1893 N°. 11.
Dinsdag 24 Januari.
80ste jaargang.
9
Da uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
Ijazeudlifig vae» advertenüën vóór S3 uren op «Hen öag der uitgave»
Do prijs der gewone advertentiün is van 15 regels 50 cent, elte regel meer 16 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts twoemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ot.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
OPENBARE VERGADERING
van den
RAAS» «ter gemeente ®ÖEI§,
op DONDERDAG den 26 JANUARI 1893,
des avonds te half 8 .uren.
Goes, den 23 Januari 1893.
De Secretaris,
HARTMAN.
Punten van behandeling
I. Notulen.
n. Mededeelingen.
III. Ingekomen stukken.
IV. Suppletoir kohier vau verschuldigd schoolgeld
voor onderwijs aan school E.
V. Ontwerp-besluit tot af- en overschrijving op
de begrooting voor 1892.
VI. Idem tot wijziging der begrooting voor 1893.
VII. Voorstel van B. en W. omtrent de vrye en
orde-oefeningen van de gymnastiek.
VIII. Idem omtrent den aanleg van een wandelpad
aan den Oostwal.
K S E S II E G li T.
Da mannelijke inwoners der gemeente:
lo. die in eone andere gemeente over liet laatstvorloojien
dienstjaar plat is 1S9L/Ü2) in da personeels belasting ter zake
hunner woning, waren aangeslagen naar eene hoogere huur
waarde dan die, welke volgens art 1 litt. a en b. van de wet
van 24. April 1844 (St bi. no. 14-) aanspraak geeft op vermin
dering tot een derde of twee derde gedeelten der belasting naai
de drie eerste grondslagen
2o die in de grondbe'asting in eene andere gemeente of
in meer gemeenten te zamen over het dienstjaar 1892 tot «en
bedrag vau tan minste tieu gulden zijn aangeslagen;
3o. die, hetzij hoofden van gezinneu of alleen wonende
personen zijnde, van Hen inwoneuden eigenaar of eersten huurder
van een woonhuis of afgezonderd gedeelte vau een woonhuis,
waarvan da huurwaarde voor de personsele belasting ten minste
op het dubbele is g«sle!d van het laagste in de gemeente voor
den vollen aanslag vereischte bedrag gedurende negen maanden,
voorafgaande aan den 15 Februari 1893, een gedeelte in huur
hebben gehad en bewoond, waarvoor geen afzonderlijke aanslag
in de pcrsouecle belastuig geschiedt, maar waarvan de jaar-
lijk se he huurwaarde. 011 gestoffeerd, in verhonding tot de 1 elast-
bare huurwaarde van Jiet woonhuis of afgezonderd gedeelte van
het woonhuis geschat, het sub 1 bedoelde bedrag van den vollen
aanslag bereikt (bcloopeude voor Goes 33)
worden nitgencodigd daarvan voor den vijftienden Februari
aanstaande ter Secretarie der gemeente te doen blijken, (die
s ib 1 en 2 door overlegging van voor voldaan geteekende
aanslagbiljetten; die sub 3 d ;or invulling van een biljet,
dat kosteloos verkrijgbaar is).
Goes, den 21 Januari 1893.
De Voorzitter van den Gemeenteraad,
J. G. d. W. HAMER.
Ingevolge bevel van den heer Commissaris der Koningin in
deze provincie is het
verveer van vrachten op de wegen
overeenkomstig het reglement beperkt, aanvangende te midder
nacht tnsschen d6u 22 en 23 Januari 1893.
De uitvoerige uaukondigiogen zijn ter gewone plaatsen aan
geplakt.
Goes, den 23 Januari 1893
De Burgemeester van Goe*,
J. G. d. W. HAMER.
Bedrijfs- en beroepsbelasting
Het voorloopig verslag der Tweede Kamer is ver
schenen over de bedrijfs- en beroepsbelasting. Alge
meen werd hulde gebracht voor den grooten spoed,
dien de Minister" met de indiening heeft betracht,
aan zijn ongewone arbeidskracht en voortvarendheid.
Terwijl volgens sommigen het ontwerp eveneens
bewondering verdiende als in het algemeen getui
gende van groote kennis en talent, dachten andere
leden minder gunstig over het verkregen resultaat,
droeg huns inziens het ontwerp het kenmerk van
de overhaasting, waarmede aan de samenstelling is
gearbeid en was de redactie buitengewoon ingewik
keld. Zelfs zg, die gewoon zijn wetten te bestudeeren,
kunnen zich niet dan na eene langdurige inspanning
in de verschillende bepalingen tehuis gevoelen en
hoe het belastingplichtig publiek die wet zal kennen,
tenzij alsnog groote vereenvoudiging worde aange
bracht, verklaarde men niet te begrijpen.
Invoering van twee zoo ingrijpende belastingen,
als vermogens- en bedrijfsbelasting binnen den tijd
van een jaar werd eenerzijds afgekeurd, anderzijds
aangeprezen of als noodzakelijk voorgesteld. Terwijl
verschillende leden invoering der vermogensbelasting
zonder tegelijkertijd invoering der bedrijfsbelasting
bedenkelijk achtten, zagen anderen geen reden om
ook, al werd de bedrijfsbelasting niet vóór 1 Mei
tot wet verheven, de vermogensbelasting niet in te
voeren.
Een voorname grief in de afdeelingen was het
ontbreken van alle ramingen omtrent de vermoede
lijke opbrengst der belasting. De Minister doet een
eprong in het duister en verwacht van de Kamer,
dat zij dien zonder aarzelen met hem mee zal willen
maken. Vrij algemeen was de overtuiging dat de
opbrengst die van het patentrecht aanzienlijk zou
overtreffen.
Vrij algemeen werd afgekeurd de heffing van op
centen. Algemeen wordt aangedrongen op verlaging
van het tarief voor kleinere inkomens, waarvan ver
scheidene leden hun stem afhankelijk maakten. Over
den aanslag van coöperatieve winkelvereenigingen
bestaat veel verschil van gevoelen, doch in beginsel
wordt die rechtvaardig geacht.
Hulp voor onze werkeloozen.
Onder dit opschrift hebben de heeren Joh. Van
't Lindenhout te Neerbosch, L. R. J. A. Roosmale
Nepveu te Doorn, H. Pierson te Zetten, II. A. J.
Leembruggen te Zwolle, jhr. dr. L. De Geer te Velp
en J. H. F. Gangel Oz. te Harderwijk, uitmakende
het comité van emigratie, eene circulaire verspreid,
waarin de medewerking gevraagd wordt van allen,
die bemiddeld genoeg zijn om van het hunne iets
voor den lijdenden broeder te kunnen afzonderen.
Het comité is overtuigd, dat in den dringenden
nood van duizenden landgenooten alleen door emi
gratie kan voorzien worden. Het heeft vroeger uit
voerig medegedeeld, welke overwegingen het geleid
hebben, de noord-westelijke districten van Canada
tot doel der landverhuizing te kiezen. De hoofd
reden is, dat de regeer in g van Canada aan ieder
volwassen persoon boven de 18 jaar eene huisplaats
vau 100 acres (65 bunders) tegen betaling van de
kósten der inschrijving a 10 dollars afstaat, mits hij
aan voorwaarden voldoet, waarvan de strekking is,
der regeering een waarborg te geven, dat de alzoo
toegestane huisplaats ook werkelijk door den »setler"
bewoond wordt.
Het comité hoopt eene maatschappij tot stand te
brengen, die eene leening uitschrijft, met het doel
om zóo duizenden gezinnen, die hier geen werk en
dus geen brood kunnen vinden, op eene huisplaats
te vestigen. Maar het oogenblik is daartoe niet
gunstig. En toch, de nood nijpt.
Om het groote doel voor te bereiden, wenscht
het comité een 40 of 50 tal jonge mannen, met 2
of 3 gezinnen, naar Canada te zenden, die daar als
pioniers, als wegbereiders voor hunne lotgenooten,
die men hoopt te laten volgen, zullen optreden.
Reeds in April 1893 hoopt het comité die uitzending
te doen geschieden. Voor hunne ontvangst en plaat
sing in Canada zal de vertegenwoordiger aldaar, de
heer R. Insinger, lid der Staten van de noord-weste
lijke districten, zorg dragen. Tegen een goed loon is
daar werk voor hen te vinden, namelijk één dollar
daags, in de zomermaanden, boven kost en inwoning.
Eene belangrijke som is noodig om dit plan uit
te voeren. Het comité verzoekt daarom de hulp van
allen, die, meer of minder rijk bedeeld met aardsche
goederen, veel of weinig van het hunne kunnen
afstaan.
Werkeloosheid.
De heer J. Stoffel schetst in de Nieuwe Gids de
vreeselijke beteekenis van bet woord werkeloos
heid, onder opmerking, dat weinigen van zijü6
lezers die beteekenis uit eigen ervaring kennen,
want de meesten hunner zijn boven gebrek verheven.
Zij kennen niet den waanzinnigen angst van den
arbeider, die het brood moet verdienen voor vrouw
en kinderen, voor dat monster werkeloosheid", dat
hen het geheele jaar, maar vooral in den winter,
aangrijnst en zich gereed maakt hem en zijn gezin
te verslinden neen langzaam te doen wegteren
in wanhoop en ellende". Maar kennen zij ook al de
werkeloosheid zelve nog niet, hare gevolgen en de
omstandigheden, die haar vergezellen, kennen zij wel.
Zij zijnlo. Eene te kleine productie, omdat de
koopkracht, en dus het verbruik van het volk, te
klein is. 2o. Volkomen afhankelijkheid van degenen,
die niet anders dan hun arbeidskracht te verkoopen
hebben, van hen, die den grond en de arbeidsmid
delen (het kapitaal) in eigendom bezitten. 3o. Laag
loon. De werkeloosheid brengt ten slotte alle kapi
taal en allen grond in de handen van enkelen, die
daardoor de uitsluitende macht krijgen om werk te
geven op hunne voorwaarden.
»Wie de werkeloosheid kan opheffen, kan de so
ciale quaestie oplossen, zeide eens met zienersblik
mijn ouden leermeester mr. H. Ter Haar, en hij
had gelijk. Als er maar geen werkeloozen waren,
dan stegen de loonen, dan steeg de productie, dan
werd de arbeider onafhankelijk, dan was er geen
behoefte aan arbeidswetgeving, want dan kon de
arbeider zich zelf helpenMaar wanneer wij de
werkeloosheid niet kunnen opheffen, dan zijn wij
verloren, dan is er geene redding meer voor onze
maatschappij, want die werkeloosheid stijgt met ieder
jaar, met iederen dagdaartegen moet een middel
gevonden worden en nog in deze eeuw, want de
20e eeuw zal de quaestie niet van de 19e overnemen.
Op straffe van vernietiging moet onze maatschappij
het middel vinden en toepassen, om te zorgen, dat
ieder die wil werken door arbeid het brood voor
zich en zijn gezin zal kunnen verdienen.
y$at baten leerplicht, ambachtsscholen, goede arbei
derswoningen, bibliotheken, volkshuizen, »Toynbee-
hall's", wanneer het werk ieder jaar vermindeit en
de som, die voor arbeidsloon beschikbaar gesteld
wordt, mat ieder jaar kleiner wordt?
Ik aarzel niet het misdadig te noemen, om deze
zaken hoe goed ook op zich zelf beschouwd
in den tegenwoordigen tijd op den voorgrond te
stellen, omdat daardoor de aandacht wordt afgeleid
van maatregelen, die het volk meer werk, hooger
loon, grooter onafhankelijkheid kunnen geven. Alle
maatregelen, die niet daartoe strekken, zijn nutte
loos. Ik twijfel er volstrekt niet aan, dat de men
schep, die ze voorstellen, de beste bedoelingen koeste
ren, maar in werkelijkheid houden zij de ©enige
hervorming tegen, die inderdaad helpen kan, die een
einde maakt aan do werkeloosheid."
Het universeele kruid tegen werkeloosheid oordeelt
de schr. daarin te bestaan, dat de maatschappij zorgt
voor eene betere verdeeling van het arbeids-product,
voor hooger loon voor den arbeider en mindere winst
voor den kapitalist of grondbezitter. Achtereenvolgens
behandelt hij een drietal wegen, die daartoe open
staan.
1. De toepassing van het beperkte socia
lisme met behoud van het privaat-eigendom van
grond en arbeidsmiddelen- Wanneer dergelijke be
palingen als de aanhangers hiervan eischen, inter
nationaal konden vastgesteld worden, of ook wan
neer zij in een afzonderlijk land werden ingevoerd
en in dat land de invoer van goedkoopere arbeids
producten door hooge invoerrechten werd belemmerd
of verboden, dan zou de groote hinderpaal, die een
rijzing der loonen belemmert, »de industrieele reserve
armee", zijn opgeruimd. Maar hiertoe zou een «krach
tige" regeering e6n vereisehte zjjn en een gesloten
hUndelsstaat", zooals Friedrich List, de leermeester
van Bismarck, voor zijn beschermende handelspoli
tiek zich die voorstelde. In zulk een Staat zou het
mogelijk wezen, om met behoud van het privaat
eigendom van grond en arbeidsmiddelen, het loon
van den arbeider te verhoogen. Ik acht het echter
onmogelijk om, met behoud wan den vrijen handel
en onder een democratischen regeeringsvorm, door
maatregelen als de zoogenaamde radicale partij bij
ons oorstaat, het loon van den arbeider te verhoogen
en daardoor de werkeloosheid te doen ophouden."
2. Het volledig socialisme, de ophef
fing van het privaat-eigeudomsrecht op grond en
arbeidsmiddelen en hst overnemen van de taak der
productie en verdeeling der producten door de ge
meenschap. Hiervan zegt de Schr. o. a.»Ik geloof
niet, dat eeo socialistische organisatie van oen ge
heel volk thans bereikbaar is, en de menschen, die
zoo iets uitvoerbaar achten, zijn dan ook bijna uit
sluitend geleerden of werklieden, menschen die nooit
een handels- of industrie-zaak hebben gedreven en
geen begrip hebben van de groote bezwaren, die
aan zulk een concentratie van alle bedrijven in de
handen van de gemeenschap zouden zijn verbondeD.
De maatschappij rust op de individueele vrijheid
om te arbeiden en op den prikkel van bet eigen
belang, en zal daarop nog lang blijven rusten, ten
spijt van alle socialistische droomerijen over een toe-
komsligen heilstaat. Deze is wel mogelijk, maar al
leen met zeer hoog staande menschen, en de groote
meerderheid staat nu eenmaal maar op geringe
hoogtewie haar te hoog aanslaat, zooals de soci
alisten doen, komt bedrogen uit.
Wij moeten eene betere maatschappij tot stand
brengen voor gewone, niet voor buitengewone men
schen, en daarom moeten vrijheid van arbeid (con
currentie) en eigenbelang (privaatbezit van arbeids
producten) behouden blijven wij hebben alleen maar
te zorgen, dat die vrijheid en dat privaatbezit niet
misbruikt kunnen worden om anderen te benadeelen.
Een volledige socialistische maatschappij uit een
revolutie geboren, kan geen stand houden, en de
menschen, die naar een bereikbare hervorming stre
ven, zijn betere vrienden voor het volk, dan de
revolutionaire utopistenen wat de evolutionaire
utopisten betreft, geloof ik dat zij, door denzelfden
weg te bewandelen als de zoogenaamde radicalen of
staats-socialisten, ten slotte een ainbtenaarsheer-
schappij in het leven zullen roepen, die tiranniek
zal regeeren, den toestand van de armen slechts
weinig zal verbeteren en den vooruitgang der maat
schappij zal dooden."
Ten slotte geeft de schrijver, zooals bekend is een
voorstander van landnationalisatie, aan
waarin z. i. het middel dan wel bestaat om aan de
werkeloosheid een einde te maken. Als het eenige
werkzame en uitvoerbare middel om tot het doel
te geraken, beschouwt hijd9 opheffing van hot
privaat-grondeigendom, om dit te brengen in de
handen der gemeenschap, die den grond tegen be
taling der grondrente tydelgk in gebruik geeft. H j
somt de voordeelen daarvan op en noemt als middel
om langs geleidelijken weg er toe te komenont
eigening van den grond en afbetaling met rente-
gevende afiosbare pandbrieven, waarvoor de rente
gevonden worde uit de pacht, of in den eersten tijd
uit een progressieve belasting op groote nalaten
schappen.
GOES, 23 Januari 1893.
Ter wille van hen onder onze lezers, aan wie
bij art. VII van de additioneele artikelen der Grond
wet het kiesrecht is verleend, en die volgens
diezelfde bepalingen zich vóór 15 Februari
a. s. moeten aangeven, willen zij op de nieuwe kie
zerslijsten worden gebracht en tot Mei 1894 in staat
zijn hun kiesrecht uit te oefenen, vestigen wij de
bijzondere aandacht op de publicatie van het ge
meentebestuur, opgenomen in dit nommer.
Vooral worden zij, die in de daaringenoemde cate
gorieën vallen, indachtig gemaakt, dat telken
jare de eigen aangifte moet worden
herhaald, zoodat zij, ook al komen hunne namen
op de thans nog geldende kiezerslijsten voor, zon
der eigen aangifte niet weder op de nieuwe
lijsten gebracht worden.
In de Zaterdagavond gehouden vergadering
van de Vereeniging »de Ambachtschool" te Goes is,
in de plaats van dhr. Hildernisse, die wegens ver
trek uit de gemeente bedankt heeft, tot lid van het
bestuur gekozen dhr. C. L. M. Lambrechtsen,
terwijl in de plaats van wijlen dhr. G. v. d. Hoek
als lid van het bestuur door het departement der
Maatschappij tot nut van 't algemeen is aangewezen
de heer V. d. Wart, die in deze vergadering tevens
tot secretaris werd gekozen.
De voorzitter sprak daarop ia hoogst vleiende
maar ruimschoots verdiende bewoordingen den af
tredenden secretaris, den heer D. Hildernisse, toe om
hem den welgemeenden dank van de vereeniging
te brengen voor' zjjne belangelooze toewijding, aan
de goede zaak der Ambachtsschool betoond en hij
drukte daarbij den wensch uit, dat de naam van
den lieer Hildernisse nog lange jaren aan de ver
eeniging verbonden mocht blijven.
De vergadering gaf door luid applaus hare in
stemming met deze toespraak te kennen, waarna de
heer Hildernisse den voorzitter en de vergadering
dankte voor hunne blijken van sympathie.
De voorzitter deelde voorts mede, dat door het
bestuur opnieuw aanvrage is gedaan aan den Min.
v. Bin. Zaken om nog in aanmerking te mogen
komen voor een Rijkssubsidie bij de toegezegde
suppletoire begrooting, welke voor subsidiëa aan
ambachtscholen door Z. E. aan de Kamers zal wor
den aangeboden.
De St. Ct. bevat de statuten der vereeniging
Christelijke Jongelings-vereeniging »Obadja", te
Kapelle bij Goes.
lerseke. In de Zaterdagvoormiddag gehouden
raadsvergadering waren 9 leden tegenwoor
dig. Afwezig was de heer Van Harmeien.
Ingekomen was o. a. van den heer C. E. Fiedeldij
eene kennisgeving, dat hij, ingevolge de afwijzende
beschikking op zijn verzoek om traktements-ver
hooging, als gemeentegeneesheer, tegen 31 Jan. zijn
ontslag nam, evenwel zich bereid verklarende na
dien datum onder nader overeen te komen voor
waarden de geneeskundige diensten te bly ven waar
nemen.
B. en W. onthielden zich van advies, waarom de
Voorzitter voorstelde onmiddellijk sollicitanten op to
roepen tegen een salaris van f 750.
De heer Cupéry verklaarde zich daar mee te
vereenigen.
De heer Sinke zag er ook niet anders op dan, nu
A gezegd is, ook B te zeggen. Hoewel van mee
ning, dat de dokter hooger belooning verdient, had
spreker gehoopt, dat de dokter zou hebben ingezien,
dat traktements-verhooging nu niet mogelijk is.
Nu geeft deze aanleiding dat oude quaesties weer
opgerakeld worden, maar de raad kan zich de wet
niet laten stellen. Toch vreest hij, dat de pogingen
om een tweeden dokter te krijgen niet slagen zullen
en dat wij zullen moeten eindigen met in overleg
te treden.
De heer Cupéry is daar minder bevreesd voor.
De vroeger daartoe van particuliere zijde aangewende
pogingen zijn hoofdzakelijk afgestuit op de omstandig
heid, dat de tweede dokter niet verzekerd was vau
de armenpraktijk, anders zou de heer Hubers vau
Assenraad zeker hier gekomen zija. Sedert z'jn de
kansen nog verbeterd: de wijziging der artsen wet
getuigt er vau, dat er geen gebrek is aan artsen.
Als de toestand wordt blootgelegd, zooals hij is,
als men weet, dat hier een traktement van f 759
bestaat, dit lersike ruim 4)J) zielen telt en dat