zenen, thans juist het omgekeerde het geval was.
In ieder geval is het een verschijnsel, dat de
aandacht verdient. Mogelijk zal het rapport der
commissie mettertijd eenig licht er op werpen. Het
is haar plicht om te bewijzen, dat recht en billijk
heid aan hare zijde zijn. (Arnh. Gt.)
Maandag vergaderde de Raad van Amsterdam
ten derde male, om te voorzien in de wethouders
vacature. Benoemd werd met 18 van de 35 stemmen
mr. Treub. De overige stemmen waren op ver
schillende anderen verdeeld. Mr. Treub legde, alvo
rens zijne benoeming te aanvaarden, eene beschou
wing voor, waarin hij de op hem uitgebrachte keuze
opnam minder als een bewijs van vertrouwen in
zijne financiëele inzichten op belastinggebied, dan
wel als een middel om uit de verlegenheid te ge
raken. Nochtans achtte hij zieh na de richting der
laatstgehouden periodieke verkiezingen, niet gerech
tigd, evenals de heeren Heemskerk en Fabius, voor
zijne benoeming te bedanken.
Uit eene bekendmaking van B. en W. van Am
sterdam blijkt echter, dat voor het beheer der af-
deelingen Financiën en Handelsinrichtingen is aan
gewezen de nieuw benoemde wethouder Schölvinck,
zoodat vermoedelijk de heer Treub met openbare
werken zal worden belast.
Jhr. mr. Quarles van Ufford, wiens bijna 50-
jarige zorg voor deMaatschappij van Wel
dadigheid (de laatste 20 jaren als voorzitter
van commissarissen) onlangs is erkend door zijne be
noeming tot ridder in de orde van den Ned. Leeuw,
schrijft in het Haagsche Dagblad een uitvoerig ar
tikel over het eenvoudige feest, waarmede op 25
Aug. jl. het 75-jarig bestaan der maatschappij is
gevierd. In de onderscheiding, hem te beurt ge
vallen, ziet bij ook een bewijs van waardeering van
hetgeen de M. v. W. beoogt en verricht. Hij had
gehoopt, dat ook de natie blijken van waardeering
zou hebben gegeven, en door ruime geldelijke bij
dragen in den financieelen nood der nuttige instel
ling zou hebben voorzien.
Het aanbod van een vriend der maatschappij, om
1000 te schenken indien anderen te zamen 99,000
gaven, indertijd in de bladen vermeld, bleef echter
zonder gevolg. Er kwam slechts eene gift van 100
in van iemand, die reeds lang jaarlijks ruim bij-
draagt, en dan nog een gift van 5, en nog een
aanbod om f 1000 te geven onder de bovengemelde
voorwaarde.
De heer Q. v. blijft op toezending van meer
giften aandringen, en hoopt dat ook de blijvende
inkomsten der Maatschappij van weldadigheid zullen
stijgen. Hij herinnert daartoe, dat behalve gewone
leden, die 2.60 's jaars betalen, er nog leden-be
gunstigers zijn, die elk jaar 10, en leden-donateurs,
die 25 of meer offeren,
De Atjesche Gt. schrijft o. a.
Men staat verstomd bij het zien van de groote
resultaten, die Toekoe Oemar binnen korten
tijd zonder groote opofferingen heeft verkregen, wan
neer men bedenkt wat ons nog kort geleden met
groote krachtsinspanning onmogelijk was. Wie her
innert zich niet de vreeselijke sensatie, die zich ver
leden jaar van ieder meester maakte, toen wij tot
tweemalen toe bloedig werden teruggewezen van
voor Kaloet. Thans is Toekoe Oemar er als het ware
ingewandeld. De tegenstand, dien hij hier en elders
heeft ondervonden, is niet noemenswaard. Het schijnt,
dat de oorlogspartij alle pit heeft verloren.
Men is reeds begonnen met het terrein, dat Ka-
loet van de ceintuurbaan scheidt, open te kappen
en de benting zelf te slechten. Zoo verkrijgt men dan
in werkelijkheid de duizend meter vrije strook, die
tot nu toe feitelijk nooit bestaan heeft, waardoor
elke onderneming van den kant des vijands tegen
onze linie onmogelijk wordt. Natuurlijk dat men die
strook langs de geheele linie zal trachten schoon te
krijgen en met het oog Gp de laatste weken is het
niet te betwijfelen of wij daarin zullen slagen.
Toekoe Oemar heeft zijne Panglima1s als blijk van
tevredenheid geschenken vereerd. Ieder ontving een
sikent-pcindjang (Atjesche sabel), waarvan de greep
met goud ingelegd is. Voor een groot deel zijn de
Atjehscbe troepen bij Tjot Goë gelegerd, waar Toe
koe Oemar een slametan laat geven. Na het nemen
van Tjot Goë en Kaloet heeft de hoeloebalang van de
IX moekims, Toekoe Nja Mohamad, den moed ge
kregen zich openlijk bij Toekoe Oemar aan te sluiten.
Aangemoedigd door T. Oemar's succes, schijnt
onder de bevolking in Groot-Atjeh thans eene be
weging te zijn ontstaan tegen de Pedireezen. Deze
steunen de Moslemin in hunne rooverijen en kne
velarijen, waarvan de bevolking oververzadigd is.
Hier en daar heeft men reeds te kennen gegeven,
dat men liever gediend is van ons bestuur, dat niet
gewoon is zich met alles in te laten, dan gebukt te
blijven onder de aanhoudende geldafpersingen en
knevelarijen der Moslemins.
Dezer dagen is door den jeugdigen Panglima Polim,
de aanvoerder der Moslemin, Tengkoe Pantaj Koe-
loek te Lomkali last gegeven, de sterkte aldaar on
verwijld te ontruimen. Alle Pedireezen, die in het
verzet mochten voortgaan, moeten terugkeeren naar
de Daërah Padir. Het verblijf in de XII moekims,
is eiken, ons bestuur vijandigen, Atjeher ontzegd.
Bij herhaling is, zoo in als buiten de Kamer,
geklaagd over den toestand waarin de haven
van Philippine verkeert. Naar het schijnt
tengevolge van herhaalde inpolderingen is het meer
en meer ondoenlijk de verzanding der haven en vaar
geul tegen te gaan en wordt dit thans nog welva
rende plaatsje, dat geheel leeft van den mossel-
handel, met ondergang bedreigd. De belanghebbenden
maken er der regeering geen verwijt van, verzekert
De Amstdat zij duizenden hectaren land aan de
zee heeftontwoekerd, maar meenen, dat zij een
cedeelte der daardoor behaalde voordeelen moest
besteden om Philippine schadeloos te stellen en te
"^03 ziin het niet alleen de Nederlanders meer
die klagen, maar worden ook van Belgische zijde
klachten vernomen over eene zaak, die met den
toestand der haven te Philippine in nauw verband
staat. 'Het Belgische blad La Ré forme namelijk bevat
een artikel, waarin in zeer scherpe bewoordingen
wordt gelaakt een besluit der Nederlandsche re
geering, krachtens hetwelk de haven van Bouchaute,
de andere visschershaven in de Braakman, verbo
den is en dus alle producten moeten worden bin
nengebracht in de meer en meer onbruikbare haven
van Philippine. Daardoor worden vooral de Bel
gische visscbers benadeeld, want, aaügezien de Hol-
landsche in den regel voorgaan, wordt voor hen
het tijdverlies, door den toestand der haven reeds
aanzienlijk, nog grooter, zoodat hunne mosselen be
derven en de voortbrengingskosten in elk geval
worden verhoogd.
Aangezien de haven van Bouchaute ligt op Neder-
landsch grondgebied, maar tegenover liet Belgische
dorp van dien naam, beweert de Réformedat de
bovenbedoelde maatregel is genomen om de bewoners
van Philippine te bevoorrechten ten koste der Bel
gische visschers.
Het blad acht den maatregel bovendien in strijd
met het vredestractaat van 1839, waarbij de Braak
man werd geneutraliseerd en dezelfde rechten wer
den toegekend aan de Belgen en de Nederlanders,
een toestand, waarin, naar de Ré forme beweert,
geen verandering is gebracht door de toevoeging
van het jaar 1843, krachtens welke het Nederlandsche
gouvernement gemachtigd wordt de losplaatsen aan
te wijzen, toegankelijk voor de visschers van beide
natiën.
^Langen tijd, van 1843 tot 1890, zegt de
Réforme heeft de Nederlandsche regeering van
de bevoegdheid om deze plaatsen aan te wijzen geen
gebruik gemaakt, maar toen werd plotseling een
verbod gelegd op de haven van Bouchaute, een van
de twee kleine havens die de visschers van de
Braakman bezoeken. Eén losplaats werd aangewezen
Philippine en zulks met eene zelfzuchtige bedoeling,
die ten eenenmale veroordeeld wordt door het vredes
tractaat en zelfs door de additioneele bepaling van
1843."
Het Belgische blad eindigt met de wederopen-
stelling te eischen van de haven van Bouchaute eu
meent, dat wij daartoe verplicht zijn niet alleen uit
een moreel, maar wegens den toestand der haven
te Philippine, ook uit een materiëel oogpunt. (Tel.)
De rechtbank te Groningen heeft mr. Ou ts
in zake de aanklacht van mr. Troelstra buiten
vervolging gesteld.
Staten-Generaal.
EERSTE KAMER.
In de Eerste Kamer hield de nieuwbenoemde voor
zitter mr. A. Van Namen van Eemnes, eene korte
openingsrede, nadat van de herkozen en nieuw ge
kozen leden, die bereids des morgens in handen van
H. M. de Koningin-Regentes den eed hadden afge
legd, de geloofsbrieven waren onderzocht en tot
hunne toelating was besloten. Vervolgens werden
de afdeelingen samengesteld.
TWEEDE KAMER.
Het oudste lid in jaren, de heer V. d. Schriek,
opende de vergadering met de volgende toespraak
Mijne Heeren 1
»U bij den aanvang van dit zittingjaar breedvoerig
welkom te heeten, dit veroorloof ik mij als geheel
onnoodig te achten, doordien ik mij vleien durf met
de hoop dat gij geheel overtuigd zijt dat ik zulks
met deze weinige woorden ten oprechtste gemeend doe.
»Aan fie met onze medewerking in de voorgaande
zitting tot stand gebrachte wetten zijn wij herin
nerd. Moge de werking daarvan tot het wezenlijk
en blijvend heil van Nederland ruimschoots bijdragen
»De ons wachtende arbeid is ons in groote trek
ken bekend. Onwederlegbaar is het dat wij dien in
moeilijke, in ernstige omstandigheden aanvangen,
maar ik meen te mogen beweren dat er geen toe
standen zijn, hoe zorgvol en ingewikkeld ze ook
mogen wezen waaruit men niet naar behooren,
niet met eer geraken kan, door ze vastberaden,
kalm, eerlijk en verstandig onder de oogen te zien.
Driewerf gelukkig is het dat deze vereischten bij
het Nederlandsche volk volstrekt geen zeldzame
eigenschappen zijn. Daarom zullen en ook moeten
wij met volhardende aanwending van onze beste
krachten en met volkomen toewijding beproeven
onze wetten zoodanig te doen zijn, dat het ons zoo
innig dierbaar Vaderland binnen zijn grenspalen
voorspoedig, gelukkig en tevreden en in den vreemde
geëerd en geëerbiedigd zij en blrjve.
^Daarvoor wordt gebiedend, ja onverbiddelijk ge
vorderd, het meest bezadigd, het meest bedaard en
het onderling meest welwillend overleg. Slechts door
aldus te handelen kunnen wij de door onze voor
ouders met de voorbeeldigste, ja onovertroffen op
offeringen verkregen rechten en vrijheden onge
kreukt handhaven en tevens aan het in ons gesteld
vertrouwen beantwoorden.
»Moge de Al wij ze ons daarvoor Zijne onmisbare
voorlichting in de ruimste mate schenken
»Met onbegrensde dankbaarheid opwaarts ziende
voor het mij nu al wederom te beurt gevallen voor
recht, aanvaard ik mijne zeer tijdelijke betrekking
met de herhaling der uit den grond des harten
voortkomende wenschen, waarmede gij, mijne heeren,
steeds ten ondubbelzinnigste instemdet, dat het God
behagen moge Hare Majesteit onze zeer geëerbiedigde
Koningin-weduwe, Regentes, te blijven ondersteunen
in het uitbrengen van HD. zoo moeilijke, zeer om
vangrijke, en hoogst gewichtige taak, en voor H. M.
onze zoo buitengewoon veel goeds belovende Koningin
Wilhelmina de in alle opzichten gunstigste ontwik
keling te doen voortduren, tot het wezenlijke heil
van het haar zoo hij uitnemendheid getrouwe en
liefhebbend Nederland." (Toejuiching op alle banken).
Vervolgens werd overgegaan tot het opmaken
der nominatie voor een voorzitter. Als eerste can
didaat werd gekozen mr. J. G. Gleichman met 79
van de 82 stemmentweede candidaat (bij vierde j
stemming) mr. S. Van Houten met 40 stemmen;
derde candidaat dhr. Van der Schriek met 54 stemmen.
Daarna werden de afdeelingen samengesteld en
werden de leden der commissie van redactie van
het adres van antwoord gekozen.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Beroepen bij de Ned. Herv. gem. te Grijps-
kerke ds. W. Timmermans Paquy, te Hoogesmilde.
Voor de beroeping van een predikant bij de
Chr. Geref. Gem. te Nieuwdorp (gemeente 's-Heer
Arendskerke) is een tweetal opgemaakt, bestaande
uit de heeren J. Gideonse, pred. te Broek op Lan-
gendijk en F. Staal, pred. te Geesteren-Gelselaar.
Aan de kerkeraden en kerkvoogdpen der Her
vormde gemeenten in Nederland is een schrijven
gericht van den volgenden inhoud
In Meimaand jl. is u eene circulaire gezonden,
waarin de treurige toestand der Friesche Bildtge-
meenten werd blootgelegd. Daardoor weet gij, dat
zij, buiten eigen schuld, door rechterlijk vonnis,
alle inkomsten hebben verlorenwaaruit zoowel
predikants-tractementen werdea betaald, als de ker
kelijke gebouwen onderhouden. Tengevolge daarvan
is St, Jacobi-Parochie 14, Lieve Vrouwen-Parochie
23, St. Anna-Parocliie bijna 30 jaar vacant. Uit
eigen middelen kunnen de gemeenteleden onmogelijk
predikanten bezoldigen en het noodige voor den eere-
dienst bijeenbrengen. Want van de dusgenoeinde» rijke
Bildtboeren" wonen velen thans elders en hebben
anderen door den druk der tijden een deel van hun
vermogen verloren. Gegoede burgers van voorheen
voeren nu den niet altijd gemakkelijken strijd om
het bestaanterwijl nijvere arbeiders aan de zorg
voor hun dagelijksch brood genoeg hebben. Dus
moeten deze gemeenten worden geholpen Door wie
De Staat helpt ze zeer zeker niet. Immers, een voor
stel om aan die gemeenten eenig rijkstractement toe
te kennen, zooals de meeste gemeenten genieten, is
in de Tweede Kamer, vooral door den invloed van
Rome en Kampen, verworpen Maar dan moet de
Kerk helpenDaartoe heeft zich de commissie voor
de Bildt-gemeenten reeds tot u gewend Met welk
gevolg Dat vele kerker/iden (hoe kon het ook
anderszich tot helpen bereid hebben verklaard
maar dat vele anderen tot dusverre niets van zich
lieten hoor en En nu moeten deze regelen (die naar
wij hopen door alle der Hervormde k^rk goedgezinde
bladen zullen worden opgenomen) dienen, om deze
laatsteu nog eenmaal tot het houden eener collecte
voor de Bildtgemeenten op te wekken. De gelegen
heid daartoe bestaat noghet jaar is nog niet ver
streken.
En wat de kerkvoogdijen betreft Velen lieten
zich niet onbetuigd, zonden goede bijdragen bij de
commsssie in. Doch zal het doel worden bereikt,
dan is het noodig dat elke kerkvoogdij, die over
middelen te beschikken heeft, althans iets geve. En
daarom, heeren kerkvoogdenals gij eerlang met
de notabelen uwer gemeente vergadert, overweegt
nog eenmaal den inhoud der circulaire, die gij ont
vangen hebt, en wilt, zoo mogelijk, aan het daarin
uitgedrukt verzoek voldoenPlaatst ook op uwe
begrooting voor 't volgende jaar eene som, in ver
houding tot uwe inkomsten, voor de Bildtgemeenten,
die rijkstractement, noch pastoralia, noch diaconie-,
noch kerkgoederen bezitten. Door aller medewerking
moet de toestand aldaar anders en beter worden
De commissie ziet met belangstelling de bewijzen,
uwer hulpvaardigheid tegemoet.
Het bestuur der commissie voor de Bildtgemeenten,
J. Van Loon, predikant te Kimswerd, voorzitter.
J. W. Oosterhoff, directeur der Alg. Friesche Levens-
verzekering-maatschappij, penningmeester.
J. S. Sinninghe Damstépredikant te Wirdum,
secretaris.
ïïansweerd. De onderwijzer P. 0. Maat heeft
voor zijne benoeming alhier bedankt.
Naar de N. R. Gt. verneemt, heeft de school
opziener in het district Tiel van den minister van
binnenlandsche zaken het ofliciëele bericht ontvangen,
dat de minister voornemens is de kweekschool en
daaraan verbonden leerschool te 's-Hertogenbosch
met 1 Mei 1894 naar Nijmegen over te brengen.
De heer G. A. Vorsterman van Oijen, hoofd
der openbare school te Aardenburg, benoemd tot
secretaris van de Zeeuwsche Maatschappij van Land
bouw, heeft van Ged. Staten van Zeeland toestem
ming verkregen die betrekking te aanvaarden.
Rechtszaken.
Het O. M. bij den Hoogen Raad concludeerde
Maandag tot verwerping van het beroep, ingesteld
door I. J. P. en M. P., arbeiders te Ierseke, tegen
hunne veroordeeling door bet Hof te 's-Gravenhage
tot zes maanden wegens mishandeling van een amb
tenaar, die hen bekeurde wegens overtreding dei-
jachtwet.
Gemengde Berichten.
Borsele. Maandag herdacht de heer A. Van
Overbeeke alhier zijn 91sten geboortedag. Hij is de
oudste ingezetene der gemeente en mag zich ver
heugen de vader, grootvader en overgrootvader te
zijn over 99 kinderen, klein- en achterkleinkinderen.
Het muziekgezelschap van Wolfertsdijk bracht
Maandagavond aan den gemeente-veldwachter J. De
Bakker eene serenade bij diens dertigjarige ambts
vervulling. De jubilaris ontving van verschillende
zijden talrijke bewijzen van deelneming. (M. Gt.)
Door den conducteur der brievenmalen J. J.
Blankert, van het spoorwegpostkantoor no. 2, is
eene stempelmachine voor brieven vervaardigd, die
boven de gewone hier te lande gebruikte stempel-
mackines het voordeel bezit, van zeer weinig geruisch
te maken en een grooter aantal stukken per uur
afstempelt. De machine heeft den vorm van eenö
trap-naaimacbine en wordt eveneens door den voet
in beweging gebracht. Door het trappen wordt een
rad in beweging gebracht, aan de buitenzijde waar
van op gelijke afstanden vier dagteekeningstempels
zijn aangebracht. Aangezien nu dit rad 100 om
wentelingen per minuut maakt, kunnen dus 400
brieven per minuut afgestempeld worden of 24,000
per uur, zeer zeker een aanzienlijk cijfer.
Hoewel aan de machine nog eenig© gebreken aan
kleven, die beletten haar zoo aanstonds voor het
practische gebruik in dienst te stellen, verdient
conducteur Blankert zeker een woord van lof voor
de vernuftige wijzewaarop hij4' deze machine heeft
vervaardigd.
De directeur-generaal der posterijen heeft zijn
verlangen te kennen gegeven met de stempelmachine
en hare werking in kennis gesteld te worden.
Gedurende de laatste dagen is ook te Wage-
ningen, Heelsuoi en Arnhem door de politie een
ijverig onderzoek ingesteld, in verband met de ver
denkingen die tegen Hendrik de Jong zijn gerezen.
Uit dat onderzoek is tot dusver alleen gebleken,
dat hij op 23 Juni met zijne vrouw Sara Anna
Juett heeft vertoefd in het hotel »Dö Wagening-
sche Berg," en wel van 1 tot 5 uur. Zij hebben
daar gedineerd en hij heeft daar 2 pond sterling
gewisseld.
De kok van het hotel heeft omstreeks 1 uur hen
in de nabijheid van het hotel aangetroffen in een
hevigen woordentwist.
Zoowel de kok als de echtgenoote van den hotel
houder weten zich van beiden de kleeding op dien
dag te herinneren. De jonge vrouw droeg toen een
korenblauw pak en een donkeren hoed.
Op 7 Juli heeft zij, naar men verzekert, bij Heel-
sum zelfmoord willen plegen, zooals verklaard wordt
door den machinist van de Oosterstoomtram, die
toen juist bijtijds heeft gestopt. De Jong had toen
lachende op eenigen afstand gestaan. Zij is daarop
het bosch ingeloopen in de richting van Wolfheze.
De Jong is den volgenden dag alléén in het hotel
Sluis" te Arnhem aangekomen, maar van zijne
vrouw heeft men sedert niets meer vernomen.
Volgens de Echo is Hendrik De Jong bij zijne
verhooren voor den rechter-commissaris zoo onbe
vangen, bijna zoo onbeschaamd mogelijk, vertelt hij
allerlei dingen, blijkbaar met het doel om de justitie
van het spoor te brengen, en laat hij niet na, om
bij de voorlezing telkens weer bet gesprokene te
ontkennen of te verklaren dat aan zijne woorden een
verkeerde uitlegging gegeven is. In elk geval wei
gert hij steeds het resumé van bet verboor te tee
kenen. Nu laatstelijk moet bij hebben verklaard, dat
hij mej. Scbmitz in Hilversum beeft achtergelaten.
Den 30en Augustus zijn Hendrik De Jong en mej.
Scbmitz naar Bussum vertrokken en heeft hij aldaar
op dienzelfden dag een telegram verzonden. Ze zijn
te zamen geweest naar de feesten in het kamp te
Laren op 31 Aug. en 's avonds te half acht uur
gezien voor het laatst door den machinist van de
stoomtram, en wel gaande naar Huizen, wat bij dien
man verwondering wekte, omdat ze nog zoo laat
dien weg opwandelden en wel een paar meter van
elkander af, terwijl zij als bet ware rakelings voor
de machine van de tram voorbijliepen.
Nog worden omtrent De Jong de volgende staal
tjes medegedeeld
In Zevenaar verloofde bij zich niet een bemiddelde
weduwe. Bij die gelegenheid wisselde hij met baar
van ring, ontving een gouden ring met diamanten
gaf er baar een met valscben steen in de plaats.
Daarop begaf bij zich zooals hij zeide naar
Baarn, om een villa te huren, waarin zij, na bun
huwelijk, zouden gaan wonen en kwam na
tuurlijk nooit weerom.
In Arnhem maakte hij eveneens met een nogal
gefortuneerde weduwe kennis en wist baar in den
waan te brengen, dat hij zelf ook veel geld had, door
eens zijn demi-saison te vergeten", met een testa
ment er in, waarbij hem een aanzienlijke som ver
maakt werd. Onnoodig te zeggen, dat dit stuk
valsch was.
Naar men meldt, is het lijk van mejuffrouw
Schmitz, het tweede slachtoffer vau De Jong, door
de Amsterdamsche recherche gevonden nabij het
kerkhof te Naarden.
Herhaaldelijk is gewezen op het minder wensche-
lijke van stempels af te drukken op bankbiljetten.
Het bewijs daarvoor ondervond eene firma te Haar
lem, die Vrijdag een bezoek ontving namens den
president der Nederlandsche Bank, waarbij hem mede
gedeeld werd, dat op een van de firma afkomstig
gestempeld bankbiljet van 25 vóór baren naam
eene beleediging was geplaatst. De president der
Ned. Bank waarschuwde haar de bankbiljetten niet
te stempelen, daar er personen zijn, die allerlei be-
leedigingen voor of achter den naam plaatsen. Het
bankbiljet is vernietigd.
Met betrekking tot den Vrijdagnacht te Noord-
gouwe gewoed hebbenden brand meldt men aan de
M. Gt. nog het volgende
Het vernielend element verspreidde zich zeer snel.
Om drie uur reeds stond de geheele noordkant van
het dorp in lichte laaie en vreesde ieder voor het
gansche dorp.
Ware de brand tien minuten later ontdekt, dan
zouden enkele kinderen niet meer te redden geweest
zijn. Nu is de schade alleen stoffelijk en te her
stellen. Toch is er voor duizenden guldens verbrand
ook is er met het opbergen, zooals gewoonlijk, veel
onnoodig beschadigd en wordt er van het geborgene
ook vermist.
Drie arbeidersgezinnen, wier inboedel verbrand is,
waren niet geassureerd. Een hunner was verzekerd
geweest tot verleden jaar, maar had de polis niet
vernieuwd.
Een looper in een handelszaak leende drie
dubbeltjes van den boekhouder. Deze had op zijn
beurt twee dubbeltjes geleend van den kassier, die
ook weer eens twee dubbeltjes van den looper had