1893 N°. 108.
Dinsdag 12 September.
80s,c jaargang.
De Aanbesteding van Steenkolen en Torf
De uitgave dezer Courant gescliiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder
bjj alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 et.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per
Inzending; van advertentiën vóór 9 uren op den dag der uitgave.
benoodigd voor de gemeente, vau 1 October 1893 tot 30
September 1894, zal op Zaterdag den 23 September 1893, des
namiddags te een uur, ten Raadhuize alhier, plaats hebben.
De conditiën zullen ter secretarie ter leziug liggen vau heden
tot den dag der besteding, van des voormiddags 9 tot des
namiddags 2 uren, volgens welke afzonderlijk moet worden
ingeschreven voor de levering van New-Castle- en Ruhrkolen,
beiden per 100 kilo en voor de korte turf per 1000 stuks en
voor de lange turf per ton.
Goes, den 9 September 1893.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G d W. HAMER
De Secretaris,
H 'A R T M AN
De wethouderskeuze.
We meenden de reden, waarom de antirevoluti
onairen in onzen Gemeenteraad jl. Dinsdag den^heer
Ramondt niet hebben gestemd, te moeten zoeken
in partijzucht. Uit de Zeeuw blijkt thans, dat we
ons in zooverre hebben vergist, dat er niet éen
maar wel tal van redenen waren, die het antirevo
lutionaire zestal daartoe kunnen gedreven hebben.
Al die redenen wederleggen zou inderdaad te
veel eer bewijzen zijn aan het geschrijf van de Zeeuw.
Enkele opmerkingen naar aanleiding daarvan achten
wij ons echter verplicht te maken om te doen uit
komen op welke zwakke, ja, leugenachtige gronden
door het christelijk blad de houding der antir.
raadsleden verdedigd wordt.
Verbeeldt u, lezers in 18?© stond in de Goesclie
Courant te lezen, dat de heer Ramondt optrad als
aandeelhouder-medewerker van dat blad. Onlangs,
dus drie en twintig jaar later wordt eene meeting
gehouden in verband met de candidatuur-Van der
Leeuw, in welke meeting niet dhr. Ramondt,
want de man bezocht de vergadering niet maar
de hh. J. Fransen van de Putte, La Motthe en Janssen
zich tegen de herkiezing van dhr. Quisfc verklaarden.
De Goesche Courant leverde met bekwamen spoed
verslag van die meeting en toonde volgens de Zeeuw
vriendschap voor de candidatuur-v. d. Leeuw
Ziedaar nu een der redenen, waarom de heer R
die in 18?© medewerker was van de G. Ctin 1893
vallen moest als Wethouder
Maar De Zeeuwdie zoo precies weet wat in 1870
in de Goesche Courant stond, zal dan toch ook wel
weten, dat in no. 8 van den jaargang 1870 van
ons blad is vermeld, dat de heer Joh. L. Van der
Pauwert als directeur-administrateur den heer Ra
mondt, die weder naar Indië vertrok, vervingdat
in no. 2 van den jaargang 1883 is bekend gemaakt,
dat de heer Van Swinderen voorloopig als redacteur
optraddat in no. 1 van den jaargang 1884 einde
lijk werd medegedeeld, dat dhr. Van der Mandere
als verantwoordelijk redacteur was aangesteld, en
dat dhr. Ramondt slechts als administrateur bleef
fungeeren.
Waarom verzwijgt De Zeeuw dit alles Daaruit
toch blijkt juist het tegendeel van wat zij beweert,
dat de heer Ramondt nog medewerker" of redac
teur zou zijn van ons blad. En waar de grond van
haar betoog dus een leugen is, daar kunnen wij ons
ontslagen achten in te gaan op de verder hierop
gebaseerde redeneering, terwijl het aangevoerde over
ingezonden stukken en advertentiën eenvoudig beant
woord zou kunnen worden met het bekendezooals
de waard is vertrouwt hij zijne gasten
Waarheid is, dat de heer R. zich geheel buiten
deze verkiezing heeft gehouden en dat wij van den
aanvang af, ten opzichte van de herstemming, open
lijk hebben verklaard strikt neutraal te willen blijven.
Wij hebben dan ook even goed ruimte beschikbaar
gehad voor een ingezonden stuk ten gunste van den
heer Quist als voor die ter verdediging van de can-
didatuur-V. d. Leeuw. Ja, een oogenblik hebben we
geaarzeld het stuk over den heer Quist op te nemen,
omdat daarin de goede toon kwalijk was bewaard
geblevendoch juist om niet van partijdigheid be
schuldigd te worden, zijn we over dat bezwaar heen
gestapt.
En wat verder betreft de bewering van een be
stuurslid van Nederland en Oranje" dat de leiders
der liberale meeting en der Goesche Courant den
strjjd gewild hebben, merken wij op, dat wij geene
leiders der Goesche Courant kennen evenmin als »één
of meer personen, die iets van ons vorderen kunnen"
betreffende den inhoud van ons blad. Wij zijn vol-
Jcomen vrijzoo vrij ais misschien de redactie van
de Zeeuw wel zou wenschen te zijnHet is trouwens
een fatale leugen, dat de R. K. meeting te 10 uren
was afgeloopen. Reeds vóór negen uur zaten wij op
ons bureau het verslag daarvan te maken, dat pre
cies 10 uren bij de uitgevers werd bezorgdEn wie
nu een weinig »met de techniek eener couranten
drukkerij op de hoogte is", weet, dat het dan juist
zeer weinig moeite kost den volgenden morgen 11
uur (het was later toen ons blad verscheen) gereed
te zijn, en daarin nog op te nemen wat aangeboden
werd.
Uit het bovenstaande blijkt reeds, dat er voor
eene uitwerping van den beer Ramondt in ieder
geval om redenen van persoonlijken aard geen grond
bestond. Op een paar andere punten door de Zeeuw
aangevoerd, die meer den wethouder als zoodanig
raken, willen wij nog even wijzen. En dan valt al
dadelijk in het oog de tastbare leugen van de Zeeuwdat
ons dagelijksch bestuur meestal stuitende partijdigheid
bevordert op het punt van voordrachten" voor de
benoemingen in de verschillende colleges. Die voor
drachten (lees aanbevelingen) toch worden niet
opgemaakt door B. en W., maar door die colleges
of instellingen zelf. Daaruit doet de raad eene keuze
en door behulp van liberalen werden dan tot dusverre
ook gekozen de eigen vrienden van de Zeeuiv, die in
die colleges zitting hebben
Wanneer we nu eindelijk nog releveeren,datcZó Zeeuw
den heer Ramondt noemt wethouder van onderwijs
en het vooral dezen aanrekent, dat geene wijzigingen
worden gemaakt in den geest van de voorstanders
van het bijzonder onderwijs, en als we dan opmerken,
dat we hier geen wethouder van onderwijs hebben,
evenmin als van financiën of van eenig ander onderdeel
der gemeente-aangelegenbeden, maar dat alle voor
stellen, van welken aard ook, het gemeenschappelijk
werk zijn van het dagelijksch bestuur, dan gelooven
we recht te hebben der redactie van de Zeeuw toe
te roepen»Ga wat les nemen op het gebied van
gemeente-inrichting en bestuur, speciaal van onze
gemeente, en schrijf er dan later eens over als ge
op de hoogte zijtmaar kom er nu maar rond voor
uit, dat ge drogredenen hebt gezocht om de houding
van uwe partijgenooten in den Raad te vergoelijken,
wel begrij pende, dat die houding in dezen een zeer
ongunstigen indruk gemaakt heeft bij de burgerij.
Want dit is opmerkelijk, dat noch in het betoog
van de Zeeuwnoch in dat van een bestuurslid der
antir. kiesvereeniging, ook maar met een enkel woord
bestreden wordt de geschiktheid van den heer Ramondt
voor het Wethouderschap. Hij, die dan ook in 1887
nog met bijna algemeene stemmen werd herkozen,
ofschoon toen toch van hem precies gold wat thans
wordt aangevoerd als redenen om hem niet te her
kiezen, wordt nu op eene wijze bejegend als wij
althans niet van alle anti-revolutionaire raadsleden
hadden verwacht. En zouden de anti-revolutionairen
in den Raad werkelijk meenen, dat de belangen der
gemeente beter behartigd zouden worden, indien de
heer Ramondt vervangen werd door den heer M.
De Jonge Jz. Want toch, om de belangen der
gemeente te behartigen zijn ze tot lid van den Raad
gekozen, niet om zichzelven of elkander te believen.
Dit hebben de antir. leden van den Raad maar
al te veel uit bet oog verloren. Wilden wij ons, op
het voetspoor van de Zeeuwaan onderstellingen
wagen, dan zouden wij kunnen zeggen wellicht was
de aan de betrekking van wethouder verbonden
geldelijke belooning niet zonder gewicht in dezen.
Zeker is het, dat op andere betrekkingen de heeren
niet zoo tuk schijnen. Wij wijzen er slechts op,
dat de heer Ramondt op één na alle stemmen ver
kreeg voor de onbezoldigde betrekking van Ambtenaar
van den Burgerl. Stand, en dat de eenige redevoering,
die de heer Fabery de Jonge tot nogtoe in de Raad
heeft gehouden, bestaat uit de gedenkwaardige woor
den »Als er niet te veel werk aan is", toen de
voorzitter hem vroeg of hij bereid was zijne benoe
ming tot lid der commissie voor de gasfabriek te
aanvaarden.
Ten slotte willen wij als onze meening thans wel
zeggen, dat de honderd liberalen, die van de her
kiezing van dhr. Quist de oorzaak zijn en die van de
gelegenheid om de macht der antirevolutionairen iu
den Raad in te korten geen gebruik hebben gemaakt,
blijkbaar niet zeer verstandig hebben gehandeld.
Algemeen Overzicht.
Zooals we nog in ons vorig overzicht vermeldden
heeft de Belgische Senaat zich nog verleden week
met het voorstel Visart vereenigd, waarmede de
Grondwetsherziening daar te lande is teneinde ge
bracht. Rekening houdende met den duur van dien
herzieningsarbeid, zou men van een reuzenwerk kun
nen gewagentoch omvat hij nog geen dozijn arti
kelen. Men behoeft dus niet te vragen of er veel
over gedebatteerd is, waarvan echter voor een groot
deel de schuld moet gezocht worden bij de regeering,
die door hare weifelende houding geene leiding gaf
noch aan de debatten, noch aan de herziening zelve.
Het leek dan ook haast een persiflage toen jl. Zater
dag een der leden van den Senaat aan het einde
der beraadslagingen eene lofrede ging houden op
den minister-president. Buiten dat regeeringslichaam
is er wel niemand, die de herziening zoo toejuicht,
dat hij in zijne vervoering de misslagen der regeering
in dezen vergeet.
De Koning heeft inmiddels de herziening bereids
bekrachtigd.
De uitslag der herstemmingen in Frankrijk
heeft de gematigde republikeinsche partij in de nieuwe
Kamer nog versterktniet slechts door vermeerde
ring van het aantal harer leden, maar ook door den
val van de voornaamste harer tegenstanders, zooals
Clémenceau, Floquefc en De Cassagnac. Want ook
deze, die jarenlang de leider der Bonapartisten is
geweest en als zoodanig een der steunpilaren van
de oppositie, is gevallen.
Hoe groot de juiste getalsterkte der regeerings-
partij is, valt moeielijk te zeggen, omdat tot haar
verscheidene leden gerekend worden met sterke radi
cale neigingen, die niettemin dikwerf de regeering
zullen steunenmaar zeker is het, dat de republi
keinen over eene meerderheid beschikken, die haar
in staat stelt zonder den steun van bepaalde frac
ties haar program uittevoeren, en die haar niet be
veiligt tegen verrassingen door eene toevallige com
binatie van minderheden.
Naar men vermoedt zal het wel half November
worden alvorens de nieuwgekozen Kamer voor bet
eerst bijeenkomt. De president en zijne ministers
hebben dus ruimschoots gelegenheid hun regeerings-
prograin optemaken. Evenwel, als men de Figaro
en de New-York-Herald gelooven mag, zal daaraan
eene kabinetswijziging voorafgaan, teneinde de ra
dicale elementen uit het tegenwoordige ministerie
te verwijderen. Dit zou eene concessie zijn aan de
partij der ralliesteneinde zich te beter van den
steun van die zijde te verzekeren. Het ministerie
zou daartoe worden ontbonden en de beer Dupuy
dadelijk daarop belast worden met de vorming van
een nieuw kabinet. Eenigszins in strijd met deze
bewering is evenwel een bericht van dezelfde bladen,
dat dö radicale minister van Financiën Peytral, die
zeker niet in het nieuwe kabinet zon zitting heb
ben, druk bezig is met het opmaken der begrooting
voor 1895.
Niet minder glorierijk dan bare overwinning bij
de stembus is voor de republiek het feit, dat een
Russisch eskader officiëel het bezoek van het Fran-
sehe aan Kronstadt zal komen beantwoorden. Dit
bezoek zal 1 October plaatshebben en men maakt
te Toulon groote toebereidselen voor eene schitte
rende ontvangst, ter bijwoning waarvan de presi
dent der republiek en de ministers zijn uitgenoodigd.
De gemeenteraad van Toulon opende voor de feesten
een onbeperkt crediet.
De toenadering tusschen Rusland en Frankrijk,
waarvan dit bezoek een vernieuwd bewijs is, wekt
opnieuw belangstelling in Europa; en terwijl de
verhouding van het Czarenrijk tot Duitsehland, zoo
als blijkt uit den tarieven-oorlog, weinig innig is,
daarentegen het bezoek van den Italiaanschen kroon
prins aan de Duitsche herfstmanoeuvres pleit voor
de hechtheid van het drievoudig verbond, blijkt
een keer te meer hoe Europa in twee welgewapende
partijen is verdeeld, die als de beste waarborg zijn
te beschouwen voor het behoud van den Europee
sehen vrede.
Omtrent den tarieven-krijg tusschen Rusland
en Duitscliland, waarvan we daar spraken, loo-
pen geruchten als zou deze zijn einde nabij zijn.
Wederzijds wordt reeds erkend, dat de huidige toe
stand onhoudbaar is en het heet, dat de Duitsche
gezant te St.-Petersburg, de Russische gezant te
Berlijn en de Russische minister van Financiën reeds
aan het overleggen zijn om mildere bepalingen op
het gebied der tarieven in het leven te roepen.
In Spanje is de rust hersteld en de oproeren,
waarvan we de vorige maal gewaagden, hebben al
leen ten gevolge gehad, dat de invoering der nieuwe
maatregelen, ook die op militair gebied, vervroegd
is. Bij de installatie der nieuwe divisie-commandan
ten, die met eenige plechtigheid geschiedde, werd
een schrijven van de Koningin-regentes voorgelezen,
waarin zg andermaal getuigde volkomen vertrouwen
te stellen in hare ministers, waarop het ministerie
zijnerzijds verklaarde op den ingeslagen weg te zullen
voortgaan, teneinde het land de noodige rust te ver
zekeren en de welvaart te doen toenemen.
Engeland en de home-rule-bill zijn in de laatste
maanden zoo voortdurend in éen adem genoemd, dat
het niet wel gaat daarover te zwijgen. Nu het La
gerhuis de wet heeft aangenomen, is het niet on
dienstig hare voornaamste bepalingen nog eens in
berinnering te brengen, omdat, waar het Hoogerhuis
haar Vrijdag met bijna algemeene stemmen verwierp
en er dus binnenkort eene ontbinding van het Lager
huis kan verwacht worden, de hoofdinhoud dtr bill
de spil zal zijn, waarom de nieuwe verkiezing draait.
Aan het hoofd van Ierland zal staan een onder
koning, die voor zes jaar wordt benoemd, en die
door de Kroon kan worden afgezet. Hij wordt ter
zijde gestaan door een ministerie of uitvoerenden
Raad. De wetgevende macht bestaat uit twee deelen
de wetgevende Raad en de wetgevende Vergadering.
Voorts zullen 80 Iersche leden in het Rijksparlement
zitting hebben en daarin over alles medestemmen.
Het Rijksparlement blijft bevoegd ook wetten voor
Ierland in het leven te roepen. Rijkspolitie en belas
tingen blijven nog gedurende zes jaren in den tegen-
woordigen toestand.
Dit zijn de hoofdpunten der wet, zooals zij 2
Sept. jl. na 82 zittingen, waarin 1399 redevoeringen
zijn gehouden, is aangenomen. Voor den minister
Gladstone was de aanneming een groote triomf.
Niet slechts in het Lagerhuis maar ook daarbuiten
werd hem niettegenstaande het middernachtelijk uur,
eene warme ovatie gebracht, hoofdzakelijk door de
Ieren. De menschenmassa, die hem en zijne echtgenoote,
bij het verlaten van het parlementsgebouw opwachtte,
was zoo groot, dat de bereden politie er niet in
slaagde den weg voor zijn rijtuig vrij te maken.
Men volgde dit tot aan zijne woning, drong die
mede binnen en eerst nadat Gladstone eene korte
toespraak had gehouden om zijn dank te betuigen,
trok de menigte af.
Nu het Hoogerhuis de wet heeft verworpen, zal
wellicht spoedig met zekerheid het verder verloop van
de behandeling bekend worden.
Er loopen geruchten, dat de Khedive van Rgypte
het voornemen te kennen heeft gegeven om het
volgende jaar Engeland te bezoeken. Al hoewel deze
berichten nadere bevestiging vereischen, gaan som
mige bladen toch reeds daarop in, en maken daaruit
de licht te opperen gevolgtrekking, dat er eene betere
verhouding tusschen Eogeland en Egypte in het
vooruitzicht is. Zoolang er echter niet meer zeker
heid omtrent deze plannen bestaat, kunnen verdere
beschouwingen gerustelijk achterwege blijven.
GOES, 11 September 1893.
H.H. M.M. de Koninginnen vertrekken
in het laatst der volgende week naar Den Haag.
H. M. Koningin-Regentes zal Dinsdag den 19en
dezer de vergadering der Kamers openen. Daarna
keeren H.H. MM. weder op het paleis Het Loo
terug.
Hoogstwaarschijnlijk zal op de heenreis een kort
bezoek aan het paleis te Soestdijk worden gebracht,
ten einde de verbeteringen aldaar in oogenschouw
te nemen.
In Westelijk Zuid-Beveland in het m e e d e I-
v e n reeds aangevangen. In verband met het sai-
zoen is dit vroeg te noemen. De tijdige inzameling
van den graanoogst heeft vermoedelijk hierop eenigen
invloed. De werkzaamheden op den akker zijn al
thans niet overvloedig. Deze gunstige omstandigheid
zal eerst aanbreken bij het rooien van suiker
bieten in de maand October. Dit gewas treft eene
goede weersgesteldheid, waardoor een aantal gemeten
nog goede uitkomsten zullen opleveren, vooral waar
niet werd gesukkeld met tijdige ontkieming. Met
het aardappel rooien heeft men hier en daar
een begin gemaakt. Deze vrucht laat zich dan daar
toe ook goed leenen, daar de struiken verreweg zijn
verstorven. Van de bekende ziekte wordt weinig ver
nomen en het doorgroeien heeft weinig schade ver
oorzaakt. De opbrengst zal derhalve niet tegenvallen.
De minister van buitenlandsche zaken brengt
ter kennis van belanghebbenden dat de in- en
doorvoer uit Nederland in België ver
boden is van lompen, vodden, gedragen lijfgoed,
gedragen kleederen en gebruikt beddegoed.
Bij kon. besl. van 2 dezer is, op zjjn verzoek,
eervol ontslag verleend aan D. A. Dronkers,
als dijkgraaf van den Zuidvlietpolder, gemeente
Wolfertsdijken is benoemd tot plaatsvervangend
dijkgraaf voor den polder Oosterzwake, S. Paul.
Kortgene. Naar wij vernomen is de heer P. H.
Van Lis, gemeente-secretaris alhier, voornemens
om tegen 1 November eervol ontslag als zoodanig
aan te vragen.
Hontenisse* In deze gemeente zijn twee ge
vallen van cholera voorgekomen met doode-
lijken afloop. Een derde lijder is nog in behandeling.
Men schrijft in het N. v. d. D.
Men heeft zich al dan niet tereeht in
de vorige week vermaakt met het figuur van den
hoofdcommissaris van politie in den circus Carré,
geretoucheerd door zijn rondschrijven dienaangaande
aan zijn ambtenaren.
Het komt mij voor, dat men intusschen wel zoo
verstandig en humaan zou handelen, als de openbare
meening zich in deze eens aan de zijde der politie
schaarde en het publiek mede opkwam tegen de
altijd hooger stijgende halsbrekendheid der
i kunstverrichtingen van circus-artisten en andere
♦specialiteiten".