1893 N°. 130.
Donderdag 2 November.
80stc jaargang.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de beeren Nijgh Van Ditmar te Botterdam en verder
bg alle Boekverkoop6rs en Brievengaaiders,
InzendltiK van advertentie» vóór 9 uren up den dag der uitgave.
,-u CU>5"|3rjrrav-c-^r- -f>- -TY--S-T
De prjjs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets.
Bg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 110 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per
Paarden voor het leger.
Ingezetenen die paarden boaden zullen
dezer dagen van bet gemeentebestuur hebben ont
vangen een staat, waarop zij moeten invullen het
aantal paarden, ras, geslacht, kleur, ouderdom en
voorts of bet rij- of trekpaarden zijn.
Velen zullen gevraagd hebben wat deze nieuwigheid
beteekent. Het doel is om uitvoering te geven aan
art. 186 der vigeerende Grondwet
Genoemd art. zegt, dat al de kosten voor de legers
van het Rijk uit 's Rijks kas worden voldaan en
dat de inkwartieringen en bet onderbond van bet
krijgsvolk, de transporten en leverantiën van welken
aard ook voor de leger- of verdedigingswerken van
bet Rijk gevorderd, niet dan volgens algemeen©
regelen bij de wet te stellen en tegen schadeloos
stelling ten laste van een of meer inwoners of ge
meenten kunnen worden gebracht. Die algemeene
regels zijn nedergelegd in de wet van 14 September
1866 St.blno. 138), meermalen gewijzigd, terwijl
om uitvoering aan die wet te geven, laatstelijk ver
scheen bet K. B. van 10 November 1892 {St.bl.
no. 253).
Art. 32 dier wet legt aan de gemeente en de
inwoners de verplichting op, naarmate van de be
hoeften der legers en vestingen, waarin niet op eene
andere wijze voorzien is, tot het doen van leverantiën
van allerlei aard. Hierbij moet gelet worden op de
belangen der burgerij en gezorgd, dat de eiscben de
krachten der gemeenten niet te boven gaan. Opdat
tijdig aan die verplichting kunne worden voldaan,
kan de Koningin in tijd van vrede eene keuring
van paarden bevelen en is de eigenaar van het
paard, hetwelk op vordering van den burgemeester
aan de keuring moet worden onderworpen, verplicht,
dat paard op bet voor de keuring aangewezen tijd
stip, op de daarvoor vastgestelde plaats te doen keuren.
Nu is bij Koninklijk besluit bekend gemaakt, dat
in 1894 zoodanige keuring zal plaats hebbenen moe
ten burgemeester en wethouders van de inwoners
zoodanige opgaven vorderen, als benoodigd mochten
zijn voor bet samenstellen en bijhouden van de
lijsten der in hunne gemeente te keuren of voor
den krijgsdienst geschikt bevonden paarden.
Ter uitvoering van die opdracht zijn de bedoelde
staten aan de ingezetenen, die paarden houden, ter
invulling uitgereikt. Het gemeentebestuur neemt die
opgaven over op verzamellijsten voor rij- en voor
trekpaarden, waarop echter niet vermeid worden
verschillende paarden, die in bet K. B. zijn aange
wezen en waarop bet gemeentebestuur te letten
heeft, want dit beslist of een paard tot een der ca
tegorieën van uitsluiting behoort. Een afschrift van
de verzamellijsten wordt aan den Commissaris der
Koningin in de provincie gezonden.
De volgorde der paarden op de verzamellijsten
wordt bepaald bij lotingten overstaan van het ge
meentebestuur in bet openbaar te houden en ten
minste drie dagen te voren aftekondigen. De eige
naar van een in te schrijven paard is bevoegd in
persoon voor dat paard te loten. Is bij eigenaar
van meer dan een intsschrijven paard, dan loot hij
voor elk paard afzonderlijk. Is de eigenaar niet bij
de loting tegenwoordig, dan loot de burgemeester.
Binnen drie maanden na de nu gedane uitschrij
ving moet de Commissaris der Koningin aan den
Min. van Oorlog eene numerieke opgave van de op
de verzamellijsten ingeschreven paarden zenden. De
Min. bepaalt dan de door elke provincie te leveren
aantallen rij- en trekpaarden. De Commissaris d. K.
wijst bet aantal voor iedere gemeente aan, waarbij
hij, zoo noodig, twee of meer gemeenten kan samen
voegen.
Minstens 14 dagen vóór het ftjdstip wordt in elke
gemeente in het openbaar afgekondigd, welke paar
den op aan te duiden tijd en plaats ter keuring moeten
aanwezig zijn. De aanwijzing van deze paarden ge
schiedt in de volgorde, waarin zij op de verzamel
lijsten zijn ingeschreven. De keuring beeft plaats
door eene commissie, bestaande uit twee officieren
en een burgerlid, bij voorkeur een veearts, en in
tegenwoordigheid van den burgemeester, terwijl elk
paard voorzien moet zijn van een door bet gemeente
bestuur te verstrekken en aan de linkerzijde van
bet hoofdstel of bet balster bevestigde kaart, waarop
vermeld zijnde naam der gemeente, de letter R.
of T. (rij- of trekpaard) en voorts het volgnummer
op de verzamelljjst. De Burgemeester geeft van den
uitslag der keuring kennis aan den eigenaar.
De eigenaar van een geschikt bevonden paard is
verplicht bij verhuizing naar eene andere gemeente
of wanneer bet paard nit zijn bezit geraakt, daarvan
binnen 14 dagen aangifte te doen aan bet gemeente
bestuur.
De bepaling van de waarde der te leveren paar-
len geschiedt door eene commissie van taxateurs,
.loor het bestuur der gemeente, waarvoor zij op
treedt, aan te wijzen.
Doch dit is van later zorgen welwanneer de vor
dering tot leverantie van het paard is uitgevaardigd.
Voorloopig wordt alleen de invulling der toege
zonden formulieren gevraagd en die invulling is zeer
gemakkelijk, als men de vragen en de daarbij ge
geven inlichtingen leest en zoo noodig herleest.
Minder gemakkelijk wordt de zaak voor de ge
meentebesturen, die registers of staten zullen moeten
aanleggen, waarop als 't ware de geschiedenis van
ieder paard wordt bijgehouden, wat geen kleinigheid
is. Ook blijkt niet of de gemeenten eenige vergoeding
voor bet benoodigde materiëel zullen krijgen, zoo
dat er voor baar, bij veel arbeid, uitsluitend ten be
hoeve van bet Rijk, ook nog kosten aan verbonden zijn.
GOES, 1 November 1893.
De algemeene vergadering van de
leden der vereeniging D e Ambachtsschool"
alhier, gisteravond in de restauratie-zaal der sociëteit
»V. O. V." gehouden, was belegd met het doel
eenige mededeelingen te doen en de begrooting vast
te stellen voor bet jaar 1894.
De Voorzitter dhr. C. L. M. Lambrechtsen deelde
mede
dat den 1 November a. s. de teekenlessen, te
geven door dhr. A. D. F. Van der Wart, zullen
aanvangen in bet nieuwe teekenlokaal en dat de
nieuwe smederij reeds in gebruik is genomen en
bet gebouw is afgewerkt en opgeleverd, behoudens
eenig verf werk, waarvoor het seizoen thans niet
gunstig is
dat bij Kon. Besluit van 20 Sept. 11. de nieuwe
statuten der vereeniging zijn goedgekeurd, terwijl
zij daarna zijn gedrukt en aan ieder van de leden
een exemplaar is rondgezonden
dat den 21 Oct. 11. van Burg. en Weth. vergun
ning is ontvangen tot het uitbreiden der smederij
en daarin een stoommachine te plaatsen, en dat het
bestuur, binnen de grenzen van de begrooting, een
aanvang heeft gemaakt met de uitrusting der school.
Daarna gaf de voorzitter een kort verslag van
een bezoek, door hem met drie leden van het bestuur
en de onderwijzers der school gebracht aan de am
bachtsscholen te Rotterdam, Den Haag en Leiden.
Dit bezoek was geschied met het doel zich op de
hoogte te stellen van de wijze van inrichting en de
hulpmiddelen dier scholen, benevens van de aanslui
ting van het onderwijs in bet teekenen aan bet lager
onderwijs. De bezoekers hebben niet alleen veel ge
zien, maar zich ook overtuigd, dat bet onderwijs
aan de Goescbe ambachtsschool, gegeven volgens de
thans ontworpen plannen, zal kunnen wedijveren
met bet beste in ons land.
Nog deelde de Voorzitter mede, dat voor de school
zijn aangeschaft een draaibank voor ijzerbewerking
en een stoommachine van 2 paardenkracht, die niet
alleen in de smederij zal gebruikt worden, maar
tevens zal dienen tot het verkrijgen van kennis der
inrichting en werking van zulk een machine.
De leden der vereeniging, eenige autoriteiten, be
nevens de ouders der leerlingen zullen op een nader
te bepalen tijd worden uitgenoodigd een en ander
te komen bezichtigen.
Daarna werd de voorgestelde begrooting voor bet
jaar 1894 met algemeene stemmen goedgekeurd in
ontvang en uitgaaf tot een bedrag van f 4450. Zij
zal aan de goedkeuring van den Minister worden
onderworpen. Het doen van rekening, dat volgens
de vorige statuten in deze vergadering zou moeten
plaats hebben, werd in verband gebracht met de
nieuwe statuten, waarbij het dienstjaar met 31
Dec. eindigt. Mitsdien zal dit nu vóór Maart 1894
geschieden. Daarna werd de vergadering gesloten.
De lessen aau de landbouw-winter-
school alhier zijn Maandag aangevangen. De ope
ning der school heeft zonder eenig ceremoniëel plaats
Ingevolge beslissing van Z.Ex. den Minister
van Oorlog, dd. 28 Oct. 11., zullen de vrijwillige
oefeningen in den wapenhandel dezen
winter ook te Goes plaats hebben.
Ter voorziening in de vacatures, ontstaan door
bet overlijden van den dijkgraaf A. Blok Jz. en van
den gezworene W. A. Remijn, werden gisteren door
de vergadering van ingelanden van den Nieuwen
West-K raaiertpolder benoemd tot dijkgraaf
de heer Abr. Polderdijk thans gezworenetot ge
zworene de heer P. Karelse en ter vervuiling van
de vacature, ontstaan door de benoeming van don
beer Polderdijk tot tweeden gezworene, de beer J. J.
De Jager Gz.
Kortgene. Door den gemeenteraad alhier is
Maandag (tengevolge van het ontslag nemen van dhr.
Van Lis), tot gemeente-secretaris benoemd dhr. C.
Schuilwerve, en tot gemeente-ontvanger dhr.
A. A. K u ij p e r B o o n ebeiden wonende alhier.
Middelburg. Door Ged. Staten is aan de Staten
een voorstel gedaan tot bet bouwen van een
steiger te B o r s e 1 e en tot bat verleenen
van een renteloos voorschot voor wegs-
verbetering aan de gemeente Driewegen.
In bun voorstel dienaangaande zeggen Ged. Staten
o. a.Zooals u bekend is werden in de laatste jaren
door verschillende belanghebbenden herhaaldelijk po
gingen in het werk gesteld om een steiger of aan
legplaats voor stoombooten te verkrijgen aan de
zuidwest- of zuidzijde van het eiland Zuid-Beveland.
In 1889 werd door een aantal ingezetenen van
Borsele, 's-Heerenhoek, Driewegen, CWezand en
Nieuwdorp de oprichting van een steiger verzocht
te Borsele, en door een aantal ingezetenen van Elle
woudsdijk, Oudelande en Driewegen bet maken van
een steiger te Ellewoudsdijk. Naar aanleiding van die
verschillende wenscben is herhaaldelijk door ons een
onderzoek ingesteld naar de plaats, welke bet meest
aan alle eischen van eene aanlegplaats zou voldoen,
en naar de bezwaren, welke tegen een der gewensebte
plaatsen bestaan.
Het maken van een steiger in de nabijheid van
de haven te Ellewoudsdijk zou met het oog op de
veiligheid der waterkeering aan groote bezwaren
onderhevig zijn, wegens bet buitengewoon steile be
loop van den bovenoever, zoodat daar de voorkeur
zou moeten gegeven worden aan eene drijvende aan
legplaats, en bovendien levert de aanleg toch tech
nische bezwaren op, daar deskundigen van oordeel
zijn, dat de vaarweg Ellewoudsdijk Ter-Neuzen niet
bij alle waterstanden veilig te achten is.
Het maken van een aanlegplaats aan de znidnol
te Borsele verdient evenmin aanbeveling, niet alleen
wegens de zeer hooge kosten van aanleg, welke door
eene aldaar noodige verbindingsbrug van 180 M.
lengte, ten minste f 16000 booger zouden zijn dan
die van eene aanlegplaats aan de Staartnol, maar
ook met bet oog op de afgelegen ligging van eerst-
gemelde nol.
Voor bet maken van een aanlegplaats, waarvan
men zeer slecht weder uitgezonderd ten allen
tijde, ook voor ouden en gebrekkigen, voor zware
goederen en voor vee gebruik zou kunnen maken,
kon dus onzes inziens, alleen de Staartnol bij Bors-
sele in aanmerking komen. Dit punt is gunstig ge
legen in bet centrum van het westelijk deel van
Zuid-Bevelaud, voor een verbindingsweg met de ver
schillende belanghebbende gemeenten, welke zonder 1
groote kosten kan worden gemaakt. Wij meenen, dat
de kosten voor bet maken van een steiger aan de
Staartnol bij Borssele te verdedigen zijn, als in
Zuid-B©veland daarvoor voldoende belangstelling
blijkt te bestaan.
Dat dit bet geval is, kunnen wij zeggen Ged.
Staten aannemen uit de thans tot de Staten ge
richte aanvraag van den gemeenteraad van Drie
wegen om een renteloos voorschot uit de Pro
vinciale fondsen voor de begrinting van den
Paulushoekschen weg, den Boondijk en den Staart-
schen dijk.
Aan den in 1889 gestelden eisch, dat de wegs-
verbetering geheel uit eigen krachten, zonder de
hulp der provincie, tot stand zou komen, meenen
wij niet langer te moeten vasthouden, omdat ons
gebleken is, dat daarop de gekeele zaak zou af
stuiten.
Op grond van het voorgaande, meenen wg aan
uwe vergadering te mogen voorstellen tot het bouwen
van een steiger aan de Staartnol bij Borsele en in
verband daarmede de aanvraag om renteloos voor
schot in te willigen. De kosten van den bouw van
den steiger worden geraamd op 27560, waar
onder begrepen zijn de kosten van verharding van
de kruin van de Staartnol en van bet noodige
toezicht bij de boeien. Het rentelooze voorschot be
draagt ten hoogste 7000. Komt een steiger tot
stand, dan zullen de kosten, welke nu ten behoeve
van het bedienen der roeiboot te Borsele vereischt
worden, natuurlijk vervallen. Wordt bij niet gemaakt,
dan zal voor de aanlegplaats der roeiboot waarschijn
lijk eene buitengewone uitgaaf van ruim 3000
noodig zijn om de passagiers steeds behoorlijk in en
uit de boot te kunnen helpen.
Ged. Staten voegen bij dit voorstel een ontwerp
besluit waarbij de zaak geregeld wordt. De restitutie
van het renteloos voorschot moet geschieden volgens
Prov. blad no. 117 van 1882.
De lotelingen der lichting 1894
kunnen hunne aanvragen tot plaatsing bij een of
ander korps schriftelijk indienen op ongezegeld pa
pier bij den provincialen adjudant in de provincie,
met opgave van naam, voornaam, het bij de loting
getrokken nummer en de gemeente, voor welke zij
uittrekken. Hun verzoek wordt dan op een lijst ge
bracht, bij de indeeling in Maart a. s. in overwe
ging genomen en, als het met de belangen van den
dienst overeenkomt, toegestaan.
Antwoord op verzoeken wordt niet gegeven, dus
behoeft geen postzegel te worden ingesloten.
Maandagavond hield de liberale 3
Gemeentebelang" te Middelburg eene vergadering
tot het stellen vaneenen definitieven candidaat
voor den gemeenteraad. De beeren Snjj-
ders, Yan den Broecke en Boeije hadden bericht ge
zonden, dat zij voor eene candidatuur bedankten,
zoodat overbleven de beide katholieke candidaten,
de beeren A. A. Mes Gz. en D. J. Mes. Met 36
tegen 17 stemmen werd evenwel besloten, teneinde
allen schijn te vermijden dat de liberale kiesvereeni-
ging wil speculeeren op den steun der katholieken
bg volgende verkiezingen voor Tweede Kamer en
Prov. Staten, op dit oogenblik geen katholiek als
zoodanig tot candidaat voor den gemeenteraad aan
te bevelen.
Bij kon. besluit is benoemd tot leeraar aan de
rijks boogere burgerschool te Leeuwarden L. Y a n
der Wal, thans leeraar aan de boogere burger
school te Zieriksee.
Bg kon. besluit is K. J. A. G. baron C o 11 o t
d' E s c u r y met ingang van 1 Nov., benoemd tot
burgem. der gemeente Bontenisse, met toekenning
van eervol ontslag als burgem. van Stoppeldijk en
van Bosehkapelle.
In een Zaterdag jl. te Amsterdam gehouden
vergadering, die door een niet onaanzienlijk getal
architecten uit verschillende deelen van ons
land werd bijgewoond, is in beginsel besloten tot
de oprichting van een Bond, die naast de
bestaande vereenigingen zich in bet bijzonder zal
bezig houden met de eiscben en belangen van bet
beroep van architect.
Er werd een commissie benoemd van vijf personen
om maatregelen te beramen, teneinde de in de ver
gadering en daarbuiten geopperde denkbeelden tot
een begin van uitvoering te brengen. (N. R. Ct.)
e van de wijzigingen, welke bij de
wet van 30 September 1893 St hl. no. 145) zijn
gebracht in de wet van 9 Mei 1890 {St.bl. no. 79),
tot regeling der pensioenen van weduwen
en weezen van burgerlijke ambtenaren, kunnen
weduwen, die volgens de bepalingen der laatstge
noemde geen aanspraak op pensioen konden doen
gelden, omdat de echtgenoot of vader vóór 1 April
1836 in dienst was getreden of gehuwd was nadat
hij gepensionneerd, op wachtgeld gesteld of het zes
tigste levensjaar was ingetreden, of omdat de weduwe
reeds uit anderen hoofde in bet genot van pensioen was
getreden, alsnog krachtens de gewijzigde wet in bet
genot van pensioen of van een aanvullings-pensioen
worden gesteld.
In een te Yeendam gehouden vergadering
der Centrale Liberale Kiesvereeniging werd de voor-,
loopige candidatenlijst opgemaakt. Daarop werden
gebracht mr. Van Diggelen, te Zwolle, met 67 stem
men, mr. Treub, te Amsterdam, met 32 stemmen,
mr. Sinidt, te Utrecht, met 32 stemmen, mr. Yan
Gilse, te Rotterdam, met 11 stemmen, Winkler Prins
met 6 stemmen, dr. Blink met 5 stemmen en nog
enkele andere candidaten, die slechts een paar stem
men hadden bekomen.
De Raad van toezicht op de spoorwegdiensten
beeft in bet feit, dat kinderen, die onder eenen sluit
boom van den spoorweg waren doorgekropen, werden
overreden, aanleiding gevonden om een onderzoek in
te stellen naar de noodzakelijkheid van bet aan
brengen van traliewerk aan sommige afslui
tingen van spoorweg-overgangen. Da
spoorwegmaatschappijen ontvingen reeds aanwijzing
van de overwegen, waarbij door bet rijkstoezicht die
maatregel gewensebt wordt.
Atjeh. Wanneer niet nu en dan een corres
pondent uit den boek kwam met detailbericbten,
dan zou men, naar de beer Daum in bet Bat. Nieuws
blad (no. 246) beweert, niet veel meer van Atjeh
vernemen dan de korte telegrammen over de vor
deringen van onze geallieerden en de ofïïciëele be-
vestingen.
En die korte telegrammen en officiëele mededee
lingen maken, volgens schr., een vreemden indruk.
Het is alsof T. Oemar een theater- oor log
strijdt. T. Oemar gaat vooruit en de anderen achter
uit, schijnt het, maar van ernstig vechten, van
sneuvelden en gewonden verneemt men niet.
Als wg met de Atjehers in conflict kwamen, ging
bet heel anders toe, en wij waren, zoo redeneert
schr., nog maar gewone vijanden, terwijl T. Oema
tegen zijn landgenooten strijdt en renegaten gewoon
lijk toch meer gehaat zijn.
In Atjeh schijnt het echter anders te gaan. Da
schijnt eerst de vijand te marcheeren zoo ste
de beer D. bet zich voor volgens de berichten
dan is er een ruimte eu dan komt T. Oemar.
De beer D. zegt niet, dat bet zoo is, maar z. i