
eene geheimzinnige ontploffing in het ruim; vele
personen zijn daarbij omgekomen.
In Russisch Polen neemt het aantal plunde
ringen van treinen onrustbarend toe. Ia de laatste
vier weken vielen de roovers niet minder dan 8
passagierstremen aan en maakten zij zich meester
van de brieven, zakken en alle voorwerpen van
waarde, die zij slechts machtig konden worden.
Nu de strike in Engeland voorbij is, berekent
men in vele kringen wat de verliezen zijn, die door
haar zijn geleden. De heer Scott schat ze te samen
op niet minder dan 331/4 millioen pond sterling.
Aan loonen alleen, ook in de fabrieken, die wegens
gebrek aan kolen moesten stilstaan, ware anders
ruim 18 millioen pond in die 16 weken uitbetaald.
Bij die som is niet in rekening gebracht wat het
Rijk heeft betaald voor militair vertoon en het wel
licht onherstelbare nadeel, dat vele fabrieken hebben
geleden. »Voor het land ware het minder schadelijk
geweest als het tweemaal 33 millioen pd. st. had
geofferd voor de mijnwerkers", zegt Scott.
Na de werkstakers zelve hebben vooral de kleine
winkeliers geleden, die van hen leven. Vele van de
bedoelde kleinhandelaars zijn geheel te gronde ge
richt, want zij kregen geen ondersteuning uit een
weerstandskas of uit de handen van menschenvrienden,
die in dien noodlottigen strijd hun uiterste krachten
hebben ingespannen. Duizenden kleinhandelaars in
kolen zijn eveneens geruïneerdgroote fabrieken
werden uit gebrek aan kolen tot stilstand gedoemd,
duizenden arbeiders tot werkloosheid, waardoor zij
geen inkomsten hadden en dus den kleinhandel den
uitersten nood deden ondervinden. Ook onder de
mijnbezitters zijn er vele, die groote verliezen ge
leden hebben.
Een hevige brand heeft, zooals we reeds in
het kort meldden, in den nacht van Zaterdag op
Zondag het »Maison Hanséatique" te Antwerpen,
een entrepot, voor den opslag van graan, verwoest.
Omstreeks kwart over twaalven zag men de vlam
men uitslaan en weldra verspreidden zij zich met
schrikbarende snelheid in alle richtingen, over het
geheele gebouw, dat een oppervlakte van 80.000
vierk. meters besloeg. Het was een vreeselijk maar
een grootsch schouwspel tevens uit honderden ven
sters tegelijk de vlammen haar ontzettend verwoes-
tingswerk te zieu verrichten en de geheele stad er
door verlicht te zien. Een onafzienbare schare was
terstond op de plaats des onheils aanwezig en ook
de spuitgasten, de hooge autoriteiten, een detache
ment genie en infanterie waren met lofwaardigen
spoed ter plaatse aan den arbeid. Ongelukkigerwijze
kon men het vernielende element niet in zijn voort
gang stuiten; de brand had zulk een omvang ge
kregen, dat er aan blusschen niet te denken viel.
Toch vervulde de brandweer haar plicht en wierp
zij geheele watermassa's in den vuurpoel. De schepen
in de naburige dokken waren alle genoodzaakt vei
liger ligplaats op te zoeken. De hitte was zóó hevig,
dat men op een respectabelen afstand moest blijven.
Het is nog onmogelijk het geheele bedrag der schade
vast te stellen alleen is dit met zekerheid te zeggen,
dat het gebouw op 2 millioen francs geschat wordt,
terwijl er voor een waarde van 31/2 millioen francs
geborgen lag.
Maandagmorgen woedde de brand nog steeds voort
met donderend geraas stortte om ruim 5 uur een
gedeelte van het gebouw in, waarbij het vonken en
stukken hout, ijzer en steen regende, naar alle kanten.
Om 11 uur was van het trotsehe gebouw, dat een
voorgevel had van niet minder dan 80 meter ljngte,
niets meer over dan een reusachtige rookende puin
hoop. V001* het grootste gedeelte was alles verzekerd
bij Engelsche maatschappijen.
Nog wordt bericht, dat men een party van 150
vaten olie, die op de Lubeckkade aan het kleine
dok lag, uit vrees voor brand in het water moest
stooten. Bij den val brak een der vaten en de
olie dreef op het watereen vonk viel er op en
heel de oppervlakte stond weldra in brand. De
brandweer moest iu allerijl deze nieuwe ramp be
strijden, die de schepen erg bedreigde. Tegen 3 uren
was men dezen brand meester. Eeu brandweerman
schijnt onder een instortenden muur verpletterd te
zijn. Volgens de laatste berichten had men het lijk
nog niet kunnen vinden. Twee politieagenten, even
eens onder instortende muren in een kelder bedolven,
werden na anderhalf uur zoeken te voorschijn ge
bracht. De een was dood, de ander kwam er met
eenige kneuzingen af. In de stad verspreidde zich
het gerucht, dat de ramp aan kwaadwilligheid moet
worden toegeschreven. Zaterdagavond te halftwaalf
had een tolbeambte langs den kant der Bremenkade,
twee personen uit het Hanse-huis zien komen; zy
lieten de deur achter zich open staan. De man sloeg
daar geen aandacht op. Toen hij echter van de ramp
vernam, ging hij onmiddellijk bij den politiecom
missaris een verklaring afleggenmen vond inder
daad de bedoelde deur open en er is een onderzoek
ingesteld. Zeker is het dat de brand, die om tien
minuten na 12 uur werd ontdekt, te halfeen reeds
een onbegrijpelijke uitbreiding had.
Een geheimzinnige misdaad heeft te Sleydinge
nabij Gent plaats gehad, alwaar men den 13jarigen
zoon van Jozef Van Eeckhonte in het ouderlijk huis
vermoord vond. Bij het lijk lag een met bloed be
vlekt broodmes. De ouders van den knaap bevonden
zich tijdens den moord op de markt en hadden hun
zoon met den knecht thuis gelaten. De laatste
bevindt zich in hechtenis en geeft voor, dat twee
mannen het huis waren binnengedrongen, den jongen
hadden gebonden en gedood en daarna alles hadden
opengebroken en medegenomen. De justitie heeft
zich naar Sleydinge begeven om een onderzoek in
te stellen.
Op Sicilië worden de onlusten met den dag
erger. Maandag deed te Giardinelli een oproerige
bende een aanval op het raadhuis. De bersaglieri
gaven vuur, waardoor 8 personen gedood en 14
gewond werden.
Toen de gewapende macht afgetrokken was, ver
moordden de oproermakers den gemeente-secretaiïs
en diens vrouw, en droegen hun hoofden op pieken
rond.
Maandagmiddag ontving de koopman Fried-
liinder in de Neue Wilhelmstrasse in de nabijheid
van Unter den Linden een postpakket, dat, toen
het geopend werd, eene ontploffing veroorzaakte.
De gouvernante en het vierjarig zoontje van den
koopman werden aan het hoofd en de oogen gewond.
Het pakje, dat de vorm had van een rol papier,
bevatte een blikken bus, die met kruit was gevuld.
De afzender van het pakket is nog niet bekend.
Het feit van den dag te Londen is op 't oogen-
blikde nieuwe jas van den Prins van Wales. Zoo
bijzonder is die jas niet, maar de a. s. Koning be
stelde haar regelrecht bij den Bond van kleermakers,
die werd gevormd tegen de patroons. Voor de groote
tailleurs is dit een geduchte slag en de Prins liet
nog daarenboven aan de werklieden meedeelen, dat
de jas uitstekend voldoet.
Een Zuid-Afrikaansch blad deelt het volgende
staaltje mede van de slimheid eens negers:
Een kaffer kwam een cantine binnen, plaatste een
flesch op de toonbank en verzocht den baas dien
met besten Kaapschen brandewijn te vullen. Dit
geschiedde en de kaffer bood 30 cents aan in beta
ling. Dit was natuurlijk niet genoeg en toen het
bleek, dat hij niet meer geld had, werd de flesch
leeg geschonken en de 30 cents teruggeven. Latei-
kwam het uit, dat hij eene groote spons binnen in
de flesch had weten te krijgen, die natuurlijk vol
brandewijn gezogen was, zoodat de neger, toen hij
thuis kwam, nog een theekopje van het geestrijk
vocht had
Uitspraak is gedaan in een geheimzinnige zaak,
waarvoor twee zich noemende broeders Rorique voor
den maritiemen krijgsraad te Brest hebben terecht
gestaan.
De eigenlijke naam, levensloop en landaard van
bedoeld tweetal zijn in het duister gehuld en de
eenige getuige van de gruwelijke misdaden in open
zee, van welke zij beschuldigd werden, was een kok,
Mirey genaamd, een halfbloed.
In de maand December 1891 kwam Alexander
Rorique als passagier aan boord van de Fransche
goëlet Ninrohiti, op verzoek van zijn broeder Joseph,
die als stuurman tot de bemanning behoorde, en
wel van een der Paumotu-eilanden, terwijl het schip
op weg was naar Tahiti.
In den avond van 5 Januari schoot Alexander
den heer Gibson, een Engelschman, op het dek, a
bout poi tant, dood. Toen Mirey op het gerucht toe
liep, waarschuwde Alexander hem, niet te naderen en
de beide broeders wierpen Gibson in zee. Toen
de kapitein Té-a-hé verscheen, vielen de broeders
op dezen aan, namen hem op en wierpen hem Gib
son na. Mirey viel op de knieën en smeekte om
zijn leven, dat hem geschonken werd. Hij moest
naar voren bij de matrozen, zes Kanaken, gaan en
hen verbieden aditer te komen. Een zieke passa
gier werd met een drankje vergeven en daarop
onder 't lezen van een paar Bijbelteksten en een
kort gebod, door een der matrozen opgezegd, over
boord gezet. Eenige dagen later moest de kok den
matrozen een flesch rum brengen. Twee die er van
dronken rolden spoedig dol van pijn over het dek en
stierven. .Hun lijken waren geheel zwart en werden
onmiddellijk in zee geworpen, anders zou de pest
aan boord heerschen", zeide Alexander. Vier ma
trozen waren nu over. Den 16den Januari wilde
Alexander twee hunner dwingen om een flesch wijn
te drinken en toen ze weigerden trad hij met een
revolver op hen toe, waarop de on gelukkigen in
zee sprongen. De twee anderen lieten de Roriques
met den kok in het leven, onder belofte van ge
heimhouding.
Nu heschen de broeders op de goëlet de Ame-
rikaansche vlag, deden verschillende eilandjes aan,
dreven handel met de inboorlingen, dronken zich
dronken met hunne opperhoofden, en snoefden dan
op hunne wandaden, bewerende reeds vroeger op
dezelfde wijze zich van twee schepen te hebben
meester gemaakt. Op een der eilanden ontdeden
zij zich van de twee Kanaken, namen drie anderen
als matrozen in hunne plaats, schilderden een nieu
wen naam op den spiegel van het schip en stevenden
naar de Carolinen, waar zij op Ponape de geheele
lading verkochten. Aan wal met Mirey in twist
geraakt, dreigden zij hem met den dood, waarop
de kok audiëntie vroeg bij den gouverneur en dezen
alles verhaalde, die allen in verzekerde bewaring
nam.
Ook de twee Kanaken zijn als getuigen te Brest
voor geweest, maar men moest het opgeven uit
hun gebrabbel wijs te worden. Zeer bezwarend voor
de Roriques (die alles heeten liegen) was de ver
klaring van een loods, die verklaarde in de Stille
Zuidzee indertijd als gezagvoerder eener goëlet óók
Joseph als stuurman aan boord te hebben gehad;
de man, zeide hij, wilde hem met alle geweld aan
hetzelfde eiland, waar zijn broeder gevestigd was,
doen aanleggen, maar hij had er niet van willen
hooren.