1892 N". 144. Dinsdag 6 December. 79ste jaargang. het PATENTRECHT De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets. Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. inzending van advertentiën vóór 8 uren op den dag der uitgave. V oor de eerste maal wordt bekend gemaakt, dat zich in de aiaand Januari van 1893 roor den dienst der Nationale Militie moeten laten insckryven alle mannelijke ingezetenen, die ge boren zijn in 1874 en zij, die na liet intreden van hun 19e, doch vo»r het volbrengen van hun 20e levensjaar iugezfteuen •Worden dat de inschrijving moet geschieden: le. van een cngi'mwde in de gemeeute, waar de rader, of. is deze overledeu, de moeder, of, zijn beiden overleden, de voogd woont; 2«. van een gehuwde en van een weduwnaar in de gemeente, waar hij woont; 3e. van hem, die geen vader, moeder of voogd heeft of door deze is achtergelaten of wiens voogd buiten 's lauds ge vestigd is, in de gemeente, waar hij woont; 4e. van den buiten 's lands wonenden zoon van een Neder lander, die ter zaki van 's lands diensf in een vreemd land woont, in de gemeente, waar zijn vader of voogd het laatst in Nederland gewoond heeft; dat de inschrijving alhier plaats heeftop eiken werkdag tusschen des roormiddags 9 en des namiddags 2 uren ter Secretarie der gemeente; dat de aangifte moet geschieden door den belanghebbende zeiven en bij ongest ldheid, afwez'gheid of ontstentenis, door zijnen ra Ier, of is deze overleden, zijne moeder, of zijn beiden overleden, zijn voogd; dat niet worden ingeschreven lo de in een vreemd rijk achtergebleven zoon van een ingezetene, die geen Nederlander is 2o. de in eea vreemd rijk verblijf houdende ondsrlooze zoon van een vreemdeling, al is zijn voogd ingezetene; 3o. de zoon van een Nederlander, die ter zake van 's lands dienst in 's rijks overzeesche bezittingen of koloniën woont Gaes, den 3 December 1892. Burgemeester en Wethouders van Goes, 3 G. d. W. HAMER. De Secretaris, HARTMAN. Het kohier no. 5 van voor deze gemeente, voor het dienstjaar 18921893, is op heden ter invordering gesteld in handen van den ontvanger dier belastingen, en zal dus ieder verplicht zijn zijnen aanslag ten gestelde tijde te voldoen, Goes, den 5 December 1892. I)e Burgemeester van Goes. J G. d W. HAMER. Algemeen Overzicht. Het Wederlaiidsclie Lagerhuis heeft in de af- geloopen week zich onledig gehoudeB met de verdere behandeling der Indische begrooting, die is aange nomen doch niet dan nadat den minister van kolo niën op sommige punten eene gevoelige vinger wijzing moge het ook eene verstandige zijn gegeven is welke richting hij aan zijn beleid heeft te geven. In bet algemeen kan van de behandeling dezer begrooting niet gezegd worden, dat zij een bevredi genden indruk achterlaat. In de aanneming der motiën Van Houten en Geertsema is een zeker streven te ontdekken om den minister verder te drijven dan hij in het belang van het land op dit oogenblik wenschelijk acht. Daarin is tevens opge sloten een o. i. bedenkelijk voorbijgaan van den Gouverneur-generaal, wiens meening in dezen niet is afgewacht, en die zich alvast door een votum der Kamer zijne gedragslijn voorgeschreven ziet. Indien het nu de drijfveer van de meerderheid der Kamer leden is geweest om te trachten den Javaan te ont heffen van den koffiedwang ook omdat hem te weinig daarvoor betaald wordt, dan had men toch logisch moeten medegaan met den minister, die 11/2 millioen vroeg om daar, waar de koffiecultuur voor de inlan ders te weinig opbracht, een bijslag op de betaling te geven. Immers de opheffing der cultuur wordt door de motie slechts in de toekomst gewenscht en kan natuurlijk ook niet op stel en sprong gebeuren. Waarom dan alvast niet tijdelijk de nadeelen voor den inlander verminderd Toch beknibbelde de Kamer 1 millioen op de 11/2» die de minister wenschte. Nog op een ander punt laat deze begrooting iets onbevredigends. De minister had daarop gebracht in ontvang een post van 1,700000 voor nieuwe of verhoogde belasting van lucifers, petroleum, qui- tantiezegel enz., in het algemeen dus een post tot stjjving der inkomsten in normale omstandigheden. Nu 1 millioen voor de koffie en een ander millioen voor eene spoor weglyn van de begrooting geschrapt waren en bovendien de verkoop van de koffie be duidend hooger was te ramen dan primitief op de begrooting gedaan was, liet de minister zich bewegen, het door hem nieuw voorgestelde middel van inkomst ad f 1,700000 uit de begrooting te lichten. Indien deze post als sluitpost zooals b. v. de hoofdelijke omslag bij eene gemeente gebezigd was, dan zou het zeker toejuiching verdienen, dat de minister niet meer op zijne begrooting brengt dan voor dat jaar noodig is. Maar het voorstellen van een nieuw middel van inkomst doet denken aan eene'normale behoefte daaraan en dan kan het 0. i. bij het kortstondig ministeriëel leven er maar ternauwernood meê door, om tengevolge van eene toevallige bate zulk een middel, al is het dan maar voor een jaar, terug te nemen. Na deze begrooting kwam de peraequatie aan de orde. Gelijk men weet beteekent dit woord ge lijkmaking of liever billijker verdeeling van de grond belasting. Gedurende ©enige jaren heeft eene her schatting plaatsgehad van de waarde der gronden, waaruit bleek, dat de belastbare opbrengst van ruim 45 tot bijna 97 millioen was gestegen en dat in verband met de waarde van den grond groote onbillijkheden en onevenredigheid in den aanslag voor de grondbelasting bestonden. Terwijl nu vroeger 7 pet. werd geheven kon de minister van financiën thans met 6 pet. volstaan, waardoor hij voor den Staat een offer bracht van bijna een millioen, ook omdat de grondeigendom boven een bezit van ƒ12000 in de vermogensbelasting getroffen wordt. Nu hadden de heeren Ruys-Zijp-van den Borch voor gesteld om niet 6 maar 5 pet. te heffen. Toen dit voorstel bestrijding vond stelde de heer Van de Velde, als een echt koopman, voor, het verschil te deelen. Hij bood den minister 5 en een half pet. Veel en lang is over deze amendementen gede batteerd en indien niet de minister van financiën met nadruk had verklaard dat zij voor hem onaan nemelijk waren, zou het wellicht daarmede anders geloopen zijn dan thans. Na die pertinente verklaring van de regeeringstafel begrepen de voorstellers, dat zij niet de geheele peraequatie in gevaar mochten brengen en werden de amendementen verworpen, waarna het voorstel der* regeering (6 pet.) werd aangenomen. Het geheele ontwerp werd echter jl. Vrijdag nog niet afgehandeld, zooals de voorzitter der Kamer had gehoopt, omdat de stemmen staak ten over een voorstel. Art. 3 van het ontwerp nl. bepaalt, dat, als tengevolge van de toepassing der wet in eene gemeente de opbrengst der grondbe lasting vermindert, zoodat ook de tien gemeentelijke opcenten minder opbrengen, bypassing uit 's Rijks kas kan worden gevoiderd. De heeren Roëll en Bor- gesius nu stelden voor, dat aan de gemeenten de vergunning zal worden verleend zelf het meerdere te heffen door hoogere opcenten. De heer Van Kerk wijk nu beweerde, dat dit geen amendement was en over deze prealabele quaestie staakten de stem men, zoodat daarover Dinsdag opnieuw zal moeten worden gestemd, tenzij en hiermede zou de ver wikkeling nog grooter worden mocht blijken, dat waar is, wat beweerd wordt, dat het bureau zich vergist heeft en het voorstel-Van Kerkwijk is aan genomen. Het buitenland levert meer nieuws aan beschou wingen dan aan feiten. Dit geldt natuurlijk in de eerste plaats van Frankrijk, waarde ministriëele crisis nog voortduurt, waardoor de bladen van ver schillende richting gelegenheid hebben daarover en over de oorzaak van de crisis het hunne te zeggen. We zullen onze lezers niet vermoeien met eene op somming van deze partijuitingen en ons bspalen tot het met enkele woorden schetsen van het verloop der crisis. Zooals te verwachten was is Brisson be last geworden met de samenstelling van een nieuw kabinet, eene allesbehalve benijdenswaardige taak in dezen tijd van politieke verwarring, waarin de gemoederen overprikkeld zijn door het Panama schandaal en men niet meer weet in welke richting moet worden gestuurd en op welke party kan wor den vertrouwd. En de taak van den kabinetsfor meerder wordt niet weinig verzwaard door de om standigheid, dat het nieuwe ministerie nog de be grooting voor het komende dienstjaar zal moeten indienen of althans verdedigen. Toch kon Brisson zich den hem opgedragen last niet van den hals schuiven om de dubbele reden, dat de enquête-commissie in zake het Panama-proces, waarvan hij voorzitter is, indirect de oorzaak is van den val van het ministerie-Loubet, en dat de motie, waarop het ministerie schipbreuk leed, van Brisson afkomstig is. Hij heeft hem dan ook aanvaard, maar succes heeft hij niet gehad. Al zijn hoop was gevestigd op den steun der 160 republikeinen, die zich bij de stemming over zijne motie hadden onthouden. Kon hy die winnen, dan kon hij met hen en met de republikeinen, die daarvoor ge stemd hebben, eendrachtig samenwerken. Het mi nisterie moest derhalve niet gevormd worden dan met medewerking van alle republikeinengeen onderdeel der party kon zich uitsluitend het recht aanmatigen om, naast de oplossing der andere han gende quaesties, de bijzondere taak op zich te nemen, welke de omstandigheden het opleggen. Die over weging sloot de mogelijkheid uit om aan eene enkele partijschakeering de elementen te ontleenen voor het nieuwe kabinet. Daarom", aldus schreef Brissm aan de Temps»heb ik mij dadelijk begeven naar den heer Casimir Périer, die mij toescheen door zijn persoon en door zijn functies van vice-voorzitter der Kamer en van president der begrootings-commissie een der eerste te zijn van de republikeinen die zich Maandag hebben onthouden, wiens medewerking bet minst kon ontbeerd worden. Ik heb hem voorge steld om deel uit te maken van het Kabinet. Wij hebben ons in zeer beleefde termen onderhouden, maar ik heb eene weigering gekregen. Van den anderen kant gaf de heer Bourgeois, minister van onderwijs in het Kabinet-Loubet, mij zijne adhaesie te kennen, tegelijkertijd echter het ministerie van binnenlandsche zaken weigerend, dat ik hem wilde aanbieden." Dit alles had Brisson echter wel kunnen voorzien, en in plaats van een werk-ministerie te willen vor men, had hij allereerst moeten trachten een zooge naamd ministerie der enquête samen te stellen. Hij is dan ook, zooals wij reeds zeiden, niet geslaagd en thans heet het, dat aan Casimir Périer de opdracht tot het vormen van een Kabinet is gegeven. Aange zien echter Bourgeois blijft weigeren, verwacht men, dat ook hij niet slagen zal. De enquête-commissie zet intusschen haar arbeid voort, voor zoover zij dit kan, want velen weigeren te getuigen en nemen het verschil van gevoelen om trent de bevoegdheid der commissie te baat om niet te verschijnen. De rechterlijke macht werkt boven dien de commissie tegen, in plaats van haar te steunen en ook de Senaat schijnt niet van plan de Kamer te volgen op den weg, dien allen onwettig noemen, en een besluit van de Kamer alleen heeft natuurlijk niets te beteekenen. De Fngelsche minister Asquith heeft in de liberale club van de City eene rede gehouden, waarin hij mededeelde, dat de regeering behalve het wets ontwerp voor home-rule in Ierland, maatregelen be raamt voor eene hervorming van het kiesrecht en het in het leven roepen van districtsraden voor de afdeelingen, waarin de graafschappen zullen worden veideeld (local gouvernment). Wat nu de huidige regeering onder home-rule verstaat wordt ons door een paar Amerikaansche bladen medegedeeld, vermoedelijk gaen zeer vertrouw bare bron. Ierland zou in vier zichzelf besturende provinciën worden verdeeld. De eenige nationale band zal een Senaat te Dublin zijn mot de volle bevoegdheid eener bondsregeering, behalve waar anders bepaald wordt. Leger, vloot en vestingwerken staan onder het gezag van het parlement te West minster de Iersche regeering zal geen recht hebben met eenige buitenlandsche regeering te onderhandelen de nationale handel en nijverheid mogen niet be schermd worden tegen den invoer uit Groot-Brit- tannië of de Koloniën. De vier provinciale vergade ringen zullen onderworpen zijn aan het »veto" van een plaatselijken rijksgouverneur, en haar besluiten en die van den bondssenaat kunnen herzien, bevestigd of verworpen worden door de rechtsgeleerde com missie van den Privy-Council. De bijeenroeping van het Eagelsche parlement is opnieuw verdaagd, thans tot 31 Januari. Men zal dus nog een paar maanden moeten wachten, eer men verneemt wat van het bovenstaande waar is. GOES, 5 December 1892. Het contingent in de lichting 1893 der nationale militie is voor Zeelandop een aan tal ingeschrevenen van 2061, vastgesteld op 537. Het aantal ingeschrevenen voor Goes bedraagt 69 Hiervan waren echter reeds 4 in dienst, zoodat voor Goes de berekening plaats heeft naar een aantal van 65. In deze evenredigheid tot het aantal voor geheel Zeeland zal dus het contingent voor deze gemeente waarschijnlijk 17 zijn. In de bestuursvergadering van de kolen- vereeniging »Uit Voorzorg" alhier zijn de functiën als volgt verdeeldW. J. Hartman voorzitter, A. Sohrijver vice-voorzitter, J. De Roche- fort penningmeester, L. F. Fagel Jr. Ie, D. T. v. d. Vy ver 2e secretaris, terwijl C. Den Boer en P. Goed- bloed zullen fungeeren als commissarissen. Met 30 Nov. 11. is eervol ontslagen de Rijks veldwachter 3e klasse W. K1 e ij n te Goes. Aangesteld is tot Rijksveldwachter oe klasse N. J. Van Garderen, agent van politie te Middelburg (standplaats Goes). Waarde. Door den gemeenteraad is tot lid van het burgerlijk armbestuur de heer M. GJe 1 e e d s t herkozen. In dezelfde vergadering bedankte de heer M. Geleedst voor keurmeesterals men weetdat deze post niet bezoldigd wordt en het een tamelijk on dankbare betrekking is, dan is het niet te verwon deren dat deze betrekking weinig begeerlijks heeft. Borsele. Tot lid van het burgerlijk armbestuur alhier is door den gemeenteraad herbenoemd de heer J. Bruinooge. Even als verleden jaar is wöer besloten het zoo genaamde ophalen van kerstkoorn en het nieuwjaar- wenschen aan de huizen tegen te gaan door het in zamelen en uitdeelen van liefdegiften, waartoe eene commissie van negen leden werd samengesteld. Ierseke. De afd. Ierseke der Vereeniging ter bevordering der Nederlandsche visscherij, welke afd. in Mei 1887 gesticht werd, is bij besluit der ver gadering van Vrijdag 11. ontbonden. Hoofdzakelijk gebrek aan belangstelling leidde daartoe. Kolijnsplaat. De civiel-ingenieur de heer C h. C. Coomans alhier trad Zaterdagavond voor een zeer talrijk gemengd publiek, waaronder verschei- denen uit de omliggende gemeenten, ten huize van den heer G. De Jonge, als spreker op in de vrij zinnige kiesvereeniging Algemeen Belang" met eene uitvoerige rede over de droogmaking der Zuiderzee. De Voorzitter wees bij de opening der vergadering op het voorrecht, dezen avond over deze belangrijke zaak een spreker als den heer Coomans te mogen zien optreden, die bij zijne technische en theoretische kennis als ingenieur ook nog het benijdenswaardig bezit eener driejarige praktijk als ingenieur der Zuiderzee-vereeniging voegt, wijl hij gedurende ge noemden tijd een werkzaam aandeel heeft gehad in de vele grondboringen en andere onderzoekingen in loco en het opmaken der plannen. Na aangetoond te hebben, dat deze grootsche on derneming geen partyzaak, maar eene echt nationale zaak is en moet blijvenbegon hij de verschillende beraamde plannen te beschouwen en in korte trekken aan te geven. Vervolgens ging hij na, hoe de afsluiting der Zuiderzee volgens het plan der Zuiderzee-ver eeniging zal verkregen worden, schetste in grove trekken den gunstigen invloed der afsluiting op de waterkeering, de waterloozing en de waterverver- sching der provinciën om de Zuiderzee en op de scheepvaartverwijlde geruimen tijd bij den afsluit dijk (waarvan een keurig dwarsprofiel in de zaal aanwezig was)ging vervolgens in tijdsorde na, hoe er 4 groote polders zullen ingedijkt en drooggemalen worden, welker uitstekende bouwgronden op eene door den spreker vervaardigde geologische kaart duidelijk waren aangegeven, en toonde en verklaarde op een derde expres daarvoor vervaardigde kaart het ontwerp der Zuiderzee-vereeniging. Daarna gaf hij aan, hoe het droogleggen van eiken polder parti eel zal geschieden met het oog op de gezondheid en de latere bemaling, besprak de grootte en qualiteit der te verkrijgen gronden en stelde toen, na eerst vooral de technische en financiëele zijde te hebben beschouwd, de economische in het licht. Ook de keerzjjde der medaille werd door den spreker niet vergeten, te weten het verloren gaan der Zuiderzee-visscherij, hetgeen echter volgens spre ker anderszins veelzyds kan vergoed worden. Inzonderheid bracht de spreker hulde aan den den heer A. Buina, den stichter der Zuiderzee-ver eeniging, en aan den schepper van het tegenwoordige ontwerp den heer C. Lely, den vroegeren chef van het technisch onderzoek, thans Minister van Water staat, Handel en Nijverheid. In de hoop, dat het dezen moge gegeven worden, spoedig de eerste spade in den grond te steken voor de droogmaking der Zuiderzee, sloot hij zijne degelijke en leerryke voordracht. De voortdurende attentie van het auditorium en het luid applaus na afloop der voordracht bewezen de ingenomenheid der opgekomenen met het gehoorde. De voorzitter dankte uit aller naam den spreker voor diens rede en hoopte, dat het hem gegeven moge worden, niet alleen het werk te zien aanvan gen, maar ook met succes te zien eindigen. Bij kon. besluit is benoemd tot rijksontvanger te Eede G. A. M e e r d i n k te 's-Gravenpolder. De gemeenteraad van Vlissingen heeft met algemeene stemmen afwijzend beschikt op het verzoek der 91 werkloozen om werkver schaffing. Vlissingen. Tot directeur van de stoomtram VlissingenMiddelburg is benoemd de heer Car- p r e a u te IJzendyke. Hoewel de maand November in den regel niet uitmunt door ruime afname van oesters, zoo was deze dit jaar toch buitengewoon gering. Men kan rekenen, dat de verzending 1(3 minder was dan andere jaren. Men hoopt dat December met zijn feesten (St. Nicolaas, Kerstmis, Oudejaarsavond) de schade zal doen inhalen. De vraag naar Fransche oesters (die ook voor enkele Iersekscbe kweekers op de banken bij Herkingen geteeld worden) is aanzienlijker dm naar Zaeawsche. De prjjzou fan.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1892 | | pagina 1