1893 N°. 2. Dinsdag 3 Januari. 80s,e jaargang. 25 CANADABOOMEN Do uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75. Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en AdvertentiSn voor dit blad Aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmar. te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders. De prijs der gewone advertentiön is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs j slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. finz«ndin^ van advertentiën voor S uren op den dag der uitgave. Den be]a»ghebben<Jen wordt herin Berd, dat de "VERKOOP ;er rooiing van staande aan den Schansdijk buiten de voormalige BleekveltRche barrière zal plaatshebben bij openbare inschrijving in étn perceel, en ouder de voorwaarden, die ter Secretarie der ge meente voor een ieder ter inzage liggen. De biljetten worden ingewacht voor des middags te 12 our van Zaterdag den 7 Januari 1898 bij Heu burgemeester van Goes, zullendo de opening der biljetten denzelt'don dag te 1 uur in het Raadhuis plaats hebben. Goes, den 28 D cember 1892 Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. d. W. HA MEK. De Secretaris, H A R T M A N. Landverhuizing naar Amerika. Te Utrecht bestaat de Nederlandsch-Amerikaan - sche Land- en Emigratie-Maatschappij. In verband met het telegram van Dalziel, dat een 800 Nederlandsche kolonisten, die een 30,000 p. st. hadden gestort voor te koopen landerijen, te Alamosa waren aangekomen, maar bevonden hadden, dat de Landmaatschappij eigendomstitels noch mid delen bezat, begaf zich een der verslaggevers van de Utrechtsche Ct. naar den directeur dier Maat schappij, den heer P. Dekker, en met dezen had hij het volgende onderhoud Mogen wij u vragen, hoe het bericht in de we reld komt?" »Zeer zeker, toen onze kolonisten te Alamosa aan kwamen, werd er door de Amerikaansche Maat schappij een hoogere prijs dan vooraf overeengeko men was, van ons bedongen, en nu wilde onze agent zonder machtiging der directie hierin niet beslissen. Dit gaf eenig oponthoud. Eenige boeren, ongeduldig geworden, dat niet onmiddellijk het land geleverd werd, telegrafeerden naar Utrecht." »Goed, doch gij hadt te voren met de Maatschappij in Amerika toch eene overeenkomst getroffen." »Zeer juist, het verschil bestond in een opstal, dien wij niet anders dan bij taxatie wilden over nemen." »Mag ik u vragen, of de boeren nog steeds op bun laad wachten »Neeo, in geenen deele, de zaak heeft haar beslag gekregen, het land is geleverd en er bestaat niet de minste aanleiding om den tocht van de tweede groep kolonisten uit te stellen." »Is het waar, dat er reeds 800 emigranten door bemiddeling van uwe Maatschappij naar Amerika vertrokken?" »Neen, dit cijfer is zeer overdrevenslechts 200 bedraagt het juiste getal." »Zijn er onder de ©migranten ook landbouwers uit Utrecht en de provincie »Neen, de meeste kwamen uit Friesland en den achterhoek van Gelderland, waar het met den land bouw allertreurigst gesteld is." Veroorloof mij te vragen, hoeveel geld door elk der emigranten ten uwen kantore voor het door hen gekochte land gestort is »Geen enkele cent, mijnheer." »Is uwe instelling dan een philactropisehe en geeft uwe Maatschappij het land cadeau »Uwe eerste vraag kan ik gedeeltelijk toestem mend beantwoorden ja, onze Maatschappij heeft een philantropisch doel, dat zich echter niet zoover uit strekt om land voor niets te geven. De zaak is deze Onze Maatschappij koopt land in Amerika en stelt emigranten in de gelegenheid daar te werken, zonder land te koopenalleen moet elkeen zijn passage be talen, terwijl hij, in Amerika aankomende, slechts 1/10 deel van de koopsom behoeft te voldoen. Bij kleinere koopen, zelfs van 200 acres ad ƒ350, heeft men slechts 1/20 deel of 17,50 te betalen." »Maar heeft uwe Maatschappij dan geen onkosten, of neemt uwe directie die voor hare rekening »Onze Maatschappij heeft hare eigen akkers in Amerika, terwijl de emigranten jaarlijks aan rente en aflossing 7 pet. te betalen hebben van het voor geschoten bedrag." »De zaak is mij nu iets duidelijker, doch nog altijd begrijp ik niet, hoe dat verontrustende cou ranten-bericht in de wereld gekomen is Ontevreden menschen zijn er altijd, en wellicht heeft een der boeren aan den reporter van een Amerikaansch blad inededeelingen gedaan, die door het telegram te snel en zoo onjuist zijn overgeseind." Waarom gaat gij u niet persoonlijk van den toe stand in Amerika overtuigen »Een onzer commissarissen, de heer prof. Noordizij te Kampen, is reeds daarheen vertrokken per stoom schip Veendamik ben persoonlijk door huiselijke omstandigheden daarin verhinderd." Na nog eenige vragen en antwoorden van onder geschikt belang was ons onderhoud afgeloopen. De redactie van de ütr. Ct. teekent bij dit onder houd nog het volgende aan Als degenen, van wie de Utrechtsche Maatschappij het land te Alamosa kocht, aan hun verplichtingen voor een oogonblik niet voldeden, dan had toch de vertegenwoordiger der Maatschappij wel zooveel moge lijk en zoo spoedig mogelijk moeten zorgen, dat de Maatschappij niet te kort bleef in haar verplich tingen tegenover de landbouwers. Men moet niet twee honderd boeren laten wach ten op hun land, omdat er quaestie komt over een opstal. Dan diende de Utr. Maatschappij dadelijk toe te geven ter wille van de landbouwers, of althans reeds terstond toegang tot het land te bedingen, in afwachting van latera beslissing in de quaestie van ondergeschikt belang. TJit het Noorden. Omtrent de ongeregeldheden in Friesland vinden we het volgende uit Harlingen gemeld Wij hebben aanvankelijk ook ons aandeel in de opstootjes der werkloozen, evenals elders begonnen met bet zingend rondloopen van troepen opgeschoten jongens, gevolgd door straatmeiden en mannen, toe gesproken door leden der volkspartij, die in het publiek aanmanen tot orde, geleid door de politie. Vrijdagmorgen kwam een half dozijn rijksveldwach ters onze politie versterken. Eene samenscholing voor het stadhuis leidde tot eene conferentie met den burgemeester, die aan den eisch om werk geen gevolg kon geven, eenvoudig omdat er geen werk was. Des avonds zijn bij vermogende ingezetenen enkele ruiten ingegooid en heeft de politie met de sabel den hoop volks uit elkaar gedreven. Om tien uur was alles rustig. Dienzelfden avond zijn per laatsten trein 40 man genietroepen van Utrecht gearriveerd. Het blijkt, dat de baldadigheid veel grooter is geweest, dan men eerst meende in tal van huizen, ook van nering doenden, zijn ruiten ingegooid en er is dus voor éene klasse van menschen werk gekomenoveral waren glazenmakers aan den arbeid. Den volgenden dag zijn de mi&eurs vervangen geworden door eene afdeeling huzaren en naar Bergum gezonden. Bij aanplakking verbood de bur gemeester het bijeenzijn van meer dan vijf personen op straat en gelastte het sluiten van alle tapperijen. Zoodra dö avond was gevallen, patrouilleerden de huzaren door de gemeente, op eenigen afstand ge volgd door eene bende jongens. Overigens viel er niets voor en na acht uur was het heel rustig; ook de talrijke nieuwsgierige wandelaars gingen naar huis. Volgens personen die het ambtshalve moeten weten, is het gebrek om dezen tijd des jaars vroeger veel grooter geweest dan thans, zoo dat de beweging hoofdzakelijk als kunstwerk is te beschouwen. Uit Bergum wordt geschreven, dat aldaar nog een detachement militairen uit Leeuwarden arri veerde, ter sterkte van dertig manschappen, onder bevel van een luitenant, ten einde de rust te be waren onder de talrijke arbeidersbevolking op de Bergumerheide. Bij de bedeeling door bet armbe stuur nam het volk eene dreigende houding aan, zoodat men voor ernstige rustverstoring begon te vreezen. Reeds hebben de twee te Bergumerheide woonachtige leden van bet armbestuur hun ontslag genomen. Te Leeuwarden was het Vrijdag den geheelen dag nog min of meer woelig door de stad. Tus- schen 8 en 8^2 uur hadden weder op sommige plaatsen volksverzamelingen plaats, die door de politie werden uiteengedreven, waarbij van de sabel gebruik moest worden gemaakt Een viertal personen, die verzet tegen de politie pleegden, werden gearresteerd en naar bet politiebureau gebracht. Later was he: den geheelen avond rustig evenals den volgenden dag. Te Franeker arriveerden Woensdagnamiddag te 4 uur de verwachte huzaren en trokken begeleid doer een groote volksmenigte de stad binnen. Deze verspreidde zich daarna en begaf zich later naar het spoorwegstation, ten einde den heer Poutsma af te halen, die te 7 uur als spreker in Klein Walhalla' zou optreden. Te 7 uur werd bij publicatie van het raadhuis bekend gemaakt dat samenscholingen op de openbare straat zijn verboden en niet meer dan 5 personen bijeen mogen zijn. Na afloop der vergadering in Walhalla" werd het weder erg druk op straat. Door ©en charge der infanterie werd de menigte spoedig uiteengejaagd en bij de verschijning der huzaren werd geen zang meer vernomen. Te elf uren des avonds was alles rustig. Donderdag werd des morgens het werk door een zestigtal arbeiders hervat, onder bescherming van infanterie en politie. De dag is zeer rustig voorbij gegaan, alleen hebben de huzaren des avonds nog eenmaal een troep volk uiteengedreven. Vrijdag ochtend is de arbeid onder dezelfde omstandigheden 1 voortgezet en is de toestand veel verbeterd. Na ontvangst van een regeeringstelegram staan de drie escadrons huzaren te Venloo marschvaardig, oin op het eerste bevel naar het noorden des lands te vertrekken. Daarvoor worden treinen gereed ge houden. Omtrent de woelingen in het Noorden schrijft de anti-revolutionaire Boodschapper »Een burger-oorlog. Het begint er treurig uit te zien in het Noorden des lands. Tal van menschen kunnen daar geen werk vinden. Kommer en gebrek zijn het gevolg. En wat meestal met tegenspoed gepaard gaat, de ontevreden heid neemt met den dag toe". Het blad erkent dat er in de beschuldigingen der socialisten overdrijving is, maar toch »Zoo de mannen van stand en invloed wat meer oog hadden gehad voor de wezenlqke belangen van den werkenden stand, zij zouden gepoogd hebben de millioenen guldens die aan Atjeh, onderwijs enz. zijn besteed, op practischer wijze te besteden". En mannen van stand en invloed, die de millioenen zoo slecht besteedden, zijn de liberalen. Dat de eigen geestverwanten van de Boodschapper aldus merkt de Kamper Ct. naar aanleiding hiervan terecht op »toen zij aan de regeering waren, de kosten van het lager onderwijs aanzienlijk hebben verhoogd, terwijl zij, die voor het middelbaar en het hooger onderwijs niet wisten in te krimpen, daarvan schijnt het blad nooit iets te hebben ge hoord. En evenmin, dat de miJlioeneu, die de oorlog met Atjeh heelt gekost, niet uit de Nederlandsche schatkist zijn betaald en dus moeielijk hadden kunnen worden besteed aan werkverschaffing hier te lande. Ook schijnt de Boodschapper nooit gehoord te hebben, dat aan ontginning van heidegronden, enz. en aan het droogmaken van wateren als de Dollard en de Zuiderzee ook nog andere bezwaren verbonden zijn dan het bezwaar om aan het benoodigde geld te komen. Noch schijnt bet blad zich ooit de vraag gesteld te hebben, of man de volkswelvaart wel werkelijk vooruitbrengt, wanneer men millioenen laat ver werken, zonder eenige zekerheid te hebben dat dit geld behoorlijk rente zal opbrengen, met andere woordenniet grootendeels verloren zal zijn. Als op de liberalen maar de schuld kan geladen worden. Wat zij gedaan hebben voor de volkswel vaart ook door middel van het onderwijs en ook door productieve openbare werken aan te leggen en de bronnen van bestaan tot ontwikkeling te brengen het komt niet in aanmerking. Wat er goeds valt waar te nemen in de samenleving en voor een groot deel aan regeeringsmaatregelen is toe te schrijven, men heeft er geen oog voor. Men ziet alleen de ongunstige verschijnselen, en zonder te vragen of die verschijnselen zich ook niet voordoen in andere landen en dus eene oorzaak moeten hebben, die van het regeeringsbeleid onafhankelijk is, grijpt men ze aan als eene welkome gelegenheid om de politieke tegenstanders bij de menigte verdacht te maken". GOES, 2 Januari 1893. Voor het geval, dat de sneeuw onze straten nog wat dikker mocht gaan bedekken, herinneren we onze stadgenooten er aan, dat »Werkver- schaffing" zich met sneeuwopruimin belast tegen vergoeding van 3 cents per strekkenden meter. We hopen, dat velen zich èn in het belang der vereeniging èn in het belang, dat ieder heeft bij zindelijke straten, zullen geroepen gevoelen om de sneeuw vóór hunne woningen te doen opruimen, waartoe men zich kan aanmelden bij den beer Joh, De Jonge Az., Opril, 's-Heer Hendrikskinderenstraat. Het Weekblad van westelijk Zeeuwsch- Vlaanderen weet mede te deelen, dat de uitgever van de Standaard onlangs een handelaar in sterke dranken verzocht diens advertentie, in andere bladen staande, ook in de Standaard te plaatsen, onder vermelding, dat »voor die advertentie de Standaard zeer geschikt is, daar zijne lezers vooral te vinden zijn in die kringen, die een dergelijke annonce de noodige aandacht schenken." Het Weekblad teekent hierbij aan »Voor de advertentie waar-in cognac, rum, arak, Hulstkamp's oude en Schiedammer te koop geboden wordt, Iet wel, is de Standaard zeer geschikt, daar zijne lezers vooral te vinden zijn in die kringen, die een dergelijke annonce de noodige aandacht schenken. 't Christendom van de Standaard bij de oude-klare- drinkers En dat zegt nu geen vijand van de Standaard maar de uitgever zelf. Misschien oprecht, maar zeker onvoorzichtig Bij beschikking van den Minister van Binnen- landsche Zaken zijn voor het jaar 1893 benoemd tot adsistent bij de Rijks-Universiteit te Leiden, in het ziekenhuisN. J. P, Pompe van Meerder- voort; voor de pharmacieJ. J. Vermet. ISorsele. Bij den landbouwer P. Minderhoud zijn verleden week nog twee paarden aan de vroeger gemelde ziekte gestorven. In het geheel zijn dus vier beste werkpaarden op den stal van M. bezweken, terwijl de vrees bestaat dat aldaar nog meer dieren zijn verdacht. lerseke. In de Vrijdagavond gehouden Raads vergadering was alleen de heer Van Oeveren afwezig. Uit het proces-verbaal der kasopneming bleek, dat bij den gemeente-ontvanger in kas was ƒ1015,82, welk cijfer in overeenstemming was met de boeken. Ingekomen waren lo. een verzoek van den koffiehuishouder Hage naars om vergunning tot den verkoop van sterke drank in 't klein. Op voorstel van B. en W. werd dit niet-ontvankelijk verklaard, omdat het aan den Raad gericht was, terwijl het bij B, en W. behoorde. 2o. Eene aanbeveling tot benoeming van een lid van 't Burg. Armbestuur, bestaande uit de heeren W. Van Oeveren Jr. en J. C. Van der Burght. De eerste, aftredend lid, werd herkozen. 3o. Een verzoek om eervol ontslag tegen 1 Jan. van dhr. J. B. Eekman, onderwijzer aan school I. Na eenige discusie werd besloten het ontslag te verleen en tegen 1 Maart of zooveel vroeger als in de vacature zal zijn voorzien. Een verzoek van den gemeente-geneesheer om verhooging van zijn salaris tot 1000 moest dezen teruggezonden worden, omdat het niet op zegel was gesteld. De benoeming van een tweeden gemeentearbeider werd verdaagd, omdat de begrootiug 1893 waarop voor het eerst de belooning voor die betrekking is uitgetrokken, nog niet is goedgekeurd. Daarna deed de commissie uit den raad, belast met bet onderzoek naar geschikt terrein voor eene nieuwe begraafplaats, bij monde van den heer Sauer, verslag van hare werkzaamheden. De commissie had het oog gevestigd op 2 stukken gronds, waarvan het een in eigendom toebehoorde aan den heer Spruit te Antwerpen. Bij een voorstel tot verkoop waren zij naar den zaakwaarnemer van dien heer verwezen, doch daarmee waren zij niet verder ge komen. Daarom werd besloten de onderhandelingen met den eigenaar zei ven te hervatten en 20 toe te staan voor een mogelijk noodig persoonlijk be zoek bij dezen te Antwerpen. Daarna werd de vergadering met gesloten deuren voortgezet ter verdere behandeling van de begraaf- Door den Gouverneur-Generaal is af wij zend vescbikt op het verzoek van mr. H. D. L. B., ad- Socaat en procureur bij den raad van justitie te goerabaja, om gratie van de straf van 3 maanden bevangenis, waartoe hij met bekrachtiging van het vonnis van den raad van justitie aldaar bij arrest van het hooggerechtshof ter zake vanlaster ge pleegd door middel van een verkocht en verspreid drukwerk jegens twee openbare ambtenaren" werd veroordeeld. De Amsterdammer richt een sommatie aan den heer T ij d e n s, om zijn mandaat als Kamerlid ne der te leggen. Het blad schrijft »Nu de heer Tijdens met de betuiging »ik ben radicaal" zyn kiezers is gaan vertegenwoordigen, en bij van politieke zienswijze zoozeer is veranderd, dat hij niet meer radicaal is, niet meer in de richting van het door hem aangenomen program, gegrond op het behoud van het beginsel" van den persoonlijken eigendom, zich beweegt, zou hij toch zeker èn aan zijn kiezers èn aan mr. Treub ver plicht zijn opnieuw zijn mandaat in de handen zijner kiezers te stellen." De Amst. vindt, op hot voetspoor van wat de heer O. de Goede Hz. schrijft aan de N. Purmerender Ct., daartoe aanleiding in de houding van den heer Tijdens op de vergadering tot stichting van den radicalen bond, tot welken bond hij verklaarde niet te willen behooren omdat eerbiediging van den persoonlijken eigendom in het program van dien bond voorkomt die in strijd is met het gebeurde in Juni 1891. Destijds werd namelijk mr. Treub, toen hij tot lid van de Tweede Kamer in Schoter- land gekozen was, door de Amst. aan zijn belofte herinnerd, nl. af te treden, indien elders een radi caal was gekozen en geen soc.-dem. in de Kamer zitting had. Mr. Treub wendde zich tot den heer Tijdens met de vraag of hij was radicaal. De heer Tijdens antwoorddealvorens de vraag te beant woorden, behoef ik het program der kiesvereenigiug

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1893 | | pagina 1