ag 80sle jaargang. XjZy* V VA De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en AdvertectiÖn voor dit blad aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders. ®eï5«3Iiag' van advertentiën vooff S uren og» den «lag der uitgave» De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende] dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. In bewaring is g'iiomeu een opgevangen HOND zijnde een Iiier onbelveude trek- of karnhond, komende uit de richting van 's-Graven polder, middelmatig groot, bruinachtig haar, met witten tip aan den staart Ue rechthebbende kan dezen ten bureele van politie terug bekomen tegen betaling ti r kosten van voeding Indien dit niet voor Zaterdagavond a. s i* geschied, zal de hond, ing vol ge art 7 der betrokken verordening, worden afgemaakt. Goes, den 10 Mei 1S93. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. d W HAMER. De Secretaris, HARTMAN. GOES, 10 Mei 1893. De séance van S e q u a,1' van Maandag werd weder door een over tal rijk publiek bezochtmoge lijk wel zoo druk omdat hij dezen avond zou op treden in costuum en omdat dit de laatste séance zou zijn. Na een paar malen stilté verzocht te heb ben, deelde hij echter mede dat, indien het publiek zulks verlangde, er ook nog Dinsdag een séance zou gegeven worden. Het daarop gevolgd applaus deed den heer Davenport besluiten dat voornemen uit te voeren. Vervolgens zeide hij, dat zijn verblijf in Goes, hoe tevreden hij er ook over was, hem in twee opzichten was tegengevallen. Vooreerst heeft hij op andere plaatsen patiënten gehad, die in het geheel niet staan konden en dit is in Goes niet voorgeko men ware dit wel het geval geweest, zijn reputatie zou er nog door verhoogd zijn, en ten tweede heeft hij hier alleen lijders gehad uit den arbeiders- of uit den kleinen middenstand. Elders, vooral in den Haag, zijn patiënten behandeld uit de hoogste krin gen (hier noemde hij da namen van eenig© bekende, hooggeplaatste Haagsche families) en wel met zulk succes, dat hem door eenigen ter herinnering een gedenkpenning is gegeven met het opschrift: Sou venir aan Se'quah. Ook eenige werklieden uit Rotterdam hebben hem een medaille geschonken, 18 maanden nadat ze door hem behandeld waren. Zij noemen hem geen,kwak zalver. Aangaande zijn costuum zeide hij, dat men hem daarin vooral voor een kwakzalver zal aanzien, doch hij droeg het op andere plaatsen altijd, heeft er zij a fortuin in gemaakt en schaamt zich het dragen volstrekt niet. Nu hij het echter niet meer noodig heeft, zal hij het waarschijnlijk voor goed afleggen. De twee patiënten van dezen avond, vrouw v. F. oud 52 jaar van Goes en J. M. oud 60 jaar, ar beider te Baarland, werden behandeld door twee personen uit,het publiek en niet door Sequah zelf. Zij begaven zich strompelende achter het gordijn en kwamen dansende weer te voorschijn. Nog bevonden zich op het tooneel eenige patiënten, die reeds vroe ger behandeld waren en allen betuigden öf met woorden öf door daden, dat zij zich nog steeds be vonden in den toestand, waarin zij zich onmiddellijk na de behandeling schenen te bevinden. Twee der kinderen, die verleden Donderdag aan den maaltijd deelnamen, een meisje en een jongetje, de eenigen, die in boerenkleeding waren, hebben hun portret laten maken en dit op het tooneel den heer Davenport aangeboden, die zich daarmede zeer vereerd betoonde. Onder het gebruikelijke spelen van het volkslied verliet het publiek kalm en bedaard de zaal. De laatste séance op gisteravond was minder druk bezocht. Twee patiënten, nl. mej. F. en vrouw B., beiden alhier, werden behandeld. Nadat het gordijn, waarachter de massages geschiedden, was weggeno men, verzocht de heer Davönport de aanwezige in Goes behandelde patiënten, ten getale van 14, op het tooneel t© komen. Velen hunner betuigden hem hun dank voor de verleende hulp en allen namen aan een geïmproviseerd bal deel, waaruit blijken moest welken invloed de Sequah-olie op hunne leden had uitgeoefend. Daarna nam de heer Davenport onder dankbetui ging voor de ontvangen vriendschap en belangstelling afscheid van de Goesenaren en deelde mede, dat hij zich in Den Haag zal vestigen om daar patiënten te behandelenevenwel niet in het publiek. Hij sprak de heerschende meening tegen als zou hij voor een behandeling aan huis honderden guldens eischen de armen blijft hij zelfs kosteloos helpen. Zijn hoofd doel zal steeds zijn den lijdenden eene weldaad te bewijzen. Al zal de heer Davenport hier nooit meer in het publiek optreden, toch hoopt hij onze fraaie, kleine stad nog meermalen te bezoeken, wanneer bij in onze streken komt jagen. Als een »stoffelijk bewijs van de dankbaarheid der behandelden" bood de heer Elzinga den heer Davenport een prachtig salon-portret aan, geschil derd iu de natuurlijke kleuren, van een Zuid-Beve- j landsche schoone, dat onder dankbetuiging gaarne j werd aanvaard. Het portret is door den heer Elzinga gratis vervaardigd. Tot slot werd het volkslied ge speeld, dat op verzoek van den heer Davenport staande en het hoofd ontbloot werd aangehoord. En hiermede behooren de séances van Sequah te Goes tot het verleden. Door den Minister van Financiën zijn bij de administratie der dir. belastingen, invoerr. en accjjnsen bevorderd tot de tweede klasse de kommiezeu der derde klasse A. W. Rijnberg te Hansweerd, J. Bazen Az. te Ellewoudsdijk, W. Vijverberg te Tolen en J. J. Vijverberg te Goes. Prov. blad no. 54 bevat een besluit van den Commissaris der Koningin in Zeeland, waarbij is bepaald dat het in de maand Juni a. s. te houden onderzoek der in do provincie zich bevindende verlofgangers van de militie te land, om het even uit welke provincie zij afkomstig zijn, zal betreffen hen die vóór 1 April jl. in het genot van onbepaald verlof zijn gesteld, onverschillig tot welke lichting zij behooren. Het onderzoek zal plaats hebben in de gemeenten en op de dagen en uren als hieronder zijn aange wezen Tolen, Donderdag 1 Juni, des voorm. te 10 u., voor Oud-Vosmeer, Poortvliet, Scherpenisse, St.- Annaland, St.-Maartensdijk, St.-Filipsland, Stavenisse en Tolen. Kapelle, Vrijdag 2 Juni, des voorm. te 9 u., voor Kapölle, Wemeldinge, Ierseke, Kruiningen, Krabben- dijke, Rilland-Batb, Schore en Waarde. Kortgene, Zaterdag 17 Juni, des voorm. te 10*/2 u., voor Kats, Kolijnsplaat, Kortgene en Wissekerke. Goes, Maandag 19 Juni, des voorm. te 9 u., voor Baarland, Borsele, Driewegen, Ellewoudsdijk, Goes, 's-Gravenpolder, 's-Heer Abtskerke, 's-Heer Arends- kerke, 's-Heerenhoek, Heinkenszand, Hoedekenskerke, Kattendijke, Kloetinge, Nisse, Oudelande, Ovezand en Wolfertsdijk. De Pr. Gron. Ct., met instemming gewag makende van de waarschuwingen, die in de laatste zitting der Tweede Kamer de heeren Van der Feltz en Van Houten deden hooren tegen de methode van generaliseeren, die de geliefkoosde is als de maat schappelijke nooden en misstanden ter spraak zijn, tegen het overdrijven der misstanden en het weg moffelen van de opbeurende verschijnselen, vestigt de aandacht cp het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling der wet opderijkspostspaarbank. Dit wetsontwerp geeft, al zegt het dit niet met zoovele woorden, toch niet onduidelijk tö kennen, dat er nog wei eens een lichtstraal door de duisternis komt heen kijken, en dat de toestanden, zij mogen veel te wenschen overlaten en Voor velerlei verbete ring vatbaar zijn, niet altijd zonder nevenbedoelingen, slechter worden voorgesteld dan is overeen te brengen met de werkelijkheid. De wet tot instelling der rijkspostspaarbank is dertien jaren geleden gemaakt met het uitge proken oogmerk »aan de gelegenheid tot sparen door het vestigen eener rijksinstelling meerdere uitbreiding te geven". En nu op het koperen bruiloftsfeest der instelling de behoefte aan wijziging der wet zich gevoelen doet is het wezenlijk verrassend en verblijdend te zien, hoe zij heeft beantwoord aan haar doel. Uit de welsprekende cijfers, waarmede de regeering haar wijzigings-ontwerp inleidt, leert men, dat sedert de opening in 1880 van de rijks postspaarbank tot aan het einde van het afgeloopen jaar dus in twaalf en een half jaar omstreeks vijfmaal honderdduizend inleggers van de instelling gebruik hebben gemaakt, die daarin hebben belegd ruim een-en-negentig en een balf millioen gulden, van welk reuzenkapitaal op dit oogenblik nog vier- en-twintig en een half millioen niet is teruggevorderd en waarop wegens rente is uitgekeerd omstreeks honderd zes-en-dertig duizend gulden en op boekjes van inleggers bijgeschreven meer dan drie millioen Nederlandsche guldens Deze cijfers hebben wat mede te zeggen, zouden wij meenen, in de beoordeeling der sociale vraag, i Vooral in verband met het ten vorigen jaredoorde administratie der rijkspostspaarbank openbaar ge maakt overzicht van de soort der inleggers, uit het welk bleak, wat trouwens voor de hand ligt, dat dez9 voor het grootste gedeelte moeten worden ge zocht onder de arbeidende bevolking. De stomme getallen, die in de memorie van toelichting tot de wijzigingswet zijn ingelascht, zonder eenige andere omlijsting dan dat »de wet van 1880 is gebleken op deugdelijke grondslagen te rusten", spreken van een spaarvermogen van ons volk dat 'de sociaal democraten natuurlijk zullen maar 't welk zij, zonder verkrachting der waarheid, niet kunnen weg cijferen on dat als een heldere lichtstraal in de duister nis de aandacht verdient. Dat het den arbeidenden klassen totaal onmogelijk is om te sparen bij den tegenwoordigen stand der loonen, schijnt dan toch met deze cijfers in lijnrechte tegenspraak t© zijn Van de wijzigingen, die in de spaaibankwet, wor- den voorgesteld, zegt de Pr. Gr. Ct., dat zij elk j afzonderlijk en allen te zamen strekken om de popu lariteit te verhoogen eener instelling, die bij de be sproking van het sociaal vraagstuk gewoonlijk buiten beschouwing wordt gelaten, en toch om hare uit komsten, een zoo groote stem in het kapittel heeft èn als de vraag van den omvang van den kwaad èn als die der beste therapie aan de orde zijn. Ons volk kan gelukkig nog sparen en weet het te doen. En nu moge de allernieuwste économie ook al de spaarzaamheid veroordeelen en haar aanmerken als een onding, dat eer bestrijding dan aanmoediging verdient, dat de Nederlandsche regeering aan de theorie, dat sparen de voorwaarde is voor een zorge- looze toekomst, getrouw blijft en de neiging tot spaarzaamheid nog meer wil bevorderen, strekt haar tot eer en bewijst dat ook haar do indirecte staats- tusschenkomst de liefste is. En dat zooveel gespaard heeft kunnen worden door de arbeidende bevolking als blijkens de cijfers is gespaard in bet laatste twaalf en een halfjarig tijdvak, geeft hoop dat de mogelijkheid eener vreedzame oplossing der sociale moeilijkheden voor ons land volstrekt niet is uitge sloten. Want wel spreekt het van zelf, dat de re sultaten der werking van de rijkspostspaarbank geenszins de ontkenning in zich sluiten van het feit dat door en door ongezonde toestanden ons omringen, maar dezelfde uitkomsten rechtvaardigen toch ook de gevolgtrekking, dat de kwaal niet ongeneeslijk is en evenmin zoo onrustbarend als zij willen doen gelooven, die op den doodeiijken afloop hopen. De Haagsche correspondent van de Midd. Ct. schrijft nog omtrent de benoeming van den heer Havelaar: »Van welwillendheid heeft de Regeering zeker een blijk gegeven bij de benoeming van den Minister van Waterstaat uit het vorige Kabinet tot de kooge en lucratieve betrekking van directeur-generaal der posterijen en telegrafie. Dat is nu toch geen partij benoeming. Of dezelfde Regeering echter verstandig deed door den heer Havelaar te kiezen is een andere vraag. Organiseeren is zeker de voornaamste taak van den directeur-generaal, en daarvoor schijnt nu de heer Havelaar wel wat oud, en bovendien is van zijn organiseerend talent niet veel moois gebleken. Hij heeft ons spoorwegwezen georganiseerd, maar hoe Zóó dat, de toestand ho8 langer hoe onhoud baarder wordt èn in de practijk èn wat de financiën betreft. En als de Hollandseke spoorweg eens zal komen met den eisch, waartoe liet recht onder Minister Havelaar is verleend, om te worden ge naast door den Staat met al de gevolgen van dien, dan zal er nog wat meer voor Hen dag komen. Die eisch zal wellicht spoedig worden gedaan, daar de winst der Maatschappij dalende is tot zulk een laagte, dat de aandeelhouders zelfs niet meer een zeer matige rente genieten. Door die naasting zullen van den Staat geldelijke offers worden gevorderd, die eenvoudig niet te brengen zijn zonder zeer buitengewone maatregelen, en wat het ergste is, de Maatschappij heeft het geheel in hare hand die offers tot een ongekende hoogte op te voeren. Die regeling is het werk van den Minister Havelaar. Moge het met onze posterijen beter afloopen De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft zich tot de Commissarissen der Koningin gewend, mededeelende, dat in eene bijeenkomst van districts veeartsen aan zijn departement ter sprake zijn ge bracht de maatregelen, genomen ter beteuge ling van het mond- en klauwzeer. Als een gevolg van deze samensprekingen wordt de aandacht gevestigd op de volgende punten lo. Wordt met kracht aangedrongen, nauwlet tend zorg te dragen, dat alleen bij uitstek geschikte en betrouwbare personen tot buitengewoon veld wachter worden voorgedragen en deze bovendien onder zoo streng mogelijk toezicht worden gesteld. 2o. Zal het in vele gevallen wenschelijk zijn, de verdachtverklaring van vee ruimer toe te passen dan tot dusver geschiedde, zoodat ook vee, hetwelk graast in landen, grenzende aan die waarin zich besmet vee bevindt, onder toezicht worden gesteld. 3o. Het inroepen van militaire hulp voor de be waking van hoeven en weiden moet beperkt worden en aan burgerlijke bewaking, onder goede leiding en goed toezicht, de voorkeur gegeven. 4o. De verzorging en behandeling van ziek en verdacht vee moet door personen geschieden, die niet met bet gezonde vee in aanraking komen. Is dit onmogelijk, dan moeten de personen, die ziek vee behandeld hebben, vóór zij in aanraking komen met gezond vee, zorg dragen voor voldoende ontsmetting. 5o. Wordt krachtig aangedrongen op nauwlet tend toezicht van de zijde der gemeentebesturen en burgemeesters, en verder buitengewoon toezicht in den omtrek wenschelijk geacht, zoodra zich een ge val van mond- en klauwzeer heeft voore De Minister van Buitenlandsche Zaken brengt ter kennis van belanghebbenden dat, volgens bij den consul-generaal te Parijs ontvangen mededeeling, ten gevolge van de langdurige droogte, in Frankrijk groote behoefte bestaat aan belang r ij ke hoe veelheden hooi. Gegadigden kunnen zich, onder prijsopgave voor franco levering in eene Fran- sche haven of aan een Fransch spoorwegstation, wenden tot den heer Sainte Claire Deville, directeur de rOffi.ee Général des Agriculteurs, Rue du Havre 12, Parijs. Er schijnt sprake van te zijn dat, in verband met de nieuw te openen lijn HarwichHoek van Holland, de Maatschappij »Z e e 1 a n d" hare dienstregeling, wat de nachtbooten betreft, zal wij zigen, in zooverre dat het vertrek der treinen van Amsterdam later en de aankomst aldaar vroeger zou kunnen plaats hebben. In Juni zal de kiel gelegd worden voor het door de Koninklijke Maatschappij »de Schelde" te Vlissingen te bouwen oorlogsschip type A. Bij Kon. besluit van 5 Mei is, met 1 Juli e. k., tot lid van den Raad van State benoemd mr. T. M. C. Asser, staatsraad in buitengewonen dienst. Uit3 Den Haag meldt men aan de Telegraaf dat aan het Ministerie van Financiën de grondslag voor een Staatspensioenfonds voor werk lieden reeds zoo goed als geheel op papier staat. Men zal zicb herinneren het op 8 Oct. jl. te Hilversum plaats g8had hebbende ongeluk, waarbij A. Tilburgs in een put van 40 roet diep bedolven werd door instorting, en daaruit met eigen levens gevaar gered werd door C. Van Reenen. Deze heldendaad werd door de hooge regeering beloond met het schenken aan C. Van Reenen van de zil veren reddingsmedaille. Thans heeft zich te Arnhem een comité uit ver schillende werklieden-vereenigingen gevormd m8t het doel, pogingen in het werk te stellen om aau deze daad van moed en zelfopoffering een blijvende her innering te verbinden, en van de hooge regeering alsuog te verkrijgen dat C. Van Reenen benoemd worde tot Broeder van den Nederlandschea Leeuw. Tevens doet het comité een beroep op alle werk lieden in Nederland om stoffelijkea en zedelijken steun, ten einde dezen held van de sympathie der Nederlandsche werklieden een tastbaar blijk te geven. Zij wil trachten deze daad te vereeuwigen, bv. door het doen vervaardigen van een portret in olieverf en dit aan het rijksmuseum ten geschenke aan te bieden, of wel zoodanig stoffelijk blijk aan Van Reenen zeiven te schenken. In een adres aan de Koningin-Regentes wordt voor Van Reenen de benoeming tot broeder van den Ned. Leeuw gevraagd en in een adres aan de Tweede Kamer de toekenning van »een nationaal stoffelijk huldeblijk". Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Ds. Pont' te Nisse komt voor op een twaalftal ter beroeping van een predikant bij de Ned. Herv. Gem. te Adorp. Beroepen bij de Ned. Herv. Gem. te Waarde (toez.) de heer L. B. Tjebbes, cand. te IJJst. Binnenkort zal een© belangrijke quaestie aan het oordeel der regeering onderworpen worden. Het schijnt nl. eene twijfelachtige zaak te zijn, of de di recteurs der rijks-normaallessen bij aftreding wegens ouderdom, of om andere redenen met eervol ontslag, aanspraken op pensioen kunnen doen gelden. Da tegenwoordige districtsschoolopziener te Heerenveen, die voorheen aan het ministerie werkzaam was, is van meening, dat die aanspraak wel degelijk bestaat. Weldra zal nu een directeur van eene onzer rijks normaallessen wegens ouderdom eervol ontslag met pensioen aanvragen, zoodat de vraag weldra beslist zal worden. Rechtszaken. De heer B. Quist, lid van den Raad te Goes, heeft hooger beroep aangeteekend tegen het vonnis? van den kantonrechter te Middelburg, waarbij hij ter zake van onbevoegde uitoefening der geneeskunst, werd veroordeeld tot 50 boete subs. 14 dagea hechtenis.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1893 | | pagina 1