1892 N°. 150.
Dinsdag 20 December.
79s,e jaargang.
SCHOOLBEZOEK.
DE PATENTEN
Hoofdelijken Omslag
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de lieeren Nijgh Van Ditmar te Botterdam en verder
bg alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
Inzending van
advertentiën voor 8 uren op den
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets.
Bg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a ƒ1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel,
dag der uitgave.
De ouders of verzorgers van kinderen boven de zes en be
neden de twaalf jaren, die volgens de daarvan te maken staten
zich op 1 Januari in de gemeente bevinden, doch niet ter
«chool gaan, kunnen vanwege de gemeente geene ondersteuning
(geneeskundige hulp uitgezonderd) ontvangen, tenzij zij aan-
toonen dat liuune kinderen ten onrechte op den ter secretarie
ter lezing te leggen staat van niet-sehoolgaanden zijn gebracht,
of dat hun het niet schoolgaan dier kinderen niet is te wijten.
Goes, den 17 December 1892.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
over het 2e kwartaal van het dienstjaar 1892/93 kunnen ter
Secretarie afgehaald worden, van af heden tot en met den 29
December a. s. op eiken werkdag van des voormiddags 9 tot
des namiddags 2 uren.
Goes, den 19 December 1892.
De Burgemeester van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
Het tweede suppletoir kohier van den
voor 1892 zooals het door den gemeenteraad in zijne verga
dering van 9 December 1892 werd vastgesteld, is door Gede
puteerde Stateu van Zeeland, bij hun besluit van 16 December
1892 uo. 51 goedgekeurd, en op heden aan den ontvangor ter
invordering uitgereikt, welk kohier, ia afschrift, gedurende vijf
maanden ter secretarie voor een iedsr ter lezing zal liggen,
kunnende biunen drie maanden na de dagteekening der aan
slagbiljetten bezwaren tegen den aanslag, op ongezegeld papier,
bij den gemeenteraad worden ingebracht.
Goes, den 19 December 1892.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
De staart van het artikel.
Jhr. mr. W. H. De Savornin Lobman heeft in
eene brochure de grondwettigheid van de kiesrecht-
ontwerpen bestreden. By eene daarover gevoerde
polemiek tusschen den schrijver en de Standaard is
gebleken, dat er verschil van meening bestaat om
trent de juistheid van redactie van art. 2 van het
antir. program van actie van 1891. Bij dat artikel
werd een kiesrecht van gezinshoofden vooropgesteld,
opdat de bestaande overheersehing van de éene klasse
der maatschappij door de andere een einde neme,
maar tevens met dien verstande, dat elke overheer
sehing in omgekeerde orde worde voorkomen."
Naar aanleiding van deze slotbepaling heeft dhr.
Lohman in de Standaard o. a. het volgende aan dr.
Kuyper (voorzitter van het centraal comité) gevraagd
»Op 12 Mei 1891 werd het artikel door den
voorzitter aan de orde gesteld. Ik vroeg of niet was
ingekomen een amendement van Ned. en O. te Gro
ningen. Het antwoord luidde ontkennend. Ik gaf
daarover mijne verwondering te kennen, maar stelde,
omdat ik de zaak beslist wilde zien, als afgevaar
digde zelfstandig hetzelfde amendement voor tot af
knipping van den staart. De voorzitter liet het
amendement toe, maar bestreed het. Verschillende
deputaten namen aan de discussie deel. Daarop
bracht de voorzitter het amendement in stemming
by zitten en opstaande voorstanders van het
amendement zouden van hunne zitplaatsen opstaan.
Verreweg de meesten bleven zitten. De voorzitter
richtte zich tot mij met de vraag: »Zijt gij over
tuigd, dat de meerderheid het artikel in zijn geheel
wil houden Ik antwoordde»Ja mynheer de
voorzitter!" Daarmede was de zaak afgeloopen,
»Nu is mijne eenvoudige vraag deze: »Is die ge
schiedenis waar of onwaar Daarmede laat ik de
vraag, of het al dan niet afknippen van den staart
eene weinig onverschillige zaak was, op het oogen-
blik buiten debat."
In zijn antwoord op deze vraag zegt dr. Kuyper,
dat hij tot zijn leedwezen moet verklaren, dat, zoo
zijn geheugen den heer Lohman niet bedriegt, hy
zelf voortaan alle vertrouwen op zyn eigen geheugen
verloren hoeft.
Daags toch na de vergadering, toen ik zag dat
toch abusieveljjk de staart by artikel 2 er nog aan
zat, heb ik terstond de opmerking gemaakt, dat dit
een pure vergissing was. Sinds is deze voorstelling
by my geen enkel oogenblik aan het wankelen ge
bracht en nog sta ik in de vaste overtuiging, dat
uw amendement is aangenomen."
De schuld, dat de heer Lohman zulk een afwij-
kende voorstelling ran de zaak mee naar huis nam,
zal, meent dr. K., wel aan hem gelegen hebben, dat
hy in zijne voorstelling niet helder geweest is. Waar
om hjj er niet voor heeft gezorgd, dat de vergissing,
toen hij haar daags na de vergadering opmerkte,
terstond is hersteld, daarover laat dr. K. zich niet uit.
De N. Pr. Oron. Ct. vindt hierin aanleiding tot
de opmerking, dat een deputatenvergadering bepaald
noodig is, al ware 't alleen om uitspraak te doen in
het geschilwat in de deputatenvergadering van 12
Mei 1891 is beslist. Volgens het openbaar gemaakt
program wilde de anti-revolutionaire partij groote
uitbreiding van het kiesrecht, »mits er gezo/gd
worde dat de eene stand de andere niet overheersche".
Deze mits de staart van 't voorstel werd er
volgens dr. Kuyper afgekapt, volgens den heer W.
H. De Savornin Lohman e. a. bijgelaten. Daarom
trent zou een uitspraak in ieder geval wensckelijk zyn.
GOES, 19 December 1892.
Hedenmorgen is er door de commissie
tot werkverschaffing een aanvang ge
maakt met het ophalen van waardelooze voorwer
pen, die, na in het huis gebracht te zyn, daar in
deze week zullen gesorteerd worden. Dinsdag 27
Dec. hoopt de commissie dan den arbeid in het huis
te laten aanvangen, nadat dit door het Bestuur van
den Bond officiëel zal zyn opengesteld.
Nog is door het Bestuur bepaald ingeval er weder
sneeuw zal zyn op te ruimen, werklieden beschik
baar te stellen om dit te doen tegen 3 ct. per
strekkenden meter; dit geld zal door dsn bode dei-
commissie in ontvangst worden genomen na afloop
van het werk.
Meerdere bekendheid met deze wijze van handelen
zal, naar wij hopen, zeker meerderen zich tot den
onder-voorzitter van de commissie doen wenden
dan de vorige maal, waardoor dan ook het doel
sneQuwopruiming" beter zal worden bereikt.
Onder de paarden op den stal van den heer
Kottier, burgemeester teBorsele, is de lendety-
p h u s voorgekomen met het gevolg dat tusschen
Zaterdag en Zondag 11. vier paarden aan die ziekte
gestorven zyn. (Zie laatste berichten.)
Kolijnsplaat. Donderdag 11. gaf de vereeniging
Voorwaarts" eene openbare uitvoering bij
den heer G. De Jonge voor eene zeer goed bezette
zaal. Haar programma bevatte 2 blijspelen in één
bedrijf nl. Kwade tongen" en >Knoopen in den
zakdoek", en eene operette, getiteld»Eene vronw
op schildwacht", mede een kluchtspel in één bedrijf.
De heer P. Beun stelde met een gepast woord liet
pas opgerichte gezelschap aan het publiek voor,
dankte de beide aanwezige bestuursleden van de
vroegere rederijkers-vereeniging x>Voorwaarts" voor
het belangeloos afstaan van hun tooneel en verzocht
by den financiëelen steun, nu reeds zóó geschonken,
ook den zedelijken steun der gemeentenaren.
En waarlijk, waar de jongedochters inzonderheid,
maar ook onze jongelingen met zooveel ambitie,
zooveel toewijding en met zooveel netheid optreden,
daar veroveren ze stormenderhand de sympathie van
het publiek, dat na afloop dan ook uiterst voldaan was.
We wenschen de nieuwe vereeniging die eensge
zindheid, die liefde voor de kunst en die naïeve
vroolykheid, welke men den avond der opvoering
zoo kon bemerken, in ruime mate toe, dan bestaat
er alle hoop op een lang en nuttig bestaan van het
nieuwe Voorwaarts".
Wemeldineje. De letterlievende vereeniging
»Euphonia", eene dochter der sinds 30 jaren be
staande Nutsvereeniging»Goed rond, Goed Zeeuwscb",
herdacht jl. Vrijdag haar tienjarig bestaan. De wer
kende leden en donateurs hadden zich daartoe ver-
eenigd in het gewone oefeningslokaal.
Nadat de president de vergadering had geopend
met eene rede, waarin de oprichting, de geschiede
nis en de tegenwoordige toestand der vereeniging
werden geschetst, werd het programma, bestaande
uit het houden van voordrachten in ernst en luim,
onder algemeene goedkeuring uitgevoerd. Hierna
bleven de leden nog langen tijd in gezellig samen
zijn bijeen.
Bij Kon. besluit zijn, met ingang van 1 Ja
nuari 1893, ter vervanging van de op 31 December
1892 aftredende en niet herbenoembare leden van
de geneeskundige raden, tot leden dier
raden benoemdvoor Zeeland en westelijk Noord-
Brabant dr. J. P. Berdenis Van Berlekom te Mid
delburg dr. J. Kosten De Bruyne te Zieriksee
L. K. Van der Harst, apotheker te Middelburgmr.
A. P. Snouck Hurgronje, te Middelburg, en tot
plaatsvervangende ledenJ. De Visser, heel- en
vroedmeester te Stavenissedr. Q. J. M. Janssen te
Wissekerke A. J. Wynne, apotheker te Middelburg;
mr. W. O. J. Alpherts, te Breda.
Blijkens bericht van den gezant te Brussel zal
de invoer van Neder 1. rundvee in Bel
gië, behalve langs Esschen, van 19 dezer af ook
geoorloofd zyn langs de douanekantoren van Selzaete
en Staak.
Het veeartsenykundig onderzoek der ingevoerde
dieren, zoowel aan de twee laatstelijk opengestelde
kantoren, als van af 19 dezer aan het kantoor Esschen,
zal slechts gedurende den dag, d. w. z. van 7 uren
's morgens tot 4 uren des namiddags, plaats hebben.
Blijkens bericht van het Duitsche gezantschap
is den regeerings-presidenten der aan Nederland
grenzende Pruisc-he »Bezirke" door de Pruisische
regeering aangeschreven den invoer uit Nederland
te verbieden van runderen, schapen en geiten, zullende
de invoer van varkens in het vervolg slechts
geoorloofd 'zijn onder de volgende voorwaarden
1. De varkens zullen aan de Pruisische grens
slechts worden toegelaten, wanneer zij voorzien zijn
van Nederlandsche certificaten van herkomst en van
gezondheid en nadat een door de Pruisische veeartsen
van de plaats waar de dieren de grens overschrijden
ingesteld onderzoek zal hebben aangetoond, dat de
dieren niet lijden aan besmettelijke ziekte. Ingeval
onder eene bezending varkens ook maar een enkel
dier aan zoodanige ziekte (vooral mond- en klauw
zeer) lijdende wordt bevonden, zal de geheele be
zending worden geweigerd.
2. De toegelaten varkens zullen moeten worden
vervoerd langs den spoorweg in dichte waggons
zonder overlading en, zooveel mogelijk, zonder uit
stel naar eene openbare, onder toezicht der veeartsenij-
kundige politie staande slachtplaats worden ge
bracht Wanneer eene bezending varkens zal zijn
toegelaten, zullen de invoerders de slachtplaats moeten
aanwijzen waarheen de dieren bestemd zyn.
3. De invoer zal slechts geoorloofd zyn langs de
daarvoor aangewezen kantoren en op vastgestelde
dagen.
Langs de zeezijde zal niet alleen de invoer van
herkauwende dieren, maar ook die van varkens uit
Nederland door de betrokken regeerings-presidenten
in Pruisen evenzeer worden verboden.
Op verschillende marktplaatsen zal aan de land
bouwers gelegenheid worden gegeven, om het na
volgend adres aan den Minister van Bi n-
nenlandsche Zaken te onderteekenen
Geven met verschuldigden eerbied te kennen
Johannes Heemskerk en anderen, landbouwers, ge
vestigd in Nederland, waarvan de eerst ondergetee-
kenden wonen te Hazerswoude
dat zij, adressanten, zich zeer bezwaard gevoelen
wegens de toepassing der »Wet op besmettelijke
Veeziekte", inzonderheid in zake de toepassing dier
wet op het mond- en klauwzeer onder het rundvee,
en de daarmede gepaard gaande belemmerende be
palingen voor den veehandel
dat zij met bescheidenheid meenen, dat de genomen
maatregelen tot beteugeling dier ziekte nimmer doel
kunnen treffen, omdat de besmetting door het drink
water wordt overgebracht, waaraan niets is te ver
helpen, aangezien de zieke runderen inzonderheid
daaraan behoefte hebben, en dat voorts het afzetten
der besmette bouwmanswoningen en landerijen door
soldaten wel allerlei belemmeringen aan den land
bouw in den weg leggen, en schatten gelds aan het
rijk kosten, maar niet de minste gunstige resultaten
afwerpen;
dat daarentegen aan den veehandel onberekenbare
scbade wordt toegepast, en de eerst ondergeteekende
zich sedert eenige weken belemmerd ziet in den uit
voer van 200 vette varkens, elk ter zwaarte van
150 K.G., wat eene handelswaarde vertegenwoordigt
van ongeveer f 10,000 a f 15,000, waarhij nog ge
voegd moet worden de waardevermindering van 24
verkochte schapen en eenige runderenzie verder
bijlage Nieuwe Rotterdamsche Courant van 28 No
vember 1892
dat door eene verkeerde wets-interpretatie van
sommige rijksveeartsen de landbouwers onbereken
bare schade lyden
dat in stede van den landbouw uit zijnen kwij
nenden toestand op te heffen, de belemmerende be
palingen zoo drukkend zijn, dat vele landbouwers,
komt hierin geene gunstige verandering, den strijd
om het maatschappelijk bestaan niet vol kunnen
houden
dat met inachtneming van alle wettelijke bepa
lingen, den plaatselijken burgemeester volle vrijheid
gelaten kon worden, om, in het eerste stadium dei-
ziekte, de landbouwers toe te staan, hun niet aan
getast of besmet vee, wat voor den handel bestemd
is, te mogen uitvoeren;
Weshalve adressanten, op grond van het aange
voerde, zeer nederig de vrijheid nemen, zich tot uwe
Excellentie te wenden, met het eerbiedige verzoek,
dat het Hoogstderzelve behagen moge, landbouw en
veehandel van alle drukkende bepalingen, die hunne
goede ontwikkeling in den weg (staan, te ontheffen.
Hetwelk doende, enz.
De Koninginnen hebben ieder een gift
van 500 doen toekomen aan het hoofdbestuur der
Vereeniging van onderofficieren en minderen der
zeemacht, genaamd het Marinefonds.
Vanwege de Koningin kwam bij de Maatschappij
Het Diamantwerkers-Weezenfonds te Amsterdam de
gewone jaarlyksche schenking van ƒ50 in, en de
Koningin-Regentes schonk ƒ800 aan de regenten
van de stichting »'s Heeren Loo".
De Koningin-Regentes heeft een som van ƒ500
geschonken aan de Diaconessen-inrichting te 's-Hage.
De aandacht van het publiek wordt gevestigd
op het veelvuldig voorkomen van briefkaarten
(niet van Rijkswege uitgegeven) die met geen of een
onvoldoend frankeerzegel waren voor
zien en waarvoor dus van den geadresseeerde een
port van 71/2 cent of minder moet worden gevorderd.
Het aantal van zoodanige briefkaarten beliep ge
durende 6 dagen op de drie voornaamste kantoren
meer dan 250.
Volgens oud gebruik in de Vereenigde Staten
zou het Congres, dat den 8 November 11. is ge
kozen, eerst in December van het volgende jaar
bijeenkomen en zoolang zou de herziening van het
beschermend tarief moeten wachten. Nu
wordt gevreesd, dat de bedreigde groote industriëelen
van dien langen tusschentijd zullen gebruik maken
om aan die herziening alle mogelijke hinderpalen
in den weg te leggen. Ook meent men, dat het
land onder den druk der beschermende rechten reeds
genoeg heeft geleden en dat de democraten, die nu
aan de regeering komen, verplicht zijn, het volk
van dien last zoo spoedig mogelijk te bevrijden.
Invloedrijke leden der partij dringen er op aan, dat
het Congres, zoodra de nieuwe president, Cleveland,
den 4 Maart zijne functiën heeft, aanvaard, zal wor
den bijeengeroepen om het tarief te herzien. Bui
tengewone zittingen van het congres zijn echter in
Amerika niet populair. De leden zyn er niet op
gesteld langer dan noodig is in het warme, onge
zonde Washington te zijn.
Tegelijk met de herziening van het tarief ver
langt een groot gedeelte van het Amerikaansche
volk, dat paal en perk wordt gesteld aan de immi
gratie. Men begroet de landverhuizers uit Europa
niet meer als versterking der onvoldoende arbeids
krachten, maar ducht van hen eene overlading van
de arbeidsmarkt, waarvan verlaging van loon en
eene vermeerdering van het pauperisme de gevol
gen moeten zijn, waardoor vooral aan de steden
groote uitgaven worden opgelegd. Inderdaad zijn in
de laatste jaren uit Europa velen in Amerika ge
komen, die weinig bijdragen tot den bloei der re
publiek. Czechen, Slowaken, Poolseke en Russische
Joden enz. zyn meest arm en te weinig ontwikkeld
om zich een bestaan te verwerven.
Sommigen willen nu, dat de landverhuizers zul
len bewijzen, dat zij eenig vermogen bezitten en
kunnen lezen en schrijven.
Inmiddels heeft de regeering van de Vereenigde
Staten partij getrokken van de cholera, die in
Europa heeft geheerscht, om onder voorwendsel
van gezondheidsmaatregelen de ongewenschte vreem
delingen te weren. Het gaat daarbij vaak barbaarsck
toe.
Algemeen Overzicht.
De behandeling der Staatsbegrooting in het IVeder-
landscke parlement werd jl. Dinsdag voortgezet bij
hoofdstuk Justitie. Slechts één punt willen we daarvan
releveeren, nl. de verhoogde bezoldiging der Rijksveld
wachters en de daarmede gepaard gaande reorgani
satie van de Rijkspolitie. De laatste werd by amen
dement bestreden door den heer G. Van Dedem,
maar 'sMinistei-s voorstellen vonden eene meerderheid
in de Kamer, zoodat er bij uitvoering der nieuwe
regeling zullen zijn: 11 inspecteurs der Rijksveld-
wacht met eene bezoldiging van 950 a 1400
45 Rijksveldwachters le klasse (brigadier-majoor)
met eene bezoldiging van 825 51 Rijksveldwach
ters 2e klasse (brigadier) met eene bezoldiging van
775en 657 rijksveldwachters der 3e klasse met
eene bezoldiging van 640.
Na Justitie kwam Binnenlandsche Zaken aan de
orde, waarover de algemeene beschouwingen dit
maal bijzonder kort waren. We kunnen ze dan ook
gevoegelijk buiten bespreking laten, omdat daarbij
geene punten werden gereleveerd, die voor onze
lezers van groot belang zijn. Bij de bespreking der
afdeeling Medische politie" ontspon zich eene be
langrijke discussie over de wettelijke maatregelen
tot wering en beteugeling van besmettelijke ziekten,
vooral naar aanleiding van eene desbetreffende nota
van mr. Goeman Borgesius, welke bij bet voorloopig
verslag over deze begrooting was gevoerd. Nog onder
den indruk der jongste cholera-epidemie wenschte
de heer Borgesius verscherping van de wettelijke voor
schriften, vooral daarop neörkomende, dat hij ver
schillende bevoegdheden van burgemeesters bij het uit
breken eener ziekte in verplichtingen wilde verauderen.
De heer Levy stond den heer Borgesius krachtig
ter zijde, doch de Miuister gaf vooralsnog weinig