Men seint uit Berlijn aan de N. R. Öt.
De Maandag te Wittenberg voltrokken plech.tigh.eid
der inwijding van de gerestaureerde
Luther kerk, op den '375en gedenkdag der Her
vorming, heeft naar den wensch des Keizers het
karakter gehad van een groot historisch pracht-feest.
Alle evangelische Duitsche vorsten, alsmede de bur
gemeesters van Hamburg, Lubeck en Bremen, waren
persoonlijk aanwezig. De Zweedsehe troonopvolger,
de Engelsche erfprins hertog van York, en bijzondere
gezanten der protestantsche koningshuizen van De
nemarken en Nederland woonden het feest bij. De
meest mogelijke militaire, kerkelijke en kunst-praal
was tentoongespreid. Meer dan tweeduizend per
sonen waren vanwege den Keizer rechtstreeks ter
bjj woning genoodigd.
Voor het oude Raadhuis door den burgemeester
van Wittenberg met eene aanspraak begroet, ant
woordde de Keizer in weinig woorden, dat bij het
werk voltooid had waartoe wijlen zijn grootvader
den grond gelegd had en waar zijn vader, Keizer
Friedrich III, met al de vezelen zijns harten aan
gehecht was geweest. Geen hunner was het vergund
geweest het wevk voltooid te zien. Thans het schoone
godshuis aan de evangelische christenheid over
gevende, hoopte de Keizer dat het voor deze en voor
de stad Wittenberg moge zijn eene vermaning tot
godsvrucht, tot koningstrouw en tot rechtschapenheid.
Terstond daarna ving de schitterende optocht naai
de kerk aan. Voor de beroemde deur der stellingen"
hield de stoet stil en sprak de minister van eere-
dienst, Von Bosse, bij het aanbieden van den sleutel
der kerk aan den Keizer, eene rede, waar het vol
gende aan ontleend is: »Uwe Majesteit staat hier
voor het godshuis aan welks deur doctor Maarten
Luther den 31 en October 1517 zijne 95 Stellingen
aangeplakt heeft. De plek waar wij staan, de kerk
waar LJ. M. hare blikken op vestigt, zijn heilig. Het
is de wieg der Duitsche kerkhervorming. De stor
men der eeuwen zijn daarover heengevarentwee
maal heeft de oorlog de grondvesten van dit kerk
gebouw doen schudden zwaar had het geleden en
het scheen zijnen ondergang nabij. Maar God heeft
gewild dat het behouden bleef, als een getuigenis
voor de levenskracht der evangelische kerk. Luister
rijker dan ooit staat het thans voor onze oogen, het
gedenkteeken der hervorming, de rustplaats van
Luther en Melanchton, een onovertroffen sieraad dezer
langberoemde stad, een ver over bet land zich ver
heffend getuigenis voor de onvergankelijkheid dei-
evangelische waarheid".
Nu werd de kerkdeur geopend en had de feestelijke
eeredienst plaats, die ingeleid werd met Luther's
koraal Een vaste burg is onze God en besloten, op
bijzonder verlangen des Keizers, met de koraal-melodie
van het Wilhelmus van Nassauvien.
Na het einde der godsdienstoefening reden de Keizer
en de Keizerin met het gevolg van vorsten enz. naar
het oude Lutherhuis, waar de oorkonde ter eeuwige
gedachtenis der voltrokken plechtigheid onderteekend
werd.
Na het onderteekenen der oorkonde werd er van
stadswege een kunstrijk ingerichte, historische optocht
gehouden, waaraan ongeveer twaalf honderd personen
deelnamen, voorstellende tafereelen uit de Hervorming
en uit Luthers leven. Aan het feestmaal, dat ver
volgens in het refectorium van het Lutherhuis plaats
vond, hield de Keizer zijne met spanning tegemoet
geziene toespraak.
Het feest werd ook bijgewoond door vier afstam
melingen van Luthereen predikant Luther, een
Sanitdtsrath Luther, een majoor Wegern en een
Landrath Wegern.
De vernieuwde kerk is in renaissance-stijl gebouwd,
met eenen 88 meter hoogen toren. In de hooidgang
tegenover den kansel zijn de graven van Luther en
Melanchton, aangewezen door kleine sarkophagen
van zandsteen, waarop bronzen platen liggen met
opschriften. Zij waren door Luthers afstammelingen
met kransen getooid.
Op uitnoodiging des Keizers zullen alle binnen- en
buitenlandsche vorsten van de evangelische- belijdenis
hunne wapens in de Lutherkerk doen afbeelden.
Dit is ook reeds gedaan door 198 steden. De Keizer
heeft een bronzen gedenkpenning voor dien dag
doen slaan.
De oorspronkelijke oude kerk was in de tweede
helft der 15e eeuw gebouwd, doch tweemaal verwoest,
in 1760 door de Oostenrijkers en in 1813 door de
Franschen. Beide keeren werden echter de graven
van Luther en Melanchthon, alsmede de andere
kostbare historische voorwerpen, gelukkig uit den
brand gered.
De Ambachtsschool.
In de gisteravond gehouden vergadering der ver-
eeniging »de Ambachtsschool" alhier werd de reke
ning over het dienstjaar 1891/92 goedgekeurd en
vastgesteld, in ontvang op 3013.15 i/2, in uitgaaf
op f 2840.941/2 en derhalve met een goed slot van
ƒ172,21.
Daarna kwam de begrooting voor het dienstjaar
1892/93 aan de orde, waarbij bleek, dat deze, niet
tegenstaande de meeste posten van uitgaaf zoo laag
mogelyk waren geraamd, en niettegenstaande boven
genoemd goed slot der vorige rekening, nog een
ongedekt saldo aanwees van 270.79.
De voorzitter, dr. Z. Tb. Diehl, toonde aan dat
het te voorzien was geweest dat deze toestand on
vermijdelijk eenmaal zou intreden, aangezien men
tot nu toe alleen batige saldo's had verkregen door
het kapitaal van ƒ1000 bij de oprichting der school
aan de vereeniging geschonken in de gewone reke
ning te brengen, wat geheel in overeenstemming
was met de bedoeling der geefsterde Maatschappij
tot Nut van het Algemeen. Langzamerhand echter
was dit kapitaal ingeteerd en nu stond men voor
een tekort van 270, dat, aangezien de vastgestelde
rekening sloot met een overschot van 172, aan
toonde, dat op den gewonen dienst eigenlijk 442
tekort komt.
Verschillende denkbeelden waren in den boezem
van het bestuur gerezen om evenwicht te brengen
n de ontvangsten en uitgaven
lo. in verband met het afgenomen aantal leer
lingen voor het timmeren de betrekking van tweeden
onderwijzer in dat vak op te heffen, waarbij zich
echter de moeielijkheid voordeed, dat aan dezen
onderwijzer tevens het onderwijs in het teekenen l
van uitslagen op de ware grootte is opgedragen,
waaraan een vrij groot aantal uren wordt besteed,
die dan op andere wijze zouden moeten gegeven
en bezoldigd worden
2o. opheffing van de betrekking van afzonderlijken
leeraar in het teekenen op eene jaarwedde van 300
voor gemiddeld 3 uren les per week, wat bet meest
rationeel scheen omdat alle leerlingen behalve de
practische teekenlessen voor hun vak, teekenles
ontvangen aan de Burgeravondschool, doch door
welke opheffing niet het geheele nadeelig saldo ver
dwijnen zou
3o. zich tot het gemeentebestuur te wenden om
verhoogde subsidie.
Het bestuur had gemeend de keuze tusschen deze
3 middelen aan de algemeene vergadering te moeten
overlaten.
Breedvoerige discussiën waren het gevolg van deze
uiteenzetting, waarbij o. a. op eene vraag van een
der leden bleek, dat het Rijk vermoedelijk niet on
genegen zou zijn te helpen, mits eerst de gemeente
en de provincie hare subsidiën aanmerkelijk ver
hoogden. Dan zou de Staat niet afkeerig zijn van
zooveel hulp te verleenen, dat aan het gebouw dei-
Ambachtsschool een teekenlokaal verbonden, de sme
derij vergroot en zelfs een cursus voor schilders
daaraan toegevoegd kon worden.
Terecht werd naar aanleiding daarvan opgemerkt,
dat op deze wijze de hulp van den Staat de ver
eeniging in nog grooter Hnanciöele moeielijkbeden
zou brengen, omdat de hulp toch wel niet zoo groot
zou zijn of de vereeniging zou altijd nog moeten
bijspringen door kapitaal optenemen, waarvan dan
weder rente en aflossing zouden moeten worden
betaald. De Staatshulp trad derhalve bij de discus
siën weinig op den voorgrond, maar meer en meer
concentreerden zich de debatten om deze vragen
Bestaat er luxe in het aantal teekenonderwijzers
in verband met het aantal leerlingen? Kan der
halve éen onderwijzer in het teekenen niet gemist
worden Zoo ja, welke
Uit de beschouwingen over deze vragen doken ten
slotte twee voorstellen op éen om te trachten het
tekort voor den loopenden dienst te dekken door
voor éen jaar aan de gemeente een verhooging van
subsidie te vragen van 300 -, een ander om eerst
alle luxe in het onderwijzend personeel, door den
onderwijzer in het teekenen met een salaris van
f 300 met ingang van 1 Januari a. s. eervol ont
slag te verleenen, afteschaffen en dan, als men be
wijzen kan, dat geene overtollige uitgaven gedaan
worden, aan de gemeente den financiëelen nood
blootteleggen met verzoek om meerderen steun,
waarvoor dan eene verhooging van het subsidie
met 200 zou blijken voldoende te zijn en waar
voor men waarschijnlijk dan ook niet te vergeefs
bij de gemeente zou aankloppen.
Het eerste voorstel werd verworpen met 17 tegen
8 stemmen (twee personen bleven buiten stemming),
waarna het tweede met algemeene stemmen (drie
der aanwezigen onthielden zich) werd aangenomen.
De begrooting werd dus in dien zin gewijzigd, dat
voor den onderwijzer in bet teekenen dit jaar slechts
ƒ100 zal worden uitgetrokken, waardoor het tekort
tot f 70,79 werd teruggebracht. Op de volgende
begrooting kan dus ƒ300 minder aan traktementen
worden gebracht, doch aangezien op de nu vastge
stelde begrooting nog een goed slot der vorige reke
ning ad 172,21 voorkomt, die men het volgende
jaar moet derven, is het te verwachten, dat er dan een
tekort van 150 zal blijken te zijn. Om dit tekort
te dekken zal een verhoogd subsidie aan de gemeente
worden gevraagd.
Nadat aldus de begrooting was vastgesteld werd
nog bij monde van den secretaris bet volgende jaar
verslag uitgebracht
Ter voldoening aan art. 11 der statuten hebben
wij de eer, namens het bestuur, verslag uit te brengen
omtrent den toestand van school en vereeniging.
Uit den aard der zaak kan een jaarlijks terug-
keerende taak niet aan een zekere mate van een
vormigheid ontsnappen, waarom wij dan ook de wel
willendheid der leden en belangstellenden inroepen.
Algemeen overzicht.
In den omvang van het onderwgs, noch in het
aantal leervakken, kwam in het afgeloopen dienst
jaar eenige verandering, alleen vonden wij het nood
zakelijk het leerplan en de regeling.der lesuren te
herzien dit gaf echter geene uitbreiding aan het
onderwijs of de leervakken, zoodat ook nu wederom
onderricht werd gegeven in het timmerenhet smeden,
het teekenen en in de vakken die op de Burger-avond
school worden onderwezen, waarvan het bezoek voor
alle leerlingen verplichtend is gesteld.
Het is ons aangenaam te kunnen getuigen dat
de onderwijzers hunne dikwerf moeielijke taak met
de meeste toewijding volbrachten. Het gedrag en de
ijver der leerlingen was, in het afgeloopen jaar, over
het algemeen zeer bevredigend.
Leerlingen.
Het aantal leerlingen was minder dan bet vorige
jaar, het bedroeg 21, voor de beide vakken' tegen
24 in 1890/91.
Deze 21 leerlingen waren verdeeld als volgt
voor het timmeren: le klasse 3, 2e klasse 5, 3e
klasse 3 leerlingen
voor het smedenle klasse 4, 2e klasse 1, 3e
klasse 5 leerlingen.
Aan 6 leerlingen, die onze school verlieten, nl.
Jan G. Sinke, J.- Oudeman, Johs. De Koning, D. J. B.
Arentz, J. M. Verburg en W. A. Knieriem, werd
op voordracht van de onderwijzers en de commissie
voor de school den 2 April in eene openbare samen
komst van leden en belangstellenden het diploma
van goed doorgomaakton cursus uitgereikt, waaraan
Werd toegevoegd een voor elk hunner passend geschenk
tot aandenken aan de school. 1 leerling verliet de
school vóór het einde van den cursus, en ontving
geen diploma.
Tot den nieuwen cursus werden toegelaten 5
leerlingen zijnde 3 voor het timmeren en 2 voor het
smeden.
Gebouwen.
De gebouwen en leermiddelen werden in goeden
staat onderhouden en voldoen, vooral wat de tim-
merschool betreft, volkomen aan de behoefte. Wat
aangaat de smederij, wij wezön hierop reeds in het
vorige verslag, deze is te klein, hetwelk zeer het
onderwijs belemmert, zoodat het moeielijk is de
leerlingen geregeld aan de werkstukken te verdoelen,
vooral ten opzichte van het vuurwerk; wij hebben
dus, evenals het vorige jaar, ruimte moeten innemen
die daarvoor niet in alle opzichten geschikt isdeze
toestand eischt dringend verbetering.
Evenzoo is er aan de school gebrek aan een
teekenlokaal. Door de welwillendheid van het Ge
meentebestuur mochten wij steeds voor de teeken
lessen gebruik maken van het teekenlokaal der
Hoogere Burgerschool, doch ten eerste is dat lo
kaal in gebruik door de leerlingen der Hoogere
Burgerschool, door den onderwijzer in het teekenen
aan de Rijks-Normaallessenvoor privaatonderwijs
aan den leeraar der Hoogere Burgerschool, zoodat
het vrij moeielijk is om geschikte uren te vinden
maar ten tweede is er geen gelegenheid tot opber
ging van het werk voor de volgende les, terwijl er
in 't geheel geen gelegenheid is om les te geven in
het teekenen op de ware grootte. Ter voorziening
in die behoefte hebben wij een lokaal gehuurd,
hetwelk tijdelijk voor dat doel is ingericht; doch
doordien dit niet aan de school annex is, levert die
voorloopige toestand toch eigenaardige bezwaren op.
Een en ander gaf ons aanleiding den heer De
Koning, architect alhier, op te dragen een plan en
begrooting te ontwerpen voor uitbreiding der sme
derij en den bouw van een teekenlokaal, alles ver
bonden aan het thans bestaande schoolgebouw. De
begrooting daarvan bedraagt, met inbegrip der ge
reedschappen voor de smederij ƒ8124.
Financiën.
Uit de zooeven door u goedgekeurde rekening
over het afgeloopen dienstjaar, zal het u gebleken
zijn dat de financiëele toestand onzer vereeniging
ernstige redenen tot bezorgdheid geeft. Konden wij
het vorig jaar sluiten met een saldo van j 384,22,
thans is dit weder met ruim 200 ingekrompen en be
draagt alzo o slechts 172,21. De u voorgedragen
begrooting kunnen wij niet sluitend maken, hoewel
toch alle daarop voorkomende posten van uitgaaf
zoo zuinig zijn genomen dat wij niet kunnen hopen
dat bij het einde van den dienst hierop eenig over
schot kan zijn het is met vrij groote zekerheid te
voorzien dat de dienst 1893 met een tekort van p.
m. ƒ170 zal sluiten.
Dat deze toestand onhoudbaar is zal ieder be
seffen. Het bestuur heeft dan ook pogingen aange
wend om daarin verbetering te brengen, door het
aanvragen van eene rijkssubsidiedoch door het,
onafhankelijk van den wil van het bestuur, te laat
inzenden der noodige stukken, kon de Minister deze
niet in de begrooting van 1893 brengen. Evenwel
is ons uitzicht gegeven dat, met een kleine wijziging
in onze primitieve aanvraag, deze zaak in 1894 haar
beslag kan hebben.
Dit baat ons echter thans niet, waarom wij met
den meesten aandrang u verzoeken, zoo mogelijk
uwe bijdrage te verhoogen en uwe vrienden welke
geen lid onzer vereeniging zijn tot toetreding op
te wekken.
Bestuur.
In den boezem van bet bestuur ontstond eene
mutatie door het overlijden van twee verdienstelijke
leden: den heer G. Van der Hoek, welke door uin
de vergadering het vorig jaar met algemeene stemmen
was herbenoemd, en den heer W. J. Van de Weert,
lid van de commissie voor de schoolbeiden sedert
de oprichting der vereeniging onafgebroken leden
van het bestuur. Van beiden is liet ons aangenaam
te kunnen verklai'en dat zij, elk in hun kring, veel
hebben bijgedragen tot den bloei der school.
Door de benoeming van den beer J. Adriaanseis
in een der vacaturen voorzien, terwijl de andere
vacature waarvoor iemand afgevaardigd wordt uit
het Departement tot Nut van 't Algemeen, door
bijzondere omstandigheden nog onvervuld is.
De beer Ocbtman deelde bet bestuur mede dat
hij, tengevolge van zijne drukke bezigheden en zijne
dagelijksche afwezigheid, zich genoopt gevoelde zijn
ontslag te nemen als lid en voorzitter van het be
stuur. Hoewel wij de redenen van dit besluit moesten
billijken, werd deze mededeeling toch met leedwezen
vernomen, omdat de heer Ochtman van de oprichting
der vereeniging af, met de meeste toewijding als
secretaris en sedert 6 jaren als voorzitter hare be
langen heeft behartigd. De heer Ochtman had zitting
voor 't Nut van 't Algemeen, in zijne plaats werd
benoemd de heer dr. Z. Th. Diehl, welke in de be
stuursvergadering van 27 Januari tot voorzitter werd
herkozen.
Nadat nog de aftredende bestuursleden dhrn. A.
De Beste en J. W. Van de Weert Az. waren her
kozen werd de vergadering gesloten.
Provinciale Staten van Zeeland.
Zitting van Dinsdag 1 November 1892.
Tegenwoordig de Commissaris der Koningin, voor
zitter, 40 leden en de Griffier..
De Voorzitter opent de vergadering in naam der
Koningin en stelt aan de orde het onderzoek der
geloofsbrieven van het in het district Tolen gekozen
lid jhr. mr. E. A. O. De Casembroot, waartoe bij
aanwijst de heeren Van Uye Pieterse, Van Deinse
en Hollestelle.
Nadat tijdens dit onderzoek de zitting geschorst
is geweest, brengt bij de terugkomst der commissie
de heer Van Uye Pieterse rapport uit, strekkende
tot toelating. De vergadering vereenigt zich daar
mede, waarna de heer De Casembroot de vereischte
eeden aflegt, evenals de beer Van der Lek de Clercq,
die in de vorige zitting door afwezigheid deze for
maliteit niet kon vervullen.
De voorzitter zegt daarna ongeveer het volgende
»Een der leden is sedert onze vorige vergadering,
die hg nog in gezondheid bijwoonde, uit ons midden
weggenomen, 't Zou weldra vijf-en-twintig jaar ge
leden zijn, dat de heer Wagtho het district Tolen
vertegenwoordigde. Zijn liefde voor de provincie,
zijne bekwaamheid, zijn welwillend karakter werden
overal gewaardeerd. Zijn ijver om de belangen der
provincie te behartigen, was zeer groot, 't Is zeker u
allen zoowel als mij nog goed in de herinnering, hoe
hij daarvan eenigen tijd geleden nog op eigenaardige
wijze getuigenis gaf. Het betrof eene aangelegenheid,
die ook in deze zitting uwe aandacht vragen zal, nl. den
Damespolder, van welke zaak hij de behandeling niet
aan Ged. Staten maar aan eene commissie uit uw
midden wilde overlaten, niet uit wantrouwen in het
Gedeputeerd college, maar om de leden zelf werk
zaam te doen zijn. Zal hij in alle kringen om zijne
goede hoedanigheden worden gemist, niet het minst
in de Staten zal zijne nagedachtenis in gewaardeerd
aandenken blijven".
De leden geven blijken van instemming met het
gesprokene.
De Voorzitter deelt mede, dat de heer Van Lijnden
de avondzitting en de heer Risseeuw de geheele
zitting niet kan bijwonen.
MededeeliDg wordt gedaan van verschillende inge
komen stukken, waaronder een brief van dan heer
Van Raalte, directeur der Maatschappij De Schelde"
te Vlissingen, naar aanleiding van de in de zomer
vergadering gevallen beslissing om boete wegens te
late oplevering van eene boot te weigeren.
Alle aangenomen voor kennisgeving.
Het voorstel van Gedep. Staten om alsnog geen
beslissing te nemen op het adres van ingezetenen
van Ellewoudsdijk, Driewegen, Oudelande en Ovezand
om eene aanlegplaats in eerstgemelde gemeente, in
verband met een nader ingekomen adres van den
Raad van Borsele om een steiger bij de Zuidnol
aldaar te bouwen, wordt vervolgens zonder beraad
slaging of hoofdelijke stemming aangenomen.
De verschillende voorstellen van Ged. Staten (be
treffende plaatsing van een wachtkamer voor den
stoombootdienst te Ter-Neuzen, verleenen van sub
sidie voor geneeskundige hulp te Westkapelle, op
richting van een waterschap »de Damespolder" en
vaststelling van een reglement daarvoor, wijziging
van het reglement voor het waterschap Schouwen,
heffing van opcenten op de grondbelasting en wijzi
ging der begrooting voor 1892) worden naar de
afdeelingen verzonden. Bij dat betreffende den Da-
mespolder werd de verzending naar de afdeelingen
aangenomen met 33 tegen 7 stemmen, in strijd
met een voorstel van den heer Hennequin, die dit
onderwerp wilde aanhouden tot de Zomervergadering,
tegen welk voorstel de heeren Heijse, Kakebeeke en
Van YVaesberghe Janssens zich hadden verklaard.
Eveneens wordt naar de afdeelingen verzonden
een brief van den beer K. J. A. G. baron Collot
d'Escury, in qualiteit van beheerder der Coöperatieve
Zuivelfabriek te Hontenisse vrijdom van tol verzoe
kende voor de in die fabriek te verwerken producten.
Daarna wordt de vergadering in afdeelingen ge
splitst.
Op voorstel van den Voorzitter wordt alsnu de
volgende zitting bepaald op Vrijdagmorgen 10 uur
en de tegenwoordige gesloten.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Aangenomen bet beroep naar Hoogebeintum
door ds. Te Gempt, te Kalantsoog.
Beroepen bij de Ger. kerk te Biezelinge ds.
I. Contant, te Alkmaar.
'g-Grnveiipolder. Benoemd tot voorzanger in
de Herv. kerk de heer H. P. T. Glerum.
Naar men verneemt, heeft ds. L. O. P. Van
Lingen, directeur van het gymnasium te Zetten, als
zoodanig ontslag aangevraagd, met ingang van 1
Januari a. s.
Volgens mededeeling van de Tijd heeft de Paus
goedkeuring verleend aan het verzoek uit Nederland
om de bedevaart van daar naar Rome, in plaats van
in de wintermaanden, in Mei te ontvangen, daar
voor reizen van hier de wintermaanden nogal be
zwaar opleveren.
Akte-examens gymnastiek in Zeeland. Geëxami
neerd 12 heeren. Toegelaten 11, nl.F. Van den
Broeke te Scboondijke, P. Van Damme te St.-Maar-
tensdijk, H. Brakman te Stavenisse, J. J. Van Aartsen
te Middelburg, J. J. Van Doeselaer te Ter-Neuzen,
L. Schuman te Serooskerke (W.), A. J. Van de Vijver
te Vlissingen, F. Boon te Zaamslag, I. De Groot te
Ter-Neuzen, J. B. Eekman te Ierseke en H. J.
Van Lummel te Vlissingen.
Rechtszaken.
In de zaak van een 15jarigen jongen te 's-Hee-
renhoek, die veroordeeld werd tot 8 jaren gevan
genisstraf wegens diefstal met braak en inklimming
bij nacht en tegen welke veroordeeling bij pleidooi
voor den Hoogen Raad werd aangevoerd, dat in
het beklaagde vonnis als toegepast was vermeld een
niet toegepast wetsartikel en dat het hof te 's-Gra-
venkage bevestigende het in eersten aanleg door de
Middelburgsche rechtbank gewezen vonnis, verzuimd
beeft om zelfstandig eene beslissing te geven over
de vraag of de beklaagde al of niet met oordeel des
onderscheids handelde, is gisteren door adv.-gen.
Gregory conclusie genomen. Z.E.H.A. had niet kun
nen ontdekken, dat het door den verdediger bedoelde
niet toegepaste wetsartikel in 's rechters uitspraak
was opgenomen.
Het daarop gegronde cassatiemiddel miste dus zijn
feitelijken grondslag. Maar ook al was het wel in
het vonnis opgenomen, dan nog meende spreker kon