1893 N°. 24. Donderdag 23 Februari. 80ste jaargang. W. N. G. CQENEN. De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75. Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bij de heeren Nijgh Van Djtmar te Rotterdam en verder by alle Boekverkoopers en Brievengaarders. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs[j slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende] dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 et. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Inzending van advertentiën voor 8 uren #p den dag: «Ier uitgave. Voor de verkiezing van een lid voor den gemeenteraad van Goes, op Dinsdag SÉS Februari a. s ondersteunen wij met den meesten aandrang de candida'uur van den heer Prof. Noordtzij contra de emigranten naar Colorado. Wij ontvingen van prof. Noordtzij het volgende schrijven *U zult mij zeker wel de gelegenheid gunnen een kort antwoord te geven op een brief van den emi grant Moerman uit de St. Luis Valley (N.-Amerika), voorkomende in uw nummer van 18 Febr. Vrees niet dat ik zal ingaan op de onjuiste voor stellingen en personaliteiten waarvan, helaas, dat schrijven wemelt. Reeds bij mijn laatste vertoef in die vallei werd mij door een emigrant, die weêr tot de Maatschappij was teruggekeerd, verklapt, dat er dergelijke brieven komen zouden om de Maatsch. zooveel mogelijk te nekken. Daarom temeer zal ik mij thans tot een paar opmerkingen bepalen. Zij zullen duidelijk genoeg doen zien van welk allooi de voorstellingen van dat schrijven zijn. a. Een kleinigheid. Volgens dat schrijven zou ik nog enkele huisgezinnen met een vroom praatje hier vandaan (de kolonie waar Moerman vertoefde) getrokken (hebben) en liefst wel op Zondag des middags een wagen afgehuurd en de menschen een contract laten teekenen". M. d. R. De menschen zijn eerst in den nacht van Zondag op Maandag ten 2 uren (4 uur was door ons bepaald) begonnen te verhuizenreeds Vrijdags te voren had ik in Denver een extra-trein afgehuurdeen contract met één hunner heb ik mondeling of schriftelijk evenmin afgesloten als u, die in Goes zat. Dat alleen is de naakte waarheid h. Maar meer schijnt te beteekenen de bewering dat »bij de landen, die wij nu gekocht hebben, geen water kan komen en de menschen van armoede uit dat land zijn vertrokken" enz. enz. Welnu, deze mededeelingen van den burgemeester van Alam., die ook als meelverkooper belang heeft bij de »St. Luis-valley", is niets dan een praatje nagepraat door genoemden predikant, zonder behoor lijk onderzoek. Wat toch is 't geval. lo. Dat land is ons door niemand anders aange wezen dan door den tegenwoordigen Gouverneur van Colorado, als bij uitstek geschikt voor Hol landers. ZEd. had, gelijk mij gebleken is, geen 't minste belang bij dat land. 2o. De South Platte rivier, die ons land besproeit en van water voorziet, heeft deze eigenaardigheid, dat zij, ofschoon uit de bergen voortkomende, nu bij Denver, op 5000 voet hoogte, volkomen droog was, terwijl zij reeds éen uur boven onze landen, op 3800 voet hoogte, gevuld was met water, niet tegenstaande de sneeuw op de bergen nog niet aan 't smelten was. 3o. Vandaar dat ons kanaal nu reeds wel voor zien was van water en de reservoirs gevuldéen met meer dan 3 millioen kubieke voet. Wij zagen dit alles met eigen oogen. 4o. Bovendien weten wij van 't Gouvernements kantoor, dat het kanaal volkomen in staat is 't noodige water te geven, alsmede dat, 5o. gelijk wij ook van de vrije- en huur-boeren nevens en op onze landen konden vernemen, dat '8 Burgemeesters praatjes in geen enkel opzicht op onze landen van toepassing zijn. Doch genoeg. Ik ben tamelijk gerust. Ten opzichte van dergelijke praatjes zal spoedig de juistheid van 't spreekwoord blijken Al is de leugen nog zoo snel, De waarheid achterhaalt haar wel I De feiten zullen van lieverlede tevens wel duide lijk maken, dat men zich hier te lande, onvoorzichtig genoeg, ook bjjna uitsluitend liet voorlichten door berichten in de Denver Republicain en nog een enkele courant in Colorado, door den misleider Henry en zijn vrienden geïnspireerd." M. NOORDTZIJ. Enkele dagen geleden zond prof. Noordtzij reeds het onderstaande schrijven aan de Standaarddat wij thans volledigheidshalve aan onze lezers meenen te moeten mededeelen •Woensdagavond thuis gekomen van mijne reis naar Noord-Amerika, ondernomen in 't belang van de Emigi'aaten, die in November ten vorigen jare op aanbeveling en onder geleide.van de Ned.-Am. Land- en Emigratie-Maatschappij naar de St. Luis Valley gingen stel ik er prijs op zoo spoedig doenlijk het publiek een kort verslag aan te bieden van den gang der zaken. Daar de vergadering \an aandeelhouders reeds komende week in Utrecht zal worden gehouden, kan ik thans nog niet in bijzonderheden treden. Spoedig na mijn aankomst werd het mij duidelijk, dat, gelijk ook het rapport van den Nederl. gezant zegt, geen bezit kon worden genomen van de lan den, waarover de Maatschappij een koopcontract had gesloten met den heer F. C. Henry. De reden daarvan lag echter niet aan de Maatschappij. De eerste betaling was einde September reeds geschied. De laatste betaling werd door de Maatschappij aan Henry naar 't contract vóór 1 December aangebo den, waarna de landen onmiddellijk ons eigendom zouden geworden zijn. Doch de verkooper kon aan de voorwaarden van verkoop niet voldoen, hij maakte tot dekking van zijn gedrag allerlei chicanes en zaaide verdeeldheid onder de boeren enz. enz. Do emigranten moesten dus geholpen. Van verschillende zijden waren en werden ons gronden in Colorado te koop aangeboden. En daar onderscheiden mannen van recht en van zaken ons ten zeerste waarschuwden, om met den bedriegelij- ken Henry geen zaken te doen, wijl daarvan de emigranten weer de prooi zouden worden, trachtten wij zoo spoedig mogelijk andere gronden in koop te verkrijgen, daarbij rekening houdende met het oordeel van enkelen der emigranten. Hen, die zich toen reeds van ons afgezonderd hadden, waarschuwden wij toch geen contracten aan te gaan met Henry, wijl de landen publiek verkocht zouden worden. Reeds den 26sten Januari konden wij een koop contract sluiten voor 32,000 acres in de »Platte- Vallei," met het daarbij behoorende waterkanaal. Naar de woorden van dat contract, konden wij nu •in het onmiddellijk bezit van al de landen, wonin gen en eigendommen treden", zoodat reeds den 2den Februari ongeveer honderd emigranten zich daar vestigden en dadelijk zijn begonnen met land te kiezen en den arbeid aan te vangen, van wie ik nog voor mijn vertrek uit Amerika verbiedende berichten ontving." In antwoord hierop schreef gisteren dhr. Robert F. Manders, General Agent of the Empire Land- and Canal-Company in Colorado, aan de N. R. Gt. •In uw blad van 18 Februari jl. las ik een stuk onderteekend door M. Noordtzij omtrent de emigra tie naar de San Luis Vallei, Colorado, U. S. A. Als generaal-agent voor de landerijen der •Em pire Land Canal Company" en volkomen bekend met de wijze waarop de Hollandsch-Amerikaansche Land- en Emigratie Maatsch. zaken trachtte te doen in do San Luis Vallei, waarvan ik op Woensdag jl. in Holland ben gearriveerd, stel ook ik er den hoog- sten prijs op, dat het Hollandsch publiek wete den juisten gang van zaken en wat aanleiding heeft ge geven dat de bovengenoemde emigratie-maatschappij de door haar geadverteerde 15,000 acres land niet kon verkrijgen. Het is waar, zooals Noordtzij zegt, dat de eerste betaling op dat laud groot 1000 geschied is. De tweede betaling moest geschieden op 1 December jl., doch de vertegenwoordigers der Utrechtsche Land en emigratie-maatschappij verschenen op dien dag niet en lieten ook niets van zich hooren, niettegen staande haar contract voor die 15,000 acres na 1 December jl. verliep. Nadat Mr. Henry verschillende dagen te vergeefs op hen had gewacht, ontbood hij Van der Hoogt en Zoutman, agenten der Neder- landsch Amerikaansche Compagnie per telegram naar Denver, aan welke uitnoodiging zij eerst op 8 De cember jl. gevolg gaven. Ook toen boden zij Mr. Henry het bedrag der tweede betaling niet aan. Indien Mr. Henry, zooals Noordtzij zegt, niet in staat was om het land te leveren (John R. Hanna, President der »City National Bank" van Denver schrijft in een open brief, voorkomende in de Denver Times van December 17 jl. dat hij zulks wel kon doen), hoe komt het dan, dat noch door Noordtzij noch door de vertegenwoordigers van de Utrechtsche Emigratie Co. ooit eene poging is aangewend om van Mr. Henry het bedrag der eerste betaling 1000) terug te krijgen Het is duidelijk dat de kolonisten moesten ge holpen worden en een comité, bestaande uit 5 per sonen, allen Hollandsche kolonisten van de San Luis Vallei, brachten een bezoek aan Mr. Henry te Denver en na hem te hebben verzekerd dat zij door Van der Hoogt en Zoutman waren bedrogen, vraagden zij hem of hij hun land wilde verkoopen. Dit be loofde hij te zullen doen en hij heeft zulks gedaan tegen 17.50 dollars per acre in plaats van 25 dollars per acre, de prijs der genoemde Utrechtsche Emi gratie compagnie. Omtrent de volmaaktheid der eigendomsbewijzen j voor de landerijen, door de Hollandsche kolonisten j inj de San Luis Vallei van Mr. Henry gekocht, be- staat niet de allerminste twijfel, en verwijs ik hiervoor iedereen naar John. R. Hanna, president der »City National Bank" van Denver, naar Eugene Engley, procureur-generaal van den staat Colorado en naar H. E. Johnson, burgemeester van Alamosa. De Hollanders die land hebben gekocht in de San Luis Vallei zijn volgens een op heden door mij ont vangen schrijven tevreden in hunne kleine kolonie Rilland", alwaar zij hun eigen school en kerk hebben. Noordtzij zegt dat 100 kolonisten zijn vertrokken, hetgeen echter niet het geval is. Ongeveer 60 per sonen, met inbegrip van kinderen en zuigelingen, zijn overgehaald geworden om zich elders in Colorado te vestigen. Noordtzij noemt Mr. Henry een »bedrieger". Ik zou hem er aan willen herinneren dat schelden" geen argument is en een zwakke zaak verraadt. Ter wijl hy in Colorado was, bezat Noordtzij geen moed genoeg om een onderhoud te hebben met Mr. Henry, waarop de kolonisten krachtig hadden aangedrongen en hetwelk hij hun had beloofd. Ook hebben de hoofdambtenaren van de Denver- en Rio Grande Spoorweg te Denver er sterk bij Noordtzjj op aan gedrongen, dat deze laatste Mr. Henry zoude ont moeten, doch te vergeefs. De brief van de Hollandsche kolonisten in de San Luis Vallei, welke in de laatste dagen in ver schillende Hollandsche bladen is verschenen, toont ten duidelijkste aan waar de schuld ligt. De on derteekenaars daarvan zijn eerlijke en verstandige menschen". Voegen we hierbij nu nog, dat de M. Gt. gisteren eene correspondentie bevatte omtrent het wedervaren onzer kolonisten in Colorado, waarin o. a. het vol gende gezegd wordt Dat de houding van prof. Noordtzij bij zijn be zoek aan de kolonie onder de kolonisten een zeer ongun8tigen indruk heeft gemaakt, bevestigde ook de bedoelde zegsman. Vooral door diens hooghartig optreden, zijn partij trekken voor de heeren Zoutman en Van der Hoogt, tegen wie zulke sterke bewijzen van ongeschiktheid en onbekwaamheid voor de hun opgedragen taak werden ingebracht, werd het vertrouwen, door de kolonisten aanvankelijk in prof. Noordtzij gesteld, geheel verzwakt. Velen komt zijn houding raadsel achtig en onverklaarbaar voor en te meer daar hij zich, op grond van zijne positie in de kerkelijke wereld, op zulk een hoog voetstuk plaatste, niet tegenstaande hij van den toestand in Amerika, van emigratie enz. niet het minste begrip, niet de ge ringste kennis toonde te bezitten. Alle pogingen, aangewend door de commissie hierboven genoemd, om prof. Noordtzij tot andere gedachten en inzichten te brengen, stuitten af op zijne onverzettelijkheid, zijn hooghartigheid. Zoo gaarne hadden de kolonisten met hem en de Utrechtsche maatschappij blijven samenwerken, maar dit werd hun totaal onmogelijk gemaakt. Ten zeerste werd dit betreurd door hen, aan wie ten slotte de belangen der kolonisten waren toevertrouwd; eene eerlijke bekentenis van prof. Noordtzij, dat hij op een dwaalspoor was gebracht, dupe was geworden van de heeren Zoutman en Van der Hoogt, had waarschijnlijk aan de zaak een ge heel anderen, voor beide partijen gunstiger verloop gegeven.. Toch zijn er nog enkele kolonisten, die zich aan de zijde van prof. Noordtzij blijven scharen, hoogstwaarschijnlijk daartoe gedreyen door den in vloed, dien deze als gezaghebbend persoon op ker kelijk gebied nog op hen heeft." Wij kunnen natuurlijk in deze quaestie geen uit spraak doen. Maar wanneer we nog wijzen op den brief van onzen vroegeren stadgenoot, den heer S. Hartog, thans in Colorado, die hier bij velen heeft gecirculeerd, en welks schrijver wij allen kennen als een kalm, bezadigd en waarheidlievend man, dan wil het ons toeschijnen, dat men, op zijn zachtst uitge drukt, een geschikter man had kunnen uitzenden dan prof. Noordtzij, om de kolonisten ia Colorado te redden uit de moeielykheden, waarin zij daar, door wiens schuld dan ook, maar zeker niet door de hunne, zyn of waren geraakt. GOES, 22 Februari 1893. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft bepaald dat de rijkslandbouwleeraar I. G. J. K a k e- b e e k e, zal werkzaam zijn binnen de provincie Zee land en hem als standplaats aangewezen de gemeente Goes. Bp beschikking van den Minister van Finan- oiën is, met ingang van den «len Maart a. s., ver plaatst de kommies by 's Rijks belastingen A. V a n H u e t van Hansweorl naar Bade! (N.-B JEllewoudsdïjk. Manndagnamiddag hield onze gemeenteraad eene vergadering, waarin o. a. behan deld werd het bekende verzoek van het gemeente bestuur van Driewegen ter vaststelling van bedra gen in de kosten van aanleg en onderhoud van een kunstweg van laatstgenoemde gemeente door Coudorpe naar de Schelde ten behoeve van een steiger aan de Staartnol te Borsele. De gemeenteraad besloot daarvoor geen bydragen te verleenen. 174 landbouwers uit de omstreken van Zwolle, hebben een adres aan Hare Majesteit de Koningin- Regentes gezonden, verzoekende om medewerking, tot verkrijging van de heropening van de grenzen voor den invoer van levend vee in Duitsch- land. Nu de Belgische grenzen mede gesloten zyn, kan er geen koe verkocht worden en wordt de toestand van den landbouwer en veehandelaar met den dag ernstigei*. Zondag hield de heer Heydenryck, lid der Eerste Kamer, te Helmond eene rede over het pausdom. Aan het slot daarvan zeide hy volgens het verslag in de Tijd: Men scheen verwacht te hebben, dat spreker een politieke rede zou komen houden. Hy zou een der gel yke rede op het pausfeest ongepast hebben ge- oordeeld. Om die reden dan ook zal hy niet spreken byv. over de jongste grondwetsherziening, die hy nog steeds als een bron van onheilen blijft beschou wen, ook niet over dienstplicht of motiën. Bestaat er onder de Nederlandsche katholieken eenheid van overtuiging in geloofszaken, dit is, helaas, niet het geval, als de politiek in het spel komt. Hy richt daarom de bede tot God, dat Hy de politieke mannen, die voor de rechten der katholieken te waken hebben, met den geest van eenheid, kracht en liefde moge bezielen. Men toone eerbied voor elke oprechte overtuiging en schare zich eendrachtig rondom het hoogwaardige episcopaat. Doch éen zaak moet spreker van het hart, nooit kan de Christus van Kuyper de Christus der katholieken zyn. Naar het U. D. verneemt moet by H H. MM. de Koninginnen het voornemen bestaan onge veer half April het paleis Het Loo weder te be trekken. De toestand van den heer W. M. Oppedyk te IJlst, is beterende. Zyn geneesheer liaeft hem toegestaan, by zacht weder, buiten te wandelen. By koninklyk besluit van 18 dezer is de heer Daniel De Lange, dirigent van het a-capella- koor, benoemd tot ridder der orde van den Neder- landschen Leeuw. Deze koninklyke erkenning van zeer groote ver diensten zal algemeene instemming vinden. Met zekerheid kan de Telegraaf meidon, dat de nieuwe wet op de nationale m i 1 i§t i e vóór 28 Febr. by de Tweede Kamer zal worden in- In eenige artikelen besprak de vorige week de N. R. Gt. de o p r u i n g en de uitspraken van den Hoogen Raad omtrent de strafbaarheid in verschil lende gevallen, waarin de opruiïng al of niet recht- streeksch kon worden geacht. Zij li9eft hierin aanleiding gevonden om de wet geving van het land der vrijheid bij uitnemendheid, Zwitserland, te raadplegen en schrijft daarover De wetboeken zyn daar, zooals men weet, kan tonnaal maar toch bestaat daarnevens voor sommige onderwerpen een bondsstrafrecht. Welnu, ter aan vulling van dat bondsstrafrecht is in 1889 bewerkt en door e9n rechtsgeleerde commissie in 1890 goed gekeurd een ontwerp-novelle, waarin o. m. deze j bepaling voorkomt: »Wie ni9t betrekking tot een gewelddadige omverwerping der maatschappelyke orde tot het begaan van misdryven opruit, ophitst of aanwyzing geeft, of wie op een den openbaren vrede in gevaar brengende wijze opruit of ophitst tot gewelddadige aanranding van geheele klassen der bevolking, wordt gestraft met gevangenisstraf en in zware gevallen met tuchthuisstraf." De N. R. Gt. wil niet dadelijk aanraden dat ar tikel over te nemen, maar het denkbeeld, daarin neergelegd, komt haar juist voor, ook in het stelsel van het Nederlandsch wetboek, dat openbare oprui ing tot strafbare feiten in 't algemeen reeds heeft verboden. De heer Donner heeft geantwoord op het voorloo- pig verslag der Tweede Kamer over zyn voorstel be treffende de wyziging der schut, ter y w e t. Hy blyft het handhaven, omdat vooreerst wel geon wet op den dienstplicht tot stand' zal komen. Zya voorstel is uitsluitend gegrond op godsiieaAige

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1893 | | pagina 1