1893 N°. 74.
Zaterdag 24 Juni.
80s,e jaargang.
BIJVOEGSEL.
GOESC
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmab te Rotterdam en verder
bjj alle Boekverkoopers en Brie vengaai. ders.
Inzending van advertentiën voor 9 uren op den dag der uitgave.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelgks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
OPENBARE VERGADERING
van den
RAAD der gemeente GOES,
op VRIJDAG den 23 JUNI 1893,
des avonds te 8 uren.
Voorzitter de heer mr. J. G. de Witt Hamer,
burgemeester.
Tegenwoordig 12 leden en de secretaris.
Afwezig met kennisgeving de heer Van Asperen
Vervenne.
De notulen der vergadering van den 8 Juni jl.
worden gelezen en goedgekeurd.
De heer Ochtman vraagt het woord, om naar aan
leiding van die notulen den heer Lambrechtsen mede
te deelen, dat zijn denkbeeld, om een pad van 1 a
1.50 M. van pavés retaillés langs de Groote Kade te
leggenbij het dagelijksch bestuur een punt van
overweging heeft uitgemaakt, doch dat Burg. en
Weth. zijn denkbeeld niet geheel deelen. Spreker
acht bet verschil tusschen retaillés en grèskeien niet
zoo groot als de heer Lambrechtsen doet uitkomen.
Wanneer men de straten ziet, die reeds lang met
grèskeien zijn belegd, dan ziet men dat dit plaveisel
zich goed houdt. Spr. noemt alleen de Markt, de
St. Adriaan-, de Wijngaardstraat enz. en vraagt
of men over de retaillés zooveel gemakkelijker zou
loopen Maar hoe gaarne B. en W. het begonnen
werk der verbetering van het straatplaveisel zouden
willen voortzetten, hebben zij zich, met het oog op
de lasten, die der burgerij uit anderen hoofde wor
den opgelegd, gematigd in hunne aanvragen om
geldenen zoo is er op de begrooting voor 1893
slechts f 1000 uitgetrokken voor aankoop van keien.
Dat daarvoor niet veel kan worden aangeschaft, zal
ieder toestemmen. De bedoeling van B. en W. is
dan ook, om slechts het noodige te verbeteren. Zoo
ligt bet in het plan van het dagelijksch bestuur de
keien in de Jacob Valckestraat te verleggen en het
plaveisel te versmallen, teneinde de keien, die stuk
zijn, te verwijderen. Voorts leggen aan de beurt het
achterste gedeelte van de Nieuwstraat, de Opril bij
de beestenmarkt (die zelfs gevaarlijk wordt), de Opril
bij de wed. Ossewaarde, de Klokstraat, de Kreukel-
markt. Het komt spreker rafcioneeler voor (hij geeft
toe, dat de Kerkstraat niet gemakkelijk loopt) om als
de gemeente wat meer geld heeft, de geheele Kerk
straat in eens te vernieuwen en het plaveisel te ver
anderen in grèskeien, dan nu eene proef te nemen,
van welker slagen men onzeker is.
De heer Lambrechtsen is dankbaar voor de ont
vangen inlichtingen, doch zij hebben hem niet vol
komen bevredigd. Met het oog dat er dit jaar zoo
weinig voor aankoop van keien op de begrooting
is uitgetrokken, zal hij thans niet verder op de
verwezenlijking van zijn denkbeeld aandringen, maar
toch wil hij B. en W. in ernstige overweging geven,
om als er weder keien worden aangeschaft, dan
geen grèskeien te nemen. Dit soort is geen voldoende
harde-kei. Spr. verzoekt om eens een kijkje te nemen
op de Vlasmarkt. Van de 20 keien zijn er 8 ge
spleten. Aan de Groote Kade liggen Quenast-keien
en deze is een goed-hard soort keien. Met deze
keien, aan de zijden vervangen door retaillés, er
langt men eene goede bestrating met een goed wan
delpad. Spr. behoudt zich voor bij de begrooting
een nader voorstel te doen.
De heer Ochtman zal de discussie, die thans geen
nut heeft, niet rekken, maar wil toch doen uitkomen,
dat de heer Lambrechtsen hem voor alsnog niet
heeft doen veranderen van denkbeeld.
De Voorzitter doet de volgende mededeelingen,
die, zooveel noodig met goedkeuring, voor notificatie
worden aangenomen
a. dat de geneesheer der gemeente, in kennis ge
steld met het bericht der besturen van de verschil
lende instellingen van weldadigheid, verzocht heeft,
voorloopig zijn verzoek om verhooging van zijne
jaarwedde niet in behandeling te brengen
b. dat op 11. Woensdag de eerste of voorloopige
oplevering der werken aan den mond der haven heeft
plaats gehad, en, daar bij de opneming bleek zoo
als ook door den ingenieur bevestigd werd, dat het
werk in den besten staat verkeert, dit door B. en
W. voor de gemeente van den aannemer is over
genomen, behoudens diens verplichtingen gedurende
den vijfmaandschen onderhoudstermijn.
De Voorzitter heeft bij die gelegenheid een woord
van lof en waardeering gericht tot den aannemer,
voor de groote nauwkeurigheid en goede trouw,
waarmede door hem de bepalingen van het bestek
zgn nagekomen, en het werk trots de vele voor-
gpkomen bezwaren is opgeleverdook maakte
hij van die gelegenheid gebruik, om den heer Lam
brechtsen met het gereedkomen van het werk geluk
te wenschen en hem, ook namens den Raad, dank
te zeggen voor alles, wat hij in deze voor de ge
meente verricht heeft, met de verzekering, dat zijne
groote verdiensten in dezen nimmer zullen worden
vergeten. (Applaus).
De Voorzitter deelt verder mede, dat, zoodra de
opgaven voor den laatsten termijn der aannemings
som zullen zgn ingekomen, B. en W. aan den Raad
de noodige voorstellen zullen doen voor de finan-
ciëele regularisatie der werken.
c. dat de trouwzaal is verrijkt met het portret van
H. M. de geëerbiedigde Koningin, in hetzelfde genre
als de portretten van wijlen Z. M. Koning Willem III
en van de Koningin-regentes, welk portret een ge
schenk is van den secretaris der gemeente, wien hg
namens den raad daarvoor dank betuigt, terwijl hij
de leden uitnoodigfc straks een kijkje in de trouwzaal
te nemen. (Applaus.)
Als ingekomen stukken worden ter tafel gebracht
a. Missives van Ged. Staten houdende bericht van
goedkeuring van de raadsbesluiten tot af- en over
schrijving op de begrooting voor 1892, tot verkoop
van grond aan Elisabeth Krijger, wed. J. Den Hol
lander, te Wilhelminadorp en tot afstand van grond
voor opstal aan het bestuur der Ambachtsschool
b. Reclame van P. Thewes tegen zijnen aanslag
in den Hoofdelijken Omslag, die tegelijk met de
eventueel nog inkomende bezwaarschriften zal be
handeld worden.
c. Verzoek van F. H. Knebel, majoor bij het
3e reg. infanterie te Bergen-op-Zoom, om toelating
van zijne dochter Catharina Barbara tot de lessen
in de 4e kl. der H. B. S. alhier;
d. Verzoek van F. Allan, leeraar aan de H. B. S.
te Goes, om bij eene eventueele benoeming aan de
Rijks H. B. S. te Bergen-op-Zoom, een gedeelte van
de lessen aan de H. B. S. te Goes te mogen be
houden en daarbij vergunning om zich metterwoon
te Bergen-op-Zoom te vestigen.
Deze stukken worden gesteld in handen van Burg.
en Weth. om praeadvies.
Aan de orde is de benoeming van eene onder
wijzeres aan school E, waartoe benoemd wordt
mej. P. O. G. Koeh te Kampen, met algemeene
stemmen.
Daarna volgt de benoeming van een leeraar in de
geschiedenis aan de inrichtingen voor Middelbaar
onderwijs.
Bij de opening blijkt, dat alle stemmen zijn uit
gebracht op den heer J. E. A. Schmidt, zoodat deze is
benoemd.
Aan het bestuur van het Gasthuis wordt mach
tiging verleend tot af- en overschrijving op de be
grooting zijner inrichting over 1892.
Nog moeten worden aangewezen twee leden van
het stembureau voor de aanstaande verkiezing van
vier leden voor den raad.
Achtereenvolgens worden aangewezen de heeren
M. De Jonge Jz. en C. L. M. Lambrechtsen, terwijl
de andere leden, des noodig, als plaatsvervangers
zullen fungeeren.
De heer Den Boer vraagt het woord en wijst op
den toestand van den Biestermansput. Herinnert hij
zich goed, dan is die put nu ongeveer 4 jaren ge
leden, schoongemaakt. Thans ligt er grui en een
hakblok in, en heeft het water een vies en vuil
aanzien, zoo dat niemand het gebruiken wil. En
toch, moge het water minder of niet geschikt zijn
voor drinkwater, voor de wasch is het zeer goed.
Hij vestigt op dit pnnt de aandacht van B. en W.
De Voorzitter zegt de zaak bij het college aan-
hangig te zullen maken.
De vergadering is daarna op de gewone wijze
gesloten.
GOES, 24 Juni 1893.
lüiddellmrg. Bij den gemeenteraad is ingeko
men het verzoek van mej. S. H. W. Klaar, hoofd
der meisjesschool D alhier, om eervol ontslag als
zoodanig tegen 1 September.
Vlissingen. In de hedenmiddag gehouden zit
ting van den gemeenteraad werd de heer mr. J. H.
O. Busing als gemeente-secretaris plechtig geïn
stalleerd.
Bij Kon. besl. van 22 dezer is benoemd tot
dir. der rijkskweekschool voor onderwijzers te Mid
delburg, Joh. A. Leopold, leeraar aan de ge-
meent. kweekschool voor onder w. en onderwijzeressen
te Amsterdam.
Tegen het indienen van suppletoire begroo-
tingen zonder volstrekte noodzaak werden bij het
sectie -onderzoek in de Tweede Kamer van het wets
ontwerp tot verhooging van hoofdstuk V der Staats-
begrooting voor 1893 door velen bezwaren inge
bracht. De verhooging, gevraagd voor de gewijzigde
inrichting der uitkomsten van de volkstelling, vomi
instemming. De uitbreiding van subsidieëering van j
ambachtsscholen werd door sommigen met
sympathie begroet, door anderen niet zonder zorg 1
opgemerkt. Het bleek niet dat ten deze met de
noodige omzichtigheid was te werk gegaan. Waarom
niet ten aanzien van de scholen te Goes en te
Dordrecht afgewacht wat de provincie zal doen.
Ook wenschte men te weten naar welken maat
staf het rijkssubsidie zal worden toegekend. Eene
kleine gemeente als Goes krijgt naar verhouding
meer dan Amsterdam. Voor Goes en Dordrecht wordt
meer geld uit 's rijks schatkist aangevraagd, dan de
bijdragen van provincie, gemeente en particulieren
bedragen, voor Amsterdam minder. Volgt, de regee
ring hierbij een bepaald stelsel
Ten slotte wenschte men te vernemen, of ook
andere ambachtsscholen dan de drie hier genoemde
zich om geldelijke hulp tot de regeering hebben
gewend.
Tegen de verplaatsing van het rijksland-
b o u w - p r o e f s t a t i o n van Breda naar
Goes rezen bezwaren, zoowel wat betreft de aan
leiding tot de verhuizing als vooral omdat daarvan
de oprichting van een proefstation te Maastricht nu
het gevolg zal zijn. Was een vijfde rijksstation
noodig, dan wenschte men daarvoor de gronden te
vernemen. In elk geval achtte men Breda beter ge
legen voor het doel dan Goes en Maastricht.
Reeds de aanleiding tot deze verplaatsing, gele
gen in de omstandigheid dat de eigenaren het huis,
waarin het station is gevestigd, slechts voor den tijd
van zes jaren willen verhuren, wekte eenige be
vreemding.
Voorts trok het de aandacht, dat de huur van
het huis te Goes hooger is, dan het tegenwoordig
gebruikte te Breda.
Aan deze beschouwingen voegden enkele leden
toe, dat Breda, een kruispunt van sporen, veel ge
schikter is voor plaats van vestiging van een proef
station dan Goes en Maastricht. Zoowel westelijk
als oostelijk Brabant zouden er bij verliezen, indien
in plaats van het óene station te Breda er twee
werden opgericht, en wel te Goes en te Maastricht.
Men schrijft ons uit Zuidwestelijk Zuid-Beve
land
Toen ik vóór weken over de langdurige droogte
klaagde en een verslag gaf van den stand der veld
vruchten, kon ik niet vermoeden, dat mijn volgend
verslag weer zou moeten aanvangen met de treur
mare »het blijft nog steeds droog." Wel hebben
enkele buien eenige malen eenige verandering ge
bracht, maar toch blijft de toestand hachelijk, 't Is
waar, de streek gronds langs de Schelde behoort niet
tot de minst begunstigde. De grond bestaat daar
voor een groot gedeelte uit zware klei, ook veel
zoogenaamde loopende gronden, die het, wanneer de
plant eenmaal maar tot krachtigen groei gekomen
is, best geruimen tijd zonder regen kunnen stellen.
Waar menige plant nog genoeg vocht kan optrek
ken met hare meer diepgaande, fijnere wortel vezels,
is eene verfrissching aan de oppervlakte toch hoogst
gewenscht, terwijl bevochtiging der gewassen boven
den grond ook nuttig is, zoo bijv. voor uitzetting
van den graankorrel.
Meer landwaarts in zijn de gronden zandachtig;
daar is uit den aard der zaak de toestand veel on
gunstiger. Maar waarin alle streken overeenkomen,
dat is in den slechten toestand der hooiweiden.
Hooiweide, het woord is eigenlijk eene bespotting
van den toestand, waarin het voorwerp in quaestie
zich bevindt. Hooiweiden bestaan dit jaar niet
Hier en daar een enkel lang grashalmpje, op zeer
laag geleden weilanden wat kort gras, maar van
eigenlijk hooien kan bij het inzamelen nauwelijks
sprake zgn. Vele dier hooiweiden zijn bovendien
reeds ingenomen door het vee bij gebrek aan ge
noegzaam voedsel in de afgegraasde weiden. Over
klavers zal ik maar niet schrijven, want ze zgn
bijna nergens te vinden.
Geen wonder voorwaar, dat menige landbouwer
den winter met betrekking tot zijn veestapel met
I bezorgdheid te gemoet gaat, waar hij zich in de
noodzakelijkheid ziet zgn graan te vervoeren, welker
opbrengst hij zoo hoog noodig heeft tot betaling
van landpacht en tot dekking van de onvermijdelijke
uitgaven gedurende den afgeloopen zomer. Een
enkele landbouwer heeft van het vorige jaar nog
wat hooi over. Zalig zgn zulke bezitters, 't Is waar,
oud hooi heeft niet meer de kracht en den geur
van het nieuwe gewas, maar bij gebrek aan brood
eet men korstjes van pasteienbovendien heeft het
nieuwe gewas ook al weinig geur, want het sterft
op den stengel.
In deze streken groeien granen van uitstekende
qualiteit en quantiteit, maar ook schrale oogsten
zullen in de schuren gezameld worden. Menig graan
veld ziet men reeds een verdacht geelachtige kleur
aannemen en doet ons denken aan versmachten van
dorst. De paardeboonen beloven tot heden zeer veel,
de bloempjes dier plant varen wel bij droog weer;
wat de toekomst in dezen brengen zal is verborgen,
want het is een teer gewas, dat zelden eene gulle
opbrengst geeft, ook al Iaat het zich in den beginne
nog zoo mooi aanzienhet heeft dit gemeen met de
erwtenbeide kunnen geducht geteisterd worden
door de bladluizen.
De erwten staan uitstekend en zgn reeds flink aan
geslagen. Voor eenigen tijd werd er verteld, dat deze
plant waarschijnlijk zou geteisterd worden door de
zoogenaamde manen in de koppen, dit is blijkbaar
loos alarm geweest, of invloeden van buiten hebben
het gevaar afgeweerd. Wat met betrekking der erw
ten St. Jan brengt, moet afgewacht worden. Het
vlas heeft veel gewerkt, dit blijkt trouwens wel uit
de hooge prijzen, die voor dit gewas besteed worden,
al zgn deze voor een deel ook toe te schrijven aan
de hooge marktwaarde. Er is echter niet alleen vlas
van verschillende qualiteit, maar ook van verschil
lende lengte en wel van zoo uiteenloopende afmeting
als zelden gezien wordt. Hier ziet men een stuk
liggen van gewone, ginds van buitengewone en elders
van zeer geringe afmeting, wat de laatste afmeting
betreft van bijv. een d.M. Dit stuk is verkocht voor
omstreeks f 200 per 39 A. 24 c A., maar dat is voor
't oogenblik nog niets waard en zal mogelijk ook
nooit iets waard zijn. Hier en daar namelijk is het
vlas zeer ongelijk opgekomen en tevens zeer dun.
Met enkele regenbuien echter is ook het overige
zaad ontkiemd. Nu heeft men de lange stengels
verwijderd om zoodoende meer ruimte te geven aan
de kortere stengels, die in grootere hoeveelheid aan
wezig waren. Aanhoudende droogte geeft echter wei
nig hoop op goeden uitslag, daar bovendien de grond
door het verwijderen der oude stengels zeer is om
gewoeld en dus aau de zon vrijen toegang verleend
om ook de laatste vocbtdeeltjes tot zich op te nemen.
Koolzaad is er weinig en van geringe qualiteit.
Op sommige akkers sterven vele zaadpeulen af. De
vele suikerpeen hebben het kwaad te verantwoor
den. De vroeg uitgezaaide zullen het wel stellen,
deze plant toch kan nog al goed tegen droogte,
wanneer ze maar eenmaal den grond goed vast heeft
maar zoolang de plant nog vastheid moet krijgen
is eene flinke bevochtiging hoogst gewenscht. Met
het kleine gewas gaat het dan ook treurig. Voor
deze kleine planten wordt het ook al wat laat om
nog een ruim beschot te geven, al treedt de regen
tijd van stonden aan in. Natuurlijk valt dezelfde
klacht te uiten met betrekking tot mangels en
paardepeen, hetgeen weer dubbel jammer is, daar
het vee, zooals uit het bovenstaande is op te maken,
groote behoefte zal hebben aan dit voeder.
De kunstmest, die meer en meer in deze streken
in gebruik komt, kan ook niet datgene uitwerken,
waarop men bad mogen rekenen bij een matigen
regen van tijd tot tijd en nog minder werkt het
zoogenaaamde zout.
Wat de aardappelen aangaat, de vroege soorten
worden reeds hier en daar gegeten. De knol is klein,
hetgeen te verwachten was. Bovendien ziet men reeds
vele planten sterven; of dit het gewone ziektever
schijnsel is valt te betwijfelen, het is waarschijnlijk
ook al een gevolg van de droogte. Hoe dit ook zij,
het verschijnsel is ongunstig en wordt zoowel in de
latere als in de vroege soorten waargenomen.
En de tuinen Voor den plattelandbewoner is de
salade de hoofdgroente. Zij maakt de oude aardappe
len bruikbaar, waar deze door ouderdom veel van haar
aanlokkelijkheid verloren hebben. Maar hoe weinigen
mogen zich erop beroemen kropsla te bezitten, zelfs
op dit oogenblik 1 Velen zijn al blijde, indien zij nog wat
sngsla of dunsel hebben. Wie zijne snijboonen boven
den grond heeft kunnen krijgen, ziet deze goed
groeien, maar waar de uitzaaiing later heeft plaats
gehad, is de ontkieming uiterst traag. Zomerrapen,
koolrapen, radijs en rammenassen worden deerlijk
geteisterd door de aardvloo, die dezen zomer in het
land van belofte leeft. De kool groeit goed, eene
plant, die anders nog al van regen houdt.
Met de aal- en kruisbessen ziet het er ongunstig