1892 N°. 127.
Donderdag 27 October.
79s,e jaargang.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75.
Afzonderlijke hommers 5 cent; met bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
angenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmar. tHr Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
Be prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Sxtxendin^ van advertentie» vóór 2 uren oj» den dag; der uitgave.
De bedrijfs- en beroepsbelasting.
ui.
Zal voor vel© patentplichtigen deze wet zoo
zij aangenomen wordt verlichting aanbrengen,
het valt niet te ontkennen, dat zij voor een aantal
andere personen, die thans geen patent noodig hebben,
het tegenovergestelde teweegbrengt.
Be nieuwe belasting zal namelijk ook geheven
worden van belooningenverkregen door personen uit
hun beroep. Als zoodanig worden aangemerkt alle
betrekkingenwaardigheden en bedieningenopenbare
of bijzondere, vaste of tijdelijke, voor zoover zij niet
bij deze wet worden uitgezonderd. Ook pensioenen
lijfrenten en wachtgelden vallen in de wet. Een en
ander wanneer het bedrag niet beneden 600 is,
terwijl pensioenen enz. slechts voor de helft van het
bedrag worden getroffen.
Wat de belooningen (traktementen) betreft wordt
als maatstaf genomen het bedrag der jaarlijksche
zuivere baten in geld, vrije woning of in welken
vorm ook
a. voor traktementen en vaste honoraria, sala
rissen, toelagen of loonen op 1 Mei van het dienst
jaar of, bij lateren aanvang van belastingplicktigheid,
op het tijdstip van dien aanvang
b. voor veranderlijke belooningen, honoraria, gra
tificatiën, presentiegeld, vacatiegeld, toelage, aandeel
in winst of overwinst, emolumenten, courtage, pro
visie en al wat dies meer zij, bedongen of niet be
dongen gemiddeld jaarlijks in de' drie laatste ka
lenderjaren genoten.
Be kortingen wegens verplichte bijdragen voor
pensioenen of fondsen mogen bij de bepaling der
zuivere baten worden afgetrokken van het salaris.
De aanslag geschiedt naar het tarief, in ons no. van
Zaterdag jl. opgenomen, zoodat van ƒ600 één gulden
wordt betaald, van 640 twee gulden en verder van
elke 40 meer telkens 1 tot aan eene inkomst
van 1200, waarvan men dus f 16 betaalt, terwijl
na f 1200 het mede in genoemd no. vermelde tarief
intreedtvau iedere 50 een gulden, nadat van het
traktement of van de belooning 400 is afgetrokken.
Het hier onmiddellijk voorafgaande omvat de
categorie ambtenaren of waardigheidsbekleders, die
alleen van hun tractement moeten leven
De wet onderscheidt echter nog die ambtenaren,
welke bij hunne betrekking nog inkomsten uit een
eigen kapitaal beneden 13000 hebben. Is die som
bij de vermogensbelasting vrijgesteld, bij de bedrijfs
belasting wordt zij voor ambtenaren enz. er bij
betrokken, naar den maatstaf van 40 per volle
f 1000. Dat wil zeggendat iemand, die b.v. rente
geniet van een kleiner kapitaal dan 13000, laten wij
dus zeggen van 12000, en bovendien eene bezoldigde
betrekking bekleedt, niet alleen van deze laatste
betaalt, maar ook naar 40 per f 1000 van zijn
kapitaal. Iemand dus, die f 12000 bezit en buitendien
b.v. 720 als traktement geniet, zal bij dit laatste
voor de bepaling van zijn belastingschuldig bedrag
moeten bijtellen 40 per duizend van zijne ƒ12000
eigen vermogen 480, en alzoo van 720 -f- 480
1200 de belasting hebben te betalen. Eene
hoogere bij telling kan nimmer voorkomen, want dan
zou men 13000 moeten bezitten en in dat geval
valt men in de vermogensbelasting.
Deze afzonderlijke berekening van klein vermogen
en salaris uit eenige betrekking is echter weder
alleen van toepassing op hen, die, naast het genot
van een vermogen beneden 13000, inkomsten uit
loontrekkenden arbeid genieten. Yoor hen, die een
dergelijk klein vermogen bezitten en dat belegd heb
ben in eene neringis splitsing tusschen de twee
soorten van inkomen overbodig. Te hunnen aanzien
zal slechts gevraagd worden of hun geheele inkomen
ten minste ƒ600 bedraagt.
De bepaling, dat pensioenen enz. slechts voor de
helft in rekening worden gebracht, grondt de Mi
nister hierop, dat de meeste genoten worden door
personen, die door ouderdom, ziels- of lichaamsge
breken ongeschikt zijn tot arbeid, alsook door we
duwen en weezenwat de lijfrenten en wachtgelden
betreft, dat zij in vele gevallen niet anders dan pen
sioenen zijn, terwijl de lijfrente dikwijls door stor
ting van kapitaal is verkregen. Dit een en ander
maakt een milde behandeling der hier genoemde
inkomsten wenschelijk.
Het is wellicht hier de plaats te vermelden, dat
van personen, die hun bedrjjf maken van het ver
huren van woningen aan tien of meer gezinnen, een
vierde gedeelte van de ontvangen huurpenningen
als belastbare bate zal worden aangemerkt.
Aan eene jarenlang gehoorde klacht over de con
currentie, door de zoogenaamde buitenlandsche con
fectiemagazijnen en dergelijke onze vaderlandsche nij
verheid aangedaan, wordt in het wetsvoorstel eenigs-
zins tegemoet gekomen. Zooals wij reeds vermeldden,
zijn bij art. 1 van de nieuwe wet personen, wonende
binnen het Rijk, voor buitenslands gedreven beroepen
of ondernemingen, benevens personen, vennootschap
pen, vereenigingen enz., waar ook gevestigd, dus ook
vreemdelingen, wier bedrijf hier te lande wordt
uitgeoefend, belastingplichtig. Doch het ontwerp
gaat nog verder, door ook in de belasting te be
trekken de buitenslands gevestigde ondernemersdie
herhaaldelijk stoffen of kleedingstukken, sieraden,
meubelen, speelgoed, voedings- en andere dergelijke
artikelen in koop toezenden aan niet daarin handel
drijvende personendus direct aan particulieren ver-
koopen. Men denke aan de »Printemps" en dergelijke
magazijnenOngetwijfeld zal deze maatregel met
genoegen worden vernomen. Voor de bepaling van
het belastbaar bedrag van deze categorie wordt
twintig percent van de verkoopwaarde der goederen
aangenomen.
[Slot volgt.)
GOES, 26 October 1892.
Gisteren is hier ter stede aangifte gedaan van
een geval van mazelen, in eene woning aan den
Oostwal.
In de a. s. najaarszittiug der Prov.
Staten zal nog behandeld worden een nader voor
stel tot heffing van opcenten ten behoeve
der provincie in verband met den nieuwen om
slag der grondbelasting op de ongebouwde
eigendommen. Ged. Staten zeggen daaromtrent o. a.
het volgende
Het te nemen besluit zal moeten strekken ter
vervanging van dat, genomen in uwe jongste zo
mervergadering, indien het wetsvoorstel, waarvan in
's Ministers brief sprake is, tot wet wordt verheven.
Tot toelichting van het verhoogd bedrag der op
centen op de hoofdsom der belasting op de onge
bouwde eigendommen deelen wij mede, dat de thans
op de 'provinciale begrooting voor 1893 uitgetrok
ken 28 opcenten, naar eene belastbare opbrengst
in hoofdsom van 475,830,36, geraamd zijn op
ƒ133,232,00. Daar de belastbare opbrengst volgens
de mededeeling van den Minister voortaan slechts
414,082,45 zal bedragen, wordt thans eene heffing
van 32 opcenten vereischt, waardoor eene nagenoeg
gelijke bate 132,506,00) wordt verkregen.
Zij stellen dus nu voor te heffen
acht-en-twintig opcenten op de hoofdsom der be
lasting op de gebouwde eigendommen;
twee-en-dertig opcenten op de hoofdsom der belas
ting op de ongebouwde eigendommen, over het jaar
1893, en
achttien opcenten op de personeele belasting, dienst
1893/94, tot dekking der geraamde uitgaven en be
hoeften van enkel provincialen en huishoudelijken
aard voor het dienstjaar 1893en Hare Majesteit
te verzoeken, de heffing der bedoelde opcenten de
bekrachtiging der wet te doen erlangen.
Naar aanleiding der oprichting van een waterschap
de Damespolder zeggen Ged. Staten o. a. het
volgende
De voorbereiding der oprichting van een water-
schag van de in 1885 bedijkte gronden onder de
gemeenten Woensdrecht en Rilland-Bath, thans ge
naamd de Damespolderaan ons opgedragen bij uw
besluit van 8 November 1889, en waaromtrent wij
in uwe vergaderingen van 1 Juli en 4 November
1890, 7 Juli en 3 November 1891 en 5 Juli 1892
verschillende mededeelingen deden, is thans genoeg
zaam gevorderd om daartoe te kunnen overgaan.
In uwe vergadering van 1 November 1887 deelden
wij u mede, bij het aangaande deze zaak aan u
te doene voorstel, tevens een voorstel te zullen doen
nopens het in die vergadering voorgelezen adres van
den heer A. G. V. Hombach.
Dat adres strekt om af te zien van het voornemen
tot oprichting van het waterschap, omdat het be
stuur daarvan alleen het beheer zou voeren over
den zeedijk en dat beheer geheel overbodig zoude
zyn uithoofde van het groote belang dat bedijk
er bij hebben den goeden toestand van den zeedijk
te bestendigen.
Wij kunnen, zeggen Ged. Staten, ons daarmede
niet vereenigen. Indien het door ons ontworpen regle
ment door u vastgesteld en door de Koningin goed
gekeurd wordt, zal aan het bestuur van het nieuwe
waterschap niet alleen het beheer en de zorg van
het onderhoud van den zeedijk zijn opgedragen, maar
zal het belast zijn met het beheer en de zorg van
het onderhoud van alle werken en eigendommen van
het waterschap, en met de uitvoering van alle nieuwe
of buitengewone werken, met het toezicht en het
schouwwezen over alle werken die den waterstaat
of de belangen van het waterschap raken, onver
schillig door wien of te wiens kosten zij worden
onderhouden, behoudens het toezicht daarover aan
andere autoriteiten opgedragen.
g. De meening van den adressant, dat oprichting van
een waterschap geheel overbodig zou zijn, is dus
niet juist, weshalve aan het verzoek van den adres
sant geen gevolg zal kunnen gegeven worden. Ged.
Staten stellen dan ook voor om het waterschap
op te richten en hebben, bijgeval daartoe door de
Prov. Staten besloten wordt, overgelegd een in over
leg met Ged. Staten van Noord-Brabant ontworpen
Reglement voor het op te richten waterschap. Aan
dat ontwerp heeft het Noord-Brabantsch ontwerp
als grondslag gediend, zoodat er verschillende bepa
lingen in voorkomen die afwijken van voor Zeeuwsche
polders geldende voorschriften. Het komt Ged. Sta
ten voor, dat daartegen geen bedenking behoeft te
bestaan, omdat die afwijkende bepalingen overigens
in de zaak zelve voldoende voorzien.
Bij Kon. besluit zijn benoemd tot
voor het waterschap Schouwen M. Locker de Bruyne
tot raad voor den polder Walcheren J. C. Lants-
heertot plaatsvervaogend dijkgraaf voor den Cats-
polder A. Markusse Az.tot lid van het bestuur
der waterkeering van den calamiteusen Willem-Anna-
polder J. Weststrate; tot lid van het bestuur der
waterkeering van het calamiteuse waterschap Oud
en Jong-Breskens J. Van Maletot lid van het be
stuur der waterkeering vau het calamiteuse water
schap Nieuw-Bommenede J. A. Bolle.
Tot klerk der poster ij en le klasse
zijn o. a. benoemd de adsistentenL. J. W. Overt-
veld te Osch, A. Van Dale te Ter-Neuzen, P. J.
Aerts te Tolen, H. G. Tijn te Zieriksee, K. G.
Soetens te Breskens. Tot klerk der posterijen 2e
kl. is benoemd de adsistentA. Bevin te Ierseke
Üruiniugen. De gemeenteraad alhier besloot
heden, om, te beginnen met morgen, den t ij d van
Greenwich vaarwel te zeggen en den ouden
Amsterdamschen tijd weer aan te nemen.
V lissingen. Nog altijd heeft de Maatschappij
»D Schelde" geen nieuwe opdrachten voor de
levering van stoombooten of dergelijke ontvangen,
waardoor de Maatschappij zich tot haar groot leed
wezen genoodzaakt ziet, iedere week verschillende
werklieden te ontslaan. Zaterdag jl. werden er weder
25 werklieden bedankt, hetgeen a. s. Zaterdag weer
het geval zal zijn. Laat ons hopen dat, indien de
Kamers het voorstel goedkeuren voor den bouw van
nieuwe oorlogsschepen aan binnenlandsche particuliere
werven op te dragen, de Mij. »De Schelde" ook een
bestelling zal krijgenzij heeft toch dikwijls genoeg
getoond goed werk te leveren, en bovendien zouden
zeer vele bekwame werklieden niet zonder arbeid
behoeven te loopen.
Middelburg. In de gisteravond gehouden ver
gadering van de liberale kiesvereeniging Eendracht
maakt maekt" was aan de beurt van aftreding als
bestuurslid de heer mr. W. A. Van Hoek, voorzitter
der vereeniging. Hem werd dank gebracht voor al
hetgeen hij in het belang der liberale partij en dei-
kies vereeniging gedaan had. Tot bestuurslid werd
de heer II. J. G. Hartman.
en zullen deze miliciens niet eerst weder bij de
compagnieën behoeven terug te komen, ten einde
in het genot van groot verlof te worden gesteld
zij zullen dus bij het eindigen van hun verlof op
30 April 1893 met groot verlof in hunne haard
steden kunnen blijven.
Een afdeeling van het regiment grenadiers en
jagers is naar Ouwerschie vertrokken, wegens het
daar heerschende mond- en klauwzeer onder
het vee.
Het is niet onwaarschijnlijk, zegt de N. R. Ct
dat wanneer de ziekte zich nog verder mocht uit
breiden, eenelichtingonder de wapenen
zal moeten worden geroepen om in den bewakings-
3' te voorzien.
Bij Kon. besluit is, met ingang van den dag
waarop het Kon. besluit van 6 Oct. 1892 (Staats
blad no. 232) in werking komt, o. a. lot lid van de
Centrale Commissie voor de statistiek benoemd mr. W.
Polman K ruseman, griffier van de Prov. Staten
van Zeeland te Middelburg.
Bij Kon. besluit is benoemd tot notaris binnen
het arrondissement Zieriksee, ter standplaats de ge
meente Tolen, N. Van Steenbergen, thans
notaris te Zwartsluis.
Het hoofdbestuur der schippersvereniging
Schuttevaer" heeft een adres verzonden aan den
Minister van Waterstaat met verzoek een gesubsidi
eerden sleepdienst daar te stellen in het kanaal van
Zuid-Beveland in de buitenhaven van Hansweerd.
De ministers van binnenlandsche zaken en van
waterstaat, handel en nijverheid brengen met
wijziging in zoover van hunne bekendmaking van
13 September jl. ter algemeene kennis, dat voor
het geneeskundig toezicht op perso
nen en goederen per spoortrein of tram, Neder
land binnenkomende, is aangewezen het station
S 1 u i 8, en dat zoodanig toezicht niet meer wordt
uitgeoefend te St. Anna ter Muiden (gemeente Sluis).
(St.ct.)
Aangaande het langdurig winter verlof
van de miliciens der lichting van 1892 heeft
de minister van oorlog bepaald, dat het voor de
manschappen die tot het blijvend gedeelte der lich
ting bekooren, kan duren van 1 December tot ultimo
Februari; voor hen die niet tot het blijvend gedeelte
behooren van 1 Januari 1893 tot 30 April d. a. v.,
Van Prinses Sophie, Groothertogin van Saksen,
is het bericht ontvangen, dat de voor een nationaal
huldeblijk bijeengebrachte som van 27,800 door
H. K. H. zal worden bestemd ten behoeve van een
fonds voor een doel van algemeen belang
binnen Nederland, betzij van nut, weldadig
heid of beschaving. Het fonds zal onder den naam
van de Groothertogin hier te lande beheerd worden.
Te Amsterdam is in ^Krasnapolsky" de jaar
lijksche algemeene veigadering gehouden van de
Vereeniging van voorstanders «ener Nederland
se h e O c t r o o i w e t. In dit jaarverslag werd o. a.
medegedeeld, dat de Minister van waterstaat, handel
en nij verheid in eene audiëntie aan den voorzitter,
den heer Huet, heeft medegedeeld, dat een ontwerp
eener Nederlandsche octrooiwet bij zijn departement
in bewerking is.
's-Gravenliage. Heden is plotseling overleden
mr. Brouwers, lid van den Raad van State,
oud-lid der Kamer.
De minister van binnenlandsche zaken brengt
ter algemeene kennis, dat volgens de bij hem inge
komen ambtsberichten in de afgeloopen week als
aan Aziatische cholera overleden zijn
aangegeven
in Gelderlandte Huissen, 1 persoon
in Zuid-Hollandte Gouda, 1 persoonte Ouds
hoorn, 1 persoon; te Rotterdam, 1 persoon;
in Noord-Hollandte Haarlem, 2 personen
in Utrechtfljte Jutfaas, 3 personen; te Utrecht,
12 personen. (St.ct.j
De beer mr. D. d e R u y t e r Z jj 1 k e r, oud
lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, is
te Winschoten overleden.
Naar De Standaard verneemt, denkt de heer
P. Van Vliet Jr. begin December een reis te doen
naar de Transvaal, om daar namens een Ned. Maat
schappij een onderzoek in te stellen, in verband met
de vestiging van landbouwers enz.
De Nederl. Maatschappij tot bevordering der
geneeskunst heeft zich gewend tot den Minister van
waterstaat met verzoek, wanneer bjj de invoering
van een algemeenen, voor het rijk geldenden offici-
eelen tijd, gekozen moet worden tusschen het aan
nemen van de West-Europeesche en Midden-
Europeesche tijdregeling, de laatste bo
ven de eerste te verkiezen.
Zij grondt haar verzoek op de voordeelen voor
de volksgezondheid, verbonden aan de invoering van
den Midden-Europeeschen tijd, en aan de ernstige
nadeelen uit een oogpunt van volksgezondheid, ver
bonden aan de invoering van den Greenwicktijd.
Door invoering van den Midden-Europeeschen tyd
zal o. a. het middaguur vroeger in plaats van later
gesteld worden, het uur van opstaan vervroegd wor
den en zal de nachtrust ook vroeger intreden.
Een grooter deel van den dag zal dus wakende
en een grooter deel van den nacht slapende worden
doorgebrachtdaardoor zal het voor de gezondheid
van den mensch zoo noodzakelijk zonlicht langer
kunnen genoten worden, een voordeel van zooveel
nut, dat daaromtrent onder de geneeskundigen niet
het minste verschil bestaat.
De Minister van binnenlandsche zaken heeft
aan Gedeputeerde Staten der onderscheidene provin
ciën verzocht te berichten, in welke gemeenten
hunner provincie betaling wordt gevorderd van hen,
die inzage nemen van de kadastrale leggers
en plans, die bij de gemeentebesturen berusten.
Rechtszaken.
Naar de Zw. Ct. verneemt is door de recht
bank aldaar rechtsingang verleend tegen den heer
W. G. Boele, te Ifampen, wegens de uitdrukkingen,
door hem gebezigd in de raadsvergadering van°den
27 Sept. ten opzichte van den burgemeester dier