UIT DE OUDE DOOS. Gemengde Berichten. Op de School B waren 272 kinderen, waaronder 249 zonder eenig verzuim, 23 die van 110 verzuimen hadden, en 0 met meer dan 10 verzuimen. Het gemiddeld verzuim was 0.9 percent, tegen 0.7 percent over dezelfde maand in 1892. Op de School G waren 171 kinderen, waaronder 145 zonder eenig verzuim, 16 met 110 verzuimen, 10 met meer dan 10 verzuimen. Het gemiddeld verzuim was 3.7 percent, tegen 5.3 percent over dezelfde maand in 1892. Op de School D waren 90 kinderen, waaronder 81 zonder eenig verzuim, 5 met 110 verzuimen, 4 boven de 10 verzuimen. Het gemiddeld verzuim was 2.6 percent, tegen 0.7 percent over dezelfde maand in 1892. Het verzuim op de openbare scholen te zaïnen van 1 Januari af tot uit. Jan. 1893 bedroeg 1.9 percent, tegen 2.2 percent over hetzelfde tijdvak in 1892. „Huwelijk&che zaken". Het huwelijk is heden ten dage een burgerlijke overeenkomst voor de maatschappij, volkomen waar deloos, als niet de ambtenaar van den burgerlijken stand door inschrijving in zijn registers het zegel erop heeft gedrukt. Sommigen of laat het velen zijn doen het burgerlijke huwelijk ook nog kerke lijk inzegenendoch noodzakelijk is dit niet. Daar de instelling van den burgerlijken stand" van be trekkelijk jonge dagteekening is, meenen velen, dat het met het huwelijk in vroeger tjjd juist andersom geschapen stond dan thansdat men toen namelijk uitsluitend met de kerk en in het minst niet met het burgerlijk bestuur te maken had. Dit nu is geenszins het geval. Wel was het huwelijk weleer in hoofdzaak een kerkelijke of godsdienstige ver bintenis, maar men had er zich wel zeer voor te wachten, de lands- of stadsregaering geheel voorbij te loopen. Zoo verscheen er in 1656, dus ten tjjde van Jan De Witt, een »echtreglement over de steden en het plattoland, de heerlijkheden en de dorpen" van alle Nederlandsche provinciën. Alle personen, werd daarin gezegd, die zich in het huwelijk wilden begeven, moesten zich daartoe aanmelden bij den magistraat, bij de commissarissen voor de hu welp k- sche zaken of bij de kerkeraden. Een aangifte bij een der twee eerstgenoemden was alzoo even vol doende als bij laatstbedoelde. Vanwege het gerecht" moesten er bij de inschrijving steeds minstens twee schepenen met den secretaris aanwezig zijn, en bij afwezigheid van den laatste zjjn substituut of klerk. In de steden moest da inschrijving van hen, die in de kerk wilden trouwen (noodzakelijk was dit dns niet), geschieden voor den kerkeraad of althans voor een predikant en twee ouderlingen. Op de dorpen konden allen, ook zij, die in de kerk wilden trouwen, zich tot magistraat of huwelijkscommissaris wenden in de steden mat haar nog beperkt getal ambtenaren zou dit te veel drukte veroorzaakt hebben. De hu welijksafkondigingen moesten in de kerk en op het stadhuis of ter plaatse van den gerechte" geschieden. Uit het tot hiertoe gezegde blijkt reeds voldoende het onjuiste van bovenbedoelde meening. Nochtans waren de meeste reglementen en voorschriften op dit gebied afkomstig van kerkelijke besturen. Met wat dienaangaande in andere provinciën bestond, hebben we hier niet van doen en daarom geef ik eenige der voornaamste bepalingen uit Zeeuwsche regiementen. Daar het huwelijk een instelling is van algemeene waarde, werden de voorschriften te dezer zake niet aan iederen kerkeraad afzonderlijk ter opstelling op gedragen, maar deze bevoegdheid berustte bij de provinciale synoden. De synoden van 1579, van 1602 en van 1620 hadden dit punt op hunne agenda. Zij bepaalden in hoofdzaak het volgende De ondertrouw moest geschieden ter plaatse waar, en ter dage wanneer, de kerkeraad gewoon was te vergaderen. De predikant was met de voltrekking dert' plechtigheid belast. Geen predikant mocht op een andere plaats ondertrouwen dan waar hij dit gewoon was te doen, tenware de gewone predikant afwezig was en een andere door den kerkeraad was genoodigd. De predikant was gehouden het aan staande paar te vragen, vooreerst of zg den christe- lijken doop ontvangen haddenwas dit niet het geval, dan moesten zij zich eerst laten doopen vervolgens of er tusschen hen geen bloedverwant schap bestond in zoodanigen graad, dat hierbij het huwelijk door God verboden was. En om nu te doen weten, welke die graden waren, was het noodig ze aan het paar meetedeelen de predikaut kon dit voor zichzelf te weten komen uit schrijvers, die »zuiverlijk van deze materie geschreven hadden." Aan jongelingen beneden de 25 en maagden be neden de 20 jaar moest gevraagd worden, of zij toestemming hadden van hun ouders, of van den langstlevende van deze en de voogden, of van voog den en naaste bloedverwantendeze toestemming moest blijken uit mondelinge verklaringen van de betrokken personen, zoo zij aanwezig waren, of uit schrifturen van hunne hand of van geloofwaardige getuigen. Verder was de verklaring noodig, dat geen der leden van bet paar gehuwd of ook maar door hu welijksbelofte aan een ander verbonden was. Een »gewoon" man, eenmaal getrouwd geweest zijnde, moest minstens twee maanden wachten na den dood zijner vrouw, alvorens zich met een andere in ondertrouw te mogen begeven voor predikanten was deze termijn zes maanden. Weduwen moesten achttien weken wachten. Het eerstgenoemde echt- reglement der Algemeene Staten bepaalde echter voor vrouwen beueden de 50 jaar deze tijdruimte op negen maanden. Na de ondertrouw moesten de namen van het paar op drie achtereenvolgende Zondagen in de kerk worden afgelezen. Het kwam voor, dat zij, die uien om wettige (d. i. voor de kerk wettige) redenen niet wilde trouwen, zich buiten de provincie in den echt be gaven. De kerkbesturen verzochten den Staten dit streng te willen tegengaan. Ook ter handhaving van de bepaling, dat geen ongedoopten mochten trouwen, verzocht men der Staten medewerking. De heeren Staten, ofschoon zij zich op deze pun ten niet openlijk tegen de kerkbesturen verzetten, waren echter volstrekt niet gezind hun hierin ge heel ter wille te zijn. Ja, ten opzichte der buiten- landsche huwelijken werd wel gezegd, dat de heeren hierop zouden letten, maar daar bleek niet veel van. En met betrekking tot de ongedoopten lieten de Staten zoo duidelijk hun onwil zien, dat de kerk besturen hun bepaling wpzigden in dier voege, dat zij wel op het laten doopen zouden aandringen, maar dat zij, zoo dit niet hielp, het huwelijk toch zouden mogen voltrekken. Een bepaalde weigering van goedkeuring van der Staten zijde viel ook wel eens aan een of ander kerkelijk voorschrift te beurt. In 't algemeen was men ten tijde der republiek fel tegen de katholieken en de Roomsche geestelijkheid gekant. De laatste werd van velerlei kwade practijken beschuldigd, bv. dat zij personen in het huwelijk lieten treden, die zij nooit kenden of zagendat zij ondertrouwden en trouwden, alles op denzelfden dag, zonder af kon- digiogen dat zij personen trouwden tegen den wij^ van dezer oudersdat zij zelfs menschen in den echt verbonden, die niet mochten trouwen uit oor zaak van nauwe bloedverwantschap, ook volgens de Roomsche kerk. Geen wonder, dat men dan ook een afkeer had van de zg. gemengde huwelijken. Men wilde daarom, volgens synodaal besluit van 1638, te Tolen genomen,van ieder, die belgdenis deed, reeds dan de belofte vergen om »geen juk te trekken met de ongeloovigen", d. w. z. zich niet met een Roomsche in den echt te begeven. Op hein, die deze belofte schond, zou men de kerkelijke tucht middelen toepassen. De Staten weigerden echter beslist dit artikel goed te keuren, zoodat het ge lukkig moest worden geschrapt. Verdraagzaamheid stond toen niet in der menschen boekje. BAVO. Oude lande. Alhier is eene vergadering ge houden van het musschengilde. In 1892 werden in geleverd 1516 musschen,waarvan door J. De Jager Gz. 486, die daardoor de premie kreeg van f 3. Tot penningmeester werd herkozen Johs. Van Wingen en tot bode D. Boone. Voor 1893 werden uitgeloofd een premie van f 1,50, éen van 1 en éen van ƒ0,50. De vereeni- ging telt thans 24 leden. Te Osch deed zich, naar een'vroeger bericht meldde, eeD geval van Aziatische cholera voor. Thans beweert men dat de patiënt tengevolge van vergifti ging is gestorven. Onvoorzichtig en dom genoeg had hg groene boooen gegeten, die gekookt waren in een pot, waarin men volgens dwaas gebruik eenige koperen centen gedaan had om aan de boonen een groenen fint te geven. Volgens he£ Maandblad tegen dehwakzalverij loopt de bekende heer Zwigtman van Noppen thans weder, gekleed met pelsjas en hoogen hoed, vrij en frank langs de straten der hoofdstad, alsof er niets ge beurd was. Zondagmorgen werd in de wachtkamer der 3e klasse van het station te Arnhem eenige ontsteltenis en opschudding verwekt door een plotseling sterf geval. De bier brouwersknecht G. E. \V., die met den trein zou vertrekken, zakte, terwijl hij op een bank zat te wachten, plotseling ineen en was een lijk. Spoedig gehaalde geneeskundige hulp kon niet meer baten. De man was gehuwd, maar kinderloos. Eene jeugdige dienstbode, te Groningen, die verlof had gekregen hare familie buiten te mogen bezoeken, kwam ongeveer een balf uur te vroeg bij het station en ontmoette daar een kennis barer jeugd uit hetzelfde dorp, waar zij thuis behooide, die voor eenige jaren naar het verre Westen vertrokken en nu naar zijn vaderland was teruggekeerd om er eene vrouw te zoeken, 't Gevolg van de vernieuwde kennis making was een huwelijksaanzoek, waarop den vol genden dag een gunstig antwoord gegeven werd. Binnenkort zal het meisje gaan trouwen en haar echtgenoot naar Amerika volgen. Zaterdagmiddag heeft een negentienjarige leer ling der hoogere burgerschool met vijfjarigen cursus te Haarlem zich onder Bloemendaal door een revolver schot van het leven beroofd. De vermoedelijke reden van die daad is, dat de knaap niet overgegaan was van de vierde in de vijfde klasse der H. B. S. De rechtbank te 's-Gravenbage veroordeelde mr. Th. G. A. S., die een knaapje met een bijtend vocht bespoot, omdat deze het hem aanhoudend la6tig maakte met belletje trekken, tot zeven dagen gevangenisstraf wegens het door schuld veroorzaken van lichamelijk letsel en het beschadigen van goed, aan een ander toebehoorende. De heer S. is echter reeds Zaterdagavond naar een gesticht voor zenuwlijders overgebracht. Men meldt nader dat de sergeant H. van de grenadiers berust heeft in de straf, hem door den kolonel-kommandant wegens het bekende feit opge legd en dus niet in hooger beroep voor den krijgs raad zal gaan. Gisterochtend was men te Heerenveen ge tuige van een niet alledaagsche soort van werkver schaffing. Een hoog bejaard en gegoed ingezetene, dezer dagen overleden, had namelijk bij uiterste wilsbeschikking bepaald, dat zijn stoffelijk overschot niet met een lijkwagen, doch door honderd dragers naar het kerkhof moest worden vervoerd, aan elk van welke f2 moest worden uitgekeerd. Werkelijk droegen of' vergezelden dan ook honderd arbeiders het lijk. De bekende hardrijder G. Entjes te Schaaphok (Slochteren) heeft in dezen winter 725 gewonnen. In den nacht van Zaterdag op Zondag ver scheen zekere Z. met vrouw R., bij welke persoon, die haar man had verlaten, hij inwoonde, aan de woning van R., in de Koestraat te Amsterdam. De vrouw kwam haar man om geld lastig vallen voor het onderhoud zijner kinderen, naar zij beweerde. R. kwam met een vriend, B., naar beneden. Een woordentwist volgde, waarvan het einde was, dat R. Z. met een stok gevoelige slagen op het hoofd en zijn vriend B. hem met een zakmes 7 wonden toe bracht, waarvan een in de zijde doodelijk. bleek, want naar t Gasthuis vervoerd, overleed hij daar spoedig. Geen 12 uren daarna werd in perceel Spuistraat hoek Raamsteeg aldaar eenzelfde misdrijf gepleegd. Vrouw V. d. H. had jarenlang van haar man een sigarenmaker, die \eelal onder den invloed van sterkedrank verkeerde mishandelingen verdragen, totdat een scheiding van tafel en bed daaraan een einde maakte. De vrouw betrok daarna de tweede verdieping van genoemd perceel. Zondagavond bevond zij zich bij een zieke be nedenbuurvrouw. Er werd aan de deur geklopt, en opendoende kreeg zij een messteek in den buik. Op haar hulpgeroep snelde de vrouw uit de slij terij beneden te hulp, en door haar flink optreden werd de woestaard, met het van bloed druipend mes in de hand naar het politie-bureau op den Singel overgebracht. Daar bleek dat de man zijne vrouw doodelijk had gewond, en nog wel op den dag dat hij zijn 25jarig huwelijk herdacht. Een brutale inbraak heeft Zondagavond te Aalsmeer plaats gehad in de woning van den heer G. Van D., koopman in sigaren, tabak enz. Na zorg vuldig alles gesloten te hebben, gingen de bewoners des avonds om 10 uur een nabij wonend familielid bezoeken, en toen zij een paar uur later thuis kwa men, lag alles overhoop. Eene kast was opengebro ken, de laden waren uitgehaald en doorzocht, ter wijl in den winkel niets onaangeroerd was gelaten. Vermist werden eenige kistjes sigaren, flesschen met eau de cologne, pakjes thee en bussen cacao, bene vens een paar gouden ringen, een kerkboek en eenige kleedingstukken. De dieven hebben zicb door een bovenraam aan de achterzijde der woning toegang weten te verschaffen. Men verwondert zich er over, hoe zij onopgemerkt hebben kunnen big ven, daar er in den winkel en in de woonkamer licht brandde, en de woning midden in het dorp staat, waar het tot laat in den avond op Zondag druk op straat bljjft. De politie doet ijverig onderzoek. Als bewijs hoe groot de kracht van het water is wordt het volgende gemeld, onlangs in de Ver- eenigde Staten voorgevallen. In een sociëteit wedde men, dat de sterkste man niet zou kunnen verdragen, dat een liter water, van een hoogte van drie voet, druppel voor druppel in zijn hand viel. Een der aanwezigen, die als zeer sterk bekend stond, ver klaarde zich bereid de weddenschap aan te nemen, meenende deze gemakkelijk te zullen winnen. Vóór dat echter de 500ste druppel gevallen was, vernaai men aan het schreeuwen, dat hij de weddenschap verloren had. Iedere druppel scheen hem door de hand te zullen vallen, zoo verklaaide hijer had zich een blaas op zijn hand gevormd. Druppelt het water voortdurend op een steen, dan zal het water den steen ten laatste doorboren hat is een oude bekende waarheid, door dit nieuwe feit bewezen. In Texas is dezer dagen weder de lynchwet toegepast door een opgewonden menigte, ditmaal onder bijzonder treurige omstandigheden. De ter dood gebrachte was namelijk geheel onschuldig aan de misdaad, waarvan men haar betichtte. Bij een pachter in den omtrek van Burnet was een kind gestorven en een ander ernstig ziek geweest, blijk baar tengevolge van vergiftiging. Er liep een ge rucht, dat eeu dienstmeisje van den pachter die misdaad gepleegd zou hebben, en het meisje nam in haar schrik voor die beschuldiging de vlucht. De publieke opinie beschouwde dat als een bewijs van hare schuld. Een menigte boeren ging uit om haar te zoeken en ter dood te brengen. Zij vonden het arme meisje in een schuur verscholen en sleepten haar mee naar een boom. Het meisje betuigde aan houdend, dat zij onschuldig wasmaar toen men geen geloof sloeg aan hare verzekeringen berustte zij in haar lot. Men gaf haar vgf minuten om een laatste gebed te doen. Zij verborg, geknield te midden van hare beulen, eenige oogenblikken het gelaat in de handen en vijf minuten later hing de arme meid aan den boom, waar de lynchers haar lieten hangen, na eerst nog twee schoten op haar gelost te hebben. Weldra bleek, dat ongeveer op datzelfde oogen- blik de politie den waren schuldige bad gevat, namelijk een buurman van den pachter, die om een oude grief te wreken, diens kinderen vergiftigde. De Parijsche politie heeft in een logement in de Rue des Petits-Cavreaux een dertigtal verdachte personen in hechtenis genomen. Onder dezen ver moedt men, dat zich ook de dieven bevinden, welke de kostbaarheden ontvreemdden in de woning van den markies de Panisse-Pasis in de Avenue-Mareau. Onder de gevangen genomen personen zijn tien oude bekenden der politie. De voortvluchtige bankier Arton is nog steeds zoekhet is echter meer geluk dan wijsheid, dat hij totnutoe aan d© politie wist to ontkomen. De detective Soudais, die hem te Bucharest moest arresteeren, werd gedurende 48 uren te Weenen opgehouden, daar de treinen wegens de sneeuw niet konden rijden. Zoodra de baan ontruimd was, zette Soudais de reis voort met de Orient-express", maar deze had in de nabijheid van Pesth een botsing met een anderen trein, waardoor de weg weer 24 uren ver sperd was. Arton, die gewaarschuwd schijnt te zijn, had dus drie dagen tijd om aan zijn vervolgers te ontkomen. De rijkste stad in Zwitserland schijnt Zurich te zijn. Daar wonen 96 millionairs, 121 half-millio- nairs, 306 die in de belasting zijn aangeslagen in een vermogen van 250,000 tot 500,000, idem 951 van 100,000 tot 250,000, idem 1659 van 50,000 tot 100,000 en 4233 die geschat zijn op 20,000 tot 50,000 francs, Een beambce van de City-bank te Londen moest van betj hoofdkantoor 700 pd. st. in goud en 300 pd. in zilver halen en naar het bijkantoor in Bondstreet brengen, in een rijtuig. In de gang ontmoette hij een heer, die hem zei, ook vanwege de bank te komen en hem aanbood »een handje te helpen". De beambte, een looper, die al de heeren" niet kende en geloof sloeg aan den man, gaf hem den zak met het goud overmaar in plaats van 't in het rijtuig te brengen, ging de heer er mee op den loop en hij is nog zoek. Noodlottige overstroomingen hebben Brisbane en de kolonie Queensland geteisterd. De aangerichte schade is ontzettend. In de stad Ipswich zijn gan- sche huizen weggespoeld. De bevolking vlucht, om zich te redden, naar het gebergte. De laatste tijdingen melden hartverscheurende bij zonderheden. Te Bundabery zijn honderden familiën zonder dak. Te Maryborough is de brug ingestort. Men gelooft dat een dertig personen verdronken zijnhonderden huizen zijn vernield. De stad Tiaro staat onder water. Te Brisbane, waar twee groote bruggen door den stroom weggespoeld zijn, is de toestand hoogst bedenkelijk. Het water staat er twintig voet hoog in de voornaamste straat van het zuidelijk kwartier. Bij het spoorwegstation te Altaville, op Sicilië, is het lijk gevonden van Notarbartolo, oud-directeur vau de Siciliaansche bank, bedekt, met 26 wonden met een dolk toegebracht. Notarbartolo was met den trein vertrokken om zich naar zijn landgoed te he geven. Twee zijner bedienden en twee gendarmes waren gezeten in een waggon, volgende op zijn coupé eerste klasse, maar zij schijnen niets gehoord te hebben. Uit het onderzoek is gebleken, dat twee personen, als heeren gekleed, te Termini in den- zelfdea coupé waren gestegen, en deze moeten hem vermoord en het lijk uit het portier geworpen hebben. De coupé was hier en daar met bloed be vlekt, en de sporen van eene hevige worsteling waren aanwezig. Het horloge, een veertig lire en het ge Teer van den vermoorde zijn gestolendoch men gelooft, dat die diefstal gepleegd is om de justitie op een dwaal spoor te brengen, en dat hier eene persoonlijke wraakneming in het spel is De trein voerde veertig gendarmes mede. Dit moeten de moordenaars geweten höbben en men is dus te meer verbaasd over hetgeen zij hebben ge durfd. Uit Noorwegen zal een merkwaardige zending naar Chicago gaanhet Floötbook, dat de Noorsche legenden der koningen en die van IJsland behelst het is een werk in twee deelen, op perkament ge schreven tusschen 1370 en 1383, dus meer dan 100 jaren vóór de ontdekking van Amerika, (door de IJslandsche priesters Magnes Thorhallsen en Jan Thodorfoor, die op het eiland Plato woonden. Het belangwekkende van dit boek, hetwelk door oen Amerikaanseh oorlogschip gehaald en te Chicago in een afzonderlijk gebouwtje dag en nacht be waakt zal worden, is de legende van Olaf Tryg- vason, van Erik en zijn zoon Leif de Gelukkige, die gezegd wordt de eerste ontdekker van Amerika te zijn geweest, 500 jaren vóór Columbus. Op een reis naar Groenland, waar hij, door zijn vader tot het Christendom bekeerd, dit wilde gaan prediken, dreef zijn schip zuidelijk af, en in het jaar 1000 ontdekte hij Finland". Yan den 11 den Februari af tot Aschdagochtend voert zijne hoogheid Carnaval" heerschappij over Antwerpen. Een luisterrijke vastenavondstoet, bestaande uit 56 groepen te voet, 6 groepen te paard, 26 praal wagens en 10 muziekcorpsen, doorkruist Maandag 13 en Dinsdag 14 Februari de voornaamste straten. In de winkels ziet men hoegenaamd geene uitstal lingen van koopwaren, want groepen verkleede kin deren nemen de plaats voor de vensters in, die evenals de balcons en de gevels met bloemkransen, linten, vlaggen en draperieën versierd zijn. Een begrafenis in Londen. We hadden een klein spoorwegongeluk gehad, en het werd toege schreven aan een oponthoud, ontstaan door het voor bijrijden van den doodentrein. In de stad gekomen, begon ik dadelijk onderzoek te doen naar debetee- kenis van den doodentrein" en zie hier wat ik te weten kwam Er is wellicht nergens op de geheele aarde iets, dat op den Londenschen doodentrein gelijkt, en evenmin zal er wel een stad gevonden worden, waar de duizenden, die jaarlijks sterven, op deze wijze worden begraven. Weinig Londenaars weten er iets van. Nu en dan maken de nieuwsbladen er terloops melding van, maar de merkwaardige trein is nooit in alle bijzonderheden beschreven geworden. Deze trein heeft nu al ongeveer zes jaar geloopen, zoo goed als eiken dag in de week, met zich voerende honderden Londenaars naar de grootste openbare begraafplaats op aarde, »the Woking Cemetery" ver buiten Londen. Het was een nare, mistige morgen, dat ik naar het station van de Necropolis Company" ging om een uitstapje naar Woking te doen. Ik was een paar uur te vroeg, omdat ik de gelegenheid in oogen- schouw wilde nemen, waar de lijken bewaard wor den, tot het vertrek van een trein, en hoe ze daar vandaan naar de wachtkamers gebracht werden, waar de lijkdiensten gehouden worden. De kelders zijn onder de bogen van dt London and South Western Railway, niet ver van Waterloo station. Niemand wordt zonder een bijzonder bewgs toegelaten tot deze kelders waar de lijken voor een en ander wor den voorbereid, met even weinig gevoel als de spel den worden afgeleverd uit een speldenfabriek. Ik

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1893 | | pagina 2