keid om aau het examen deel te nemen moet blijken. Zg, wier aanvragen op 10 September e. k. het departement van binnenlandsehe zaken niet hebben bereikt, kunnen niet tot de examens worden toege laten. Dit laatste voorschrift is onherroepelijk; daarop worden geene uitzonderingen, om welke reden ook, toegelaten. Landbouto en Veeteelt. Het groenvoeder. Er is een verbazend groot aantal planten, die met hare stengels en bladeren aan onze huisdieren tot voedsel dienen, zoo wel in de weide als op stal. Ze alle éen voor éen op te noemen, zou een nuttelooze onderneming zijnhet is daarom voldoende ze in groepen samen te vatten. De hoofdbestanddeelen van het groenvoeder zijn eiwit en kleefstof, benevens «enige suikerdeelen, doch weinig of in het geheel geen zetmeel. Plantenvezels en water zijn in groote hoeveelheid aanwezig, meer dan in eenig ander voedingsmiddel. Het voedselgehalte ondergaat overi gens velerlei wijzigingen, deels bij de verschillende plantengroepen, deels bij eenzelfde plantensoort, naar mate van den ouderdom, de standplaats, de grondsoort en de invloeden van het weêr. Alle jonge planten bevatten veel waterige bestanddeelen en weinig vezels. Met het toenemen van den ouderdom nemen de sappen af en de vezels toe en in gelijke mate ver mindert daardoor de voedzaamheid. Ten tijde der rjjpheid van het zaad bevatten de stengels en blade ren de geringste hoeveelheid voedende stof. De invloed, dien standplaats, grondsoort, bemesting of soort van gewas uitoefenen is wel genoegzaam bekend, maar wordt soms zeer weinig gewaardeerd of in het oog gehouden. De voedzaamheid kan daardoor belangrijke wijzigingen ondergaan. Het is daarom zaak om niet elk stuk grond te gebruiken voor klavers of ander groenvoer en bij het aanleggen van weiden wel degelijk te letten op de geschiktheid van den grond. Klavers en gras op lagen moerassigen, veenachtigen grond gegroeid, vooral in natte jaren, be zitten veel minder voedzaamheid dan onder tegen gestelde omstandigheden geteeld. Dit verschil kan zich tot het dubbele uitstrekken. Genomen proeven hebben doen zien, dat 100 liter melk bijna tweemaal zooveel boter gaven, naarmate de koeien gevoed waren met klaver, afkomstig van hooge of van lage landen. Van deze waarheid kan men zich ten allen tijde in zijn naaste omgeving overtuigen. In droge jaren vooral op hooge gronden, ziet men weinig gras, soms zoo weinig, dat men zich menigmaal ver bazen moet hoe de beesten aan den kost komen en toch zien ze er betrekkelijk goed uitdaarentegen in natte jaren is er volop gras en toch vet het vee niet aan. In zeer droge zomers zijn in onze streken lage weiden te verkiezen boven hooge, doch onder alle omstandigheden door, naar jaargetijde en weels gesteldheid, verdienen toch de hooge de voorkeur. Tengevolge van den rijkdom aan water behooren de groenvoeder-gewassen tot de weinig voedzame middelen, blijkbaar uit de groote hoeveelheden, die de dieren tot zich nemen eer ze verzadigd zijn. Door vermindering van vocht neemt de voedzaamheid toe vandaar, dat hooi zooveel voedzamer is dan gras. Naar de voedingswaarde komen met 100 pond hooi overeen 300 pond spurrie, 430 a 450 pond wikken, 400 a 450 pond gras, 500 a 550 pond rogge, raap- en mangelloof Alle groenvoeder-gewassen hebben een tijd, dat de voedzaamheid er van op zijn hoogst is. Dit tijdstip is gekomen op het oogenblik, dat het zaad zich gaat ontwikkelen. Daarvoor moet de plant een groote hoeveelheid van haar beste bestanddeelen afstaan tot vorming der vruchtde bladeren verdorren de stengel wordt hard en houterig, eindelgk sterft de plant en zou tot verrotting overgaan, indien zij niet werd afgesneden. Hieruit valt af te leiden op welk oogenblik gras, klaver en lucern moeten ge maaid worden, teneinde hooi van de hoogste waarde te verkrijgen. Alle jonge, saprijke planten zijn gemakkelijk ver teerbaar zelfs de zwakste maag kan ze verwerken en gebruiken. Oude, hardstengelige, dorre voeder gewassen zijn moeilijker te verteren, doch niet in die mate, dat zij eenig bezwaar opleveren. Jonge planten oefenen op de verteringswerktuigen een ver koelende, verfrisschende, zacht losmakende werking uit. Hoe ouder de planten worden, hoe minder deze invloed zich doet gevoelen en bij geheel houtachtig gewordene, verdroogde is er geen spoor meer van te vinden. Evenzoo is het met den invloed op de vochten des lichaams. Zij verdunnen het bloed en bevorderen de afscheidingenzij zijn, zooals men zegt, bloedzuiverend. Voor paarden en herkauwende dieren zijn groen- voedergewassen onder alle omstandigheden een na tuurlijk en bemind voeder; voor varkens echter slechts zoolang ze nog jong en saprijk zijnlater laten zij ze liggen. Ieder dier kiest en bemint zijn eigen soorten. De geit en het schaap eten het meeste, het varken het minste aantal soorten van gewassen. Een Duitscher, in wiens omgeving honderden, zoo niet duizenden, verschillende planten groeien, heeft daaromtrent proeven genomen, en het is niet on aardig den uitslag daarvan hier te vermelden. Vol gens zijn bevinding eet de geit 449, het schaap 387, de koe 276, het paard 262, het varken 72 soorten. Daarentegen worden geweigerd door de geit 126, door het schaap 141, door de koe 218, door het paard 212 en door liet varken 171 soorten. Paarden kunnen wel is waar bij louter groenvoe der volkomen bestaan, bij de beste, zooals Lucern, klaver en wikken zelfs matig arbeiden, maar groote krachtsinspanning en taaiheid mag men er niet van verwachten. Door het al te groote watergehalte en de hoeveelheid, die zij ter verzadiging moeten op nemen, rekt al dat voeder de verteringswerktuigen uit, houdt niet in de maag, geeft een waterig bloed en een slappen, rekbaren vezelbouw. De dieren zijn daardoor weekelijk, vermoeien zich en zweeten licht, hebben geën duurzame kracht en zijn wegens hun vol en plomp lichaam tot snelle bewegingen niet ge schikt. Alle groenvoeder, zelfs het beste, is derhalve voor het paard niet krachtig voedend dit kenmerkt zich reeds bij de opvoeding en beslist meer of min der over de toekomstige gebruikswaarde. De haver- veulens zullen zich onder alle omstandigheden door grootte, kracht en vroegtijdige bruikbaarheid van de grasveulens gunstig onderscheiden. Het rundvee kan met groenvoeder volkomen ge voed en zelfs gemest worden. Men heeft slechts te letten op hoeveelheid en kwaliteit. Het best ver toont zich dit bjj het melkvee, maar het geldt evenzeer voor de vetmesting en de fokkerij. Zelfs de werkos houdt het volkomen uit. Yoor het opkweeken van varkens is groenvoeder tameljjk geschikt, maar voor de vetmesting is zij bepaald onvoldoende. Maar ook in het eerste geval is een toevoer van meel of afval van de melkerij of de keuken boven enkel groenvoeder te verkiezen. Het fijn snijden van groenvoer is de eenige toe bereiding, die soms aangewend wordt. Op de ver tering heeft het geen invloed en het is in zooverre overtollig, doch zijn de stengels hard, hebben de dieren een slecht gebit, weinig tijd tot eten of moet het voedsel onderweg gebruikt worden, dan heeft het kort maken zijn goede zijde. Hoe uitstekend over het algemeen het groen voeder voor onze huisdieren ook is, onder de planten, die men in elke weide vindt, komen er voor, die nadeelig werken op hunne gezondheid of die aan de melk en boter een niet gewilden bijsmaak geven. Die alle te kennen is voor een gewoon landbouwer onmogelijkze hier te noemen en er desnoods een korte beschrijving van te geven is evenmin doel treffend daarom zij alleen de volgende raad ge geven zuiver uwe weiden en graslanden van alle planten, die gij niet voor erkend goed voedsel aan ziet zuiver ze ook van alle gewassen, die den groei van de goede belemmeren, den grond uitmergelen en de weiden 'bovendien een vuil aanzien geven. Tot de laatste behooren distels, brandnetels, een klein soort doorns (zoogenaamde kraaidoorns,) klap rozen, dokkebladen en meer dergelijk ontuig. Een niet zelden voorkomende ongesteldheid is opgeblazenheid. Zij ontstaat vooral door het eten van jonge, welige, ongeveer een hand breed hooge klaver, die nog niet in bloei is, en die door dauw of regen is nat geworden en door de zon begint te drogen. Daardoor ontwikkeld zich damp, die tegelijk met het natte en zeer saprijke voedsel in de maag wordt opgenomen. De gulzigheid, waarmede dit lekkere beetje gewoonlijk wordt gegeten, verhoogt nog het binnendringen der lucht. Bij vochtig warm weer en onweerslucht wordt het gevaar nog grooter. Dieren, die aan klavers niet gewoon zijn, blazen lichter op, maar het ge vaar blijft altijd bestaan al zijn zij er ook nog zoo lang mede gevoerd. De eenige voorzorgsmaatregel is dus het vee niet op natte, jonge klavers te doen weiden. Nog moeten tot het groenvoeder gerekend worden de bladgewassen. Alle tuin- en veldvruchten, die 'de mensch als groenten kweekt en gebruikt, kun nen ook door onze huisdieren als voedsel gegoten worden. De koolsoorten, het loof van knol- en wortelgewassen en stronken zijn gezond en tamelijk voedzaamevenwel weer meer geschikt voor melk vee dan voor vetmesten. De saprijke bladeren geven soms aan de melk een onaangenamen bijsmaak. Door de bladeren van kooien en rapen krijgt de boter een sterken smaak. Aardappelloof wordt zelden als voeder gebruikt. Het heeft ongeveer dezelfde uitwerking als rauwe aardappelsdoorloop is het zeker gevolg, maar ook koliek en opgeblazenheid komen voor en zijn soms doodelijk. In den bloei en van onrijpe zaadbollen voorzien is het gevaar het grootst. Aardappelloof is daarom in geen geval als voedsel aan te raden. Gemengde Berichten. Men schrijft ons Vermeldden de couranten dezer dagen, dat de hitte van de vorige week eens of tweemaal in deze eeuw geëvenaard werd, zoo zou misschien uit de statistiek kunnen bewezen worden, dat het jaarge tijde, of liever het zomertijdperk, dit jaar even zeld zaam is. Een zomer van vijf maanden, die wellicht nog met twee maanden verlengd wordt, is eveneens een groote zeldzaamheid. Behalve dat boom- en struikgewassen dit jaar een buitengewonen oogst geven, komt of kwam alles eene maand vroeger dan andere jaren. Met den akkerbouw is het evenzoo de graanoogst is nu reeds afgeloopende laatste hand wordt gelegd aan het inzamelen van paarden- boonen. Hoe menigmaal gebeurde het niet dat die vrucht tot October op het veld bleef. De langdurige droogte in het voorjaar, deed groote vrees koeste ren voor een slechten oogst of misgewas. De natuur heeft echter aller verwachting beschaamd, want de opbrengst is bepaald ruim te noemen. Sommige tarwe b.v. geeft van 3 tot 4 zakken per 100 schooven en 700 tot 1000 schooven is de opbrengst per gemet. Er wordt alzoo 30 zakken of 25 H.L. tarwe per Blooiseh gemet gedorschen. Het zou te veel ruimte eischen ieder artikel af zonderlijk te noemenmaar dit kan gezegdde andere gewassen geven naar rato. Toen in de maand Juni de tijd van hooien daar was, liet de opbrengst zich allerellendigst aanziener werd in 't geheel niets of slechts een handvol hooi van het veld ge haald. De natuur heeft de toestand veranderd; in plaats, dat het hooien vóór den graanoogst kwam, kwam het daarna. Vele landbouwers kwamen op het idee, toen de regen rjjkelijk begon te vallen, om de door het vee in beslag genomen hooiweiden te laten liggensommigen bezaaiden deze bovendien met chili-salpeter met bet resultaat, dat in eenige weken tgds de weilanden met golvend gras prgkten, waarin de maaier met wellust zijn zeis sloeg en het gras in enkele dagen tot smakelijk hooi werd gewonnen. Maar wat in dezen zomer het sterkst variëert is de boteropbrengst, wanneer men die mag beoordeelen naar de groote prijsafwisseling. Kocht men in het voorjaar de natuurboter tegen 90 cent per kilo, de markt liep daarna in twee weken tot f 1,20 en f 1,40 per kilo. Somtijds ging die prijs wel eens wat terug, zelfs in den tijd, dat er weinig voeder was; maar thans, nu er overvloedig eten en drinken voor het vee is, is de boter f 1,60 per kilo, niet alleen omdat de melkkoeien, die in de laatste weken flink gaven, door de groote hitte der laatste dagen zijn achteruit gegaan, maar ook omdat de bereiding der boter niet goed kan geschieden. Bovendien is de boter niet te vervoeren. Wordt het weer koeler dan is een groote boterproductie te wachten, en zal ongetwijfeld de prijs dalen. Per omroeper werd Dinsdag hier bekend gemaakt, dat tegen 40 cent per halve kilo in de Ganzepoort- straat natuurboter te verkrijgen was. Alhoewel geen juist adres opgegeven werd, verwekte deze aardig heid veel sensatie op de botermarkt. Als eene bijzonderheid meldt men ons, dat te Nieuwdorp een kastanjeboom, die dezen zomer geheel bladerloos was, thans in vollen bloei staat. Het concours te Oudelnnde, 19 Aug. 11. gehouden, werd door 69 schutters van 16 verschil lende sociëteiten bijgewoond. Er werden 6 kallen afgeschoten door dhrn.P. Mol van Ellewoudsdijk, L. La Porte van Wolfertsdijk, 0. Westdorp van Ovezand, D. Schipper van Kapelle, J. Leendertse van Wemeldinge en P. De Jonge van Kwadendamme. Daar het even na vier uur begon te regenen werden de drie hoofdvogels in gedeelten verloot. Vlïssingpen. De toestand van den matroos wiens been Maandag jl. werd afgeslagen, is naar omstan- standigheden vrij wel te noemen. In het gasthuis aangekomen werd het been onmiddellijk geamputeerd. De heer B., winkelier in hoeden en petten op de Kleine Markt te Ylissingen, heeft, als kennelijk teeken van zijn beroep, een rood-geverfde, ijzeren hoed buiten zijn deur en een dito heel boven den geveltop staan. Op den eersten had men het blijkbaar in den af geloopen nacht gemunt. Eenige jolige jongelui kwamen op den inval den hoed van zijn knellende banden aan den gzeren pen te bevrijden, en hem te plaatsen op het hoofd van het standbeeld van De Rugter, natuurlijk er niet bij nadenkende, of men daarmede de nage dachtenis van den grooten zeeheld huldigde of be spottelijk maakte. Zoo gezegd, zoo gedaan. Den hoed van zijn kluisters te verlossen, was een kleinigheid; dien De Ruijter op het hoofd te zetten, beteekende zoo goed als niets. De hoed, die de sporen draagt van vrij onzachte behandeling en hardhandige beweging, is door de politie ven het beeld verwijderd, terwijl de kokarde, waarmede hij versierd was, reeds in den vroegen ochtend bij den eigenaar werd terug bezorgd. Hoe het mogelijk is, dat dit alles heeft kunnen plaats hebben, zonder dat iemand, zelfs onze nacht- poiltie niet, er iets van heeft bespeurd, blijft ons een raadsel. De eigenaar is thans weer in het bezit van den hoed, en de daders hebben den heer B. reeds hunne verontschuldiging aangeboden. (VI. Ct Bij W. Eibers, Papendal te Arnhem, had de kat twee jongen geworpen. Zijn zoontje vond een paar pasgeboren konijntjes en bergde die in een stoof in hetzelfde vertrek, maar toen men er naar kwam kijken, waren de diertjes verdwenen. Zij werden in het nest van de kat teruggevonden. Toen zij daaruit verwijderd on in een ander vertrek waren geborgen, wist de kat ze weder op te sporen en nogmaals in baar nest te brengen, waar zij nu met de twee katjes door de moeder van deze gezoogd worden. (A. C.) Voor de ramen van een café, tevens logement, hoek Damstraat en Voorburgwal, te Amsterdam, kan men het volgende lezenGepatenteerde getui gen ten allen tijde hier te verkrjjgen. Die nu »gelukkige vader" is geworden of voor andore zaken op het stadhuis getuigen noodig heeft, kan ze daar bekomen. In »de Purmer" (N.-Holl.) vervoegde zich in de vorige week aan de verschillende boerderijen een man, die voorgaf horlogemaker te Edam te zijn. Van den landman Struving kreeg hij een gouden horloge om te repareeren. Toen het niet werd terugbezorgd, deed Struving onderzoek, en nu bleek het dat de man in Edam niet bekend was. Struving is dus de dupe van eenen oplichter geworden. Te Zundert (N.-B.) is een kind bij het eten eener pruim door eene wesp in de keel gestoken. Geneeskundige hulp kon niet baten, zoodat het kind tengevolge van het opzetten der keel onder vreese- lijk lijden is gestikt. Te Mortel ging een tienjarige knaap met een jonger broertje een kruiwagen zaud delven in den omtrek. Terwijl de knaap ijverig aan het werk was, viel de gegraven kuil plotseling in en werd het tien jarige kind onder het zand bedolven. Broertje liep spoedig naar huis, doch daar er twintig minuten verliepen alvorens hulp kwam opdagen, vond men het kind dood onder het zand. In zijn eigen krui wagen vervoerde men zijn lijk naar het huis der diep bedroefde ouders. Terwijl de bewoners afwezig waren, is Zondag- te Assen bij den heer S., door verbreking van een glasruit, ingebroken, en bij die gelegenheid uit eene kast eene geldsom, benevens een kerkboek met gouden slot, ontvreemd. Blgkbaar om den diefstal te bedekken, heeft de dief op verschillende plaatsen getracht het huis in brand te steken, hetgeen door tijdige hulp nog gelukkig is voorkomen. Een jongen, in dienst van den bestolene, is gearresteerd. Bij een harddraverjj te Lonneker kon een dei- rijders zijn paard niet houden en reed hij een 65- jarigen boer omverdeze schijnt daarbij een sche delbreuk te hebben gekregen, waaraan hij is over leden. De justitie doet onderzoek. Maandag, Hartjesdag", is het te Amsterdam vrij rustig geweest. De politie had het dan ook vrg gemakkelijk. Enkel de brandweer had het druk. Volgens Be Tel. mo'-st zij van halfacht tot half een 22 keer uitrukken. Op de eilanden moest men 16 straatbranden, vreugdevuren, blusschen. Er zijn echter drie lijken opgehaald, vermoedelijk van zg. hartjes-jagers". Nog meldt de Telegraaf, dat twee Engelsche dames, die ook van de feestelijkheden op Hartjesdag hadden gehoord, Maandagavond een kijkje gingen nemen in de Willemstraat. Terwijl zijmet belangstelling naar een groepje dansende jongens en meisjes zagen en luisterden naar het gesis van de voetzoekers en het knallen van de zevenklappers, kwam er plotseling een groote voetzoeker op d® kleeding van een dei- dames terecht, waardoor haar toilet in brand geraakte. Terwijl een paar omstanders toeschoten om de vlam te dooven, begaf zich de andere dame naar den Haarlemmerdijk, om een dokter te zoeken. Zg schelde bg een geneesheer aan. De meid deed open maar verstond de Engelsche dame niet die ongelukkig op haar beurt geen woord Hóllandsch kan spreken. Het dienstmeisje dacht dat de Engelsche dame haar voor den mal hield en gaf haar een klap in 't ge zicht. De Engelsche dame, niet onbedreven in de bokskunst, sloeg flink terug en een oogenblik later, rolden de twee vrouwen over den grond. Gelukkig kwam er nu een man aan, die het dienstmeisje aan 't verstand bracht wat de wensch der dame was. Het dienstmeisje, geheel verslagen, bood haar ver ontschuldigingen aan. De Engelsche dame schikte haar verfomfaaid costuum, bekeek met treurigen blik haar bedorven hoed, en keerde met een dokter teiug naar haar vriendin, die na voorloopige behan deling liarer wonden naar het ziekenhuis werd ge bracht. Op de Lindengracht werd een man, die zijn met pruimen en peren beladen kar fraai bad versierd, door de nieuwsgierige menigte, die zich om zijn wagen verdrong, bij de Zafcerdagsehe brug met kar en al in het water gedrongen. De man werd gered en naar zijn woning in de Palmstraat gebracht. Intusschen sprongen een paar jongens te water en vischten alle peren en pruimen op, zoodat, toen de vrouw van den koopman kwam om te redden, wat nog te redden was, alleen de leege kar nog over was. In de Enschedesche Courant wordt het vol gende medegedeeld Dezer dagen stuitte een arbeider bij het graven van klei in een weiland aau den Oldenzaalschen straatweg, toebehoorende aan den heer E. Jannink Gz., op eene groote massa veldkeien. Toen de omringende klei was weggegraven, bleek het geheel den vorm te hebben van een grooten bijenkorf. De wanden waren opgetrokken van platte keien, die blijkbaar, tot het verkrijgen van een eenigszins sterken muur waren bijeengezocht. De ronde muur was gedekt met een zuiver rond gewelf, waartoe vele wigvor mige keien waren gebruikt, onder welke zich enkele bevonden, die met opzet schenen afgeslepen te zijn. De muren rustten op een raam van ruwe eiken houten balken en waren omgeven door vier dito palen, die voor stevigheid schenen te dienen. Het hout van het raam, dat zich circa 2 Meter diep in den grond bevond, was grootendeels vergaan. De binnenste ruimte van het geheel was opgevuld met groote en kleine veldkeien. Toen men door eene opening in een der zijwanden deze laatste had verwijderd, bleven de muren met het bolvormige dak in bun geheel staan. Nadat een en ander was opgeruimd en ook het houten raam gedeeltelijk was verwijderd, vond men de overblijfselen van een aarden vat of pot, waar van de rand grootendeels nog kon samengepast worden, zoodat men tot de grootte kon besluiten. De middellijn binnen den rand bedroeg 11/3 a 2 d.M. De rand was heel gaaf en daar beneden zette het vat zich sterk gebogen naar buiten uit. Waarschijnlijk heeft men hier te doen met eene urn en eene begraafplaats uit overoude tijden. Te paard van Damaskus naar Kopenhagen. De Deensche natuurkundige dr. Oestrup, een 25jarig man, heeft deze reis bijna gelukkig volbracht. Zon dag kwam hij in goede gezondheid met zjjn Ara bisch paard te Berlijn aan, van waar hij gisteren de reis, die hg einde April begon, zou voortzetten. Een wonderlijke beslissing heeft het Zwitser- sche volk voor eenige dagen door het referendum genomen, 't Ging over de vraag, of het slachten van vee, naar de joodsche manier, dat is te zeggen zonder het eerst te hebben verdoofd, verboden moet worden of toegelaten mag blijven. Deze quaestie betreft de ritueele handelingen der Joden, die geen vleesch mogen eten, dat bloed bevat. Nu is het een feit, dat, wanneer men de beesten eerst docr een slag op de hersens verdooft, de bloedvaten niet meer zoo goed krimpen en dus bij het slachten zekere hoeveelheid bloed behouden. De beweging tegen de Joodsche manier van slachten is voornamelijk in de Duitsche kantons ontstaan en berust op een weekelijke gevoeligheid van overdreven dierenbe scherming. Het voorwendsel, dat de dieren te veel gekweld worden bij het slachten zonder verdooving, is toch volgens deskundigen niet houdbaar. De we tenschap heeft aangetoond, dat het doorsnijden dei- aderen tusschen den romp en den kop, alle werking der hersenen doet ophouden. Toch heeft het volksreferendum beslist met een meerderheid van 50.000 stemmen, dat er een nieuw wetsartikel komen moet, waarbij het slachten van vee volgens den Joodschen ritus verboden wordt. Het artikel luidthet slachten van dieren zonder dat ze vooraf in staat van verdooving zijn gebracht, is bij elke wijze van slachten en bij welk vee ook verboden". De aanneming van het voorstel moet echter maar gedeeltelijk worden toegeschreven aan de humaniteit" onzer dagen. Zeker telegram toch meldt, dat men ook uit een anti-semietische zucht aldus gehandeld heeft, om den Joden eens onaan genaam te zijn. De werkstaking in de omstreken van Cardiff loopt ten einde, daar in verscheidene steenkolen mijnen de arbeid is hervat. Ook in het Zuiden van Wales vermindert bij voortduring het aantal strikers, zoodat men gelooft, dat ook hier de normale toe stand weldra zal zijn hersteld.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1893 | | pagina 2