1893 N°. 83. Zaterdag 15 Juli. 80sle jaargang. J. J. RAMONDT, W. F. K. LENSHOEK, W, N, G. COENEN, Bij dil nonimep behoort een bijvoegsel. De Gemeenteraadsverkiezing J. J. RAMONDT, W. F. K. LENSHOEK, W. N. G. COENEN. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke noramers 5 centmet bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertontiën voor dit blad aangenomen bij de heeren Nïjgh Van Ditmar te Rotterdam en verder bp alle Boekverkoopers en Brievengaarders, De prjjs der gewone advertenliën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs s'echts tweemaal berekend. Geboorte-, huweljjks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 et. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. hizending van advertentiën voor 8 uren op den dag; der uitgave. op Dinsdag 18 Juli a. s., ter voorziening in de va catures, die ontstaan door de periodieke aftreding der heeren J. J. Ramondt, W. P. K. Lenshoek, W. N. G. Coenen en B. Quist, zal zeer waarschijnlijk een kalm verloop hebben, nu liberalen en anti-libe ralen voornemens zijn de wederzijdsche aftredende candidaten niet te bestrijden. Vóór twee jaren werd bij de periodieke verkiezing een dergelijk besluit genomenin de anti-revolu tionaire kiesvereeniging toen echter slechts met ééne stem meerderheid. Thans heeft zij andermaal be sloten slechts met één eandidaat in het strijdperk te treden, terwijl op de meeting van jl. Maandag de heeren RAMONDT, LENSHOEK en COENEN bij acclamatie eandidaat zijn gesteld en besloten werd tegenover den heer Quist geen eandidaat Jte proelameeren. Wij gelooven, dat door van beide zijden aldus te handelen, aan de gemeenteraadsverkiezingen hoe langer hoe meer het karakter zal gegeven worden, dat ze moeten dragen, nl. dat van de keuze van degelijke, eerlijke, onafhankelijke mannen, die toonen of getoond hebben de belangen der gemeente naar hun beste weten te willen behartigen. Hieruit volgt al dadelijk, dat het niet de bedoe ling kan zijn elk aftredend lid der tegenpartij voort aan altijd onbestreden te latenmaar wel aan de gemeenteraadsverkiezingen de scherpte van den partij strijd te ontnemen, door, met waardeering van an- derer beginselen, alleen te vragen naar wat de af tredenden in het belang der gemeente hebben ver richt. Niet alleen kan op die wijze het verstand de leidsman zijn bij het doen eener keuze, maar ook zal eene dergelijke handelwijze bevorderlijk er aan kunnen zijn, dat de raad zelf niet langer het beeld levert van eene vergadering in twee partijen gedeeld, maar van een college van zelfstandige personen, die niet kleingeestig vasthouden aan een eenmaal aan genomen beginsel van eene bepaalde partij, waarvan zij niet durven afwijken uit vrees van daardoor be ginselloos te schijnen of ongehoorzaam te worden aan een bepaald wachtwoord. Voor ons wordt de taak door de wederzijdsche beslissing al zeer licht, want we kunnen ons nu uitsluitend bepalen tot eene korte aanbeveling van onze drie candidaten de heeren Het mag schier overbodig heeten de candida- tuur van den heer RAMONDT nader te bespreken. Zijne kennis van de gemeente-administratie, zijn heldere blik op de aangelegenheden onzer woon plaats, zijne bekendheid met de belangen en de behoeften van alle kringen onzer stedelijke samen leving, stempelen hem tot een der degelijkste raads leden, waarom dan ook zijne medeleden niet aarzelden hem bij herhaling tot wethouder te benoemen. Als zoodanig een sieraad van dat college, heeft hij ruim schoots zijn deel aan de voorbereiding van de ver schillende quaestiën, die den Raad bereiken, en dat die voorbereiding steeds volledig en wel doordacht is, blijkt uit de instemming, die daaraan gewoonlijk door den Raad wordt verleend. Ook als waarnemend burgemeester heeft hij her haaldelijk en zeker niet het minst het vorig jaar bij het dreigen der cholera tijdens de kermis getoond voor de belangen der ingezetenen zoowel op algemeen als particulier gebied op doeltreffende wijze te waken. Wij vertrouwen dan ook, dat de heer RAMONDT a. s. Dinsdag met eene schitterende meerderheid zal worden herkozen. Den heer LENSHOEK mochten we ten vorigen jare aanbevelen als een man, die door zijne vroegere opleiding tot gemeente-ambtenaar en later als secre taris van Wolfertsdijk zich ruimschoots op de hoogte heeft kunnen stellen van den gang der gemeente administratie, terwijl hij door zijne relatiën en zijn veeljarig verblijf alhier vertrouwd mag heeten met de belangen onzer stad. De heer COENEN eindelijk mag zeker als des kundige op medisch gebied niet in onze stedelijke vertegenwoordiging gemist worden. Brengt voorts zijne betrekking mede, dat hij in alle kringen onzer stad verkeert en hij daarvan de behoeften kent, ook in den korten tijd, dat hij in onzen Raad zitting heeft, had hij reeds gelegenheid te toonen, dat hij zijne taak als raadslid ernstigvopvat. Ook deze beide candidaten verdienen met eene flinke meerderheid herkozen te worden. Dit zal dan ook ongetwijfeld wel geschieden, mits de liberale kiezers maar trouw op bun post zijn en maar niet meenen, dat, nu er geene tegen-candidnten zijn, er ook geen strijd zal bestaan. Men vergete niet, dat elke eandidaat de volstrekte meerderheid moet hebben om gekozen te zijn en dat bij eene talrijke opkomst der antirevolutionairen en eene zwakke onzerzijds, nog licht eene herstemming zou kunnen volgen. Boven dien onze aftredende liberale candidaten RAMONDT, LENSHOEK en COENEN verdienen, dat de kiezers zich een gang naar de stembus getroosten en ons dunkt niet slechts de liberalen, maar ook anti-libe ralen zullen tot hunne verkiezing willen medewerken. Moge a. s. Dinsdag het bewijs geleverd worden, dat onze kiezers wat de aftredende liberalen in het belang der gemeente verricht hebben op prijs stellen. Dit kunnen ze niet beter toonen dan door hun biljet te komen inleveren, voorzien van de namen der heeren Men lette vooral op de voornamen. De stembus is geopend van 9 tot 5 uren. Een reeds geschreven naam mag worden doorge haald en een andere daarvoor in de plaats gezet. De kiezer, die geen stembriefje heeft ontvangen of het zijne verloren heeft, kan ter gemeente-secre tarie een ander bekomen. GOES, 14 Jnli 1893. Woensdagavond vergaderde de anti-revolutio naire kiesvereeniging alhier en besloot met alge- meene stemmen, op voorstel van het bestuur, voor de gemeenteraadsverkiezing op 18 Juli a. s. slechts éen eandidaat te stellen nl. den heer B. Quist, aftredend lid. Gisteravond kwamen een twintigtal leden der R. K. kiesvereeniging alhier bijeen ter bespreking van de gemeenteraadsverkiezing op Dinsdag a. s. Allereerst werd besloten een eigen eandidaat te stel len, waartoe, nadat de heeren M. A. Stieger en E. F. Yan Kalmthout hadden bedankt, verkozen werd de heer J. F. Van der Leeuw. Nadat een der aanwezigen zijn spijt had betuigd, dat op de meeting van jl. Maandag geen katholiek was eandidaat gesteld, maar men hem overtuigde, dat de katholieken volkomen gerechtigd zijn op die meeting te verschijnen en er hunne wenschen ken baar te maken, zoodat het niet-candidaatstellen van een katholiek aldaar meer de schuld der afwezigen, dan der tegenwoordig zijnde personen mag geacht worden, werd besloten naast den heer J. F. V a n der Leeuw de heeren J. J. Ramondt, W. F. K. Lenshoek enW. N. G. Coenen eandidaat te stellen. De werklieden vereeniging »Eigen Hulp" alhier hield gisteravond hare gewone drie maandelij ksche vergadering. Uit het verslag, op die vergadering uitgebracht, bleek o. a. dat gedurende het tweede kwartaal van dit jaar was ontvangen f 152,76 en uitgegeven f 117,771/2, waaronder aan uitkeering wegens ziekte aan negen personen f 110, zoodat het kas-saldo op 30 Juni bedroeg f 896,281/2. Voor de reservekas was gedurende datzelfde tijds verloop ontvangen f 26,69, makende met het in kas zijnde een totaal van f 175,771/2. Het ledental was weder met vier personen ver meerderd, zoodat dit was gestegen tot 115. Na mededeeling en behandeling van enkele inge komen stukken en het afdoen van eenige huishoude lijke zaken werd de vergadering gesloten. Door het bestuur der Vereeniging »de Am bachtsschool" te Goes is tot leeraar in het teekenen aan die school benoemd de heer A. D. F. Van der Wart, leeraar aan de H. B. S. alhier. In eene de volgende week te houden algemeene vergadering zal een Directeur voor de school wor den benoemd. De harmonie Euphonia" geeft heden (Vrijdag) avond te half negen een volksconcert in de tent op de Groofce markt. Kapelle. Dit jaar moeten alhier als leden van den gemeenteraad aftreden de heeren P. J. Van der Mandere, M. Nieuwenhuize en Jb. Zeger. Door de anti-revolutionaire kiesvereeniging zijn tot candidaten gekozen J. De Jong Jz., Jan Rottier en Jacob Zeger. De liberale kiesvereeniging stelde daarop tot can didaten de heeren P. J. V a n d e r M.a n d e r e AI. Nieuwenhuize en J. De Jager Jz. Kolijasplaat. Een geval van vlekziekte kwam deze week hier voor. Het varken is geslacht en, na door den plaatsvervangenden districts-veearts, den heer E. L. Van Mervennée te Goes, voor de consumptie te zijn goedgekeurd, voor lagen prijs uitverkocht. Ierseke. Voor enkele dagen is hier eene ver eeniging van pachters en gebruikers der Ierseksche Oester bank gevestigd, welke ten doel heeft de perceelen der leden op eigen kosten te doen bewaken. De kosten worden jaarlijks naar het bedrag der pachtsommen omgeslagen, doch de bijdrage bedraagt niet minder dan f 2 per week. Voorloopig zullen 3 vaartuigen, ieder met 3 koppen bemand, in dienst gesteld worden. De deelneming loopt over een pachtsom van ruim f 200.000. Het bestuur bestaat uit de heeren J. J. Oehtman te Goes, voorz., G. Schipper te Ierseke, secr.-pen- ningm., en B. A. Overman te Tolen. De vereeniging heeft rechtspersoonlijkheid aangevraagd. Er bestaat reeds eene dergelijke vereeniging voor de Bergscke Bank. Wolfertsdijk. Gisteravond werd in de her berg bij P. Jonker alhier onder voorzitterschap van dhr. A. V. d. Linde eene bijeenkomst gehouden, welke door 20 personen werd bijgewoond, tot het stellen van candidaten voor lid van den gemeenteraad. Bij acclamatie werden de aftr. leden M. De Kater en J. Kallemein als zoo danig geproclameerd. In de plaats van den heer C. Koert, welke benoemd is tot secretaris-ontvanger dezer gemeente, werd tot eandidaat gesteld dhr. Jan Koert, die de candidatuur heeft aangenomen. Ged. Staten van Zeeland hebben de opening der jacht op waterwild in deze provincie bepaald op Maandag 24 Juli a. s. De prov. veeartl J. Koopman wordt met ingang van 15 Juli a. s. verplaatst van Kortgene naar Hontenisse, terwijl de dienst op Noord-Beve land tijdelijk is opgedragen aan den prov. veearts E. L. Van Mervennée te Goes. Bij het overgangs-examen aan de rijks-land bouwschool te Wageningen is o. a. bevorderd van Ai tot AuC. Harison, te Rilland. Geslaagd voor het 2de gedeelte notarisexamen de heer B. O. E. Van Steenbergen, volontair op het registratiekantoor te Tolen. De opbrengst der rijksmiddelen over de maand Juni 1893 bedroeg 8.377.047.6272 tegen ƒ10.541.706.2572 over dezelfde maand in 1892. De opbrengst over de eerste zes maanden van 1893 bedroeg 52.590.711.85 tegen 55.090.239.55 72 over de eerste zes maanden van i892. De door den heer Van 't Lindenhout gevormde commissie hield hare eerste vergadering in het Gebouw van kunsten en wetenschappen te Utrecht. D,e heer Van 't Lindenhout deelde aan de commissie mede, dat hij den omvang van haar man daat geheel aan hare eigen beoordeeling overliet en haar tevens alle vrijheid toekende om zich zoovele nieuwe leden te assumeeren, als zij dat wenschte. De commissie hield daarop buiten tegenwoordigheid van den heer Van 't Lindenhout hare eerste ver gadering, die op verzoek der aanwezigen werd geleid door mr. W. H. De Beaufort te Leusden, terwijl het secretariaat werd waargenomen door den heer Den Boer te Almkerk. Daar enkelen van de door den heer Van 't Lindenhout uitgenoodigde leden voor de benoeming hadden bedankt, bijna uitsluitend wegens gebrek aan den noodigen tijd, besloot de commissie nog een aantal nieuwe leden uit te noodigen, door welke uitnoodiging de verschillende kerkelijke en staatkundige gevoelens ook meer gelijkelijk in de commissie zullen vertegenwoordigd zijn. En wanneer de commissie zich door opneming dezer nieuwe leden definitief zal geconstitueerd hebben, zal zij hare werkzaamheden kunnen aanvangen. Daar het haar voornemen is, een veelzijdig en ernstig onder- zoek in te stellen naar de geheele inrichting van de j stichting van den heer v. 't Lindenhout, in verband 1 met de klachten, die tegenwoordig worden uitge sproken, is het niet te verwachten, dat zij zeer spoedig met haren arbeid gereed zal zijn, te minder daar de commissie bijna uitsluitend bestaat uit man nen, die in verschillende betrekkingen zijn geplaatst en die derhalve niet over ruimte van ledigen tijd kunnen beschikken. Het publiek zal dus eenig geduld moeten oefenen, maar het kan er zich van overtuigd houden, dat alle waarborgen bestaan voor een onpar tijdig en nauwkeurig onderzoek. (U. DJ Voor eenige weken bevatte de Indische Tolk een artikel, waarin de luitenant G. Nijpels te Breda aantoonde, dat slechts ééne oplossing van het Atjeh- vraagstuk mogelijk is, nl. een nieuwe, krachtige, goed voorbereide expeditie, die de oorlogspartij overal fnuikt, waar zij het hoofd opsteekt. De loop der gebeurtenissen heeft in den laatsten tijd nieuwe argumenten voor die bewering bijge bracht, zooals de interpellatie van den heer Bowles in het Engelsche Lagerhuis en het voorgevallene te Langkat. Begrijpelijkerwijze laat de schrijver dezen gang van zaken niet ongebruikt om op zijn eerste pleidooi terug te komen in een tweede artikel van zijne hand, dat in het jongste nommer van de Indische Tolk voorkomt. Daarin zegt de heer Nijpels o. a. het volgende »Het is bekend, dat de Atjeh-oorlog in 1873 zon der lange voorbereiding verklaard is, in hoofdzaak, omdat onze regeering inmenging van vreemde mo gendheden in de Sumatra-zaken vreesde. Zou nu, na twintig jaar strijdens, in die vreemde inmenging toch bewilligd moeten worden Een tractaat van 1871 beschermt ons tegen Engelschen invloed, maar de geschiedenis en de jongste interpellatie in het Parlement leeren, dat op tractaten niet te veel ver trouwd mag worden. Ook uit een staatkundig oogpunt is het te be grepen, dat andere mogendheden zich ergeren aan ons machteloos geharrewar, aan ons stelselloos treiteren van een volk, dat, flink onderworpen, onder Europeesche leiding, een gelukkig volk kan worden, ja reeds zou kunnen zijn. Humaniteit en moraliteit vergen terecht, dat er een einde kome aan den toestand, die twee volken tot elkanders verderf nu reeds twintig jaren in het harnas houdt. De oplossing, de eenige is een nieuwe expeditie Uit de vele beschouwingen, mij tengevolge van mijn artikel geworden, is mij gebleken, dat men mij in twee opzichten niet volkomen begrepen heeft; ik zal deze daarom met een enkel woord toelichten. Men meent, dat ik beweer, dat, wanneer Kemala gevallen is, de oorlog uit is. Dit is verre van mij, het zou zelfs herhaling van een meermalen in Atjeh gemaakte fout zijn, wanneer men een bepaalde plaats als einddoel aangaf. Kemala is het eerste doel, niets meer. Is dit gevallen, dan worde daarheen een weg gebaand (zes uren gaans) en er een sterkte aange legd. Ondertusschen heeft zich de oorlogstoestand ge- teekend, het hoofd, dat de meeste macht getoond heeft, onderga nu hetzelfde lot, zijn hoofdplaats valle en worde door ons bezet. Dan zal de oorlog zoo goed als geëindigd zijn, omdat de vrees er weer in ismaar wij mogen ook dan niet rusten. Waar nog verzet is, worde een benting bezet. Van die bentings uit begint ons bestuur over het land, en, evenals thans nog bentings over geheel Sumatra's Westkust verspreid zijn, zal te Atjeh het aantal bentings wel geleidelijk ingekrompen, maar vooreerst niet tot nul gebracht mogen worden. Zoo ging het overal op Sumatra. Van 'Atjeh uit moeten wij ons uitbreiden tot LangkatSumatra's Oostkust zal dan eens door Atjeh zijn schatten naar ons Poeloe Wai brengen, instede van naar 't Engelsche Penang en Singapore. Atjeh zal een rijk land worden, de Atjehers een gelukkig volk. Anderen meenden, dat ik terstond een expeditie naar Atjeh wenschte te zien vertrekken. Ook dat zou ik zelf afkeuren. M. i. moet aan den generalen staf opgedragen worden de noodige gegevens voor die expeditie te verzamelen, haar sterkte vast te stellen enz. Dan moet geleidelijk, maar in een be paalden tijd toch, de sterkte van het leger zoo op gevoerd worden, dat die expeditie, zonder de andere koloniën te ontblooten, tot vertrek geheel gereed is. Niets mag ontzien, niets gespaard worden om het goede resultaat te verzekeren. De commandant werke, gesteund door generalen staf en intendance, onver poosd voor dit ééne doel. Zóó voorbereid, zóo uit gerust is niet één Indisch volk tegen een Europeesche legermacht bestand, mits de commandant bovendien een practisch bevelhebber zij De Nederlandsche gezant te Berlijn, dejheer Van der Hoeven, is dezer dagen met zijne gemalin uitgenoodigd tot een intiem dejeuner bij den Keizer en de Keizerin te Potsdam. Het keizer lijk paar gaf dit dejeuner tot eere van zijne Neder landsche gasten buiten hen was niemand uitgenoo digd dan generaal von Albedyll, die tot de intiemste gunstelingen des Keizers behoort. Naar men weet, had de Keizer vóór eenigen tijd vernomen, dat me vrouw Van der Hoeven als leerlinge van den Ru&-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1893 | | pagina 1