De Doodstraf.
De jongste brief uit de Hofstad in de Middelb.
Ct. bevat o. a. het volgende pleidooi ten gunste
van de afschaffing van de doodstraf
De bewering, dat de doodstraf noodig is, werd in
den regel gesteund door een beroep op de gepleegde
ernstige misdrijven, waarvan het aantal sedert de
afschaffing van die straf toenemend zou zijn. Alsof
vroeger op al die misdrijven de doodstraf stond
Men vergat dat die straf slechts voor enkele feiten
kon worden uitgesproken, waarvan er jaarlijks niet
meer dan gemiddeld 20 voorkomen. Tegen dit ar
gument, aan de statistiek ontleend, heeft men nu
wat anders bedacht. Zoo dringt de Standaard nu
niet meer aan op wederinvoering van de doodstraf
op grond dat zij, meer dan eenige andere boetedoe
ning, moordenaars in spe zou afschrikken dit is ook
al te dwaas, want wie heeft voor een moord wel
levenslange gevangenschap over? Als er zekerheid
was, dat hij als de dader ontdekt zou worden, zou
vermoedelijk bijna niemand een moord plegen, ook
al had hij afdoenden waarborg dat zijn leven ge
spaard zou worden, en de straf alleen in levenslange
opsluiting zon bestaan. Gevallen van vreeselijke
wraakneming, jaloezie en dergelijke uitgezonderd,
zou de zekerheid van zware straf voldoende zijn, en
zwaar is toch zonder twijfel ook die, welke mede
brengt dat men zijn geheeie verder leven in de straf
gevangenis doorbrengt. Maar nu komt de Standaard
met een argument, waarop de statistiek geen controle
geeft, maar dat voor velen zeker actueele waarde
zal hebben de schuld van de niet-ontdekking van
zoovele erge vergrijpen ligt volgens dat blad in het
gemis van de doodstraf.
Dat velen onder den indruk van eenige zware
misdrijven, die in bet duister gehuld bleven, dat
argument zullen onderschrijven, is buiten twijfel
de zaak-De Jong is zeker wel geschikt daartoe.
Maar alleen op onnadenkenden kan die bewering
zoodanigen invloed oefenen. Zij wordt toegelicht
door de mededeeling, dat wie van een zware mis
daad iets afwist of althaas een spoor kon aanwijzen,
toen de doodstraf nog toepassing vond er niet tegen
op zag om aan de justitie de noodige inlichtingen
te geven, omdat hij wist dat de gewetenlooze moor
denaar ter dood zou worden gebracht, zoodat men
later niets van hem zou te vreezen hebben.
Wat zga er toch vreemde Christenen in de wereld,
die geen bezwaar hebben iemand aan de galg te
helpen omdat zij er zelf geen nadeel in den vorm
van wraakoefening van kunnen ondervinden, maar
die weigeren het groote, algemene belang van vei
ligheid en rechtszekerheid te dienen als zij het mi
croscopisch gevaar loopen van over 20 of 25 jaren
den moordenaar te ontmoeten Maar bovendien, zou
het van die schroomvallige lieden niet voorzichtig
zijn ook bij toepassing van de doodstraf der justitie
de behulpzame hand te bieden. Wie weet toch of
de rechter de gedane aanwijzingen niet onvoldoende
zal achten en den aangeklaagde niet zal vrijspreken
En als de rechter al veroordeelt tot de straffe des
doods, is men dan zoo zeker, dat niet van het ko
ninklijk recht van gratie zal gebruik gemaakt wor
den, waardoor de moordenaar over een aantal jaren
misschien toch weer vrijkomt Neen, zulke rede
neeringen mogen den bijval genieten van de domme
menigte, die onder den indruk van éön feit, van het
oogenblik oordeelt, steek houden zij niet.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAM EB.
Het algemeen debat over de Indische begrooting
voor 1894 is gisteren aangevangen.
De heer Pijnacker Hordijk verklaarde zich zeer
ingenomen met al hetgeen deze Minister heeft voor
bereid tot verbetering van bestuur en toestanden in
Ned.-Indië en tot vermeerdering van de productivi
teit van den grond en vergemakkelijking van het
verkeer. Vooral drong hij aan op krachtige irrigatie,
waardoor de productiviteit zal vermeerderen en de
landrente zal stijgen. Voor productieve buitenge
wone werken mag z. i. zeer goed worden geleend
Verder nam spr. de gelegenheid waar om hulde t.
brengen aan den leider der expeditie tegen Tamiange
die door den legercommandant hooggeroemd is.
De heer Bool kwam opnieuw op tegen de be
strijding van buitengewone uitgaven uit de gewone
middelen en beval sterk aan maatregelen te nemen
om het prestige der inlandsche hoofden niet nog
meer te verminderen.
De heer Van Vlijmen constateerde dat de bij
's Ministers optreden zorgwekkende financiëele toe
stand eenigszins is verbeterd door mindere afhanke
lijkheid van de opbrengst der producten. Maar er
moet nog veel worden gedaan, b. v. tot afschaffing
van het pachtstelsel en ontworsteling van den Ja
vaan aan de slavernij van den Chinees.
Sterk drong hij aan om recht te doen, zonder
aanzien des persoons, ter zake van de gebleken
misbruiken bij de suikerindustrie. Beëindiging van
den Atjehoorlog achtte hij zeer gewenscht, maar hij
meende gelukkig teekenen optemerken, die op ver
betering van den toestand wijzen. Ten slotte wijdde
hij eenige opmerkingen aan ons optreden in Tamiang.
De heer Van der Kaai) betoogde de noodzakelijk
heid om de regeling der tractementen van burger
lijke ambtenaren in Indië zoodanig te veranderen,
dat er niet te groote sprongen zgn in die jaarwed
den. Ook de pensioenregeling dient te worden herzien.
De heer Roëll betoogde, dat niet voor alle pro
ductieve werken mag worden geleend, maar alleen
voor buitengewone productieve werken. Hij wenscht
geruststellende verklaringen omtrent de fiaanciëele
toekomst van Indië.
De heer Van Karnebeek betoogde dat bij alle
waardeering van de pogingen om de inlandsche
bevolking te ontlasten, men niettemin de belangen
van het moederland moet in het oog houden.
De heer Bahlrnarm achtte het deficit op de be
grooting 2 a 3 millioen hooger dan de Minister.
De koffie is de kurk waarop het budget des Min.
drijft; dit blijkt uit de wijziging die de Min. in
zijn bcgrooting bracht; de Mir. ant:"ip?erfc op d^n
oogst van 1894bij disconteert een opbrengst in
de toekomst, die onzeker is. Daartegen waarschuwde
spr. met ernst. Hij di'ong aan op bezuiniging.
Rechtszaken.
Bij vonnis van de Arrondissements-Rechtbank
in den Haag is de gepensioneerde luitenant-kolonel
d. C., gen. C., bij verstek veroordeeld tot twee jaar
gevangenisstraf, wegens bet plegen van onzedelijke
handelingen met een meisje beneden den leeftijd van
16 jaar.
De rechtbank te 's-Hertogenboseh heeft giste
ren uitspraak gedaan in de zaak van den moord op
den wachtmeester Hoekman te Oscli gepleegd. Zij
heeft Gijsbertus Van Gelder schuldig verklaard aan
moord en veroordeeld tot levenslange gevangenis
straf; Antonio Van Berkum, medeplichtig aan moord,
tot 15 jaar; Johannes De Bie, ook genaamd Cis De
Bie, en Petrus De Bie werden vrijgesproken.
Stormbericliteu»
VlisstiiffCiï. Bij het jongste stormweder is de
voortreffelijkheid van de lijn VlissingenQueenboro'
weder helder aan het licht gekomen. Niettegenstaande
de kooge zeeën kwamen de mailbooten slechts enkele
uren te laat, zonder het minste letsel te hebben be
komen. Een der booten had zelfs de mail van de
Belgische maildienst aan boord, daar deze booten
niet van Ostende zijn vertrokken.
SSatSi. Zondag jl. met beetwortelen voor België
uit den Damespolder komende is het Belgisch schip
Susannaschipper P. Pijl, onder den Doel gezon
ken. De bemanning is aan den wal, terwijl schip
en lading zijn verzekerd.
Maandagmorgen is tengevolge van den storm de
veerpont te Tolen zoodanig onklaar geraakt, dat
dien dag geene rijtuigen overgezet konden worden.
De postpakketten werden in roeibooten overgebracht.
Eerst Dinsdagnamiddag is het gelukt de pont, welke
gezonken was en bij het ophalen het onderste boven
geraakt was, op den oever te brengen.
De felle wind, die zich hier Zaterdagnacht liet
voelen, heeft overal en niet het minst in Engeland
groote schade aangericht. Een aantal schipbreuken
met verlies van menschenlevens worden van ver
schillende plaatsen aan de kust gemeld. Boomen
zijn ontworteld, de telegraaf- en spoordienst zijn veel
vertraagd, en op onderscheidene plaatsen zijn onge
lukken veroorzaakt. De aankomende schepen hebben
alle vreeselijk weer gehad.
Een Schevoningsche bomschuit, schipper J an Pronk,
die Zaterdag naar zee vertrok, doch wegens slecht
weer terugkeerde en Zondagmorgen voor den Rott.
Waterweg in de branding geankerd lag, is, terwijl
wegens het weer beproefd moest worden weder volle
zee te kiezen, waartoe de ankerkabel gekapt werd,
op den lagen strekdam in den Waterweg geslagen
en verongelukt. Yan het scheepsvolk, bestaande uit
negen koppen, zijn vier gered en vijf verdronken.
Een sleepboot welke beproefde aan genoemde bom
hulp te verleenen, kreeg door de hooge zee een
defect aan het roer, geraakte eveneens op den lagen
strekdam en zit zeer gevaarlijk. De bemanning der
sleepboot is behouden aan den wal gekomen.
De reddingboot van Maassluis, die op het eerste
bericht naar den Hoek van Holland vertrokken was,
kon door de ongunstige gesteldheid van zee en
wind geen hulp verleenen,
Omtrent de redding der vier man, waaronder de
schipper, meldt men dat, toen het schip op den
dam stootte, vijf man door de golven over boord
werden geworpen. Vier wisten zich aaa den gasboei
vast te klampen en kropen, toen het water wat viel,
op handen en voeten over den dam naar het vaste
land.
Het lijk van een man van de équipage, een
Egmonder, is reeds aan den Hoek van Holland met
gespleten schedel aangespoeld.
De sleepboot ligt aan drie stukken en is verloren.
Een der verdronkenen laat een vrouw met negen
kinderen na.
Tusschen Noordwijk en IJmuiden is het schip
Transit gestrand. Een der bemanning spoelde vóór
de stranding over boord, terwijl de tweede uit het
tuig, waarin de bemanning gevlucht was, viel en
verdronk. De overige schipbreukelingen werden door
de reddingboot uit het tuig gehaald. De kapitein
was reeds bewusteloos. De lading vau het schip
bestond uit 250,000 kilo koolteerpek. Het schip zal
verloren zijn.
Tengevolge van den NO. storm en den daarmede
gepaard gaanden hoogen vloed, is Marken Maandag
ochtend ondergeloopen.
Blijkens nadere berichten was de storm het hevigst
in Schotland en het noorden van Engeland, waar
vooral onder de kustvaartuigen groote schade is aan
gericht. In vele plaatsen ging de storm gepaard met
hevige sneeuwjacht.
In de Iersche zee leed het stoomschip Black Rock
van Dublin naar Liverpool, met 400 stuks rundvee
en 250 schapen, veel schade aan deze levende lading.
Van de schapen bleven slechts 25 stuks over en het
rundvee werd meestal dood of deerlijk verminkt uit
het tusschendek opgehaald; die nog levend waren,
werden onmiddellijk afgemaakt. De schoener Elize
Helle verongelukte met man en muis in Bar Cor
Kriebaai. De Thedavan Hamburg naar Glasson dok,
verongelukte op de banken bij Morecombe. De be
manning werd gered. Vier man van de vischsloep
Ruth Balta sloegen overboord en zijn verdronken.
De schoener Bessie verongelukte te Holyhead op de
Break water. O k hiervan werd de bemanning gered,
evenals van de Jane Douglasvan Plymouth naar
Runcorn, die ook in de nabijheid van Holyhead
verongelukte.
De Grieksche stoomboot Paraslcevi Vlassapoulo, van
Rotterdam naar Cardiff, is bij St. Germain-de-Vaux
gestrand. De Nederlandsche loods en de tweede stuur
man zijn omgekomen, maar de overige bemanning
is ge.cd.
Verscheidene schepen ledeu voorts schipbreuk, o. a.
de Oriental van Hamburgde opvarenden zijn voor
een deel gered. Ook bij Barfleur hebben nog ver
scheidene strandingen plaats gehad.
De vuurtoren en 80 meter van den steenen dam
te Galais zijn door den storm vernield. Voorts zijn
zestien visschersschuiten op de kust vergaande
manschap is verdronken.
De wachters van den vuurtoren zijn gered.
Maandag, tegen den middag, strandde, tijdens vrij
hevigen O. N. O. storm, in de Noordergronden bij
Nieuwediep de Deensche schoener Expreskapitein
Hansen, vau Uleaborg met teer naar Harlingen be
stemd. Reeds geruimen tijd had men den schoener in
het oog gehad en zulke vreemde manoeuvres van het
schip waargenomen, dat men meende met een door de
epuipage verlaten schip te doen te hebben, in welk
vermoeden men versterkt werd, doordien het geen
zeilen bijbad en, na te zijn gestrand, geen natievlag
toonde noch om hulp seinde. Daar men evenwel
geen zekerheid had, werd de sleepboot Hercules met
de bemande reddingboot op sleeptouw van Nieuwe
diep ter verkenning uitgezonden. In de nabijheid
van de Expres komende, bemerkte de bemanning
der reddingboot dat er zich wel degelijk menschen
aan boord bevonden. Toen men eenmaal die weten
schap had opgedaan, werd niet lang met de redding
getalrad. In weerwil van de hevige branding, die
voortdurend over het schip heensloeg, wist men dit
te bereiken en de zes schipbreukelingen in de boot
te krijgen. Kort nadat deze in veiligheid waren,
vielen de beide masten van den schoener over boord
en werd alles wat zich op het dek bevond door de
branding losgemaakt en meegevoerd. Had de redding
dus slechts éénige vertraging ondervonden, de equi
page van de Expres zou in de golven zijn omgekomen.
Na te Nieuwediep te zijn geland, werden 5 der
geredde schepelingen in een logement onder dak ge
bracht terw-jl de stuurman, die vóór de stranding
eenige ribben had gebroken, naar het marine-hospi
taal vervoerd en daar ter verpleging opgenomen werd.
Men meldt uit IJmuiden
De sleepboot Simson stoomde Maandagmiddag van
hier uit ter opsporing van een in nood verkeerend
schip.
Men slaagde er in het aan te treffen. Het was de
Duitsche bark Hellas, tehuis behoorende te Rostock,
beladen met kolen, bestemd van West Hartlepool
naar Danzig.
Het was lek gesprongen, bijna zinkende en geheel
ontredderd.
Er bevonden zich nog drie personen aan boord.
Het was reeds des ochtends door den gezagvoerder
met nog 4 man in een boot verlaten.
Te 10 uur gingen nog twee man van boord waar
van een in een boot dio vol water was, de tweede
op een trap, doch deze beide personen zijn voor het
oog der 3 zich nog aan boord bevindende personen
verdronken.
De Simson nam het schip op sleep om het te
IJmuiden binnen te brengen, doch te zes uur des
avonds zonk het plotseling, zoodat men den sleeptros
moest kappen.
Onmiddellijk werd de boot overboord gezet en ging
men er op uit om de drenkelingen te redden, hetgeen
door de duisternis eene moeielijke taak was. Toch
slaagden zij er in alle drie te redden. Twee dreven
in zee, de derde hing in het tuig, (waarvan de
toppen nog boven water steken) en kwam de Simson
hier te 8.30 ure met hen aan boord (reeds van droge
kleeren voorzien) in de haven terug.
Het wrak ligt op 9 vadem water in peiling
IJmuiden, Zuid-Oost ten Zuiden op 2 '/2 mijl afstand.
Gemengde Berichten.
Op een sleperswagen, die Maandagavond van
Heinkenszand kwam, zaten op den 's Heer-Hendriks-
kinderendijk behalve de koetsier, drie personen uit
Goes en een vreemdeling, die onderweg opgenomen
waien. Een der Goesenaars miste eensklaps zijn
portefeuille en de vreemdeling werd van den diefstal
beschuldigd. Toen van dezen de portefeuille terug-
geëiseht werd, sprong hij van het voertuig, de drie
anderen volgden hem en in het donker werd de
wedloop voortgezet. De vreemdeling werd gevat en
het bewuste voorwerp op li9in gevonden. Men meende
hem nog mede te voeren om hem aan de politie
over te leveren maar dit mislukte.
Ierselie. De Dorcasvereeniging alhier heeft van
de Nederlandsche Naaiwerkvereeniging een ruime
collectie kleedingstukken van verschillende soort ont
vangen, samen 120 stuks.
filorsele. De meestoof »de Kroon" alhier heeft
have taak voor dit jaar wéér afgedaan. Ofschoon zij
weinig weken werkzaam was, bereidde zij toch nog
15294 K.G. racine en muilen.
In het jaar 1892 vertrokken uit deze provincie
1305 personen, waarvan 467 naar Noord-Amerika.
Uit Aardenburg alleen vertrokken 109 en uit 's-Heer
Arendskerke 100 personen.
MiïddellMirff. Nog iederen dag neemt het ge
tal iufluenza-lijders toe. Veilig kan men dit thans
op 14 1500 schatten, als men weet dat er nog
zeer vele personen zijn, die niet geneeskundig worden
behandeld.
Nu de dagen zoo kort beginnen te worden
en voor vieren de schemering reeds intreedt of in
getreden is, is het den ouders niet genoeg aan te
raden er streng op toe te zien, dat de kinderen in
het schemeruur zich niet bezighouden met werk
zaamheden, waarbij het oog zich moet inspannen.
Gewoon te werken bij daglicht, maken zij b v. liet
huiswerk dikwijls nog in het halfdonker. Niets is
echter schadelijker voor het oog dan dat peuteren
bij slecht licht. Menig kind heeft er zjjn oogen voor
altijd mee bedorven en ondervindt op lateren leef
tijd de treurige gevolgen van de verwaarloozing
van dezen gulden regel der gezondheidsleer:
»Wilt gij uw oogen bewaren, span ze dan niet
in bij zwak of onvoldoend licht, vooral niet door te
lezen of te schrijven."
Een viertal Rotterdamsche jongens begaven
zich Maandag op de spoorbaan aan de Oude Plan
tage en hadden de baldadigheid steenen op de rails
te leggen. Nog erger werd het, toen zij van verre
een trein in volle vaart zagen aankomentoen leg
den de bengels hun hoofd op de rails. Gelukkig
werd dit door den machinist gezien, die den stoom
afsloot en stopte. Een spoorwegbeambte liep op de
jongens toe, maar deze maakten dat zij weg kwa
men en werden niet bekend.
Een hevige knal deed Zondag morgen de be
woners van Nijensleek uit hnn sluimering opschrikken.
De slag was zoo ontzettend, dat hij, naar men zegt,
tot op 10 minuten afstands hoorbaar was. Het bleek
al spoedig, dat hij veroorzaakt was in de boterfa-
briek van den heer Hilkemeijer, op het oogenblik
dat aldaar het vuur werd aangelegd. Vermoedelijk
bevond zich dynamiet tusschen de steenkool en ontstond
zoo eene ontploffing, waardoor echter geene persoon
lijke ongelnkken plaats haddenwel werden ver
scheidene pannen van genoemde fabriek geslagen,
enkele glasruiten verbrijzeld en is de kalk, waarin
de groote kookketel zit gemetseld, op onderscheidene
plaatsen gescheurd. (Pr. Ass. Ct,)
Wie voor zich of voor een ander genezing
zoekt voor de kwaal dor drankzucht, moeten wij
zegt de Echo in gemoede ontraden, de hulp in
te roepen van de firma Von Ophuys, Bos Sons,
J. Josephus, of hoe deze industriëel zich verder
moge noemen. Het nieuwste adres der firma is
Plantage weg 133a, Rotterdam.
De gewoonte van »het huis" is om zonder
eenigen omslag de toestroomende postwissels van
60 ct. te incasseeren en de hulpzoekenden verder
zonder taal of teeken te laten. Krijgt de firma het
wat benauwd, dan verdwijnt zij en duikt een poosje
later aan een ander adres en met een nieuwen firma
naam weder op.
Als wij ons niet vergissen, is deze feniks-achtige
industriëel een zeer bekend personage, een waar
Manusje van alles, die in zjju vrijen tijd aan anar
chistische studiën doet en in de journalistiek eene
eigenaardige reputatie heeft verworven.
Mevrouw vond baar werkster staande aan
een open kast, met de karaf madera aan den mond.
»Bet! dat zie ik daar eens!"
Bet laat den hals der karaf niet los, maar wgst
met haar linkerhand naar het salon en dan naar
haar hart.
»Maar mensch, wat beteekent dat allemaal
roept mevrouw.
Bet, de karaf van den mond nemend en haar
hand vastdrukkend op haar hart
»Och mevrouw, maak me nog niet verder van
streek. Ik beef over al mijn leden. Ik krijg
krijg er nog wat van, dat zal u zien.
En als ik hier dat vocht niet gevonden had, dan
was ik er misschien bij neergevallen."
Mevrouw, trappelend van ongeduld
»Nu wat is er? Wat is er?"
Bet (langzaam)Ja, 't is erg genoeg. Ik wil ze
verzetten, ziet u, om beter bij het behangsel te
kunnen, en daar breekt
Mevrouw met een gil
»De groote porseleinen vaas?"
Allebei, mevrouw, allebei de vazen", zegt Bet,
en mat éen teug drinkt ze de karaf leeg. O. D.)
Blindgeboren paarden Bij een paard in Fries
land, den achtjarigen inlandschen hengst >Friso",
stamb. no. 76, van den heer D. C. lest, te Kooten,
heeft zich het ongewone verschijnsel voorgedaan,
dat vier door hem bij verschillende merriën voort
gebrachte nakomelingen blind of nagenoeg blind
zijn geboren.
Het bestuur van het Paarden-Stamboek achtte
de instelling van een zoo deugdelijk mogelijk on
derzoek gewenscht, te meer daar »Friso" bij her
haling op de provinciale keuring is bekroond, den
laatsten keer zelfs met den ln prijs.
De heer W. C. Schimmel, leeraar aan 's Rijks
Veeartsenijschool te Utrecht, heeft, hiertoe uitge-
noodigd, de oogen van :>Friso" en van de vier mer
riën onderzocht, waarbij is gebleken, dat die oogen
volkomen normaal zijn, doch éen veulen vertoonde
een zeer duidelijke lenstroebeling. Naar het oordeel
van den heer Schimmel ligt de oorzaak van de blind
heid der veulens waarschijnlijk bij een der voorouders
van den hengst. Het onderzoek naar het gezichts
vermogen van voorouders en andere nakomelingen
van »Friso" zal worden voortgezet.
Een boerderij tevens koffiehuis aan den Am-
steldijk onder Nieuwer Amffel, werd gistermiddag
een prooi der vlammen. De oorzaak van den brand
is waarschijnlijk in een ongeluk te zoeken. Een
huisschilder, Fransen, was namelijk in den koestal
werkzaam en liet, om even te gaan koffiedrinken,
zijn brandende lamp en gereeJseüap achter. Door
een of ander ongeval schijnt de lamp omgevallen
te zijn. Hoe dit zij, eenige rietmatten vatten vuur
en deelden dit aan den geheelen stal mede. Vandaar
verspreidde de brand zich over het geheeie perceel
zóo suel, dat de bewoners te nauwernood het lp
konden bergen. Fransen zelf redde nog eenige voor
werpen van waarde. Overigens ging de geheeie boer
derij met een belendende schuur, aan een zekeren
Visser verhuurd, in vlammen op. Men deelde mede,
dat huis en inboedel verzekerd was. De Nieuwer-
Amstelsche brandweer vond niet veel meer te spa
ren en verscheen trouwens, wegens den verren af
stand, niet zeer vroeg op de plaats des onheils.
Talrijk zijn en blijven de diefstallen van kippen
en eenden te Haarlemmermeer en omstrekende
dader is bekend, doch neemt, geholpen door een
drietal honden, zijn maatregelen zoodanig, dat nie
mand hem op heeterdaad kan betrappen.
Een gevreesd persoon is, zegt de Telegraafdie
J. G.in ruimen kring om zijn woning hebben de
bewoners dan ook besloten geen kippen of eenden
meer te houden, daar zij zich toch maar zeer kort
in het bezit mogen verheugen.
Meermalen heeft J. G. met de politie en justitie