1892 N°. 142.
Donderdag 1 December.
79ste jaargang.
Da uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder
bg alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets.
Bg directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten eH de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.;
Inzending van advertentiën voor 8 uren op den dag der uitgave.
Niet zoo zwart als zij wordt voorgesteld
Na het votum over de motie-Van Houten om
trent de gouvernements-koffiecultuur
in Ned.-Indië doen zich stemmen hooren om den
volke te verkondigen welk een gruwel de opvolgende
Nederl. regeeringen sinds meer dan een halve eeuw
door die cultuur hebben laten voortbestaan. Zoo
b.v. de Zeeuw, die in haar no. van jl. Zaterdag
spreekt van >onbezoldigden dwangarbeiden in dat
van gisteren beweert, dat »de inlander, die (let op
de contradictie) slecht betaald wordt, zooveel moge-
lijk koffie tracht te krijgen en daartoe zijn grond
uitput 7"
Als men zgn oordeel grondt op zulke volkomen
onjuiste gegevens, dan heeft dat oordeel zeker al
zeer weinig waarde. Daarom kan het zijn nut hebben
verkeerde voorstellingen in dezen in het ware licht
te stellen.
En dan merken wij al dadelijk op, dat onbezol
digde dwangarbeid bg de koffiecultuur in Indië niet
bestaat.
De by die cultuur ingedeelde inlander geniet den
vollen pluk van het gedeelte tuin, dat door hem be
handeld wordt. Hij neemt die geplukte koffie mede
naar huis, ontbolstert en droogt haar op zgn
eigen erf en levert ze in het nabgzgnd gouverne-
ments-pakhuis tegen f 15 per picol. Sommige in
landers oogsten twee, sommige vier a zes picol, zoo
dat zg van 80 tot 90 jaarlijks van de koffie
maken.
Wg zullen niet beweren, dat dit veel is. Als
men in aanmerking neemt, dat de arbeid voor
den oorspronkelijken aanleg der tuinen, het planten
der koffie- en schaduwboomen en later het gewoon
onderhoud van de tuinen in dat loon begrepen is,
dan is het gemiddelde daggeld zeker niet hoog, vooral
als de opbrengst der tuinen, om welke redenen dan
ook, te wenschen overlaat. Treft men echter zeer
goede gronden, die, na twee jaren voorbereiding,
vaak gedurende twintig jaren ruime vrucht ople
veren, dan is het loon niet zoo bijzonder gering, vooral
niet als men daarbg in aanmerking neemt, dat na
den aanleg het gewoon onderhoud der tuinen zich
bepaalt tot ettelijke dagen arbeids in het jaardat
voor die dagen de inlander eenigszins de vrge keuze
heeft en dat hg zoo weinig mogelijk tot arbeid in
de tuinen geprest wordt wanneer hij zit iu de drukte
van zgn eigen rgstaanplant of rgstoogst.
In ieder geval is er geen sprake van onbezoldig-
den dwangarbeid en wanneer zooals in de be
doeling lag de betaling per picol verhoogd werd,
zou bet de vraag zgn of men niet van eene zeer
billgke belooning zou kunnen gaan spreken bg welke
regeling bovendien niet zou zgn uitgesloten, dat de
cultuur werde opgeheven daar waar, zooals omtrent
de Minahassa beweerd wordt, de grond niet zoo
goed is, dat zelfs bg eene betaling van f 25 de cul
tuur loonend is. Natuur] jjk is het onverdedigbaar
de bevolking te kwellen met haar te laten planten
in het zeezand of op andere ongeschikte gronden.
Ook de bewering, dat de inlander om groote oog
sten te verkrijgen zijn grond uitputgetuigt van
totale onkunde omtrent de zaak. De koffie wordt
niet op grond van den inlander geplantDe tuinen
worden aangelegd op onbebouwden grond. Bg de
berekening van het loon moet dus nog in aanmer
king worden genomen, dat de inlander het product
verkrggt op gronden, niet bg hem in bezit. Wel
vindt men hier en daar zoogenaamde pagger-koffie, dat
is koffie van ettelgke boompjes, die de inlander op
zgn eigen erf plant, maar die vrucht mag hg tot
eigen gebruik aanwenden en als men zich eenige
oogenbükken in de kampong bij den gastvrgen in
lander ophoudt, wordt men dan ook onthaald op
een kop koffie, zoo goed, dat menigeen hier er naar
reikhalzen zou.
Eene meermalen gehoorde en ditmaal niet onge
gronde klacht is dan ook het gevolg van het planten
der koffie op gouvernementsgrond, nl. dat langza
merhand de onbebouwde gronden voor nieuwe tui
nen op verderen afstand van de dessa's moeten ge
zocht worden, waardoor de inlanders veel tgd ver
liezen met heen en weder loopen. Hiermede houdt
echter het plan van herbossching verband, d. i. om
de niet langer vrucht opleverende tuinen in bosch te
herscheppen, waardoor zij na jaren weder vrucht
baar koffieland zouden opleveren. Grond, reeds bg
den inlander in bezit, wordt echter niet door het
gouvernement ingenomen en daarom is er uit dat
oogpunt niet zulk een overwegende reden om de
gedwongen koffie-cultuur af te schaffen als indertgd
bg de gedwongen suiker-cultuur het geval was,
dewgl voor deze de inlander zgne rgstvelden en
minstens éen oogst daarvan missen moest.
Uit een en ander ziet men, dat de gouvernements
koffiecultuur niet zoo zwart is als zg afgeschilderd
wordt. Bij verhooging van den koffieprijs rest alleen
uit een sociaal oogpunt de quaestievrgheid of
dwang Zeker is het, dat in de koffiecultuurstreken
en bgna op gansch Java nergens zulk broodsgebrek
en zulke ellende wordt geleden als helaasin onze
Westersche maatschappg. Ongetwgfeld is dit in de
eerste plaats het gevolg van klimaat en van weinige
behoeften, maar een weinig mag ook wel op rekening
gesteld worden van den invloed van ons bestuur.
En de toestanden in onze Westersche maatschappg
zijn toch waarlgk niet van dien aard, dat het wen-
schelgk moet geacht worden een volk, dat onder
andere omstandigheden leeft en in vele opzichten
daarbij wèl vaart, geheel op de leest dier Wes
tersche maatschappg te gaan schoeien. Vreemd is
het dan ook, dat juist in onze dagen nu men
er hier zoo op uit is door werkverschaffing in de
behoeften van zoovele werkloozen te voorzien
juichtonen worden aangeheven over de aanstaande
opheffing van een vruchtbaar werk eldersHet is
waar, dat ginds in dwang geschiedt wat hier in
vrijheid wordt begonnen. Maar is er hier wel sprake
van vrgheid waar de nood zoo dringt En zoo men
in ons land van regeeringswege grond beschikbaar
kon stellen om daarop tegen zekeren prgs, in ver
band met de opbrengst, producten te bouwen, zou
dan niet zulk eene gelegenheid door tal van handen
worden aangegrepen
Ook wg treden niet in eene beoordeeling van
het genomen besluit en maken de balans niet
op tusschen de voor- en nadoelen van de gouver
nements-koffiecultuur. Daartoe zouden wg te veel
in détails en in beschouwingen moeten treden om
trent aard en gewoonten der Oostersche in tegen
stelling van de Westersche volkenover belasting
in arbeid of in geldbeschouwingen, die zeer zeker
te uitgebreid zouden worden voor dit blad. Maar
wg waarschuwen tegen het vormen van een oordeel
als gevolg van verkeerde voorstellingen, en waarbg
geheel wordt voorbg gezien, dat de genoemde cul
tuur ook hare lichtzgden heeft.
J. J. R.
GOES, 30 November 1892.
Bij de commissie van werkverschaf
fing alhier hebben zich 113 werkloozen, allen
hoofden van gezinnen of kostwinnende zonen, aan
gemeld, tot het verkrggen van arbeid.
Gedurende de maand November dezes jaars
zijn in de gemeente Goes, op eene bevolking van
6500 zielen, overleden slechts 4 personen tegen
10 in November 1891.
Ook de geboorten waren beduidend minder,
nl. 10 tegen 21 in het vorig jaar.
Bg resolutie van den 21 dezer heeft de minister
van financiën, met het oog op de eerlang in te
voeren vermogensbelasting, het aantal inspec
teurs der registratie en domeinen
vermeerderd met 14, en een nieuw successiekantoor
opgericht te Amsterdam, te 's-Gravenhage en te
Rotterdam, alsmede een nieuw kantoor der gerechte
lijke akten te Arnhem en te 's-Hertogenbosch.
Onder de nieuwe divisiën van inspectie vinden
we o. a. Goes vermeld.
Bg Kon. besl. is benoemd tot plaatsverv.
dgkgraaf van den Karelpolder J. Van L i e r e.
Met ingang van 1 Dec. a. s. is, op verzoek,
eervol ontslag uit 's rijks dienst verleend aan den
heer D. Stemmer, te Hansweerd, thans commies
3e klasse te water, op het aldaar gestationeerde
recherche-vaartuig. (M. Ct.)
Bg het examen voor apothekersbediende te
's-Bosch is geslaagd mej. E. C. Plugge te O. en
W. Souburg.
In April a. s. zal te Middelburg de vgfde
driejaarlgksche tentoonstelling van schil
de r g e n gehouden worden.
De Minister van Binnenlandsche Zaken brengt
ter algemeene kennis, dat volgens de bij hem in
gekomen ambtsberichten in de afgeloopen week
aan Aziatische cholera overleden zgn
aangegeven
in Noord-Brabantte Oud- en Nieuw-Gastel 2
personen.
in Zuid-Hollandte Barwoutswaarder, 2te
Boskoop, 2te 's Gravenhage, 1te Hazerswoude,
2te Koudekerk, 1te Reeuwgk, 1te Waterin
gen, 1 persoon
in Noord-Hollandte Amsterdam, 2 personen
in Utrecht: te IJsselstein, 2 personen.
De terug komst van de Koninginnen,
na een langdurige afwezigheid, in de residentie
bracht Maandag een belangstellende menigte op de
been. HH. MM. kwamen te 3 u. 50 min. aan.
De Koningin-Regentes sprak zooveel mogelijk ieder
der autoriteiten toe en de jonge Koningin reikte
elk der aanwezigen vriendelgk de hand.
HH. MM. begaven zich in een gesloten rgtuig
paleiswaartszij Werden vooral aan en in den om
trek van het station met gejuich begroet.
Ook op het voorplein van het Paleis werden de
Vorstinnen luide verwelkomd door de bevolking.
Nadat de Koninginnen het Paleis, van welks nok
de standaardvlag wapperde, waren binnengetreden,
toefden zij nog eenige oogenblikken voor een der
vensters en wuifden vandaar de menigte toe.
De directie van de Nederl. Amerikaansche
Stoomvaart-maatschappg" heeft aan hare agenten
bericht, dat de beperkingen waaronder de
regeering der Vereenigde Staten het vervoer van
derde klasse (tusschendeks) passagiers met
het oog op de cholera toelaat, nog niet zijn opge
heven, integendeel, volgens de laatste berichten, ver
scherpt zgn.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
De beraadslagingen zgn gisteren voortgezet over
het ontwerp tot aanleg van een dam in het westgat
van Soerabaya. De Minister van Koloniën verdedigde
uitvoerig het werk, op grond der eenparige gunstige
adviezen van deskundigen en betoogde, dat het ook
noodig zou zijn, indien later een verlegging van de
uitmonding der Solorivier noodig zou blgken. Het
ontwerp is na een technisch debat aangenomen met
47 tegen 22 stemmen, terwgl met 50 tegen 27
stemmen is verworpen het regeeringsvoorstel tot
aanleg van een spoorweg van Tarik naar Soerabaya.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Hloetinge. Ds. G. E. Meloen, predikant alhier,
heeft voor het beroep naar de Herv. gemeente te
Tolen bedankt.
Beroepen bg de Herv. gem. te Wissekerke
ds. N. De Jonge, te Brussel. (De Z.)
Kattendijke. De kerkeraad der Ned. Herv.
gemeente alhier benoemde in zgn laatstgehouden
vergadering tot ouderling den heer J. Vermaire,
die aftredend was. Tot diaken werd in de plaats
van W. Van de Linde, die eveneens aftredend was,
doch niet meer in aanmerking wenschte te komen,
benoemd de heer D. De Pugt. Beide benoemden
namen hunne benoemingen aan.
£llewoud§dijk. Tot kerkvoogd der Ned. Herv.
kerk is herkozen de heer P. Geense.
Bg de acte-examens vrge- en orde-oefeningen
te Breda is geslaagd mej. R. M. Breetvelt, van Schore.
Bij de acte-examens M. O. voor Nederl. taal
en letterkunde is toegelaten dhr. P. Allan, van Goes
bg dat voor schoonschrgven dhr. A. Passenier, van
Middelburg.
Rechtszaken,
De Hooge Raad verwierp de beroepen in
cassatie van N. B. W., tegen zgne veroordeeling
door de rechtbank te Middelburg en het Hof te
's-Gravenhage, wegens diefstal met braak bg nacht
te 's-Heerenhoek, tot 8 jaar, en van K. V.
zgne veroordeeling door dezelfde
diefstal van eenden, tot drie jaar.
In de vroeger vermelde zaak van den gymna-
stiek-onderwgzer S. te Groningen heeft de Hooge
Raad beslist, dat de heilgymnastiek (massage) niet
tot de gymnastiek (lichaams-oefening) behoort, maar
tot de
Algemeen Overzicht.
Het Fransclie ministerie is gevallen, indirect
door de Panama-quaestie. Maandag interpelleerde de
afgevaardigde Laterronays in de Kamer den minister
van justitie over het verdwijnen van baron von
Reinach, onder toespeling op de verschillende daar
omtrent loopende geruchten, waarvan het laatste is.
dat hg in het geheel niet dood zou zgn, maar dat
hg eenvoudig is verdwenen omdat hij zich met het
oog op de Panama-enquête niet veilig achtte en dat
men het doet voorkomen alsof hij plotseling is over
leden. Laferronays zeide, dat alleen de opgraving
van het lgk in dezen de waarheid aan het licht zou
kunnen brengende lijkschouwing zou het geheim
zinnige van de zaak oplossen.
De minister Ricard critiseerde dezen aanval scherp.
Het is alsof er geene regeering en geene justitie
meer is, zeide hg. Het was duidelijk, dat men de
regeering met deze interpellatie wilde treffen, al
bleek ook niet met welk doel. De dood was in dezen
op natuurlgke wgze veroorzaakt en dus heeft de
justitie er niets mede te maken. Slechts wanneer er
sprake is van een misdaad kan tot eene gerechtelijke
I opgraving worden overgegaan, maar zelfmoord is
geene misdaad, als die waarvan hier sprake is. De
minister eindigde met te zeggen, dat hij een onder
zoek zou gelasten indien hg overtuigd was van een
gewelddadigen dood van baron von Reinach, maar
die overtuiging heeft hij niet en hij verkoos de wet
niet te schenden.
Na dit antwoord van den minister verwierp de
Kamer de eenvoudige orde van den dag, waarmede
de minister zich vereenigd had, met 304 tegen 209
stemmen, en nam zg met 393 een amendement-
MaujanrBrisson aan, behelzende, dat de Kamer, zich
vereenigende met het streven der commissie naar vol
ledige opheldering van de Panama-zaken, overgaat
tot de orde van den dag.
Daarop hebben de ministers de portefeuilles ter
beschikking van den president der republiek gesteld,
die het ontslag heeft aangenomen.
Te Algiers is de Kardinaal Lavigerie overleden.
Hij werd in 1825 te Bayonne geboren en werd na
in den geestelgken stand te zgn opgenomen en tot
doctor in de theologie bevorderd te zijn, benoemd
tot hoogleeraar in de kerkelijke geschiedenis aan de
Sorbonne.
In 1888 begon hg zgn bekenden veldtocht tegen
den slavenhandel, die geleid heeft tot het vestigen
te Brussel van de maatschappg tot wering van den
afschuwelijken handel in menschenvleesch.
De Lavigerie's naam kwam daardoor op aller
lippen, en niet minder ook door eene spoedig daar
op gevolgde daad, die een kreet van verrassing deed
opgaan bg de eenen een juichkreet, bij de anderen
een kreet van ach en wee. Leo XIII had reeds van
toenadering tot de Fransche republiek doen blijken.
De Lavigerie, ten deze natuurlgk in verstandhouding
met den paus, gaf bg een bezoek van een Fransch
eskader aan de officieren een feestmaal te Algiers
en liet toen de Witte Paters de Marseillaise spelen,
en om nog klaarder wijn te schenken, beval hg in
een toost de onder hem staande geestelijkheid het
aannemen der republiek aan.
Welk een beweging hierdoor ontstond, is te zeer
bekend, dan dat het herinnerd behoeft te worden.
De clericalen waren woedend. De bgdragen, die de
kardinaal steeds van particulieren had ontvangen
ten behoeve zgner zending, hielden van dit oogen-
blik op ruim te vloeien. Doch van den anderen kant
vond hij veel steun, en wel den sterksten van Leo
XIII, die sedert herhaalde malen de geloovigen in
Frankrgk aanspoorde om vrede te sluiten met de
republiek. De gevolgen zijn niet uitgebleven. Er is
een ommekeer ontstaan in de gemoederen van dui
zenden, die voorheen het altaar vereenzelvigden met
den troon, en de graaf van Parijs heeft sedert op
gehouden op vriendschappelgken voet te zgn met het
Vaticaan.
De Lavigerie was sinds geruimen tgd lgdende,
zoodat zgn dood niet onverwacht kwam.
Droogmaking der Zuiderzee.
In de rij der volken, die zich onderscheiden hebben
in het ontwerpen en uitvoeren van groote en grootsche
plannen, zal aan Nederland voorzeker geen plaats
worden geweigerd. Het graven van het Noord-Hoi-
landsche kanaal en de Zuid-Willemsvaart (van 's-
Hertogenbosch naar Maastricht) zgn werken geweest,
die, als uitgevoerd in het begin dezer eeuw, reeds
voor werken van groote beteekenis mochten door
gaan, aangezien machinerieën, wijze van werken,
vervoer- en verkeersmiddelen enz. in die dagen op
verre na niet de volmaaktheid hadden bereikt van
de tegenwoordige. De droogmaking van het Haar-
lemermeer en andere waterplassen in Holland ge
tuigen van de energie en den ondernemingsgeest in
het midden dezer eeuw, terwijl in de laatste jaren
met verbazing en bewondering het oog gevestigd
werd op de doorgraving van Holland op zijn smalst,
de spoorwegbruggen van Moerdijk en Kuilenburg,
de afdamming van het Sloe en de Ooster-Schelde,
terwgl de werken op Fgenoord op waardige wgze
de lgst der groote werken in Nederland sluiten.
Toch zal waarschgnlgk deze eeuw haar laatsten dag
niet geven, zonder dat zg een onderneming heeft
zien aanvangen, in welker schaduw de bovenge
noemde niet kunnen staan.
Dat werk zou zijn het veranderen van'de groote,
soms onstuimige Zuiderzee, in stille vreedzame akkers,
waarop het koren, naar men met grond vermoedt,
welig zal tieren en waar vruchtbare weilanden voedsel
zullen aanbieden aan duizenden stuks vee, ten spgt
van visschers en visschen, waarvan de eersten door
de laatste daar thans hun bestaan vinden,
Het plan tot droogmaking der Zuiderzee is reeds
voor eenige tientallen jaren besproken, maar be
zwaren van allerlei aard waren oorzaak, dat het
langen tgd niet verder dan tot bespreken kwam.
In onze dagen wordt weder de vraag behandeld
is het mogelijk en wenschelijk de Zuiderzee te dempen
ea deze vraag heeft wel eenige kans bevestigend te