1893 N°. 117. Dinsdag 3 October. 80sle jaargang.
DE AVONDSCHOOL.
SLACHTERIJ
LOTING
NATIONALE MILITIE
Archivaris der gemeente
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelgks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel,
der uitgave.
Do uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad '"4
aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder
bp alle Boekverkoopers en Brievengaaiders.
Inzending; van advertentie» vóór 8 isren op den dag
Bij het gemeeiitebestuur is door C. SCHRIJVER Kz. in
gediend een verzoek tot opriclitiug van eene
in het perceel wijk A no. 161, gelegen in de Wijngaardstraat.
Verzoek en teekening liggen ter visie op de Secretarie,
gedurende eiken werkdag van des voormiddags 9 tot des
namiddags 2 uren. terwijl Zaterdag 14 October des namiddags
te een uur ten Raadhuize gelegenheid zal worden gegeven tot
het indienen en bespreken van bezwaren.
Goes, den 30 S'ptember 1893.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
De Secretaris,
II A R T Al A N.
zijnde HERHALINGSSCHOOL Hlootd de beer Ittman], zal
dit jaar een aanvang nemen op Donderdag den 2 November,
des namiddags te 5 uren
Aangitte van leerlingen, onverschillig van wolken leeftijd,
mits onder overlegging eener schriftelijke verklaring van het
hoofd eener school, dut zij het gewone schoolonderwijs hebben
genoten, kan geschieden ter Secreiaiie der gemeente, van Woens
dag den 11 tot en met Dinsdag den 17 October a. s.
Goes, den 30 September 1893.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN
Yoor de eerste maal wordt bekend gemaakt dat de
VOOR DE
VOOR DEZE GEMEENTE
door den heer Commissaris der Koningin is bepaald op MAAN
DAG den 30 October 1893, des voormïddags te negen uren,
te Goes, en dat die zal plaats hebben in de ZAAL BOVEN
DE KOOPMANSBEURS
De militieplichtiaen worden opgeroepen ten gestelden dage,
ure en plaatse daarbij tegenwoordig te zijn, en redonen van
vrijstelling hebbende wegens broederdienst of eenige wettige
zoon, op Woensdag 18 October a. s ter Secreiarie der ge
meente daarvan opgaaf te doen, teneinde intijds de bewijzen
en getuigschriften tot vrijstelling te kunnen aanvragen en
opmaken.
Goes, den 30 September 1893.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J G. d. W. HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
In plaats van den beer M. G. De Boer, naar Amsterdam
vertrokken, is benoemd tot
de heer F. ALLAN, leeraar in het Nederlandsch en de Aard
rijkskunde aan de inlichtingen voor Middelbaar onderwijs, die
eiken Vrijdag, d93 namiddags van I tot 2 nren, voor
belangstellenden op het Raadhuis te spreken zal zijn.
Goes, den 2 October 1893.
Burgemeester en Wethonders van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
Algemeen Overzicht.
Ook in de afgeloopen week is er in het buiten
land niet veel belangrijks voorgevallen en onze aan
dacht wordt dan ook alleen gevraagd voor die aan
gelegenbeden, waarover we reeds vroeger schreven,
en waaromtrent thans iets naders kan worden mede
gedeeld.
De meer vriendschappelijke houding van den
Duitsclieii Keizer tot zijn vroegeren Rijkskanselier,
prins von Bismarck, was ook in de vorige week in
Duitschland het onderwerp van den dag. Toch blijkt
meer en meer, dat de gevolgen van deze toenadering
niet van groot gewicht zullen zijn. Trouwens de
telegrafische correspondentie tusschen beiden, die
thans bekend is geworden, geeft ook geene aanlei
ding om daarin iets meer te zien dan welwillendheid
eenerzgds en dankbaarheid anderzgds.
Het telegram des Keizers luidt als volgt
Guns, 19 September.
Aan prins BismarckKissingen.
Ik heb tot mijn leedwezen eerst nu vernomen, dat
Uwe Doorluchtigheid eene niet onbeteekenende ziekte
heeft doorgestaan. Daar bij mij tevens, Gode zij dank,
berichten over de steeds voortgaande beterschap zijn
ingekomen, spreek ik mijne warmste blijdschap daar
over uit. In den wensch, uwe genezing tot eene
recht volledige te maken, verzoek ik Uwe Doorluch
tigheid, wegens de klimatisch minder gunstige lig
ging van Varzin en Friedrichsruh, voor den winter-
tgd uw kwartier op te slaan in een mgner in Midden-
Duitschland gelegen paleizen. Ik zal na overleg met
mgnen hofmaarschalk het geschikte paleis Uwe Door
luchtigheid doen aanwijzen.
Wilhelm.
Het antwoord luidt
Kistingen, 19 September.
Aan zijne Majesteit den Duitschen Keizer, Guns.
In diepsten eerbied bedank ik Uwe Majesteit voor
Hoogstdeszelfs liefdevolle uiting van deelneming we
gens mijne ziekte en onlangs ingetreden beterschap
en niet minder voor het voornemen van genadige
zorg ter bevordering mijner genezing door het ver-
leenen van een woonverblijf in gunstig klimaat.
Mijne eerbiedvolle dankbaarheid voor de liefderijke
bedoeling wordt niet verzwakt door de overtuiging,
dat ik mijne herstelling, wanneer zij mij naar Gods
wil is toegedacht, het waarschijnlijkst meen te zullen
vinden in het van ouds gewone huiselijk verblijf
met zijne toebehooren van inrichting en omgeving.
Daar mgn lijden van zenuwachtigen aard is, geloof
ik met mijnen geneesheer, dat het rustige winter
leven in de gewone omgevingen en bezigheden voor
mijne genezing het meest bevorderlijk zou zijn en
dat hiertoe de overgang in nieuwe, mij tot dusver
vreemde omgevingen en kringen van verkeer, gelijk
het gevolg van de verwezenlijking van Uwer Majes-
teits liefderijke bedoeling zou zijn, op mijnen hoogen
leeftijd in het belang der bestrgding van de voor
handen zijnde storingen in mijn zenuwgestel zou
moeten worden vermeden. Professor Schweninger
behoudt zich voor, deze zijne en mijne overtuiging
in schriftelijke mededeeling zakelijk te motiveeren.
Von Bismarck.
Men ziet, dat uit deze telegrammen weinig valt
af te leiden, ten opzichte van de toekomsten wan
neer het waar is, wat sommigen beweren, dat Bis
marck's toestand hoogst zorgelijk blijft, dan zal er
van eene eenigszins ingrijpende wijziging in het
staatsbestuur in Duitschland wel geen sprake zijn.
Men zal althans voorzichtig handelen met niet te
licht aan geruchten daaromtrent gehoor te slaan.
Van meer belang voor Duitschland sehijnt ons
de hervatting der onderhandelingen met Rusland
over het handelsfcractaat. Uit de officieuse mede
deeling van de instructiën, die de Russische regeering
aan hare zaakgelastigden heeft mede gegeven, zou
volgens de Franlcfurtur Zeitung blijken, dat men te
St. Petersburg zeer verlangt naar eene oplossing van
het huidige geschil. De regeering wenscht niets anders
dan gelijkstelling op handelsgebied van Rusland met
andere landen en zij zal niet eens aandringen op
eene verzachting van de bepalingen omtrent den
vee-uitvoer van Rusland naar Duitscbland.
Het is zeker een verblijdend verschijnsel, dat de
Russische regeering thans zoo tot toenadering be
reid is. De vraag rijst echter voor den oningewijde,
waarom eerst een tarievenoorlog, die aan den handel
zooveel schade doet, noodig was vóór zij zooveel
meegaandheid aan den dag legt.
Er bestaat in den laatsten tijd weder een zeer
gespannen verhouding tusschen de Italiaangche
regeering en het Vaticaan. De naaste aanleiding
daartoe is, dat aan de vrijmetselaars eenige localen
in het paleis Borghese in gebruik zijn afgestaan,
welk paleis vroeger tot het Vaticaan heeft behoord.
Dit heeft in de omgeving van den Paus zoodanig
de gevoeligheid gewekt, dat volgens de Engelsche
Standard door het hoofd der Katholieke kerk daar
over een protest tot de groote mogendheden is ge
richt. De Paus heeft bovendien geweigerd het recht
van den Italiaanschen Koning te erkennen om den
patriarch van Venetië te benoemen.
Een en ander heeft de Italiaansche regeering ertoe
gebracht krasse maatregelen te nemen, en de eerste
daarvan is het besluit om van nu af het exequatur
te weigeren aan alle bisschoppen, die in het laatste
Pauselijk consistorie benoemd zijn of in het vervolg
benoemd zullen worden.
Met belangstelling wordt, niet het minst in ka
tholieke kringen, het einde van dezen strijd tege-
moetgezien.
De eindelooze geschiedenis der gemeenschappelijke
consulaten van Ziveden en SToorwegen is thans
weder eene nieuwe phase ingetreden. De Koning
heeft namelijk besloten zich niet te storen aan het
besluit van het Noorsche Storthing om die consu
laten af te schaffen. Daardoor wordt echter niet on
gedaan gemaakt, dat het Storthing den post voor de
consulaten op de begrooting geschrapt heeft. De regee
ring stelt zich voor thans zooveel mogelijk den post
voor onvoorziene uitgaven hiervoor te gebruiken.
De Oostenrijksche regeering gaat ook geen
rustigen tijd tegemoet. Voor zooveel Hongarije be
treft dreigen haar groote moeielijkheden bij de be
handeling der zoogenaamde kerkelijke wetten. Het
spreekt vanzelf, dat de clericale oppositie alles in
het werk stelt om die behandeling te verdagen, en
als hulpmiddel daartoe zal zg een ruim gebruik
maken van het recht van interpellatie; maar de
regeering schijnt vast voornemens te zijn de bedoelde
wetsontwerpen te doen behandelen en de tactiek
der oppositie zal dus wel vergdeld worden.
Ook in Bohemon is de toestand verre van roos
kleurig. De jong-Czechische partij steekt daar voort
durend bet hoofd op en de regeering heeft in het
eind den krassen maatregel moeten nemen om den
pleinen staat van beleg af te kondigen. Dit heeft
grooten indruk bij de tegenpartij gemaakt en ver
moedelijk zal zij nu wel een toontje lager gaan zin
gen, te meer omdat haar bondgenooten de Oud-
Czechen zich thans van haar afscheiden en de maat
regelen der regeering goedkeuren.
De toestand in BSraxilië is nog ongeveer dezelfde
als de vorige week. De hoofdstad wordt nog steeds
beschoten en beide partijen strijden met afwisselend
geluk. Het juiste is echter moeielijlc te weten te
komen, omdat de berichten zeer partijdig zijn. Het
schijnt intusschen zeker, dat, indien admiraal Mello
mocht overwinnen, hij alles zal aanwenden om de
vroegere keizerlijke dynastie weder aan de regeering
te brengen.
De Chineesclie regeering heeft, in antwoord
op het bezwaarschrift der Europeesche mogendheden
over de mishandelingen, waaraan de Europeesche
ingezetenen van het Hemelsche Rijk blootstaan, in
zonderheid in de proffnciën, die door den onder
koning Chang Chi Tung worden bestuurd, geant
woord, dat zij dezen onder-koning zal afzetten, zoodra
hij weder op eenigerlei wijze de Europeanen in zijn
gebied mocht bemoeielijken.
GOES, 2 October 1894.
Op de staatsbegrootïng voor 1894 (hoofdstuk
V) is f 1000 uitgetrokken voor een tweeden
adsistent aan het R ij k s 1 a n d b o u w -
proefstation te Goes.
In de jl. Vrijdag alhier gehouden vergadering
der Vereeniging van Burgemeesters
en Secretarissen in Zuid- en Noord-Beveland,
die door 23 leden werd bijgewoond, werd door den
heer H. G. Hartman Jz. medegedeeld, dat hij, op
uitnoodiging van het bestuur der Associatie van
gemeente-secretarissen in Vlaamsch-België, op 11 Sep
tember jl. in hare vergadering te Antwerpen eene
voordracht heeft gehouden en dat hem de opdracht
is gedaan om in Noord-Nederland propaganda te
maken voor de verwezenlijking van het denkbeeld
om aan het taal- en letterkundig congres, in 1894
te Antwerpen te houden, eene afdeeling toe te voegen
voor de gemeente-administratie. De vergadering ver
klaarde zich vóór de verwezenlijking van dit denkbeeld
en machtigde het bestuur om in dien geest werkzaam
te zijn, welk bestuur eene commissie van voorberei
ding benoemde, bestaande uit de heeren Z. D. Van
der Bilt La Motthe en Hartman.
De Secretaris deed voorts nog mededeeling van
den stand van het fonds tot uitkeering van een zeker
bedrag aan Burgemeesters, Secretarissen en Ont
vangers die buiten hunnen wil hunne betrekking
verliezen. Nadat meermalen was vergaderd met de
afgevaardigden der zuster-vereenigingen in Zeeland,
waren de statuten een paar dagen geleden opge
zonden aan H. M. de Koningin-Regentes ten einde
rechtspersoonlijkheid te erlangen en hoopte men dat
het fonds met 1 Januari 1894 in werking zal kunnen
treden.
Dit werd voor notificatie aangenomen.
De heer J. G. P. Timans, burgemeester van 's-Hee-
renhoek bracht nu een referaat uit over »het Neder
landerschap, als vereischte voor eene landsbediening,
volgens de vroegere en de tegenwoordige wet." Hij
wees op het verschil in beide wetten ten opzichte
van dit punt. De oude wet huldigde nevens het jas
sanguis ook het jus territorialede nieuwe wet is
alleen gegrond op het jus sanguis, maar vordert dat
tijdens de geboorte van den zoon de vader het Neder
landerschap bezat. De oude wet achtte het voldoende,
dat men geboren was uit ouders binnen het Rijk in
Europa gevestigd de nieuwe wet, dat men kind
zij van een ingezeten des Rijks, die zelf geboren is
uit eene in het Rijk wonende moeder. Wie geen
Nederlander is volgens art. 1 der nieuwe wet en
zijne toevlucht dus moet nemen naar art. 2, moet
bewijzena. het ingezetenschap zijns vadersb. dat
zijne grootmoeder in het Rijk woonde. De wet van
28 Juli 1850 (St.bl. no. 44) is wel bij de slotbe
paling der nieuwe wet vervallen verklaard, doch nog
dikwijls zal de staat van Nederlander aan de be
palingen der oude wet getoetst moeten worden.
Over dit referaat werd eene langdurige discussie
gehouden waaraan, behalve de referent, ook deel
namen de heeren J. N. Elenbaas, secretaris van
Krabbendijke en Hartman, en waarvan de conclusie
was, dat de vergadering zich vereenigde met het
denkbeeld van den heer Elenbaas, dat nog lang, zelfs
tot in het derde geslacht, de toepassing der bepalingen
van de wet van 1850 zal moeten worden geeischt,
om te constateeren, dat iemand, die tot eene lands
bediening geroepen wordt, den staat van Nederlander
bezit.
De heer J. M. Slegt, adjunct-commies ter secretarie
van Goes, leidde daarna de bespreking in van »de
verplichte vergadering op den eersten Dinsdag van
September" periodieke aftreding van raadsleden of
van een wethouder.
Hij was tot deze bespreking geleid door het
courantenbericht, dat in eene gemeente van Zuid-
Beveland op den 5en September jl. geene vergade
ring was gehouden, omdat vijf leden schriftelijk
hadden te kennen gegeven niet tegenwoordig te
kunnen zijn en dus waarschijnlijk slechts 2 leden
ter vergadering zouden opkomen. Naar het inzien
van den referent had de voorzitter zich hieraan niet
mogen storen, maar in allen gevalle eene Raadsver
gadering moeten beleggen, waarin, zoo een der beide
of ook wel beide tegenwoordigen nieuw verkozen
waren, hunne installatie moest geschied zijn. Daarna
had de burgemeester gebruik kunnen maken van de
hem bij art 49 toegekende bevoegdheid om binnen
24 uren eene tweede vergadering bij een te roepen.
Zelfs het feit, zooals verhaald wordt, dat de bur
gemeester als lid van den raad was afgetreden, en
dus zelf moest beë9digd worden, ontsloeg hem niet
van de verplichting om vergadering te houden. Hij
had als voorzitter van den raad ambtshalve het
aanwezige lid eerst kunnen beëedigen, om daarna
in handen van dat lid zelf de eeden afteleggen.
Beter achtte hij de handelwijze van de burgemees
ters in vele andere gemeenten, die (uithoofde van
den ongunstigen dag, daar altijd de beste kermis
dag van Goes, tevens vervaldag van pachten enz.
op den eersten Dinsdag van September invalt) de
vergadering beleggen tegen des morgens 5, 6 a 7
uren.
Dit referaat gaf tot discussie eene gereede aan
leiding. Terwgl van de eene zijde beweerd werd
dat de vergadering verplicht op den eersten Dins
dag moest plaats hebben, werd dit van eene andere
zijde (de heer Elenbaas) bestreden, en die verga
dering beschouwd als door de wet geëiseht, in het
geval van art. 83 der Gemeentewet. In onze co
dificatie treft men dan ook wel besluiten aan tot
vernietiging van te vroege beëediging, émaar niet
van beëediging van raadsleden op een lateren dag
dan den len Dinsdag van September. Daartegen
werd echter aangevoerd, dat als de vergadering niet
op den len Dinsdag heeft plaats gehad, een redres
om de beëediging op dien dag te doen, onmogelijk
is en dus art. 49 der Gemeentewet toepasselijk
moet zijn.
De heer II. J. Augustijn, Secretaris van 's-Heer
Arendskerke, besprak nu de stellingEenvormig
heid in de akten van den Burgerlijken Stand is nuttig
en gewenscht".
Vermakelijk waren de staaltjes, die hij leverde uit
de akten van den B. S. in vele gemeenten, waarin
wijdloopigheid en overtolligheid elkander de hand
reiken ten koste van de duidelijkheid. Zonder een
voorstander van den vormdienst (waartegen in den
laatsten tgd zoo zeer en terecht wordt te velde ge
trokken adres bgv. aan de bekendmakingen der ge
meentebesturen) te zijn, zou referent het toejuichen,
indien door de bevoegde macht met de wet overeen
stemmende modellen werden verstrekt, voorzien van
de noodige voorschriften of toelichtingen, deze weder
gebaseerd op de bepalingen van het B. W. waaraan
ieder Ambt. v. d. B. S. zich te houden had.
Met instemming en toejuiching werd dit referaat
begroet. De heer G. L. Van der Heijde, Secretaris
van Wissenkerke, stelde voor het bestuur uit te noo-
digen, goede formulieren te ontwerpen en deze aan
de leden mede te deelen. De heer Elenbaas achtte
dit minder noodig, ofschoon hij er zich niet tegen
zou verzetten. Door meerdere schrijvers zijn goede
modellen geleverd V. d. Helm in zijn Handboek voor
den A. v. d. B. S.Hartman in zijn derden druk
van Vaillant's handboek, en deze kunnen gevolgd
worden. Maar bovendienal waren de formulieren
nog zoo goed, dan zou men daarom nog niet gevrg-
waard zijn tegen opmerkingen van 't O. M., die krach
tens art. 28 van het B. W. de registers moet nazien.
De' Off. van Just, te Middelburg eisehte zelfs eens
dat het beroep van een overleden moeder van een
der partijen in de huwelgksacte zou vermeld worden.
Na eenige discussie werd met algemeene stemmen
het voorstel van den heer Van der Heijde aange
nomen en zegde het bestuur de overlegging toe in
de April-vergadering, om dan met een drukker
overeen te komen, deze aan alle gemeentebesturen
in Nederland aan te bieden.
De heer J. II. O. Dominicus, secretaris van Krui-
ningen, besprak eindelijk nog >de voorzorgsmaat
regelen tegen cholera, bg het binnenkomen van
schepen" en wees op het onvoldoende van deze,
alsmede daarop, dat zg vele kosten op de kas der
gemeente brengen, die eigenlijk van rgkswege moesten
gekweten worden.
Om het vergevorderde uur had geene bespreking
van dit referaat plaats.