UIT DE OUDE DOOS.
Gemengde Berichten.
Op de School B waren 272 kinderen, waaronder
249 zonder eenig verzuim,
23 die van 110 verzuimen hadden, en
0 met meer dan 10 verzuimen.
Het gemiddeld verzuim was 0.9 percent, tegen
0.7 percent over dezelfde maand in 1892.
Op de School G waren 171 kinderen, waaronder
145 zonder eenig verzuim,
16 met 110 verzuimen,
10 met meer dan 10 verzuimen.
Het gemiddeld verzuim was 3.7 percent, tegen
5.3 percent over dezelfde maand in 1892.
Op de School D waren 90 kinderen, waaronder
81 zonder eenig verzuim,
5 met 110 verzuimen,
4 boven de 10 verzuimen.
Het gemiddeld verzuim was 2.6 percent, tegen
0.7 percent over dezelfde maand in 1892.
Het verzuim op de openbare scholen te zaïnen
van 1 Januari af tot uit. Jan. 1893 bedroeg 1.9
percent, tegen 2.2 percent over hetzelfde tijdvak
in 1892.
„Huwelijk&che zaken".
Het huwelijk is heden ten dage een burgerlijke
overeenkomst voor de maatschappij, volkomen waar
deloos, als niet de ambtenaar van den burgerlijken
stand door inschrijving in zijn registers het zegel
erop heeft gedrukt. Sommigen of laat het velen
zijn doen het burgerlijke huwelijk ook nog kerke
lijk inzegenendoch noodzakelijk is dit niet. Daar
de instelling van den burgerlijken stand" van be
trekkelijk jonge dagteekening is, meenen velen, dat
het met het huwelijk in vroeger tjjd juist andersom
geschapen stond dan thansdat men toen namelijk
uitsluitend met de kerk en in het minst niet met
het burgerlijk bestuur te maken had. Dit nu is
geenszins het geval. Wel was het huwelijk weleer
in hoofdzaak een kerkelijke of godsdienstige ver
bintenis, maar men had er zich wel zeer voor te
wachten, de lands- of stadsregaering geheel voorbij
te loopen. Zoo verscheen er in 1656, dus ten tjjde
van Jan De Witt, een »echtreglement over de steden
en het plattoland, de heerlijkheden en de dorpen"
van alle Nederlandsche provinciën. Alle personen,
werd daarin gezegd, die zich in het huwelijk wilden
begeven, moesten zich daartoe aanmelden bij den
magistraat, bij de commissarissen voor de hu welp k-
sche zaken of bij de kerkeraden. Een aangifte bij
een der twee eerstgenoemden was alzoo even vol
doende als bij laatstbedoelde. Vanwege het gerecht"
moesten er bij de inschrijving steeds minstens twee
schepenen met den secretaris aanwezig zijn, en bij
afwezigheid van den laatste zjjn substituut of klerk.
In de steden moest da inschrijving van hen, die in
de kerk wilden trouwen (noodzakelijk was dit dns
niet), geschieden voor den kerkeraad of althans voor
een predikant en twee ouderlingen. Op de dorpen
konden allen, ook zij, die in de kerk wilden trouwen,
zich tot magistraat of huwelijkscommissaris wenden
in de steden mat haar nog beperkt getal ambtenaren
zou dit te veel drukte veroorzaakt hebben. De hu
welijksafkondigingen moesten in de kerk en op het
stadhuis of ter plaatse van den gerechte" geschieden.
Uit het tot hiertoe gezegde blijkt reeds voldoende
het onjuiste van bovenbedoelde meening. Nochtans
waren de meeste reglementen en voorschriften op
dit gebied afkomstig van kerkelijke besturen. Met
wat dienaangaande in andere provinciën bestond,
hebben we hier niet van doen en daarom geef ik
eenige der voornaamste bepalingen uit Zeeuwsche
regiementen.
Daar het huwelijk een instelling is van algemeene
waarde, werden de voorschriften te dezer zake niet
aan iederen kerkeraad afzonderlijk ter opstelling op
gedragen, maar deze bevoegdheid berustte bij de
provinciale synoden. De synoden van 1579, van
1602 en van 1620 hadden dit punt op hunne agenda.
Zij bepaalden in hoofdzaak het volgende
De ondertrouw moest geschieden ter plaatse waar,
en ter dage wanneer, de kerkeraad gewoon was te
vergaderen. De predikant was met de voltrekking
dert' plechtigheid belast. Geen predikant mocht op
een andere plaats ondertrouwen dan waar hij dit
gewoon was te doen, tenware de gewone predikant
afwezig was en een andere door den kerkeraad was
genoodigd. De predikant was gehouden het aan
staande paar te vragen, vooreerst of zg den christe-
lijken doop ontvangen haddenwas dit niet het
geval, dan moesten zij zich eerst laten doopen
vervolgens of er tusschen hen geen bloedverwant
schap bestond in zoodanigen graad, dat hierbij
het huwelijk door God verboden was. En om nu
te doen weten, welke die graden waren, was het
noodig ze aan het paar meetedeelen de predikaut
kon dit voor zichzelf te weten komen uit schrijvers,
die »zuiverlijk van deze materie geschreven hadden."
Aan jongelingen beneden de 25 en maagden be
neden de 20 jaar moest gevraagd worden, of zij
toestemming hadden van hun ouders, of van den
langstlevende van deze en de voogden, of van voog
den en naaste bloedverwantendeze toestemming
moest blijken uit mondelinge verklaringen van de
betrokken personen, zoo zij aanwezig waren, of uit
schrifturen van hunne hand of van geloofwaardige
getuigen.
Verder was de verklaring noodig, dat geen der
leden van bet paar gehuwd of ook maar door hu
welijksbelofte aan een ander verbonden was.
Een »gewoon" man, eenmaal getrouwd geweest
zijnde, moest minstens twee maanden wachten na
den dood zijner vrouw, alvorens zich met een andere
in ondertrouw te mogen begeven voor predikanten
was deze termijn zes maanden. Weduwen moesten
achttien weken wachten. Het eerstgenoemde echt-
reglement der Algemeene Staten bepaalde echter
voor vrouwen beueden de 50 jaar deze tijdruimte
op negen maanden.
Na de ondertrouw moesten de namen van het
paar op drie achtereenvolgende Zondagen in de kerk
worden afgelezen.
Het kwam voor, dat zij, die uien om wettige
(d. i. voor de kerk wettige) redenen niet wilde
trouwen, zich buiten de provincie in den echt be
gaven. De kerkbesturen verzochten den Staten dit
streng te willen tegengaan. Ook ter handhaving
van de bepaling, dat geen ongedoopten mochten
trouwen, verzocht men der Staten medewerking.
De heeren Staten, ofschoon zij zich op deze pun
ten niet openlijk tegen de kerkbesturen verzetten,
waren echter volstrekt niet gezind hun hierin ge
heel ter wille te zijn. Ja, ten opzichte der buiten-
landsche huwelijken werd wel gezegd, dat de heeren
hierop zouden letten, maar daar bleek niet veel van.
En met betrekking tot de ongedoopten lieten de
Staten zoo duidelijk hun onwil zien, dat de kerk
besturen hun bepaling wpzigden in dier voege, dat
zij wel op het laten doopen zouden aandringen, maar
dat zij, zoo dit niet hielp, het huwelijk toch zouden
mogen voltrekken.
Een bepaalde weigering van goedkeuring van der
Staten zijde viel ook wel eens aan een of ander
kerkelijk voorschrift te beurt. In 't algemeen was
men ten tijde der republiek fel tegen de katholieken
en de Roomsche geestelijkheid gekant. De laatste
werd van velerlei kwade practijken beschuldigd, bv.
dat zij personen in het huwelijk lieten treden, die
zij nooit kenden of zagendat zij ondertrouwden
en trouwden, alles op denzelfden dag, zonder af kon-
digiogen dat zij personen trouwden tegen den wij^
van dezer oudersdat zij zelfs menschen in den
echt verbonden, die niet mochten trouwen uit oor
zaak van nauwe bloedverwantschap, ook volgens de
Roomsche kerk. Geen wonder, dat men dan ook
een afkeer had van de zg. gemengde huwelijken.
Men wilde daarom, volgens synodaal besluit van
1638, te Tolen genomen,van ieder, die belgdenis
deed, reeds dan de belofte vergen om »geen juk te
trekken met de ongeloovigen", d. w. z. zich niet
met een Roomsche in den echt te begeven. Op hein,
die deze belofte schond, zou men de kerkelijke tucht
middelen toepassen. De Staten weigerden echter
beslist dit artikel goed te keuren, zoodat het ge
lukkig moest worden geschrapt.
Verdraagzaamheid stond toen niet in der menschen
boekje.
BAVO.
Oude lande. Alhier is eene vergadering ge
houden van het musschengilde. In 1892 werden in
geleverd 1516 musschen,waarvan door J. De Jager Gz.
486, die daardoor de premie kreeg van f 3. Tot
penningmeester werd herkozen Johs. Van Wingen
en tot bode D. Boone.
Voor 1893 werden uitgeloofd een premie van
f 1,50, éen van 1 en éen van ƒ0,50. De vereeni-
ging telt thans 24 leden.
Te Osch deed zich, naar een'vroeger bericht
meldde, eeD geval van Aziatische cholera voor. Thans
beweert men dat de patiënt tengevolge van vergifti
ging is gestorven.
Onvoorzichtig en dom genoeg had hg groene
boooen gegeten, die gekookt waren in een pot,
waarin men volgens dwaas gebruik eenige koperen
centen gedaan had om aan de boonen een groenen
fint te geven.
Volgens he£ Maandblad tegen dehwakzalverij loopt
de bekende heer Zwigtman van Noppen thans weder,
gekleed met pelsjas en hoogen hoed, vrij en frank
langs de straten der hoofdstad, alsof er niets ge
beurd was.
Zondagmorgen werd in de wachtkamer der 3e
klasse van het station te Arnhem eenige ontsteltenis
en opschudding verwekt door een plotseling sterf
geval. De bier brouwersknecht G. E. \V., die met
den trein zou vertrekken, zakte, terwijl hij op een
bank zat te wachten, plotseling ineen en was een
lijk. Spoedig gehaalde geneeskundige hulp kon niet
meer baten. De man was gehuwd, maar kinderloos.
Eene jeugdige dienstbode, te Groningen, die
verlof had gekregen hare familie buiten te mogen
bezoeken, kwam ongeveer een balf uur te vroeg bij
het station en ontmoette daar een kennis barer jeugd
uit hetzelfde dorp, waar zij thuis behooide, die voor
eenige jaren naar het verre Westen vertrokken en
nu naar zijn vaderland was teruggekeerd om er eene
vrouw te zoeken, 't Gevolg van de vernieuwde kennis
making was een huwelijksaanzoek, waarop den vol
genden dag een gunstig antwoord gegeven werd.
Binnenkort zal het meisje gaan trouwen en haar
echtgenoot naar Amerika volgen.
Zaterdagmiddag heeft een negentienjarige leer
ling der hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus
te Haarlem zich onder Bloemendaal door een revolver
schot van het leven beroofd. De vermoedelijke reden
van die daad is, dat de knaap niet overgegaan was
van de vierde in de vijfde klasse der H. B. S.
De rechtbank te 's-Gravenbage veroordeelde
mr. Th. G. A. S., die een knaapje met een bijtend
vocht bespoot, omdat deze het hem aanhoudend
la6tig maakte met belletje trekken, tot zeven dagen
gevangenisstraf wegens het door schuld veroorzaken
van lichamelijk letsel en het beschadigen van goed,
aan een ander toebehoorende.
De heer S. is echter reeds Zaterdagavond naar
een gesticht voor zenuwlijders overgebracht.
Men meldt nader dat de sergeant H. van de
grenadiers berust heeft in de straf, hem door den
kolonel-kommandant wegens het bekende feit opge
legd en dus niet in hooger beroep voor den krijgs
raad zal gaan.
Gisterochtend was men te Heerenveen ge
tuige van een niet alledaagsche soort van werkver
schaffing. Een hoog bejaard en gegoed ingezetene,
dezer dagen overleden, had namelijk bij uiterste
wilsbeschikking bepaald, dat zijn stoffelijk overschot
niet met een lijkwagen, doch door honderd dragers
naar het kerkhof moest worden vervoerd, aan elk
van welke f2 moest worden uitgekeerd. Werkelijk
droegen of' vergezelden dan ook honderd arbeiders
het lijk.
De bekende hardrijder G. Entjes te Schaaphok
(Slochteren) heeft in dezen winter 725 gewonnen.
In den nacht van Zaterdag op Zondag ver
scheen zekere Z. met vrouw R., bij welke persoon,
die haar man had verlaten, hij inwoonde, aan de
woning van R., in de Koestraat te Amsterdam. De
vrouw kwam haar man om geld lastig vallen voor
het onderhoud zijner kinderen, naar zij beweerde.
R. kwam met een vriend, B., naar beneden. Een
woordentwist volgde, waarvan het einde was, dat R.
Z. met een stok gevoelige slagen op het hoofd en
zijn vriend B. hem met een zakmes 7 wonden toe
bracht, waarvan een in de zijde doodelijk. bleek, want
naar t Gasthuis vervoerd, overleed hij daar spoedig.
Geen 12 uren daarna werd in perceel Spuistraat
hoek Raamsteeg aldaar eenzelfde misdrijf gepleegd.
Vrouw V. d. H. had jarenlang van haar man
een sigarenmaker, die \eelal onder den invloed van
sterkedrank verkeerde mishandelingen verdragen,
totdat een scheiding van tafel en bed daaraan een
einde maakte.
De vrouw betrok daarna de tweede verdieping
van genoemd perceel.
Zondagavond bevond zij zich bij een zieke be
nedenbuurvrouw. Er werd aan de deur geklopt, en
opendoende kreeg zij een messteek in den buik.
Op haar hulpgeroep snelde de vrouw uit de slij
terij beneden te hulp, en door haar flink optreden
werd de woestaard, met het van bloed druipend mes
in de hand naar het politie-bureau op den Singel
overgebracht. Daar bleek dat de man zijne vrouw
doodelijk had gewond, en nog wel op den dag dat
hij zijn 25jarig huwelijk herdacht.
Een brutale inbraak heeft Zondagavond te
Aalsmeer plaats gehad in de woning van den heer
G. Van D., koopman in sigaren, tabak enz. Na zorg
vuldig alles gesloten te hebben, gingen de bewoners
des avonds om 10 uur een nabij wonend familielid
bezoeken, en toen zij een paar uur later thuis kwa
men, lag alles overhoop. Eene kast was opengebro
ken, de laden waren uitgehaald en doorzocht, ter
wijl in den winkel niets onaangeroerd was gelaten.
Vermist werden eenige kistjes sigaren, flesschen met
eau de cologne, pakjes thee en bussen cacao, bene
vens een paar gouden ringen, een kerkboek en eenige
kleedingstukken. De dieven hebben zicb door een
bovenraam aan de achterzijde der woning toegang
weten te verschaffen. Men verwondert zich er over,
hoe zij onopgemerkt hebben kunnen big ven, daar
er in den winkel en in de woonkamer licht brandde,
en de woning midden in het dorp staat, waar het
tot laat in den avond op Zondag druk op straat
bljjft. De politie doet ijverig onderzoek.
Als bewijs hoe groot de kracht van het water
is wordt het volgende gemeld, onlangs in de Ver-
eenigde Staten voorgevallen. In een sociëteit wedde
men, dat de sterkste man niet zou kunnen verdragen,
dat een liter water, van een hoogte van drie voet,
druppel voor druppel in zijn hand viel. Een der
aanwezigen, die als zeer sterk bekend stond, ver
klaarde zich bereid de weddenschap aan te nemen,
meenende deze gemakkelijk te zullen winnen. Vóór
dat echter de 500ste druppel gevallen was, vernaai
men aan het schreeuwen, dat hij de weddenschap
verloren had. Iedere druppel scheen hem door de
hand te zullen vallen, zoo verklaaide hijer had
zich een blaas op zijn hand gevormd. Druppelt het
water voortdurend op een steen, dan zal het water
den steen ten laatste doorboren hat is een oude
bekende waarheid, door dit nieuwe feit bewezen.
In Texas is dezer dagen weder de lynchwet
toegepast door een opgewonden menigte, ditmaal
onder bijzonder treurige omstandigheden. De ter
dood gebrachte was namelijk geheel onschuldig aan
de misdaad, waarvan men haar betichtte. Bij een
pachter in den omtrek van Burnet was een kind
gestorven en een ander ernstig ziek geweest, blijk
baar tengevolge van vergiftiging. Er liep een ge
rucht, dat eeu dienstmeisje van den pachter die
misdaad gepleegd zou hebben, en het meisje nam
in haar schrik voor die beschuldiging de vlucht.
De publieke opinie beschouwde dat als een bewijs
van hare schuld. Een menigte boeren ging uit om
haar te zoeken en ter dood te brengen. Zij vonden
het arme meisje in een schuur verscholen en sleepten
haar mee naar een boom. Het meisje betuigde aan
houdend, dat zij onschuldig wasmaar toen men
geen geloof sloeg aan hare verzekeringen berustte
zij in haar lot. Men gaf haar vgf minuten om een
laatste gebed te doen. Zij verborg, geknield te midden
van hare beulen, eenige oogenblikken het gelaat in
de handen en vijf minuten later hing de arme meid
aan den boom, waar de lynchers haar lieten hangen,
na eerst nog twee schoten op haar gelost te hebben.
Weldra bleek, dat ongeveer op datzelfde oogen-
blik de politie den waren schuldige bad gevat,
namelijk een buurman van den pachter, die om een
oude grief te wreken, diens kinderen vergiftigde.
De Parijsche politie heeft in een logement in
de Rue des Petits-Cavreaux een dertigtal verdachte
personen in hechtenis genomen. Onder dezen ver
moedt men, dat zich ook de dieven bevinden, welke
de kostbaarheden ontvreemdden in de woning van
den markies de Panisse-Pasis in de Avenue-Mareau.
Onder de gevangen genomen personen zijn tien oude
bekenden der politie.
De voortvluchtige bankier Arton is nog steeds
zoekhet is echter meer geluk dan wijsheid, dat
hij totnutoe aan d© politie wist to ontkomen. De
detective Soudais, die hem te Bucharest moest
arresteeren, werd gedurende 48 uren te Weenen
opgehouden, daar de treinen wegens de sneeuw niet
konden rijden.
Zoodra de baan ontruimd was, zette Soudais de
reis voort met de Orient-express", maar deze had
in de nabijheid van Pesth een botsing met een
anderen trein, waardoor de weg weer 24 uren ver
sperd was. Arton, die gewaarschuwd schijnt te zijn,
had dus drie dagen tijd om aan zijn vervolgers te
ontkomen.
De rijkste stad in Zwitserland schijnt Zurich
te zijn. Daar wonen 96 millionairs, 121 half-millio-
nairs, 306 die in de belasting zijn aangeslagen in
een vermogen van 250,000 tot 500,000, idem 951
van 100,000 tot 250,000, idem 1659 van 50,000 tot
100,000 en 4233 die geschat zijn op 20,000 tot
50,000 francs,
Een beambce van de City-bank te Londen
moest van betj hoofdkantoor 700 pd. st. in goud
en 300 pd. in zilver halen en naar het bijkantoor
in Bondstreet brengen, in een rijtuig. In de gang
ontmoette hij een heer, die hem zei, ook vanwege
de bank te komen en hem aanbood »een handje te
helpen". De beambte, een looper, die al de heeren"
niet kende en geloof sloeg aan den man, gaf hem
den zak met het goud overmaar in plaats van 't in
het rijtuig te brengen, ging de heer er mee op den
loop en hij is nog zoek.
Noodlottige overstroomingen hebben Brisbane
en de kolonie Queensland geteisterd. De aangerichte
schade is ontzettend. In de stad Ipswich zijn gan-
sche huizen weggespoeld. De bevolking vlucht, om
zich te redden, naar het gebergte.
De laatste tijdingen melden hartverscheurende bij
zonderheden. Te Bundabery zijn honderden familiën
zonder dak. Te Maryborough is de brug ingestort.
Men gelooft dat een dertig personen verdronken
zijnhonderden huizen zijn vernield. De stad Tiaro
staat onder water. Te Brisbane, waar twee groote
bruggen door den stroom weggespoeld zijn, is de
toestand hoogst bedenkelijk. Het water staat er
twintig voet hoog in de voornaamste straat van het
zuidelijk kwartier.
Bij het spoorwegstation te Altaville, op Sicilië,
is het lijk gevonden van Notarbartolo, oud-directeur
vau de Siciliaansche bank, bedekt, met 26 wonden
met een dolk toegebracht. Notarbartolo was met den
trein vertrokken om zich naar zijn landgoed te he
geven. Twee zijner bedienden en twee gendarmes
waren gezeten in een waggon, volgende op zijn coupé
eerste klasse, maar zij schijnen niets gehoord te
hebben. Uit het onderzoek is gebleken, dat twee
personen, als heeren gekleed, te Termini in den-
zelfdea coupé waren gestegen, en deze moeten hem
vermoord en het lijk uit het portier geworpen
hebben. De coupé was hier en daar met bloed be
vlekt, en de sporen van eene hevige worsteling waren
aanwezig.
Het horloge, een veertig lire en het ge Teer van
den vermoorde zijn gestolendoch men gelooft, dat
die diefstal gepleegd is om de justitie op een dwaal
spoor te brengen, en dat hier eene persoonlijke
wraakneming in het spel is
De trein voerde veertig gendarmes mede. Dit
moeten de moordenaars geweten höbben en men is
dus te meer verbaasd over hetgeen zij hebben ge
durfd.
Uit Noorwegen zal een merkwaardige zending
naar Chicago gaanhet Floötbook, dat de Noorsche
legenden der koningen en die van IJsland behelst
het is een werk in twee deelen, op perkament ge
schreven tusschen 1370 en 1383, dus meer dan 100
jaren vóór de ontdekking van Amerika, (door de
IJslandsche priesters Magnes Thorhallsen en Jan
Thodorfoor, die op het eiland Plato woonden.
Het belangwekkende van dit boek, hetwelk door
oen Amerikaanseh oorlogschip gehaald en te Chicago
in een afzonderlijk gebouwtje dag en nacht be
waakt zal worden, is de legende van Olaf Tryg-
vason, van Erik en zijn zoon Leif de Gelukkige, die
gezegd wordt de eerste ontdekker van Amerika te
zijn geweest, 500 jaren vóór Columbus. Op een reis
naar Groenland, waar hij, door zijn vader tot het
Christendom bekeerd, dit wilde gaan prediken, dreef
zijn schip zuidelijk af, en in het jaar 1000 ontdekte
hij Finland".
Yan den 11 den Februari af tot Aschdagochtend
voert zijne hoogheid Carnaval" heerschappij over
Antwerpen.
Een luisterrijke vastenavondstoet, bestaande uit
56 groepen te voet, 6 groepen te paard, 26 praal
wagens en 10 muziekcorpsen, doorkruist Maandag
13 en Dinsdag 14 Februari de voornaamste straten.
In de winkels ziet men hoegenaamd geene uitstal
lingen van koopwaren, want groepen verkleede kin
deren nemen de plaats voor de vensters in, die
evenals de balcons en de gevels met bloemkransen,
linten, vlaggen en draperieën versierd zijn.
Een begrafenis in Londen. We hadden een
klein spoorwegongeluk gehad, en het werd toege
schreven aan een oponthoud, ontstaan door het voor
bijrijden van den doodentrein. In de stad gekomen,
begon ik dadelijk onderzoek te doen naar debetee-
kenis van den doodentrein" en zie hier wat ik te
weten kwam
Er is wellicht nergens op de geheele aarde iets,
dat op den Londenschen doodentrein gelijkt, en
evenmin zal er wel een stad gevonden worden, waar
de duizenden, die jaarlijks sterven, op deze wijze
worden begraven. Weinig Londenaars weten er iets
van. Nu en dan maken de nieuwsbladen er terloops
melding van, maar de merkwaardige trein is nooit
in alle bijzonderheden beschreven geworden. Deze
trein heeft nu al ongeveer zes jaar geloopen, zoo
goed als eiken dag in de week, met zich voerende
honderden Londenaars naar de grootste openbare
begraafplaats op aarde, »the Woking Cemetery"
ver buiten Londen.
Het was een nare, mistige morgen, dat ik naar
het station van de Necropolis Company" ging om
een uitstapje naar Woking te doen. Ik was een
paar uur te vroeg, omdat ik de gelegenheid in oogen-
schouw wilde nemen, waar de lijken bewaard wor
den, tot het vertrek van een trein, en hoe ze daar
vandaan naar de wachtkamers gebracht werden, waar
de lijkdiensten gehouden worden. De kelders zijn
onder de bogen van dt London and South Western
Railway, niet ver van Waterloo station. Niemand
wordt zonder een bijzonder bewgs toegelaten tot
deze kelders waar de lijken voor een en ander wor
den voorbereid, met even weinig gevoel als de spel
den worden afgeleverd uit een speldenfabriek. Ik