1892 N°. 151. Donderdag 22 December. 79sle jaargang. KERST-COLLECTE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmaü te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders. Do prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Inzending vaa advertentiën vóór 2 nren op den dag- der uitgave. Diakenen der Hervormde gemeente zullen op den tweeden Kerstdag, zijnde MAANDAG- den 26 dezer na het eindigen der voormiddag godsdienstoefening, eene buiten gewond of zoo- genaamds houden aan de huizen der ingezetenen, ten behoeve van hunne bedeelden, welke inzameling tea zeerste wordt aanbevolen Goes, den 17 December 1892. Burgemeester en Wethouders vau Goes, «J. G. d. W. HAMER. Do Secretaris, HARTMAN. De lezing van mr. Troelstra. Maandagavond bad in »de Prins van Oranje" te Goes de aangekondigde voordracht plaats van den heer mr. P. J. Troelstra over: »De werke loosheid, een ziekteverschijnsel der maatschappij"', die door ongeveer een honderdtal personen werd bijgewoond, waaronder een enkele werlcman" was op te merken. De inleider, de beer J. K. Van der Veer uit Middelburg, begon met erop te wijzen, hoe tegenwoordig als het ware in alle deelen der wereld gebrek is aan werk. Dit »werkelooze vraag stuk", zooals de beer Van der Veer bet noemde, in oorzaak en gevolgen te beschouwen, was het doel van den heer Troelstra. In een improvisatie, die on geveer twee uren duurde, heeft de heer Troelstra op bezadigde en welsprekende wijze dat sociale vraagstuk behandeld. Zijn rede komt ongeveer op het volgende neer: De groote vermeerdering en verbetering van ma chines in de industrie heeft ten gevolge, dat de levende arbeidskrachten, de arbeiders, in kleineren getale zijn noodig geworden en de productie daaren tegen in nog hoogere mate is vermeerderd. Met cij fers toonde spreker deze waarheid aan. In 1795 bij voorbeeld vertegenwoordigde het gebruik van ma chines in Engeland slechts een arbeidskracht van 10 millioen arbeidersnu op het oogenblik is dat getal gestegen tot 1000 millioen. Dé waarde, die de handenarbeid in 1858 in geld vertegenwoordigde, was 2 millioen pond sterling en is thans wel ge stegen tot 13 millioen ponddoch daartegenover staat, dat terwijl de bevolking is toegenomen, het aantal voor de nijverheid gebezigde arbeiders kleiner is geworden. Tengevolge van het vele gebruik van machines is de productie vermeerderd en door de concurrentie de prijs der waren verminderd. Het gevolg daarvan is, dat met kleine kapitalen geen zaken meer te beginnen zijn. Spreker wees hier op het .feit, dat kleedingstukken in Indië zelf uit Indische katoen vervaardigd, duurder zijn dan die, welke in Engeland gemaakt worden uit Indische boomwol, die de reis heen en terug gedaan heeft naar de Engelsche fabrieken en daar een groote bewerking beeft onder gaan. Concurrentie met de industrie op groote schaal is onmogelijk. Dit drukt den arbeider en den kleinen middenstand, getuige de werkeloosheid en de vele faillissementen van den tegenwoordigen tijd. Ook hier noemde spreker eon aantal cijfers. Toen bijv. in Amsterdam zeven broodfabrieken werden opge richt moesten 40Ö bakkers sluiten. In Frankrijk is het aantal faillissementen in de laatste 50 jaar ge stegen van 3480 tot 8025 per jaar, in andere landen in ongeveer gelijke mate. Waar dus faillissementen onder den middenstand en werkeloosheid aan de orde van den dag zija, moet daarin verandering komen. De bevolking noemt toe, het werk vermin dert, het aantal vrouwen, dat aan den arbeid moet deelnemen, wordt grooter, dusde werkeloosheid onder de mannen groeit aan. Hier kwam spreker op de t> Werkverschaffing". Hij beschouwde die slechts als een soort lapwerk, dat den toestand niet ver andert, als een verplaatsing van de kwaal, van den winter naar den zomer, maar niet als eene genezing. De ziekte moet worden aangevat in haar oorzaak en deze moet worden weggenomen. Deze oorzaak is het vele gebruik van machines en het werken met groote bedrijfskapitalen. Spreker wil de machines niet verwijderd zien, integendeel wijst hij erop, dat men moet profiteeren van de middelen, die de steeds voortgaande wetenschap ons aan de hand geeft, maar de maatschappelijke ver houdingen moeten veranderd worden. Het- behalen van groote winsten door enkelen ten koste van velen moet onmogelijk gemaakt worden. Spreker wil van den staat als het ware een groote onder neming maken, die volgens vastgestelde regels, werk uren en loonen werkt en werk geeft. Even goed als postkantoren en wegen door den staat tot gemeen- schappelijk bezit gemaakt zijn, zoo moet ook de grond gemeenschappelijk bezit worden de machines moeten onder gemeenschappelijk beheer worden dienst baar gemaakt aan den arbeid. Dit is de beteekenis van de uitdrukking der sociaal-democraten gelijke verdeeling van bezittingen", dus niet, dat ieder een stukje grond of een stukje van eene machine krijgt, maar dat de grond en de machines voor het algemeen worden aangewend. Er zijn thans eigenaren, die hun land niet voldoende laten bearbeiden, zoodat de op brengst van den bodem voor een deel aan het algemeen onttrokken wordt en waardoor een bron van zooveel werk onaangeroerd blijft. Deze toestand schrijft spreker toe aan het privaat-bezit. Ook de Maatschappij van landbouw in Friesland heeft op dien toestand ernstig gewezen. Wanneer de Staat optreedt als de groote werkgever, zullen ook alle wanverhoudingen voor den arbeider verdwijnen. Het zal z. i. dan niet meer voorkomen, dat vele knechten te lang achtereen werken, terwijl zooveel anderen zonder werk zijn dat het loon nauwelijks voldoende is otn den arbeider alleen den mond open te houdendat de een in overvloed en weelde leeft en de ander gebrek heeft aan 't noodigedat kinders als het ware hun vader niet kennen, omdat deze door langdurigen arbeid zelden thuis is. Verandering van den tegenwoordigen toestand acht spreker gebiedend noodzakelijk, in het belang van staat en maatschappij. De tijd zal komen, dat bet menschelijke in den menscb zal worden uitgedoofd, een horde van barbaren" zal het hoofd opsteken. De vrees daarvoor zal verdwijnen indien de Staat een eind maakt aan de werkeloosheid door landbouw en nijverheid voor zijn rekening te nemen, evenwel weer niet met het doel daaruit zelf winst te behalen, maar zóó dat de Staat er eenvoudig uitkomt. Parti culieren zullen dan hun onderneming aan den Staat overgeven, indien zij niet kunnen concurreerende arbeider zal een loon genieten waarvan hij volgens zijn behoefte leven kan; hij zal tevreden zijn, van het leven kunnen genieten naar de mate van zijn stand en ontwikkeling, waaraan hij meer zorg zal kunnen besteden, omdat hij daarvoor dan tijd en gelegenheid zal hebben en langs dien weg zal het *roode spook" verdwijnen, dat thans onder den naam van werkeloosheid" het hoofd opsteekt. Dan zullen de vele machines, die nu het verderf van den arbeider zijn, hem ten zegen worden. Maar, vraagt spreker, zullen de arbeiders bij beter loon en een normalen arbeidsdag niet gaan luieren en kroegloopen, het gewone argument van onze tegen standers Spreker ziet het gevaar daarvoor niet in. Een mensch blijft mensch en evenals men in andere standen steeds, enkelen vindt die in eenig opzicht van den rechten weg afwijken, zal dit ook bij don arbeider het geval wel blijven, maar bij de tevreden heid en de meerdere ontwikkeling, die men alsdan zal zien, acht hij het gevaar daarvoor niet groot. Hij wijst hier op Athene, waar alle arbeid werd verricht door slaven, terwijl de vrije man zich wijdde aan den krijg, de lichaamsoefeningen en de schoone kunsten en langs dien weg tot de hoogste harmo nische ontwikkeling kwam. Een dergelijk soort slaven hebben wij thans niet meer. Onze slaven zjjn thans van ijzer en staal (de machines)de ontwikkeling gaat voort en er zal dan ook een tijd komen, dat het nederigste en vuilste werk door machines zal gedaan worden, zoodat die de slaven van het moderne Athene zullen zijn. De arbeider zal dan in de ge legenheid zijn te genieten van het levenhet zal niet meer zijn een leven van strijden, zorgen en slavem Deze toestand^zal komen indien het denk beeld van de soc.-democraten doorgedrongen is, dat die voorrechten niet mogen zijn het deel van enkelen, maar dat moeten zijn van allen. En wie hebben belang bij dien toestand Niet de kapitalisten, maar de middenstand en de arbeiders. Maar zullen de laatsten bun toestand kunnen begrijpen Werp een blik buiten ons vaderland om een antwoord op die vraag te vinden. Zie naar Engeland, Amerika, Duitscbland. Daar heeft de soe.-dem. partij de over hand. De hoofden der partij zijn daar mannen van ontwikkelingwat ze doen en zeggen is gegrond op de wetenschap». Op grond van een en ander beweerde de heer Troelstra te mogen komen tot de conclusie, dat de sociaal-democratische staat is en moet zijn de staat der toekomst, en dat het eenige middel om aan den onhoudbaren toestand der tegenwoordige maatschappij een einde te maken is: opheffing van het privaat grondbezit en de machines ten algemeenen nutte voor de uitoefening van den arbeid door den Staat, dat zijnwij allen, in eigen beheer aan te wenden. "Van de gelegenheid tot debat maakten drie per sonen gebruik, waarvan echter alleen de laatste, de heer J. F. v. d. Leeuw, eene vraag deed, die in direct verband stond met het door mr. Troelstra behandelde onderwerp en het door hem aangegeven geneesmiddel voor de kwaal der werkeloosheid. Dhr. V. d. Leeuw vroeg namelijk, hoe aangenomen dat in ons vaderland de Staat uitsluitend eigenaar van het land en de nijverheid was die Staat aan het geld zou moeten komen om zich die grondstoften aan te schaften, welke noodig zijn voor den handel en de nijverheid, voor zoover ze niet binnen de landpalen van Nederland worden gevonden (mijn- producten enz.) Hierop antwoordde mr. Troelstra, dat daarvoor in de eerste plaats zeer geschikt konden gebezigd worden de gelden, die thans voor leger en vloot worden uitgegeven, maar dat men zich bovendien niet moet voorstellen, dat de sociaal-democratische Staat op eenmaal in één bepaald rijk zal worden gesticht, waardoor die Staat eene oase zou worden in de woestijn van het beschaafde deel der wereld, maar dat de toestanden, zooals zijne partij die wenscht, door geleidelijke voortschrijding der be- ginselen ongeveer overal tegelijk zullen worden ge- schapen, en dat Nederland te dien opzichte wel bij andere Staten ten achter staat, maar allerminst aan de spits der beweging. Met een kort woord werd daarna de samenkomst door den heer V. d. Veer gesloten, die dankte voor de vrij talrijke opkomst en het gesprokene aanbeval in de aandacht en de overweging der hoorders. GOES, 21; December 1892. Op eene Maandagavond, door het bestuur met de werkende leden der harmonie »E u p li o n i a" gehouden vergadering, is bet huishoudelijke regle ment gewijzigd, waai'na bet bestuur verklaarde op zijn besluit tot aftreding terug te komen. De muzi kale commissie is vervallen en de heer J. Kooiman zal voortaan alleen de aangelegenbeden, de muziek betreffende, in overleg met het bestuur regelen. Aangezien tot bijwoning der lezing, die dhr. J. K. VanderVeer gisteravond in »het Haven zicht" onder Wil helmin adorp wilde houden, slechts vijf personen waren saamgekomen, is die lezing niet doorgegaan. Waarde. Op eene jaarwedde van f 300 is F. L e v ij n in de gemeente aangesteld als gemeente werker. De duizend en éen baantjes worden zoo, langzaam maar zeker, door één persoon waargenomen. De gemeente kan er niet anders dan wel bijvaren. EBorsele. Maandagnacht stierf op de hofstede van den heer Rottier, burgemeester alhier, het zesde paard. Volgens verklaring van den plaatsvervangenden districts-veearfcs is de oorzaak van den dood der dieren toe te schrijven aan bloedvergiftiging, ontstaan door het eten van giftplanten in het voeder. Van de drie overgebleven paarden, waaronder een twee jarig en een veulen, geboren in dit voorjaar, worden nog twee stuks vermoed lijdende te zijl aan ge noemde ziekte. Bij beschikking van den minister van binnenl. zaken is voor het jaar 1893 benoemd tot secretaris bij den geneeskundigen raad voor Zeeland en weste lijk Noord-Brabant J. J. Berdenis van B er- 1 e k o m arts te Middelburg. Bij kon. besluit van 17 December is benoemd tot bewaarder van de hypotheken, het kadaster en de sckeepsbewijzen te Rotterdam W. A. De Laat De Kanter, thans in gelijke betrekking te Maastricht. Omtrent de onveiligheid in het 01 d- a m b t meldt bet D. Niet minder dan 100 huzaren zijn reeds in deze streken aangekomen en in de verschillende dorpen gehuisvest. Zaterdagmiddag kreeg de heer H. Zui- derveon te Oudepekela een ongeteekenden brief, waarin hem mededeeling gedaan werd, dat de soci alisten hem d9nzelfden avond eene serenade' zouden brengen, die gepaard zou gaan met glasge rinkel. De politie, van een en ander onderricht, surveilleerde met een piket cavalerie. Van eene serenade kwam niets, wel werden 's avonds in de buurt van den beer Z. revolverschoten gelost. Den zelfden dag werd door de justitie in loco onderzoek ingesteld naar de gepleegde ongeregeldheden tijdens de werkstaking aan de ^aardappelmeelfabriek van gebr. Drenth. Winschoten is door den Burgemeester als bet ware in staat van klein beleg verklaard, bij heeft samenscholingen van meer dan 5 personen verboden. Dos namiddags te 4 uur rijden patrouilles mare chaussee en huzaren uit. De laatsten zijn in twee gedeelten uit Deventer aangekomen, samen sterk 160 man, onder bevel van een ritmeester en 4 officieren. Het bleef sints te Winschoten rustigwel was er bij aankomst der >kaerels" uit Deventer veel volk op de been, maar dit bestond het me uit nieuwsgierigen. Nu en dan hoorde men socialistisch lied aanheffeneen sjouwerman, die de politie beleedigde, werd ingerekend. Zoowel te Midwolda als te Finster wold zijn samen scholingen van drie personen verboden. Onder bevel van luitenant O vervelt zijn aldaar en in de dorpen Beerta, Oosterwold en Schaeinda huzaren gedetacheerd, terwijl de kapitein Oosterman, commandant van het district Assen, van het wapen der marechaussee met uitgebreide volmacht, tijdelijk te Winschoten is geplaatst als hoofd der politie ter beteu geling van de ongeregeldheden. Te Nieuwolda heeft men opnieuw tal van ruiten ingeslagen, zoowel in bet gemeentebuis als bij den predikant. Het gemeente bestuur aldaar beeft toezegging gegeven, dat het afdoende maatregelen zal nemen om in den nood der werkloozen te voorzien. Naar aanleiding van een verzoek van 10 werkloozen aan den Burge meester van Scheemda om werk, is het gemeente bestuur begonnen met het laten kloppen van keien, waarmede zij per dag gemiddeld 40 ets. kunnen verdienen. Nadat dit werk is aangevangen, bleef alles er rustig. Wij meldden het reeds, dat ook daar huzaren zijn aangekomen. Het bestuur van de socialistische afdeeling had nl. den Burgemeester doen weten, dat het niet voor de gevolgen langer durfde instaan, wanneer niet dadelijk werk verschaft werd. Daaraan is nu voldaan. De geheele land bouwstreek, met dicht aan elkander gelegen dorpen, levert een wonder schouwspel op. Geen mensch op Straat, maar huzaren achter elkander aanrijdende, aangevoerd door marechaussee. Ook te Hoogezand zijn huzaren gestationeerd. In de afdeelingen vereenigde zich de meerder heid der Eerste Kamer met de p eraequatie- we tomdat er nu een eind aan die zaak gemaakt moest worden. Nu het percentage eenmaal op 6 pet. was gebracht, zou men daarin berusten. Met nadruk werd er in eene afdeeling bij den Minister op aangedrongen om zoo spoedig mogelijk er in te voorzien, dat de buitenslands wonende eige naren van onroerende goederen meer belast worden door de heffing bijv. van een compenseerend recht. De commissie van rapporteurs meende hare in stemming met dit denkbeeld te moeten betuigen en wensehte ook van hare zij de de welwillende aandacht van den Minister op deze aangelegenheid te vestigen. Het hoofdbestuur van de Nederlandsche ver- eeniging tot bescherming van dieren heeft den mi nister van waterstaat eene nota betreffende de re- ing van het veever voer aangeboden, met verzoek verbetering in den bestaanden toestand te brengen. De werkelijke belangen van handel en land bouw gaan hier samen, merkt het bestuur op. Van een bepaalde regeling van bet vee vervoer hier te lande kan uioeielijk sprake zijn. Het vervoer per scheepsgelegenheid ontsnapt ten eenenmale aan elke wettelijke controle. Omtrent het vervoer per spoor bevat het algemeen reglement in het derde hoofdstuk eenige bepalingen, die dit onderwerp ra ken die artikelen regelen echter uitsluitend de verhouding tusschen bevrachter en vervoerder, en laten het belang van het voorwerp van vervoer bui ten beschouwing. Met enkele feiten wordt in de nota aangetoond, dat werkelijk op dit gebied hier te lande veel te regelen valt en dat wij, wat re geling van het onderwerp betreft, in vele opzichten bij het buitenland ten achter staan. Wat de inrichting der wagens betreft, mag als redelijke eiscb gesteld worden, dat zij zijn overdekt, van goede veeren voorzien en dat voorts de koppe ling doelmatig zij aangebracht om het slingeren en stooten zooveel mogelijk tegen te gaan. De geheel open wagens, die hier te lande nog te veel worden gebruikt, zijn zeer ongeschikthet zou zeer gewenscht zijn, ze buiten gebruik te stellenin elk geval be hoort de verdere aanmaak van deze soort wagens te worden tegengegaan. Wat de bescherming tegen de invloeden van het weder betreft, zijn voldoende te achten de overdekte wagens met hetzij geheel, hetzij gedeeltelijk gesloten zijwanden, mits van goed sluitende deuren voorzien. Bij de geheel gesloten wagens dient voor behoorlijke lucht ver versching ge zorgd te wordenook dit laat hier menigmaal te wenschen over. Verder moeten de wagens bij ver voer van groot vee, in 't bijzonder van paarden, in afdeelingen verdeeld kunnen worden, zoodat de dieren afgescheiden van elkaar komen te staan. Eindelijk ontbreekt thans voldoende toezicht op de overlading der veewagens. Opneming van afzonderlijke bepalingen in het algemeen reglement omtrent het veevervoer wordt zeer noodig geacht. Daarbij moet worden gebroken met het stelsel, waarbij vee, wat den duur van het vervoer betreft, met gewoon vrachtgoed wordt gelijk gesteld. Vervoer per gewonen trein, zonder dat daardoor de vrachtprijzen te hoog werden, zou in dit opzicht reeds veel verbetering aanbrengen. Wordt aan den eisch van meerdere snelheid voldaan, dan kan voor ons land eene regeling omtrent de verzorging onderweg (verschaffen van voedsel en water) achter wege blijven, wanneer slechts, en dit is noodig, aan de stations vanwaar geregeld vee ver voer plaats heeft, de noodige inrichtingen wordon gemiakt oji

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1892 | | pagina 1