80slc jaargang. 1893 N°. 146. Zaterdag 9 December. Nieuwjaarscommissie Het begrootingsdebat. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75. Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bij de keeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder bjj alle Boekverkoop9rs en Brievengaaiders. Inzending van advertentieu voor S uren op den dag; der uitgave. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huweljjks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per De goede resultaten, welke de bedeeling op den 1 Januari telkeu jare heeft opgeleverd, hebben doen besluiten weder do zoogenoemde in het '.even te roepen. Terwijl de heer J J. RA.MONDT zich weder bereid verklaarde de leiding der zaken als Voorzitter op zich te nemen, werden door de onderscheidene instelliugen de onderstaande heeren als leden der commissie aangewezen, t. w. Burg. Armbestuur dhr. B. M. DEN B01SR; Hervormde Diaconie C. MARIN1SSE; R. K. Par. Armb. P. A. VAN ACKER; Coin. v. d. (Ec. Spijsuitd. I. D. FRANSEN VAN DE PUTTE; en is de heer A. A. VAN DELLEN, commies ter secretarie, aan de commissie toegevoegd, om het schrijfwerk te verrichten. Deze commissie zal op WOENSDAG DEN 13 DECEMBER a. s. de bijdragen der ingezetenen inzamelen. Burgemeester eu Wethouders gelooven, dat met het oog op de opbrengst der collecte in het vorige jaar, eeu woord van opwekking tot het verleenen eener ruime bijdrage niet overbodig mag heeten. Zij vertrouwen, dat de ingezetenen gaarne bij den aanvang des jaars aan armen cene bedeeling zullen willen bereiden. Goes, den 7 December 1893. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. d. W. HAMER. De Secretaris, HARTMAN Het is een niet te ontkennen feit, dat de alge- meene beschouwingen ever de staatsbegrooting dit maal een eigenaardigen stempel dragen. Over die begrooting als zoodanig is nagenoeg geen woord gerept, wat goeden moed geeft voor hare aanne ming, maar wat toch een zeldzaam voorkomend geval is. Want wel-is-waar is het politiek beleid van de regeering ook iu andere jaren een hoofd factor van het begrootingsdebat, maar toch in an deren vorm dan dezen keer het geval is. Ditmaal toch is het niet slechts het regeeringsbeleid, maar ook en vooral zijn het de politieke verhoudingen in ons land en zijne vergaderzaal, die het hoofdthema der beschouwingen uitmaken. Ongetwijfeld bestaat daartoe alle reden. Nu wij aan den voor-avond staan van eene belangrijke kies rechtuitbreiding, die aan het kiezerscorps elementen zal toevoegen, welke tot nutoe op geenerlei wijze direct of indirect op het staatsbestuur hebben in vloed gehad, en die bovendien iu zoo sterken getale zullen komen, dat voortaan hun invloed de over- heerschende zal zijn, nu kan het zijn nut hebben, nu mag het misschien zelfs plicht heeten wel te overwegen, welke staatkunde men in de toekomst als de meest gewenschte moet trachten te bevor deren. Als zoodanig heeft het gehouden debat groote waarde en mogen we den heer De Beaufort, afge vaardigde van Amsterdam, dankbaar zijn, dat hij het als eerste spreker onmiddellijk in die bedding leidde. Jammer echter tevens, dat hij daarbij eene positie innam, die ons van hem wel niet mag ver wonderen, maar die duidelijker dan ooit te voren aantoonde, dat er twee richtingen zijn bij de li berale partij, die hoe langer hoe meer uit elkander loopen, en tusschen welke eene openbare breuk na het kiesrechtdebat niet zal kunnen uitblijven. Somber als een Decemberdag" is de beschouwing genoemd, die de heer De Beaufort heeft ten beste gegeven over den algemeenen staatkundigen toestand van ons vaderland, en inderdaad somber was zij in de hoogste matezoo somber zelfs, dat zij den blik van den spreker zelf soms verduisterde, en bet juist onderscheiden hem moeielijk viel. Want hoe schoon van vorm zijne rede ook was, hoe professoraal zijn betoogtrant, hij meende in het streven der regeering, en der haar steunende vooruitstrevende liberale en demoeratisch-gezinde anti-revolutionaire fraetiën, een zucht naar staatsalmacht te onderkennen, die inder daad niet bestaat. Ware dit wel het geval, de rede van den heer De Beaufort zou eene eereplaats in de Handelingen verdienen; thans geeft zij slechts een voor deze tijden treurig blijk van dat conser vatisme, dat gekant is zelfs tegen wat de heer Kerdijk staatsbemoeienis" noemde. Daarop toch komt in het eind het verschil tus schen beide partijen néér, dat de conservatief-libe- ralon de vrijheid zoo hoog houden, dat zij van schier geene staatsinmenging op sociaal gebied willen hooren, terwijl de vooruitstrevende liberalen terecht inzien, dat die vrijheid alleen daar geëerbiedigd mag en kan worden, waar zij geene aanleiding geeft tot ver drukking noch ter eene noch ter andere zijde, ter wijl tevens de Staat tot inmenging geroepen is, waar het particulier initiatief onmachtig of onwillig is de zaken in onpartijdige richting te leiden. Van die inmenging van den Staat, door de con ger vatief-liberalen ten onrechte Staatsalmacht" ge- heeten, omdat er nog altijd een ruim veld van be langen overblijft, waarmede de Staat zich niet in laat of niet inlaten kan, zijn de heeren De Beaufort c. s. allerminst gediend, en tusschen de eischen der socialisten en die der vooruitstrevende liberalen zien zij zelfs geen verschil. Zij willen op het eenmaal ingenomen standpunt blijven staan en het doctrinaire liberalisme handhaven, waarmede zij toonen nog steeds niets geleerd te hebben in de jaren van on- spoed der liberale partij, waarin zij door hare aar zeling en haar stilstand haar aantal en haar kracht meer en meer zag teniet gaan. Niet onopgemerkt mag billijkheidshalve blijven, dat de conservatief-liberalen meenen, dat de groote staatsinmenging afbreuk zal doen aan de liefdadigheid en het altruïsme, welk laatste wij volgens dr. Schaep- man, in onze Christelijke Germaansche taal »naasten- liefde" noemen. Zij meenen, dat wanneer de Staat, de gemeenschap zich steeds bereid toont aan te vullen, wat de liefdadigheid nalaat, de laatste zich al minder krach tig zal doen gevoelen, wetende, dat ook zonder haar de zaken in het reine komen. Tegen deze redeneering kan niet veel worden ingebracht en zij toont ongetwijfeld eene schaduwzijde van veelzijdige inmenging van het staatsgezag, speciaal bij de verbetering der sociale wanverhoudingen. Maar toch werpt deze bewering van den heer De Beaufort een zonderling licht op zijn gedachten gang. Want terwijl by eenerzijds de liefdadigheid in stand wil houdeD, omdat zij een der edelste karaktertrekken van den niensch vormt en zij beter dan de Staat rekening kan houden met de bijzondere eischen van het particuliere leven, gaat anderzijds de naastenliefde van den Amsterdamschen afgevaardigde niet zoover, dat hij ter verbetering van toestanden aan staatsinmenging de voorkeur geeft boven niets doen. Bovendien mag de vraag gesteld worden of groote veranderingen in de sociale verhoudingen en die kunnen niet uitblijven, zelfs iu_de naaste toekomst niet tegenwoordig nog door de liefdadigheid kunnen worden in het aanzijn geroepen, wanneer men leest, dat de vermogensbe lasting voor meerdere vermogenden" reeds aanlei ding was hunne bijdrage aan liefdadige instellingen te verminderen. Hoe weinig onbevangen eindelijk de blik der doctrinairen wordt, blijkt misschien het best uit het verwijt, dat de heer De Beaufort der regeering deed, dat zij met hare zucht naar »staats-almacht" haar eigen partij vermoordde, doordien deze op zulke wijze in twee deelen wordt gesplitst, die geene hereeniging meer toelaten den meer vooruitstrevenden liberalen gaf hij den raad terug te keeren van het ingeslagen pad en zich te schikken naar de inzichten der meer conservatief-gezinden. Heeft de heer De Beaufort dan geheel vergeten, hoe onlangs by de benoeming van een nieuw bestuur der liberale Kamerclub juist de drie conservatieven uitvielen en vervangen werden door drie der andere party, ten bewijze, dat deze laatste in de Kamer het sterkst vertegenwoordigd is Is het niet wat al te naïef thans te verlangen, dat men zich, tegen de regeering nog wel, naar de zienswijze der minderheid zal schikken? Met kracht kwamen natuurlijk de corypheeën der meer vooruitstrevenden op tegen de redeneering van den heer De Beaufort, die meer of minder gesteund werd door de heeren v. Karnebeek, v. Houten, Mees en v. d. Kaay, en met klem van redenen betoogden eerstgenoemden de noodzakelijkheid om het staatsbe leid te sturen in de richting, die de huidige regee ring heeft aangegeven. Staatsalmacht en onbeperkte individueele vrijheid, ze werden even sterk door de heeren Kerdijk, Heldt en Goeman Borgesius vooral door den laatste verworpen, waarna zij een lans braken voor die inmenging van den Staat, die leiden kan tot welvaart in het algemeen, geluk en tevre denheid bij de proletariërs en goede verstandhouding tusschen werkgever en werknemer. We staan zij erkennen het aan den vooravond van eene groote ommekeer in de sociale verhoudingen, een ommekeer, die niet meer is tegen te houden, en die, met het oog op de maatschappelijke «mwverhoudingen ook niet mag tegengehouden worden. Die ommekeer te leiden in de goede bedding is de taak van alle voor uitstrevenden, onverschillig tot welke politieke partij zij behooren. Daarom moet de regeering niet aarzelen door steun te zoeken bij eene bepaalde fractie, maar komen met krachtig doortastende ontwerpen, waar mede de linkerzijde van liberalen, zoowel als van anti-revolutionairen, zich kan vereenigen. Die door tastendheid moet echter niet leiden tot de overdrij ving, die werkelijk den naam van staatsalmacht" verdient. Doch bij deze regeering kan men te dien opzichte gerust zijn. GOES, 8 December 1893. Sturen in democratische richting. Bij het debat in de Tweede Kamer, kreeg men den indruk, dat de leuze, om in democratische richting te sturen, van de hoofdredactie van de Standaard was uitgegaan. Deze deelt thans mede, dat deze leuze, niet van haar afkomstig is, maar dat ze werd overgenomen van de Deputaten-vergadering. »Het was toch aan het slot van een rede, op die vergadering gehouden, dat deze leuze werd uitge roepen, en dat de Deputaten-vergadering door da verende toejuichingen aan deze leuze haar adhaesio schonk." Aldus de Standaarddie er niet bijvoegt door wien die rede werd uitgesproken. Kan dat ook dr. Kuyper zijn geweest? vraagt de Telegraaf. Met 1 Januari a. s. is benoemd tot agent van politie te Bergen-op-Zoom R. Van Waarde, gepasporteerd korporaal van de huzaren, te Goes. Oudelande. Tot lid van het Burgerlijk Arm bestuur is alhier herbenoemd dhr. Johannis Van W i n g e n. Borsele. Donderdag werd door den gemeente raad tot lid van het burgerlijk armbestuur alhier herbenoemd, de heer A. P o 1 d e r d ij k. De ver gadering ging tevens over tot instelling van eene commissie voor Kerstmis- en Nieuwjaarsbedeeling ter vervanging van het zoogenaamde ophalen van kerstkoorn en het nieuwjaarwenschen aan de huizen. Door den directeur-generaal der posterijen is bepaald, dat brieven van de ambtenaren der regis tratie- en successierechten, betreffende de vermo gensbelasting, die aan het op den omslag aangewe zen adres niet bestelbaar zijn, aan den afzender moeten worden teruggezonden, zooveel mogelijk, met aanwijzing van hef juiste adres. De heer Land, lid der Tweede Kamer, is ernstig ongesteld. Sedert eenige dagen zyn te Amsterdam v a 1- sche muntbiljetten in omloop. Zij zijn van de eebte te onderscheiden door een meer blauwe tint, voorts dragen zij het jaartal 1892 met de handteekening Beaufort, als minister van financiën (in welk jaar de heer Pierson reeds als zoodanig was opgetreden). Eindelijk ontbreekt het watermerk. (U. DJ De Telegraaf kan op de meest stellige wijze ver zekeren, dat de berichten aangaande de vaststelling van het rapport der commissie van Neer bosch, die door sommige bladen verspreid worden, van allen grond ontbloot zijn. Het eindrapport is in bewerking, en zal in eene eind vergadering der commissie vastgesteld worden. Wanneer deze verga dering gehouden zal worden is echter zelfs den commisieleden nog niet bekend. Dat het eindrapport nog niet vastgesteld kan zijn is niet te verwonderen, daar eerst na de verschijning van de 2e brochure van den heer Van Deth ver scheidene sociaal-democratische oud-weezen zich tot het geven van inlichtingen bereid hebben verklaard. De geloofwaardigheid der door de verhoorde personen gedane opgaven is zooveel mogelijk onderzocht en verscheidene processen-verbaal van verhooren worden in hun geheel in het eindrapport, dat zeer omvang rijk belooft te worden, opgenomen. Staten-Generaal. EERSTE KAMER. Woensdagavond werd een korte zitting gehouden tot hervatting der werkzaamheden. De Voorzitter herdacht met een warm herinnerings woord de overleden afgevaardigden jhr. Elout van Soeterwoude, mr. Van Royen en jhr. Siogendonck. De ingekomen wetsontwerpen zijn naar de afdee- lingen verzonden. De heer Fokker heeft verlof bekomen voor een inter pellatie over de voornemens der Regeering ten aanzien van de Marinehaven en Marinesluis te Vlissingen. TWEEDE KAMER. In de zitting van gisteren is hoofdstuk Buiten- landsche Zaken aangenomen na een kort debat, waarin de Minister van Buitenlandsehe Zaken aan kondigde, dat weldra met België eene overeenstem ming zal verkregen zijn omtrent eene vergemakke lijking van den invoer aan de grenzen. Bij het alge meen debat over hoofdstuk Justitie, bestreed de heer De Kanter het vonnis der Haagsche rechtbank tot ontzetting van een predikant. De rechterlijke maebt kan niet de particuliere dignitarissen ontzetten. Hij vroeg cassatie in het belang der wet. Verder werd aangedrongen op wettelijke regeling van den arbeid der bakkersschadeloosstelling van onrechtmatig preventief gevangenenherziening der Vreemde lingenwet voorziening tegen fiesschentrekkerijen en tegen oprichting van zwendel vennootschappen. Kerkelijke Zaken 8ïi Onderwijs. Bedankt voor Dreisehor door den heer S. C. Kylstra, cand. te Leiden. Biezelïnge. Daar de heer W. Van Liere zijne benoeming tot diaken der Herv. gem. alhier niet had aangenomen, werd Woensdagavond de heer A. v. d. Graaff als zoodanig gekozen. 's-Gravenpolder. Herkozen als notabele bij het Herv. kerkbestuur de heer M. Prumers. Uit het in de Staatscourant opgenomen over zicht van den uitslag van de eind-examens der Hoogere Burgerscholen met vijfjarigen cursus in 1893 blijkt, dat aan 366 der geëxamineerden het verlangde diploma werd uitgereikt, terwijl het aan 48 werd geweigerd. - De minister blijft bij zijn vroegere meening, dat verbetering van het lot der onderwijzers bij het lager onderwijs alleen is te verkrijgen door wets wijziging. De Minister is niet geneigd weder een nadere wetswijziging ten opzichte van den termijn voor verplichte invoering van het onderwijs in de vrije- en orde-oefeningen der gymnastiek te bevorderen. Rechtszaken. Arrondissements-Rechtbank te Middelburg. Zitting van 8 December 1898. Heden zijn veroordeeld: J. v. I, 71 j., te Krui- ningen, wegens beleediging tot f 1 of 1 d.I. O., 32 j., te Wolfertsdijk, wegens diefstal tot I m. ge vangenisstraf; W. K., 30 j., te Wolfertsdijk, wegens diefstal tot 1 m. gevangenisstraf; A. A., 41 j., te Heinkenszand, wegens diefstal tot 2 m. gevangenisstr. Vrijgesproken zijnN. M., 49 j. en I. M., 21 j., beiden te Ierseke, beklaagd van mishandeling. Gisteren zijn W. v. K. en A. v. Ste Ierseke, door de rijkspolitie uit Goes gevankelijk overgebracht naar Middelburg, als verdacht van diefstal gepleegd op 27 November 11., terwijl het gestolene te Goes was verkocht en door gemelde beambten opgespoord. Door het O. M. bij de arrondissements-recht- bank te 's-Bosch is mede appèl aangeteekend van het vonnis in zake den moord op wachtmeester Hoek man te Osch, waarbij G. v. Gelder werd veroordeeld tot eene levenslange, en A. v. Barkum tot eene vijf tienjarige gevangenisstraf, en door hetzelfde O. M. is appèl aangeteekend van hetzelfde vonnis, waarbij J. en C. De Bie werden vrijgesproken. W erkeloosheid. In eene ten stadhuize te Amsterdam gehouden vergadering van burgemeesters en secretarissen der provincie Noord-Holland, ter bespreking van de hou ding, welke de gemeentebesturen zouden hebben aan te nemen tegenover aanvraag om werk gedurende dezen winter, is men tot de conclusie gekomen dat de gemeentekas niet mag worden aangesproken ter bestrijding van de werkeloosheid, maar dat het op den weg van den burgemeester ligt het particulier initiatief aan te wakkeren door commissiën in het leven te roepen. De Amsterdamsche Crt. weet mee te deelen, dat spoedig door de gemeente Amsterdam een aanvang zal worden gemaakt met den aanleg van de Raad huisstraat. Men zal beginnen met de huizen in de Korte Huiszittensteeg voor afbraak te verkoopen, om daarna over te gaan tot verkoop van de bouw terreinen. Zooals men weet, wordt de afbraak der huizen voor den bouw ter plaatse van het nieuwe Postkantoor den 8en dezer aanbesteed, zoodat vele handen weldra werk zullen vinden. Van gemeentewege zal nog, behalve de gewone onderhoudswerken, spoedig worden overgegaan tot het in gereedheid brengen van de terreinen aan de Kost verloren Vaart, voor een schuitenmakers- en stratenmakerswerf, een werk, dat begroot wordt op f 15000, welke som hoofdzakelijk benoodigd is voor arbeidsloonen. Gemengde Berichten. lleinkenszand. In den nacht van Woensdag op Donderdag jl. mocht het den Rijksveldwachter A. Smallegange alhier, met behulp van de onbez. Rijksveldw. C. Grim van 's-Heerenhoek, F. Cor- nelissen en F. Buteyn van Nieuwdorp, gelukken onder Arnemuiden wegens jachtovertreding te bekeuren twee personen, woonachtig te Filippine, zekere P. E. en Ch. E (schippers), die met hun vaartuig lagen aan den Sloedam, aan de Kraaijertzijie. Dartien hazen, een lichtbak en een geweer werden door de politie in b9slag genomen.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1893 | | pagina 1