1892 N". 130.
Donderdag 3 November.
79ste jaargang.
Da uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
angenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
v A uj
Inzending van advertentiën voor uren op den dag der uitgave.
3BMWMg—aai II li.lll III I—I I ^•'T*3eS&13rC:Si-ÏI2SVr'SZCnBF.2BejliaSEZmCCEt01SBaeSl&&ïtn£
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets.
Bjj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Brieven uit de Ganzestad.
XLin.
Aan
de voorloopige commissie voor werkverschaffing
alhier.
Vergunt mij, als een die niet ganschelijk onver
schillig is voor de sociale nooden onzer mingegoede
Ganzestadters, en die daarom naar de mate zijner
geringe krachten bereid is mede te werken tot leni
ging daarvan, een oogenblik uwe aandacht te vragen
voor enkele indrukken, welke de lezing van den heer
Huurman op mij gemaakt heeft. Wel is waar heb
ik mij door bijzondere omstandigheden slechts eene
korte poos onder het gehoor van den volijverigen
strijder voor de goede zaak der werkverschaffing in
de residentie kunnen bevinden en heb ik mijne in
drukken dus hoofdzakelijk door de courantenver
slagen ontvangen, doch ik heb reden te veronder
stellen, dat die verslagen een résumé van het ge
sprokene gegeven hebben, omvangrijk en juist genoeg
om daarop eenige conclusies te mogen bouwen.
De hoofdindruk dan, dien ik ontvangen heb, is
dezedat het den heer Huurman, niettegenstaande
zijn vurigen ijver voor de werkverschaffing, bij uit
stek gelukt is aan te toonen, hoe in Ganzestad deze
zaak niet kan worden ter hand genomen. Door ons
uitsluitend een getrouw beeld te geven van de wer
king der vereeniging in de residentie, eene stad, die
niet tienmaal, zooals uw voorzitter meende, maar
zeker wel vjjf-en-twintigmaal grooter is dan onze
woonplaats, heeft hij allerminst den weg gewezen
hoe de zaak der werkverschaffing hier dient te wor
den aangevat, wil ze kans van slagen hebben.
Ik vrees met het oog op uwe goede bedoe
lingen dat het mij niet veel moeite kosten zal
dit aan te toonen. Laat ik beginnen met de finan-
ciëele zijde der zaak. De heer Huurman heeft meer
dan eens verklaard, dat de werkverschaffing te 's-Gra-
venhage begonnen is zonder geld, doch dat telken
male een eenvoudig beroep op de beurzen der inge
zetenen het geld mildelijk deed toevloeien. Hij vatte
zijn betoog, dat men ook hier niet moest aarzelen
om met een kleine som te beginnen, samen in de
populaire uitdrukkingJe doet maar, de duiten
komen van zelf", eene bewering, die ik vertrouw,
dat de commissie in Ganzestad niet tot de hare zal
maken, want dan zal de zaak wel wat op een zeep
bel gelijken. Doch dit daargelaten, hij gaf niet
onduidelijk te kennen, dat in de residentie de finan-
ciëele steun bijna uitsluitend komt van de bezitters
van groote kapitalen, en dat de middelstand zich
weinig aan de zaak der werkverschaffing laat gelegen
liggen. In hoeverre dit pleit tegen laatstgenoemde
wil ik in het midden laten zeer zeker geeft het een
lofwaardig denkbeeld van de gezindheid der kapita
listen. Nu is het verre van mij den financiëelen
grootmachten in onze stad een niet even liefderijk
•n mild hart toe te denken als aan die der residentie,
maar eilieve hoevele zijn zij in getal Ik wil mij in
dezen niet als taxateur opwerpen, maar zou ik, hun tal
op tien stellende, niet zeer rooskleurig in mijne be
schouwing zijn En wanneer ik nu aanneem, dat door
enkelen hunner het fonds van ƒ500 is saamgebracht,
waarvan de voorzitter bereids kon gewagen als te zijn in
dank ontvangen of althans toegezegd, zullen diezelfden
dan, wanneer straks die som is besteed, met even
veel offervaardigheid een tweede gift van groote
waarde zenden om het pas begonnen werk nieuw
leven in te blazen, en zullen zij dat blijven doen
Zullen van den middelstand hier ter stede de giften
zjj het dan ook tot bescheidener bedrag zoo milde
lijk vloeien, dat geen financiëele zorg de nieuwe ver
eeniging behoeft te drukken Mij dunkt, met allen
eerbied voor de optimistische beschouwingen van den
heer Huurman, dat eene vergelijking tusschen de
vorstelijke Ooievaarsstad met hare onmeetbare for
tuinen en het landelijk Ganzestadje in dezen zoo in
alle opzichten mank gaat, dat bovenstaande vragen
wel mogen worden overwogen vóór men den veel-
omratcenden arbeid van het stichten en in het leven
houden eener vereeniging tot werkverschaffing aan
vangt, en dit nog te eer, omdat bij de lezing van
den beer Huurman jl. Woensdag, op een paar loffe
lijke uitzonderingen na, het groot-kapitaal onzer stad
ontbrak, en bijna het geheele weinig talrijke publiek
behoorde tot den middelstand.
Een tweede indruk, dien ik ontving, was dezedat
men hier met alles beginnen kan behalve met dat
gene waarmede de residential vereeniging aanving.
Zelfs al hadden we een graaf Van Bylandt in ons
midden, die zijne duinen wilde laten afgravenzelfs
al wilde de geheele bezittende klasse uit Ganzestad
bjj bevriezing der waterleiding binnenshuis, tegen
milde vergoeding het water uit standpijpen koopen
zelfs al hadden de boeren en de schippers handen
vol geld over om het ijs uit de binnenvaarten te
doen opruimen, dan nog zou hier de wedervraag
der Tyroler ist da, aber wo ist die Gemse
waarmede eenmaal in Duitschland iemand geantwoord
werd, die een glas melk kocht van een melkver-
kooper in Tyroolsche kleedei'dracht en daarom vroeg
of dit nu ook gemzenmelk was V Waar toch zijn
de duinen, waar de binnenvaarten, waar is de water
leiding
Of zullen we misschien trachten eene dienstver
richting in het leven te roepen meer speciaal voor
hen, die geen ambacht verstaan, wat met de meeste
werkloozen hier ter stede vermoedelijk het geval zal
zijn Zegt mij, mijne heerenhebt ge ooit de over
tuiging gekregen, dat daaraan in onze stad ook maar
eenige behoefte bestaat Is het u ooit gebleken,
neen, heeft het u zelfs ook maar een enkele maal
toegeschenen, dat de naamgenoot misschien af
stammeling tevens van den grooten raadpensio
naris Fagel niet geheel in de behoefte aan bestellers
voorziet
Sneeuwopruirning dan Kostelijk denkbeeld. Ieder,
die eenmaal in zijn leven bet voorrecht heeft gehad
door smeltende sneeuw te mogen waden, zal gaarne
zijn penningske offeren voor een dergelijken arbeid
en hier kan men op den steun van zeer velen rekenen,
want bij verordening is bepaald dat dit gebeuren
moet als daartoe door de bevoegde autoriteit last
is gegeven en onze Ganzestadters hebben al evenzeer
'tland aan natte voeten als de Hagenaars. Alleen,
rekent niet op eene flinke bijdrage van onze tram-
maatschappij, zelfs niet van de omnibusonderneming
op Wolfertsdijk, die zelf alleen door subsidie aan
den gang zal kunnen gehouden worden. En bovendien,
zet twintig man gedurende éen dag aan den arbeid,
en prent hun zelfs het slechte beginsel in van
vooral niet te hard te werken, en zegt mij dan,
waar zal dan na dien éenen dag de sneeuw in onze
kleine stad nog niet zijn opgeruimd.
Ge zult mij misschien toeroepen, dat ik de cacao-
busjes vergeet Waarachtig niet. De schrandere
geest, die op het denkbeeld kwam om daarvan
verf bakjes te maken en van springmatrasveeren
hengsels en misschien wel haken tevens, heeft mij
te veel eerbied ingeboezemd, dan dat die indruk
zoo spoedig zou zijn weggevaagd. Ik geloof, dat
dit inderdaad een practische wenk uit de residentie
mag heeten. Slechts wil het mij voorkomen, dat in
deze tijden van toenemend cacao-gebruik het aantal
ledige busjes in geen verhouding zal staan tot het
klein aantal schilders in onze stad, en dat we, om
zeker te zijn van eenig voldoend debiet in dit arti
kel, wel zelf ieder jaar onze gevels mogen gaan
schilderen, na eerst geleerd te hebben hoe we de
verfkwast moeten kanteeren.
Blijven alzoo onze oude kachels, schoenen, jassen
en pardon, dames, ik zal zal het in 't Fransch
zeggen pantalons. Gelukkige werkloozen, die het
ambacht van smid, schoen- of kleermaker verstaan
Voor hen biedt werkverschaffing een ruim veld van
arbeid aan, en wanneer men ook door giften in
natura lid kan worden der vereeniging, dan is mij
langs dien weg een voortreffelijk middel geboden
om haar te steunen. Aan oude schoenen en kleeren
ten minste ontbreekt het ten mijnent niet. Alleen
zullen de sleecollecte en menige arme drommel wat
minder ontvangen in het vervolgwant ook zonder
werkverschaffing vond, bij mij althans, wat de heer
Huurman >oude rommel" noemde, tot hiertoe steeds
zijn weg.
En ik wil nog op eene andere wijze de vereeniging
steunenik ben bereid een cacao-spaarpotje op mijn
schoorsteen te plaatsen. Ik zal daarin dan afentoe
mijn eigen penningske offeren en als het na misschien
wel al te langen tijd vol is, met blijdschap den inhoud
aan de vereeniging afdragen. Slechts eische men
niet, dat ik gaven bedele bij de enkelen, die zich
zelf den last opleggen, of althans mij de beleefdheid
aandoen, mij te komen bezoeken. Men mag onge
twijfeld voor een liefdadig doel met vrij moedigheid
vragen, maar toch dit heeft zijne grenzen. En aan
zijne bezoekers eene dergelijke belasting op te leg
gen, schijnt mij niet kiesch gedachtevenmin als
ik het gelukkig acht, hun, die reeds blijk van be
langstelling gaven door de lezing van den heer
Huurman bij te wonen, staande die bijeenkomst voor
eene gift te laten inschrijven, vooral omdat men toen
wel was ingelicht omtrent de wijze, waarop de zaak
hier niet moet worden aangevat, maar nog in vol
slagen duister verkeerde hoe de werkverschaffing"
hier wèl zal worden ter hand genomen. Vermoedelijk
zullen dan ook hunne inschrijvingen om die reden
wel met eenige gereserveerdheid zijn geschied. Toch
werden op die wijze de bezoekers dubbel getroffen,
terwijl de meergegoeden, die schitterden door af-
j wezigkeid, voorloopig vrij bleven.
Tot zoover was ik gekomen, toen ik als naar ge
woonte mijn opstel aan mijne wederhelft liet lezen.
Zij toch ontdekt zoo menigmaal met echt vrouwe
lijke fijngevoeligheid een doorn, waar ik meende een
nederig bloempje der waarheid te hebben aangebracht,
en wijst mij dan met even vrouwelijke zachtheid de
plek waar anderen zich wonden kunnen.
Ook ditmaal drukte ze na aandachtige lezing van
het bovenstaande voorzichtig den wijsvinger tegen
den duim, als om zich te vergewissen of niet een
fijne prikkel in het vleesch gedrongen en daar blijven
zitten was.
»Ik vrees, ik vreeszeide ze schalkscb.
»Ik niet, mijn kind", viel ik haar in de rede.
Wanneer ik een jeugdig betweter was, zou misschien
uwe vrees gegrond zijn en zouden de mannen, die
in dezen het initiatief namen, zich over den bloem
tuil, dien ik hun hierboven aanbied, kunnen ergeren
of er zich aan wonden. Maar waar ze mij kennen
als een gemoedelijk man, hun in jaren vooruit, daar
mogen ze mij van kortzichtigheid verdenken, eene
eventueele beschuldiging van te willen afbreken,
wat zij nog niet eenmaal hebben opgebouwd, behoef
ik niet te aanvaardeD. Ik ben overtuigd, dat zij met
de beste bedoelingen zijn bezieldik vertrouw van
hun energie, dat ze hunne plannen op de beste wijze
zullen trachten te verwezenlijkeninaar ik meen
toch de vrijheid te mogen nemen hen en vele anderen
erop te wijzen, dat de zaak der werkverschaffing
hier anders dient aangevat te worden dan in de
residentie. Ik ben, helaasniet inventief genoeg om
den juisten weg aan te geven, dat is hun beter toe
vertrouwd dan iemand andersalleen, de weg, dien
de beer Huurman wees, is mij te weinig voor Ganze
stad geschikt. Behalve eenige ambachtsknechts, die
's winters wel eens werkloos zijn, en voor wie, in
eene kleine gemeente als deze, ik den band met
hunne bazen niet al te los zou willen maken door
hen geheel vanwege de werkverschaffing op de been
te houden, hebben wij hier voornamelijk te doen
met veldwerkers en sjouwerlieden. Voor dezen, die
bezwaarlijk met vakwerk kunnen bezig gehouden
worden, kan wellicht met de landbouwers in den
omtrek in overleg worden getreden om, evenals dit
op het platteland bij overeenkomst met de arm
besturen geschiedt, het land te doen spitten. Wellicht
ook zou tegen een volgenden winter met het ge
meentebestuur onderhandeld kunnen worden over
het gedeeltelijk dempen der vest, waardoor de werk
verschaffing tevens grondaanwinning voor plantsoen
zou opleveren en der gezondheid bevorderlijk zijn,
doordien dan een vergaarbak van ongerechtigheden
gedeeltelijk verdwijnen zou. Ik twijfel niet of de
vergadering, die deze week zal gehouden worden,
zal de zaak der werkverschaffing hier ter stede in
het rechte spoor leiden. Mocht dit gelukken, dan
wensch ik haar van heeler harte den steuu van alle
weidenkenden in onze woonplaats toe. Men zal nooit
kunnen zeggen, dat ik er mij op toeleggen wil, eene
uitvoerbare goede zaak af te breken".
Mijne vrouw knikte mij vriendelijk toe als wilde
ze zeggenWanneer ieder mijn ventje kende, zoo
als ik hem ken
En toen gingen wij ter ruste.
Adspirant
GOES, 2 November 1892.
De Minister van Waterstaat, Handel en Nijver
heid heeft goedgevonden te bepalen, dat het goedkeu-
ringsmerk, gedurende het jaar 1893 te bezigen, zal
zijn bij den ij k en h e r ij k der maten en gewichten
de letter d in den gewonen schrijfvormbij den ijk
en herijk van gasmeters de Koninklijke kroon.
Misse. Onder deze gemeente is op de hofstede
bewoond door den heer W. Wondergem het mon d-
en klauwzeer uitgebroken.
De gemeenteraad van Middelburg beeft Maan
dag met 13 tegen 4 stemmen aangenomen een voor
stel van den wethouder W. J. Sprenger, om het
tarief van de duinwaterleiding met 1
November in werking te stellen. Hierdoor kwam een
voorstel van B. en W., tot strekking hebbende om
het tarief, wegens de minder voldoende hoedanigheid
van het water, eerst met 1 Januari a. s. inwerking
te stellen, te vervallen.
In allen eenvoud werd gisterochtend te 's-Gra-
venhage mr. J. S n ij d e r oud-lid der Staten van
Zeeland, oud-burgemeester van Yeere, ter aarde
besteld.
Mr. De Vassy, een der talrijke vrienden van den
ontslapene, die zich op den doodenakker bevonden,
bracht in hartelijke bewoordingen hulde aan de
nagedachtenis van den overledene.
Mr. Snijder van Wissenkerke dankte de aanwezigen
voor de laatste eer, zijn vader bewezen.
Ter eerbiediging van den laatsten wil van den
doode waren geen kransen op de lijkbaar nedergelegd.
Door den Minister van Binneril. Zaken is in
gesteld een commissie, aan welke wordt opgedragen
het voorbereiden der invoering van het leervak
»handenarbeid" op de Rijkskweekscholen voor
onderwijzers, en daartoe een plan met toelichting
te ontwerpen voor het onderwijs in dit vak, zoowel
aan lagere scholen als aan kweekscholen voor onder
wijzers en zijn benoemdtot lid en voorzitter dier
commissie, jbr. mr. J. B. A. J. M. Verheijen, in
specteur van het lager onderwijs in de eerste in
spectie te 's-Hertogenbosch, en tot ledenJ. C.
Fabius, inspect, van het lager onderwijs in de tweede
inspectie te Delftmr. A. G. A. baron Sloet tot
Oldhuis, inspect, van het lager onderwijs in de derde
inspectie, te ZwolleP. H. Van der Ley, directeur
der Rijkskweekschool voor onderwijzers te Haarlem,
en A. J. v. Gemert, hoofd van een bijzondere lag.
school te 's-Gravenhageverder is bepaald, dat de
commissie zitting zal houden te 's Gravenhage, en
is zij gemachtigd ter vervulling van haar taak,
enkele inrichtingen hier te lande, waar bedoeld on
derwijs wordt verstrekt, te bezoeken.
De heer Henry Tindal verzekert in een hoofdar
tikel in de Amsterdammerdat hem van verschillende
zijden, omtrent een intrige van Kamer
leden tegen Minister Seyffardt, het
zelfde is meegedeeld als onlangs de Haagsche corres
pondent van dat blad berichtte.
»Ik verwonder mij zegt de heer Tindal naar
aanleiding daarvan ik verwonder mij over niet
veel meer, maar dit kwam mij toch wel wat kras
voor; daarom schreef ik naar links en rechts om
inlichtingen. De antwoorden die ik ontving, waren
bijna gelijkluidend en kunnen samengevat worden
in deze weinige woorden»Het is zoo."
•De ondervinding leert mij, dat mijne bericht
gevers meestal zeer goed zijn ingelichtik heb dan
ook geen reden aan te nemen dat zij dit thans niet
zijn. Te meer daar mij van andere zijde werd be
richt, dat het plan niettegenstaande het couranten
geschrijf', niet wordt opgegeven."
En om nu niet onwillekeurig argumenfen te balpen
verschaffen, die de ontwerpers dezer intrige zouden
kannen gebruiken tegen Minister Seyffardt, heeft
de heer Tindal ditmaal zijn critiek op de oorlogs-
begrooting achterwege gehouden.
Ook dezen minister heeft hij herhaaldelijk bestre
den, doch als loyaal tegenstander met argumenten
en niet met intriges, en. aan een bestrijding als nu
tegen dezen bewindsman op touw wordt gezet, zegt
hij ook indirect niet te willen meewerken.^
De Minister van Binnenlandsche Zaken brengt
ter kennis, dat volgens de bij hem ingekomen ambts
berichten in de afgeloopen week als aan Aziati-
che cholera overleden zijn aangegeven
in Gelderlandte Brakel, 1 persoon
in Zuid-Hollandte Gouda, 1te Koudekerk, 2
personen
in Noord-Holland: te Amsterdam, 1 persoon;
in Utrecht: te Jutfaas, 1; te Maarseveen, 1; te
Utrecht, 3; te IJselstein, 2 personen.
Nu en dan komt het voor, dat reizigers
in een verkeerden trein plaats nemen, en
daardoor een traject bereizen, waarvoor zij geen
plaatsbewijs hebben en zoodoende door het trein- of
stations personeel beboet worden, met verplichting
bovendien, voor de afgelegde route een plaatskaart
te nemen. Aan reizigers die hierover reclameerden,
werd door sommigen van het Staatsspoorwegperso-
neel de raad gegeven, zich rechtstreeks tot het Hoofd
bestuur te Utrecht te wenden met verzoek om res
titutie der betaalde gelden.
Thans is door de directie der Staatsspoorweg-
Maatschappij, onder bedreiging van straf, aan dat
personeel medegedeeld, dat het zich voortaan van
bovenbedoelde raadgevingen heeft te onthouden.
(A. Ct.)
In den Verzekeringsbode van 29 Oct. wordt de
aandacht gevestigd op den ongelijken druk, dien de
bedrijfs- en beroepsbelasting zal uitoefenen op de
binnenlandsche en op de vreemde verzekering-
maatschappijen, hier te lande werkende
Voor de binnenlandsche maatschappijen toch wordt
de belasting, evenals tot dusver in het patentrecht,
naar het bedrag der uitdeelingen geheven, m. a. w.
als er geen winst wordt behaald (na aftrek der
kapitaalsrente) zal geen bedrijfsbelasting verschuldigd
zijn.
Voor de buitenlandsche maatschappijen echter
wordt aangenomen dat er 10 pet. winst wordt be
cijferd, ongeacht onkosten en schadendus ook dan
wanneer over het betrokken tijdvak met verlies is
gewerkt.
In de Memorie van toelichting, zegt de Verzeke
ringsbode, is voor dit groot verschil in heffing geen
verklaring te vinden; het blad-hoopt daarom dat,
bij de behandeling van het wetsontwerp in de Tweede
Kamer, de noodige inlichtingen ter zake alsnog wor
den verstrekt.