keid om aau het examen deel te nemen moet blijken.
Zg, wier aanvragen op 10 September e. k. het
departement van binnenlandsehe zaken niet hebben
bereikt, kunnen niet tot de examens worden toege
laten. Dit laatste voorschrift is onherroepelijk; daarop
worden geene uitzonderingen, om welke reden ook,
toegelaten.
Landbouto en Veeteelt.
Het groenvoeder.
Er is een verbazend groot aantal planten, die met
hare stengels en bladeren aan onze huisdieren tot
voedsel dienen, zoo wel in de weide als op stal. Ze
alle éen voor éen op te noemen, zou een nuttelooze
onderneming zijnhet is daarom voldoende ze in
groepen samen te vatten. De hoofdbestanddeelen van
het groenvoeder zijn eiwit en kleefstof, benevens
«enige suikerdeelen, doch weinig of in het geheel
geen zetmeel. Plantenvezels en water zijn in groote
hoeveelheid aanwezig, meer dan in eenig ander
voedingsmiddel. Het voedselgehalte ondergaat overi
gens velerlei wijzigingen, deels bij de verschillende
plantengroepen, deels bij eenzelfde plantensoort, naar
mate van den ouderdom, de standplaats, de grondsoort
en de invloeden van het weêr. Alle jonge planten
bevatten veel waterige bestanddeelen en weinig vezels.
Met het toenemen van den ouderdom nemen de
sappen af en de vezels toe en in gelijke mate ver
mindert daardoor de voedzaamheid. Ten tijde der
rjjpheid van het zaad bevatten de stengels en blade
ren de geringste hoeveelheid voedende stof.
De invloed, dien standplaats, grondsoort, bemesting
of soort van gewas uitoefenen is wel genoegzaam
bekend, maar wordt soms zeer weinig gewaardeerd
of in het oog gehouden. De voedzaamheid kan
daardoor belangrijke wijzigingen ondergaan. Het is
daarom zaak om niet elk stuk grond te gebruiken
voor klavers of ander groenvoer en bij het aanleggen
van weiden wel degelijk te letten op de geschiktheid
van den grond. Klavers en gras op lagen moerassigen,
veenachtigen grond gegroeid, vooral in natte jaren, be
zitten veel minder voedzaamheid dan onder tegen
gestelde omstandigheden geteeld. Dit verschil kan zich
tot het dubbele uitstrekken. Genomen proeven hebben
doen zien, dat 100 liter melk bijna tweemaal zooveel
boter gaven, naarmate de koeien gevoed waren met
klaver, afkomstig van hooge of van lage landen.
Van deze waarheid kan men zich ten allen tijde in
zijn naaste omgeving overtuigen. In droge jaren
vooral op hooge gronden, ziet men weinig gras,
soms zoo weinig, dat men zich menigmaal ver
bazen moet hoe de beesten aan den kost komen en
toch zien ze er betrekkelijk goed uitdaarentegen
in natte jaren is er volop gras en toch vet het vee
niet aan. In zeer droge zomers zijn in onze streken
lage weiden te verkiezen boven hooge, doch onder
alle omstandigheden door, naar jaargetijde en weels
gesteldheid, verdienen toch de hooge de voorkeur.
Tengevolge van den rijkdom aan water behooren
de groenvoeder-gewassen tot de weinig voedzame
middelen, blijkbaar uit de groote hoeveelheden, die
de dieren tot zich nemen eer ze verzadigd zijn. Door
vermindering van vocht neemt de voedzaamheid toe
vandaar, dat hooi zooveel voedzamer is dan gras.
Naar de voedingswaarde komen met 100 pond hooi
overeen 300 pond spurrie, 430 a 450 pond wikken,
400 a 450 pond gras, 500 a 550 pond rogge, raap-
en mangelloof
Alle groenvoeder-gewassen hebben een tijd, dat de
voedzaamheid er van op zijn hoogst is. Dit tijdstip
is gekomen op het oogenblik, dat het zaad zich gaat
ontwikkelen. Daarvoor moet de plant een groote
hoeveelheid van haar beste bestanddeelen afstaan
tot vorming der vruchtde bladeren verdorren
de stengel wordt hard en houterig, eindelgk sterft
de plant en zou tot verrotting overgaan, indien zij
niet werd afgesneden. Hieruit valt af te leiden op
welk oogenblik gras, klaver en lucern moeten ge
maaid worden, teneinde hooi van de hoogste waarde
te verkrijgen.
Alle jonge, saprijke planten zijn gemakkelijk ver
teerbaar zelfs de zwakste maag kan ze verwerken
en gebruiken. Oude, hardstengelige, dorre voeder
gewassen zijn moeilijker te verteren, doch niet in
die mate, dat zij eenig bezwaar opleveren. Jonge
planten oefenen op de verteringswerktuigen een ver
koelende, verfrisschende, zacht losmakende werking
uit. Hoe ouder de planten worden, hoe minder deze
invloed zich doet gevoelen en bij geheel houtachtig
gewordene, verdroogde is er geen spoor meer van
te vinden. Evenzoo is het met den invloed op de
vochten des lichaams. Zij verdunnen het bloed en
bevorderen de afscheidingenzij zijn, zooals men
zegt, bloedzuiverend.
Voor paarden en herkauwende dieren zijn groen-
voedergewassen onder alle omstandigheden een na
tuurlijk en bemind voeder; voor varkens echter
slechts zoolang ze nog jong en saprijk zijnlater
laten zij ze liggen.
Ieder dier kiest en bemint zijn eigen soorten. De
geit en het schaap eten het meeste, het varken het
minste aantal soorten van gewassen.
Een Duitscher, in wiens omgeving honderden, zoo
niet duizenden, verschillende planten groeien, heeft
daaromtrent proeven genomen, en het is niet on
aardig den uitslag daarvan hier te vermelden. Vol
gens zijn bevinding eet de geit 449, het schaap 387,
de koe 276, het paard 262, het varken 72 soorten.
Daarentegen worden geweigerd door de geit 126,
door het schaap 141, door de koe 218, door het
paard 212 en door liet varken 171 soorten.
Paarden kunnen wel is waar bij louter groenvoe
der volkomen bestaan, bij de beste, zooals Lucern,
klaver en wikken zelfs matig arbeiden, maar groote
krachtsinspanning en taaiheid mag men er niet van
verwachten. Door het al te groote watergehalte en
de hoeveelheid, die zij ter verzadiging moeten op
nemen, rekt al dat voeder de verteringswerktuigen
uit, houdt niet in de maag, geeft een waterig bloed
en een slappen, rekbaren vezelbouw. De dieren zijn
daardoor weekelijk, vermoeien zich en zweeten licht,
hebben geën duurzame kracht en zijn wegens hun vol
en plomp lichaam tot snelle bewegingen niet ge
schikt. Alle groenvoeder, zelfs het beste, is derhalve
voor het paard niet krachtig voedend dit kenmerkt
zich reeds bij de opvoeding en beslist meer of min
der over de toekomstige gebruikswaarde. De haver-
veulens zullen zich onder alle omstandigheden door
grootte, kracht en vroegtijdige bruikbaarheid van
de grasveulens gunstig onderscheiden.
Het rundvee kan met groenvoeder volkomen ge
voed en zelfs gemest worden. Men heeft slechts te
letten op hoeveelheid en kwaliteit. Het best ver
toont zich dit bjj het melkvee, maar het geldt evenzeer
voor de vetmesting en de fokkerij. Zelfs de werkos
houdt het volkomen uit.
Yoor het opkweeken van varkens is groenvoeder
tameljjk geschikt, maar voor de vetmesting is zij
bepaald onvoldoende. Maar ook in het eerste geval
is een toevoer van meel of afval van de melkerij of
de keuken boven enkel groenvoeder te verkiezen.
Het fijn snijden van groenvoer is de eenige toe
bereiding, die soms aangewend wordt. Op de ver
tering heeft het geen invloed en het is in zooverre
overtollig, doch zijn de stengels hard, hebben de
dieren een slecht gebit, weinig tijd tot eten of moet
het voedsel onderweg gebruikt worden, dan heeft
het kort maken zijn goede zijde.
Hoe uitstekend over het algemeen het groen
voeder voor onze huisdieren ook is, onder de planten,
die men in elke weide vindt, komen er voor, die
nadeelig werken op hunne gezondheid of die aan
de melk en boter een niet gewilden bijsmaak geven.
Die alle te kennen is voor een gewoon landbouwer
onmogelijkze hier te noemen en er desnoods een
korte beschrijving van te geven is evenmin doel
treffend daarom zij alleen de volgende raad ge
geven zuiver uwe weiden en graslanden van alle
planten, die gij niet voor erkend goed voedsel aan
ziet zuiver ze ook van alle gewassen, die den groei
van de goede belemmeren, den grond uitmergelen
en de weiden 'bovendien een vuil aanzien geven.
Tot de laatste behooren distels, brandnetels, een
klein soort doorns (zoogenaamde kraaidoorns,) klap
rozen, dokkebladen en meer dergelijk ontuig.
Een niet zelden voorkomende ongesteldheid is
opgeblazenheid. Zij ontstaat vooral door het eten van
jonge, welige, ongeveer een hand breed hooge klaver,
die nog niet in bloei is, en die door dauw of regen
is nat geworden en door de zon begint te drogen.
Daardoor ontwikkeld zich damp, die tegelijk met
het natte en zeer saprijke voedsel in de maag wordt
opgenomen. De gulzigheid, waarmede dit lekkere
beetje gewoonlijk wordt gegeten, verhoogt nog het
binnendringen der lucht.
Bij vochtig warm weer en onweerslucht wordt
het gevaar nog grooter. Dieren, die aan klavers
niet gewoon zijn, blazen lichter op, maar het ge
vaar blijft altijd bestaan al zijn zij er ook nog zoo
lang mede gevoerd. De eenige voorzorgsmaatregel is
dus het vee niet op natte, jonge klavers te doen
weiden.
Nog moeten tot het groenvoeder gerekend worden
de bladgewassen. Alle tuin- en veldvruchten, die
'de mensch als groenten kweekt en gebruikt, kun
nen ook door onze huisdieren als voedsel gegoten
worden. De koolsoorten, het loof van knol- en
wortelgewassen en stronken zijn gezond en tamelijk
voedzaamevenwel weer meer geschikt voor melk
vee dan voor vetmesten. De saprijke bladeren geven
soms aan de melk een onaangenamen bijsmaak.
Door de bladeren van kooien en rapen krijgt de
boter een sterken smaak.
Aardappelloof wordt zelden als voeder gebruikt.
Het heeft ongeveer dezelfde uitwerking als rauwe
aardappelsdoorloop is het zeker gevolg, maar ook
koliek en opgeblazenheid komen voor en zijn soms
doodelijk. In den bloei en van onrijpe zaadbollen
voorzien is het gevaar het grootst. Aardappelloof
is daarom in geen geval als voedsel aan te raden.
Gemengde Berichten.
Men schrijft ons
Vermeldden de couranten dezer dagen, dat de
hitte van de vorige week eens of tweemaal in deze
eeuw geëvenaard werd, zoo zou misschien uit de
statistiek kunnen bewezen worden, dat het jaarge
tijde, of liever het zomertijdperk, dit jaar even zeld
zaam is. Een zomer van vijf maanden, die wellicht
nog met twee maanden verlengd wordt, is eveneens
een groote zeldzaamheid. Behalve dat boom- en
struikgewassen dit jaar een buitengewonen oogst
geven, komt of kwam alles eene maand vroeger dan
andere jaren. Met den akkerbouw is het evenzoo
de graanoogst is nu reeds afgeloopende laatste
hand wordt gelegd aan het inzamelen van paarden-
boonen. Hoe menigmaal gebeurde het niet dat die
vrucht tot October op het veld bleef. De langdurige
droogte in het voorjaar, deed groote vrees koeste
ren voor een slechten oogst of misgewas. De natuur
heeft echter aller verwachting beschaamd, want de
opbrengst is bepaald ruim te noemen.
Sommige tarwe b.v. geeft van 3 tot 4 zakken
per 100 schooven en 700 tot 1000 schooven is de
opbrengst per gemet. Er wordt alzoo 30 zakken
of 25 H.L. tarwe per Blooiseh gemet gedorschen.
Het zou te veel ruimte eischen ieder artikel af
zonderlijk te noemenmaar dit kan gezegdde
andere gewassen geven naar rato. Toen in de maand
Juni de tijd van hooien daar was, liet de opbrengst
zich allerellendigst aanziener werd in 't geheel
niets of slechts een handvol hooi van het veld ge
haald. De natuur heeft de toestand veranderd; in
plaats, dat het hooien vóór den graanoogst kwam,
kwam het daarna. Vele landbouwers kwamen op het
idee, toen de regen rjjkelijk begon te vallen, om de
door het vee in beslag genomen hooiweiden te laten
liggensommigen bezaaiden deze bovendien met
chili-salpeter met bet resultaat, dat in eenige weken
tgds de weilanden met golvend gras prgkten, waarin
de maaier met wellust zijn zeis sloeg en het gras
in enkele dagen tot smakelijk hooi werd gewonnen.
Maar wat in dezen zomer het sterkst variëert is
de boteropbrengst, wanneer men die mag beoordeelen
naar de groote prijsafwisseling. Kocht men in het
voorjaar de natuurboter tegen 90 cent per kilo, de
markt liep daarna in twee weken tot f 1,20 en f 1,40
per kilo. Somtijds ging die prijs wel eens wat terug,
zelfs in den tijd, dat er weinig voeder was; maar
thans, nu er overvloedig eten en drinken voor het
vee is, is de boter f 1,60 per kilo, niet alleen omdat
de melkkoeien, die in de laatste weken flink gaven,
door de groote hitte der laatste dagen zijn achteruit
gegaan, maar ook omdat de bereiding der boter niet
goed kan geschieden. Bovendien is de boter niet te
vervoeren. Wordt het weer koeler dan is een groote
boterproductie te wachten, en zal ongetwijfeld de
prijs dalen.
Per omroeper werd Dinsdag hier bekend gemaakt,
dat tegen 40 cent per halve kilo in de Ganzepoort-
straat natuurboter te verkrijgen was. Alhoewel geen
juist adres opgegeven werd, verwekte deze aardig
heid veel sensatie op de botermarkt.
Als eene bijzonderheid meldt men ons, dat te
Nieuwdorp een kastanjeboom, die dezen zomer
geheel bladerloos was, thans in vollen bloei staat.
Het concours te Oudelnnde, 19 Aug. 11.
gehouden, werd door 69 schutters van 16 verschil
lende sociëteiten bijgewoond. Er werden 6 kallen
afgeschoten door dhrn.P. Mol van Ellewoudsdijk,
L. La Porte van Wolfertsdijk, 0. Westdorp van
Ovezand, D. Schipper van Kapelle, J. Leendertse van
Wemeldinge en P. De Jonge van Kwadendamme.
Daar het even na vier uur begon te regenen werden
de drie hoofdvogels in gedeelten verloot.
Vlïssingpen. De toestand van den matroos wiens
been Maandag jl. werd afgeslagen, is naar omstan-
standigheden vrij wel te noemen. In het gasthuis
aangekomen werd het been onmiddellijk geamputeerd.
De heer B., winkelier in hoeden en petten op
de Kleine Markt te Ylissingen, heeft, als kennelijk
teeken van zijn beroep, een rood-geverfde, ijzeren
hoed buiten zijn deur en een dito heel boven den
geveltop staan.
Op den eersten had men het blijkbaar in den af
geloopen nacht gemunt.
Eenige jolige jongelui kwamen op den inval
den hoed van zijn knellende banden aan den gzeren
pen te bevrijden, en hem te plaatsen op het
hoofd van het standbeeld van De Rugter, natuurlijk
er niet bij nadenkende, of men daarmede de nage
dachtenis van den grooten zeeheld huldigde of be
spottelijk maakte.
Zoo gezegd, zoo gedaan. Den hoed van zijn kluisters
te verlossen, was een kleinigheid; dien De Ruijter
op het hoofd te zetten, beteekende zoo goed als niets.
De hoed, die de sporen draagt van vrij onzachte
behandeling en hardhandige beweging, is door de
politie ven het beeld verwijderd, terwijl de kokarde,
waarmede hij versierd was, reeds in den vroegen
ochtend bij den eigenaar werd terug bezorgd.
Hoe het mogelijk is, dat dit alles heeft kunnen
plaats hebben, zonder dat iemand, zelfs onze nacht-
poiltie niet, er iets van heeft bespeurd, blijft ons
een raadsel.
De eigenaar is thans weer in het bezit van den
hoed, en de daders hebben den heer B. reeds hunne
verontschuldiging aangeboden. (VI. Ct
Bij W. Eibers, Papendal te Arnhem, had de
kat twee jongen geworpen. Zijn zoontje vond een
paar pasgeboren konijntjes en bergde die in een stoof
in hetzelfde vertrek, maar toen men er naar kwam
kijken, waren de diertjes verdwenen. Zij werden in
het nest van de kat teruggevonden. Toen zij daaruit
verwijderd on in een ander vertrek waren geborgen,
wist de kat ze weder op te sporen en nogmaals in
baar nest te brengen, waar zij nu met de twee katjes
door de moeder van deze gezoogd worden. (A. C.)
Voor de ramen van een café, tevens logement,
hoek Damstraat en Voorburgwal, te Amsterdam,
kan men het volgende lezenGepatenteerde getui
gen ten allen tijde hier te verkrjjgen.
Die nu »gelukkige vader" is geworden of voor
andore zaken op het stadhuis getuigen noodig heeft,
kan ze daar bekomen.
In »de Purmer" (N.-Holl.) vervoegde zich in
de vorige week aan de verschillende boerderijen een
man, die voorgaf horlogemaker te Edam te zijn. Van
den landman Struving kreeg hij een gouden horloge
om te repareeren. Toen het niet werd terugbezorgd,
deed Struving onderzoek, en nu bleek het dat de
man in Edam niet bekend was. Struving is dus de
dupe van eenen oplichter geworden.
Te Zundert (N.-B.) is een kind bij het eten
eener pruim door eene wesp in de keel gestoken.
Geneeskundige hulp kon niet baten, zoodat het kind
tengevolge van het opzetten der keel onder vreese-
lijk lijden is gestikt.
Te Mortel ging een tienjarige knaap met een
jonger broertje een kruiwagen zaud delven in den
omtrek. Terwijl de knaap ijverig aan het werk was,
viel de gegraven kuil plotseling in en werd het tien
jarige kind onder het zand bedolven. Broertje liep
spoedig naar huis, doch daar er twintig minuten
verliepen alvorens hulp kwam opdagen, vond men
het kind dood onder het zand. In zijn eigen krui
wagen vervoerde men zijn lijk naar het huis der
diep bedroefde ouders.
Terwijl de bewoners afwezig waren, is Zondag-
te Assen bij den heer S., door verbreking van een
glasruit, ingebroken, en bij die gelegenheid uit eene
kast eene geldsom, benevens een kerkboek met
gouden slot, ontvreemd. Blgkbaar om den diefstal
te bedekken, heeft de dief op verschillende plaatsen
getracht het huis in brand te steken, hetgeen door
tijdige hulp nog gelukkig is voorkomen. Een jongen,
in dienst van den bestolene, is gearresteerd.
Bij een harddraverjj te Lonneker kon een dei-
rijders zijn paard niet houden en reed hij een 65-
jarigen boer omverdeze schijnt daarbij een sche
delbreuk te hebben gekregen, waaraan hij is over
leden. De justitie doet onderzoek.
Maandag, Hartjesdag", is het te Amsterdam
vrij rustig geweest. De politie had het dan ook vrg
gemakkelijk. Enkel de brandweer had het druk.
Volgens Be Tel. mo'-st zij van halfacht tot half
een 22 keer uitrukken. Op de eilanden moest
men 16 straatbranden, vreugdevuren, blusschen.
Er zijn echter drie lijken opgehaald, vermoedelijk
van zg. hartjes-jagers".
Nog meldt de Telegraaf, dat twee Engelsche dames,
die ook van de feestelijkheden op Hartjesdag hadden
gehoord, Maandagavond een kijkje gingen nemen
in de Willemstraat. Terwijl zijmet belangstelling
naar een groepje dansende jongens en meisjes zagen
en luisterden naar het gesis van de voetzoekers en
het knallen van de zevenklappers, kwam er plotseling
een groote voetzoeker op d® kleeding van een dei-
dames terecht, waardoor haar toilet in brand geraakte.
Terwijl een paar omstanders toeschoten om de
vlam te dooven, begaf zich de andere dame naar
den Haarlemmerdijk, om een dokter te zoeken. Zg
schelde bg een geneesheer aan. De meid deed open
maar verstond de Engelsche dame niet die ongelukkig
op haar beurt geen woord Hóllandsch kan spreken.
Het dienstmeisje dacht dat de Engelsche dame haar
voor den mal hield en gaf haar een klap in 't ge
zicht. De Engelsche dame, niet onbedreven in de
bokskunst, sloeg flink terug en een oogenblik later,
rolden de twee vrouwen over den grond. Gelukkig
kwam er nu een man aan, die het dienstmeisje aan
't verstand bracht wat de wensch der dame was.
Het dienstmeisje, geheel verslagen, bood haar ver
ontschuldigingen aan. De Engelsche dame schikte
haar verfomfaaid costuum, bekeek met treurigen
blik haar bedorven hoed, en keerde met een dokter
teiug naar haar vriendin, die na voorloopige behan
deling liarer wonden naar het ziekenhuis werd ge
bracht.
Op de Lindengracht werd een man, die zijn met
pruimen en peren beladen kar fraai bad versierd,
door de nieuwsgierige menigte, die zich om zijn
wagen verdrong, bij de Zafcerdagsehe brug met kar
en al in het water gedrongen. De man werd gered
en naar zijn woning in de Palmstraat gebracht.
Intusschen sprongen een paar jongens te water en
vischten alle peren en pruimen op, zoodat, toen de
vrouw van den koopman kwam om te redden, wat
nog te redden was, alleen de leege kar nog over was.
In de Enschedesche Courant wordt het vol
gende medegedeeld
Dezer dagen stuitte een arbeider bij het graven
van klei in een weiland aau den Oldenzaalschen
straatweg, toebehoorende aan den heer E. Jannink Gz.,
op eene groote massa veldkeien. Toen de omringende
klei was weggegraven, bleek het geheel den vorm
te hebben van een grooten bijenkorf. De wanden
waren opgetrokken van platte keien, die blijkbaar,
tot het verkrijgen van een eenigszins sterken muur
waren bijeengezocht. De ronde muur was gedekt
met een zuiver rond gewelf, waartoe vele wigvor
mige keien waren gebruikt, onder welke zich enkele
bevonden, die met opzet schenen afgeslepen te zijn.
De muren rustten op een raam van ruwe eiken
houten balken en waren omgeven door vier dito
palen, die voor stevigheid schenen te dienen. Het
hout van het raam, dat zich circa 2 Meter diep
in den grond bevond, was grootendeels vergaan.
De binnenste ruimte van het geheel was opgevuld
met groote en kleine veldkeien. Toen men door
eene opening in een der zijwanden deze laatste had
verwijderd, bleven de muren met het bolvormige
dak in bun geheel staan.
Nadat een en ander was opgeruimd en ook het
houten raam gedeeltelijk was verwijderd, vond men
de overblijfselen van een aarden vat of pot, waar
van de rand grootendeels nog kon samengepast
worden, zoodat men tot de grootte kon besluiten.
De middellijn binnen den rand bedroeg 11/3 a 2 d.M.
De rand was heel gaaf en daar beneden zette het
vat zich sterk gebogen naar buiten uit.
Waarschijnlijk heeft men hier te doen met eene
urn en eene begraafplaats uit overoude tijden.
Te paard van Damaskus naar Kopenhagen.
De Deensche natuurkundige dr. Oestrup, een 25jarig
man, heeft deze reis bijna gelukkig volbracht. Zon
dag kwam hij in goede gezondheid met zjjn Ara
bisch paard te Berlijn aan, van waar hij gisteren
de reis, die hg einde April begon, zou voortzetten.
Een wonderlijke beslissing heeft het Zwitser-
sche volk voor eenige dagen door het referendum
genomen, 't Ging over de vraag, of het slachten
van vee, naar de joodsche manier, dat is te zeggen
zonder het eerst te hebben verdoofd, verboden moet
worden of toegelaten mag blijven. Deze quaestie
betreft de ritueele handelingen der Joden, die geen
vleesch mogen eten, dat bloed bevat. Nu is het een
feit, dat, wanneer men de beesten eerst docr een
slag op de hersens verdooft, de bloedvaten niet meer
zoo goed krimpen en dus bij het slachten zekere
hoeveelheid bloed behouden. De beweging tegen de
Joodsche manier van slachten is voornamelijk in
de Duitsche kantons ontstaan en berust op een
weekelijke gevoeligheid van overdreven dierenbe
scherming. Het voorwendsel, dat de dieren te veel
gekweld worden bij het slachten zonder verdooving,
is toch volgens deskundigen niet houdbaar. De we
tenschap heeft aangetoond, dat het doorsnijden dei-
aderen tusschen den romp en den kop, alle werking
der hersenen doet ophouden.
Toch heeft het volksreferendum beslist met een
meerderheid van 50.000 stemmen, dat er een nieuw
wetsartikel komen moet, waarbij het slachten van
vee volgens den Joodschen ritus verboden wordt.
Het artikel luidthet slachten van dieren zonder
dat ze vooraf in staat van verdooving zijn gebracht,
is bij elke wijze van slachten en bij welk vee ook
verboden". De aanneming van het voorstel moet
echter maar gedeeltelijk worden toegeschreven aan
de humaniteit" onzer dagen. Zeker telegram toch
meldt, dat men ook uit een anti-semietische zucht
aldus gehandeld heeft, om den Joden eens onaan
genaam te zijn.
De werkstaking in de omstreken van Cardiff
loopt ten einde, daar in verscheidene steenkolen
mijnen de arbeid is hervat. Ook in het Zuiden van
Wales vermindert bij voortduring het aantal strikers,
zoodat men gelooft, dat ook hier de normale toe
stand weldra zal zijn hersteld.