1893 N°, 133.
Donderdag 9 November.
80sle jaargang.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goos, j 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmar te Botterdam en verder
bjj alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
IitKpndüiig van adverteiitiên vóer 8 «ren op den dag: der uitgave.
Do prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal betékend.
Geboorte-, huwelgks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Intransigent
De Standaard is van oordeel, dat de kansen voor
de Kieswet nog altijd mooi staan, en dat er maar
éen man is, die die kansen zou kunnen bederven,
nl. Minister Tak van Poortvliet zelf. Indien deze
toch bij de behandeling der ontwerpen eene intran
sigente houding inneemt, dan, zegt de Standaard
staat metterdaad niets ons borg, dat de stemming
in de Kamer niet omslaat, en dat, bij verloopen
van bet tij, bet aantal stemmen voor de ontwerpen
niet op dertig dale.
Dit bevreemde niet.
De uitkomst beeft toch bij alle stemmingen van
dezen aard geleerd, dat de uitslag ver bovenmaar
ook ver beneden pari kan blijven, al naar gelang op
het laatste oogenblik de stukken te staan komen."
Nu berekent de Standaarddat er in de Kamer
30 besliste voor- en 30 besliste tegenstanders der
wet zijn en dat de overige 40 leden eene midden
stof uitmaken, die eerst »het katje eens uit den
boom kijkt."
Deze middenstof heeft nu een machtigen indruk
ontvangen door wat bij de jongste Kamer-verkiezin
gen voor Leeuwarden, Harlingen, Gouda en Bever
wijk is gebeurd en waaruit het blad afleidt, dat
er in ons land eene meerderheid voor finale kies
recht-uitbreiding bestaat, en zal wel inzien, dat, hoe
bet ook loopt, het kiezerscorps binnen éen, twee
jaar toch stellig zulk een uitbreiding ondergaat, dat
het geavanceerde element onder alle groepen een
aanzienlijke versterking zal ontvangenen binnen
twee, drie jaar daarna een nóg krasser voorstel dan
van Tak toch zeker doorgaat. Wat zullen ze zich
dan druk maken!
Wie blijft voortgaan met den dijk te kisten, als
hij toch ziet, dat de overstrooming niet meer te
keeren is?
»Van den kant der kiezers is de indruk op deze
middenstof dan ook zóó overweldigend", zegt de
Standaard verder, »dat alle overige indrukken er
schier door worden uitgewiBchten dan alleen zou
die diepe indruk op het laatste oogenblik psycholo
gisch verflauwd worden, zoo bet Kabinet, door on
handige vasthoudendheid, zelf de kansen van zijn wet
verspeelde.
Dan toch zou de hoop levendig worden op een
verwerping met éclatante meerderheid. Volgde er
dan Kamerontbinding, dan zou het Kabinet voor
zijn intransigente voorstellen geen meerderheid er
langen, wijl bet de coaliseering van de voorstanders
van finale uitbreiding tegenhield en afsneed. En dat
perspectief zou op de middenstof zulk een bekoring
oefenen, dat Wet en Kabinet beide om koud raakten.
Begaat daarentegen de Kegeering deze tactische
fout, gelijk men vertrouwen mag, nietlaat ze be
leid over eigenliefde triomfeeren en weet ze alle
voorstanders van finale uitbreiding om zulk een defi
nitieve redactie te vereenigen, die bij eventueele
Kamerontbinding Shibboleth voor de gecoaliseerde
voorstanders van finale uitbreiding big ven kan, dan
valt er metterdaad aan de finale keuze der midden
stof niet te twijfelen, en stemt ze ten slotte voor".
De redeneering is inderdaad niet onjuist, maar op
de conclusie is wel wat aan te merken. Immers
komt bet maar op twee dingen aan
lo. Op welk punt behoort de minister te transi-
geeren om de coaliseering van de voorstanders moge
lijk te maken
2o. Zal de middenstof tengevolge van dat transi-
geeren zich naar de besliste voorstanders of juist
tengevolge daarvan bij de besliste tegenstanders
voegen
En dan valt bet wat de eerste vraag betreft
al dadelijk op, dat de Standaard als voorbeeld van
datgene, waarop de minister toegeeflijk moet zijn,
een eigen grief noemt, nl. »de schrijfproef", (met
andere woorden de schriftelijke aanvraag van den
adspirant-kiezer om kiezer te worden). De anti-re
volutionairen hebben nu eenmaal niet op met die
schriftelijke aanvraag. Maar zoo de minister bet oor
leent aan dit anti-revolutionair verlangen, hoeveel
besliste voorstanders zullen dan in tegenstanders
veranderen, de eigen aangifte" juist beschouwende
als een hoogst gewensebt blijk van belangstelling en
waardeering van het recht om kiezer te zijn of te
worden Wat derhalve de een als een stap tot
toenadering beschouwt, is voor den ander eene
misplaatste toegeefljjkheid. Waarom gewaagt de
Standaard ook niet van bet bezwaar van sommigen,
b. v. tegen den bepaalden leeftijd enz. Inderdaad
als ieder komt aandragen met eigen grieven en de
oplossing daarvan beschouwt als bewijs van eene
transigente houding van den minister, dan verwach
ten wij, dat er van de 30 verklaarde voorstanders
maar weinigen zullen overblijven.
En voorts, zal niet de middenstof, wanneer we
iets minder ongunstig over haar denken dan de
Standaard, en haar meer beschouwen als te bestaan
uit mannen, die slechts noode tot eene grootere uit
breiding van bet kiesrecht kunnen komen, juist, als
de minister toont op sommige punten te wijken voor j
den drang eener minderheid, op baar beurt trachten
hem tot verder transigeeren te brengen, en bem,
door voorspiegeling van haar steun, dien hij niet
ontberen kan, al verder en verder afbrengen van
den eens ingeslagen weg
Ons dunkt, dat juist in de gegeven omstandigheden
de minister meer dan ooit voet bij stuk moet hou
den, niet moet toegeven dan op hoogst ondergeschikte
punten, en door ldoelc vasthouden aan bet eenmaal
ingenomen standpunt bij de voorstanders dien eer
bied, en bij de weifelaars dat vertrouwen moet
wekken, dat onvermijdelijk noodig is om zijn ontwerp
te doen slagen.
En te dien opzichte gelooven we, dat de minister
Tak juist de man is, dien men in deze omstandigheden
hebben moet, nl. een man, die weet wat hij wil,
die zijn ingenomen standpunt niet licht verlaat en
die, wat hem na rijp beraad als gewensebt en noodig
voorkomt, tracht door te voeren zonder ter rechter
of ter linker af te wijken, zoolang bem daar de hand
slechts op zekere voorwaarden wordt gereikt.
GOES, 8 November 1893.
Bij het te Utrecht gehouden examen voor
apothekersbediende is geslaagd dhr. P. J. S p r u ij t
geboren te Goes.
Bij K. B. is benoemd bij de dd. schutterij te
Goes, tot 2e luit. C. E. Van Koetsveld.
De luit. ter zee le kl. J. C. Hoog zal per
Franscbe mail naar Alexandria vertrekken en ge
plaatst worden aan boord van Hr. Ms. scbvoefstoom-
schip 4e kl. Borneo, liggende aldaar met gebroken
schroefas, ter vervanging van den luit. ter zee le
kl. C. A. D o m i n i c u sdie per stoomschip Bur
gemeester den Tex naar Oost-Indië zal vertrekken.
Men schrijft aan de N. R. Ct.
ȟe slotbepaling van art. 3 der mi
litie wet geeft aan Ged. Staten de bevoegdheid
om voor de levering van bet aandeel in het con
tingent twee of meer gemeenten samen te voegen.
Hoe zonderling deze maatregel, genomen om zoo
min mogelijk tekorten op de lichting te doen ontstaan,
wordt toegepast, werd dit jaar met een paar ge
meenten in Zuid-Beveland bewezen. De gemeenten
Driewegen en 's-Heer Abtskerke waren
dit jaar voor gemeld doel samengevoegd. De ge
meente Driewegen telde 3, 's-Heer Abtskerke 2
ingeschrevenen voor de nationale militie. Doch alle
drie de ingeschrevenen van Driewegen hadden vrij
stellingen en een van de twee ingeschrevenen van
's-Heer Abtskerke eveneens; zoodat van de vijf
lotelingen voor beide gemeenten slechts één geschikt
voor den dienst of liever dienstplichtig is".
Het HU. bericht dat zich onder de nage
laten papieren van wijlen den heer
Van Koetsveld een persklaar werk bevindt,
getiteldLosse Bladen uit mijn Pastoraal Boek, eenigs-
zins een vervolg op de Pastorie te Mastland.
Het boek zal het licht zien bij de uitgevers Van
Holkema en Warendorf, te Amsterdam.
De Haagsche correspondent der N. Gr. Ct.
zegt, dat zoo hij wél ingelicht is, het wetsontwerp
tot herziening van de personeele be
lasting nog bij de Kamer zal worden ingediend
vóór den aanvang der begrootings-discussiën.
Op ruim tachtigjarigen leeftijd is gisteren te
's-Gravenhage overleden dr. C. W. Vinkhuyzen,
lijfarts van wijlen Z. M. Koning Willem III.
Het Bat. Hand. schrijft
»Den boekbinder bij het departement van Onder
wijs, Boediman genaamd, werd bij gouv.-besluit van
Juli 1892, wegens meer dan 50-jarige trouwe dien
sten den lande bewezen, een zilveren medal je
toegekend.
»Wij schrijven nu September 1893 en eerst dezer
dagen werden het eeremetaal en brevet bij het depar
tement ontvangen om aan den oud-gediende te wor
den uitgereikt, die evenwel in het begin van dit jaar
intusschen reeds naar betere gewesten is verhuisd.
»Waarlijk, het is treurig dergelijke slordigheid te
moeten constateeren."
Welk weer kan dezen winter ver
wacht worden? Op deze vraag geeft de heer
Olland, adjunct-secretaris van het Meteorologisch
Instituut te Utrecht, hot volgende antwoord in het
Zondagsblad van het N. v. d. D.
De koude, die van Augustus 1885 af bijna on
afgebroken boven Nederland en Europa beerschte,
heeft in het begin van het jaar plaats gemaakt
voor eene periode van warm weder.
In het Zondagsblad van 31 Mei 1891 werd door
mij op deze koude periode de aandacht gevestigd en
de opmerking gemaakt, dat zij nog wel eenige jaren
kon aanhouden. Zij gaf ons de winters, aan wier
strengheid zelfs het nageslacht nog met huivering
zal denken.
In Februari van dit jaar viel de warmte in, ver
gezeld van overvloedigen regen. Deze Februari-maand
gaf bijna 40 mM. regen meer dan er ooit in deze
maand opgevangen is, zoolang er waarnemingen aan
het Kon. Ned. Met. Instituut te Utrecht verricht zijn.
De warme periode, die ons eene warme lente,
zomer en ten deele herfst bracht, zal, daar wij weten
dat zulk eene periode lang kan aanhouden, ons ver
moedelijk ook een zachten winter geven.
Maar er is meer, dat ons aanleiding geeft te ver
moeden, dat een zachte winter in aantocht is.
Uit de lange reeks regenwaarnemingen, aan het
instituut te Utrecht verricht, blijkt, dat de Septem
bermaanden, die eene regenboeveelheid opleveren van
15 of meer mM. boven de normale regenboeveel
heid, gevolgd worden door natte winters. Natte
winters zijn zachte winters. Van de twaalf malen,
dat de Septembermaanden zulk eene afwijking ver
toonden, kwam het negenmaal voor, dat de daarop
volgende vjjf maanden te groote regenboeveelheid
opleverden.
Daar ook dit jaar September meer dan 15 m.M.
har© normale regenhoeveelheid overtrof, is ook hier
door de kans op een zachten winter aanzienlijk.
Men zal allicht vragen, waarom juist September
zulk eene rol speelt. Op deze vraag is nog geen
beslist antwoord te geven. Het is echter zeker, dat
September eene karakteristieke maand is in de mete
orologie. Het schijnt, dat het in deze maand tot
eene verklaring en vestiging komt van het weder
voor de volgende maanden.
Reeds door den beroemden meteoroloog Ad. Quetelet
is daarop gewezen in zijne Recherches sur le climat
de la Belgique.
De heer Kreukniet, een der directeuren
van het Salon des Variétés te Amsterdam, wordt
sedert eenige dagen door bloedverwanten en vrienden
vermist. Men meent zijn verdwijnen in verband te
moeten brengen met den minder gunstigen gang
der zaken van het Salon gedurende den laatsten tijd.
De heer H. Rodenhol »aëronaute-construc-
teur", schrijft aan het H.blad dat, naar zijne meening,
het vraagstuk betreffende de bestuurbaarheid van
den luchtballon hoogstwaarschijnlijk zijne oplossing
nabij is. Het oorspronkelijke plan (theorie) is van
den heer D. W. te 's-Grjivenbage, terwijl het prac-
tisch gedeelte door den keer R. ten uitvoer zal ge
bracht worden. Reeds worden pogingen gedaan om
financiëelen steun te verkrijgen.
Provinciale Staten van Zeeland.
Vergadering van Dinsdag 7 November 1893.
Tegenwoordig de Commissaris der Koningin, Voor
zitter, eerst 40, daarna 41 leden en de griffier.
De Voorzitter opent de vergadering in naam der
Koningin en wijdt een warm woord van hulde aan
de nagedachtenis van wijlen mr. N. J. C. Snouck
Hurgronje. Hij brengt in herinnering de gewichtige
diensten, die de overledene als lid der Staten en
vooral der Gedeputeerde Staten heeft bewezenhij
noemt het een onwaardeerbaar voorrecht, dat een
man van zijne kennis en van zijne krachten zijne
talenten aan de provincie heeft willen wijden. Hij
acht het den plicht der Staten, dankbare getuigenis
af te leggen van waardeering voor hetgeen de over
ledene voor de provincie heeft gedaan.
De vergadering geeft blijken van instemming met
het gesprokene.
De geloofsbrieven van het nieuwe lid der Staten,
den heer P. J. Siegers, worden gesteld in handen
eener commissie, bestaande uit de heeren Hammacher,
Lucasse en M. Bolle, waarna de vergadering wordt
geschorst.
Na heropening brengt de commissie bij monde van
den heer Hammacher rapport uit, strekkende tot
toelating. De vergadering vereenigt zich daarmede,
waarna de heer Siegers wordt binnengeleid, de ver-
eisebte eeden aflegt en, nadat de Voorzitter hem
heeft| geluk gewensebt, zitting neemt.
Verschillende ingekomen stukken en mededeelingen
worden alsnu voor kennisgeving aangenomen.
Een voorstel van Ged. Staten om diligent ver
klaard te worden in zake het adres van J. Mulder
c. s., ambtenaar bij den provincialen waterstaat, om
bij overlijden aan hunne weduwen en weezen pen
sioen te verleenen, daar een door hen ingesteld
onderzoek, hoeveel bij soliede maatschappijen de
kosten van verzekering der weduwen en weezen
zouden bedragen, nog niet is afgeloopen, wordt
zonder beraadslaging of stemming aangenomen.
Hetzelfde geschiedt met een voorstel van Ged.
Staten om diligent verklaard te worden ten aanzien
van het adres van het bestuur der afdeeling Zee
land" van de Vereeniging Het Nederlandsch Rund
vee-Stamboek" om een jaarlijksch crediet van ƒ1100
gedurende drie jaren, nadat door den Voorzitter was
medegedeeld, dat een ontwerp-reglement op de keu
ringen en het toekennen der prijzen was ingekomen
en dat daarop reeds het advies van het hoofdbestuur
der Landbouwmaatschappij en van den provincialen
veearts der le klasse was ingewonnen, doch dat de
tijd om een en ander na te gaan ontbroken had.
Op dezelfde wijze wordt aangenomen een voorstel
van Ged. Staten om diligent verklaard te worden
aangaande het adres van den gemeenteraad van
Ierseke, om subsidie en renteloos voorschot voor
wegsverbetering, nadat de Voorzitter had medege
deeld, dat de opgevraagde nadere stukken dezer dagen
waren ingekomen.
De verschillende voorstellen van Ged. Staten wor
den daarna naar de afdeelingen verzonden.
Bij dat tot het verleenen van een subsidie voor
den tram BrouwershavenSteenbergen legt de heer
Huvers eene schriftelijke nota met bedenkingen over,
die aan de afdeelingen zal worden overgebracht.
Bij dat tot afwijzing van een verzoek van F. Staal
c. s. om de tolheffing op de provinciale wegen af te
schaffen doet de heer Van Waesberghe Janssenshet
voorstel om
lo. met 1 Januari 1894 de gemeenten in Zuid-
Bevel and, Schouwen en Duiveland vrij te stellen van
de bijdragen tot afkoop der tolheffing op de pro
vinciale wegen
2o. met 1 Jan. 1894 de provinciale tollen af te
schaffen
3o. de tolhuizen met toebehooren na 1 Jan. 1894
te verkoopen.
De heer Van Waesberghe treedt in eene uitvoerige
toelichting, waarin hij o. a. betoogt, dat de bijdrage
voor Zuid-Beveland gelijk staat met eene som van
f 0,16 per strekkenden Meter, die op Schouwen met
eene van f 0,11 dat de tolheffing in het 4e district
opbrengt gemiddeld f 0,16, maar die in het 5e ge
middeld f 0,44 per strekkenden Meter. De tolheffing
in het 5e district heeft bij publieke verpachtingen
sedert 1857 ruim f 225,000 opgebracht, d. i. meer
dan de opbrengst van de wegen, die met rentelooze
voorschotten zijn aangelegd. Spr. betoogt verder, dat
de zuivere bate der tollen voor de provincie niet
meer dan ruim f 7000 bedraagt, welke som op eene
hegrooting van 5 ton wel zal te vinden zijn, desnoods
door de heffing van een halven opcent.
Zijn voorstel wordt met dat van Gedep. Staten
naar de afdeelingen verzonden.
Nadat is medegedeeld, dat de presentielijst van
Gedep. Staten ter visie ligt, worden de afdeelingen
getrokken.
De Voorzitter stelt voor, de volgende vergadering
te houden op Vrijdag 11 uur en de benoeming van
een lid van Gedep. Staten onmiddellijk na de pauze
aan de orde te stellen.
De heer KaJcebeeJce zou, met het oog op de aan
de orde zijnde zaken, liever tot een dag in de vol
gende week wachten, maar komt daarvan terug,
nadat de Voorzitter en de beer Van Deinse hadden
betoogd, dat de verkiezing van een lid van Gedep.
Staten niet langer kan wachten, zoodat toch Vrijdag
moet worden vergaderd.
Daarna wordt de zitting gesloten.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Tot predikant bij de Hervormde gemeente te
Baarland is beroepen ds. Van der Muelen te Wich-
mond.
Door het prov. kerkbestuur van Zuid-Holland
is tot de evangeliebediening toegelaten de heer J.
De Visser, die beroepen is te Kattendyke.
Scfiore. Door stemgerechtigden der Herv. kerk
werden herkozen, tot ouderling de heer M. Kole,
en tot diaken de heer J. G. Van Nieuwenhugzen,
die staande de vergadering hunne benoeming aan
namen.
Ter voldoening aan art. 49 der wet van 17
Aug. 1878 (St.bi. no. 127) maakt de St.-Ct. de
stukken openbaar, betreffende extra-subsidie, boven
en behalve de bijdrage, bedoeld bij art. 45 der aan
gehaalde wet, verleend aan de gemeente Schore,
van f 440.
Benoemd tot onder wijzer aan de chr. school
te Ierseke de heer H. Schouwenburg te Katwijk
a/Zee, die deze benoeming heeft aangenomen.
Benoemd tot onderwijzeres te Nieuwe-Tonge
op Flakkee, mej. J. Heymering, te Boschkapelle.
Het bericht van het Utr. Dagbl.dat de A.m-
sterdamsche Universiteitsvereeniging", althans deze
bedoelde het blad, het tractement voor den nieuwen
theologischen hoogleeraar waarschijnlijk voor hare
rekening zou nemen, blijkt nu onjuist te zijn.
De >Universiteitsvereeniging" heeft slechts 07er