1892 N°. 112. Donderdag 22 September. 79s,e jaargang. Aziatische Cholera, NATIONALE MILITIE, De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75. Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentie voor dit blad angenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders. Inzending van A De prijs der gewone advertentie is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets. directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huweljjks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende, dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend. T Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. ",n Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel, advertentie» vóór 3 uren op den dag der uitgave. OPENBARE VERGADERING van den RAAD der gemeente CiOES, op VRIJDAG den 23 SEPTEMBER 1892, des avonds te 8 uren. Goes, den 21 September 1892. De Secretaris, HARTMAN. Punten van behandeling I. Notulen. II. Mededeelingen. III. Ingekomen stukken. IV. Rekening van ontvangsten en uitgaven dei- gemeente over 1891. V. Reclames tegen den aanslag in den H. O. over 1892. VI. Remission van aanslag in den H. O. over 1892. VII. Idem in de belasting op de honden. Vni. Voorstel van B. en W. tot af-en overschrij ving op de begrooting der gemeente voor 1892. IX. Voorstel van B. en W. tot onderhandsche verpachting van grond aan A. Boone. X. Kohier van schoolgeld voor het onderwijs in school E gedurende den cursus 1892/93. XI. Aanvrage van den loeraar A. H. Gunther om eervol ontslag. XII. Begrooting der ontvangsten en uitgaven van het Gasthuis voor 1893. XÜI. Voorstel van de twee raadsleden D. Hilder- nisse en W. F. K. Lenshoek omtrent de boomen aan den Oostsingel, met praeadvies van B. en W. XIV. Voorstel omtrent de bank van leening. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft bepaald, dat art. 8 van het K. B. van 4 September 1892 (St bl no. 215), tot vaststelling van buitengewone maatregelen ter afwending en ter wering der uitbreiding van de zal worden toegepast met betrekking tot personen, komende uit Rusland, Hamburg, Altona, Antwerpen of Havre, zoodat ieder, die eeu of meer zoodanige personen in zijne wo ning huisvest, verplicht is, onmiddellijk na aankomst van dien persoon of die personen en bij vertrek, met opgave van de plaats waarheen, daarvan kennis te geven aan den ondergeteekende. Evenzoo moet door ieder, in wiens woning een verdacht ziektegeval voorkomt, daarvan aan den ondergeteekende mede- dee'ing gedaan worden Goes, den 15 September 1892. De Burgemeester van Goes, J. G. d. W. HAMER. Het Register van inschrijving met de daaruit opgemaakte Alpkabethische lijst voor de over 1892, voor de lichting van 1893 liggen van heden tot en met 30 September e. k. ter inzage. Gedurende dien tijd kun nen tegen register en lijst bezwaren worden ingebracht bij den heer Commissaris der Koningin in dit gewest, door tus- schenkomst van den burgemeester dezer gemeente, zulks op ongezegeld papier, maar door de noodige bewijsstukken gestaafd Goes, den 21 September 1892. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. d. W. HAMER. De Secretaris, HARTMAN. DE TROONREDE. Gisteren heeft H. M. de Koningin-regentes de zitting van de Kamers der Staten-Generaal geopend met de volgende troonrede: Mijne Heeren >Bij de hervatting van Uwen arbeid mag Ik, met een gevoel van dankbaarheid, in menig opzicht be vredigende mededeelingen geven omtrent den toestand van land en volk. >De betrekkingen tot alle buitenlandsche Mogend heden zijn van den meest vriendschappelijken aard. »Zee- en landmacht, zoowel hier te lande als in de Koloniën, kwijten zich bij voortduring op loffelijke wijze van hare taak. >De |uitkomsten van den oogst en de toestand van den veestapel zijn gunstig. Hetzelfde kan niet in allen deele worden gezegd omtrent handel, scheep vaart en nijverheid. >De algemeene gezondheidstoestand is bevredigend. Besmettelijke ziekten, die zich in den loop des jaars vertoonden, behielden een plaatselijk karakter. Door in het buitenland heerschende Aziatische cholera werd in de laatste weken de volksgezondheid bedreigd. To^ dusverre mocht ons land voor den voortgang dezer ziekte bewaard blijven. Bleef de veestapel niet geheel verschoond van mond- en klauwzeer, dat sedert geruimen tijdlang» onze grenzen in het buitenland heerschte, de ziekte gevallen bitven tot enkele plaatsen beperkt. >Behalve tot verzekering van den geregelden gang des bestuurs en afdoening van aanhangige voordrach ten, zal Uwe medewerking worden ingeroepen voor gewichtigen arbeid. »Ter regeling van het kiesrecht voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal en voor de Provinciale Staten wordt U eene voordracht aangeboden. Voorstellen tot invoering eener beroeps-en bedrijfs belasting en tot verbeterde heffing der grondbelasting zullen binnenkort bereiken. i »Tot organisatie der landmacht en tot versterking van bet materieel der zeemacht zullen U voorstellen worden gedaan. »Wetsvoordrachten, zoowel tot verdere uitvoering van de bepalingen der Grondwet, als tot verbetering van de wetgeving, van de weerbaarheid des lands en van maatschappelijke toestanden, worden inmiddels bewerkt en in gereedheid gebracht, om, naarmate de voortgang van den wetgevenden arbeid dit mogelijk maakt, aan de overweging der Staten-Generaal te worden onderworpen. »Voor Nederlandsch-Indië zal reeds spoedig Uwe medewerking worden gevraagd tot maatregelen be treffende het leger, de financiën, de koffiecultuur, het inlandsch onderwijs en het mijnwezen. Andere voorstellen in het belang der Koloniën worden voorbereid. »Met vertrouwen, Mijne Heeren, doe Ik een beroep op Uwen ijver en Uwe toewijding tot de vervulling Uwer gewichtige en veelomvattende taak. »Moge Uw arbeid, onder Gods zegen, de welvaart en den bloei verhoogen van ons dierbaar Vaderland. »In naam der Koningin, verklaar Ik de gewone zitting der Staten-Generaal te zijn geopend." Het oordeel over bovenstaande troonrede kan even kort en zakelijk zijn als haar inhoud zelf. Ontdaan van de gebruikelijke tirades geeft zij in enkele zin sneden aan wat ons in het komende zittingjaar wacht. Ook dat bevat niet veel nieuws, omdat be reids een en ander daarvan bekend was geworden, maar vóór het van de zijde der regeering officiëel is medegedeeld, mist men toch de gewenschte ze kerheid. Natuurlijk staan voorop de nadere jinanciëele wet- tendoch op haar volgt in belangrijkheid zeker de kieswet, waarvan het ontwerp, zooals heden uit de bladen blijkt, reeds openbaar gemaakt is. Voorts worden voorstellen tot organisatie der landmacht en tot versterking van het materiëel der zeemacht toe gezegd, terwijl zal gestreefd worden naar verdere uitvoering van verschillende bepalingen der Grond wet, zooals verbetering van de wetgeving op de weerbaarheid des lands en van sociale toestanden. Ook voor Nederlandsch-Indië worden belangrijke voorstellen, met name betreffende het leger, de fi nanciën, de koffiecultuur, het inlandsch onderwijs en het mijnwezen in het vooruitzicht gesteld. Men ziet hieruit, dat de huidige regeering aller minst heeft stilgezeten gedurende het eerste jaar van haar bewind, dat meer als een tijdperk van voorbereiding moet worden beschouwd, al bracht het ons ook reeds een stel flinke belastingplannen. Uit de geheele troonrede blijkt het ernstig streven der regeering om veel te doen tot heil van land en volk, wanneer maar het volk zelf, door hare ver tegenwoordigers, dezelfde werkzaamheid betoont als het ministerie'. Wanneer maar geen obstructionisme wordt getoond als door de minderheid in de Tweede Kamer bij de aan-de-orde-stelling der belasting- ontwerpen, dan kan het komende zittingjaar in de politieke en sociale geschiedenis van ons volk een belangrijk tijdperk vormen. "We verheugen ons op het oogenblik in een krachtig ministerie, dat weet wat het wil. Dit blijkt ook weer uit deze troonrede, die, hoewel kort, toch zakelijk en degelijk is van inhoud. Zonderlinge handhaving van het gezag. Zeker niet zonder verbazing zullen onze lezers uit ons vorig nommer bemerkt hebben, dat de be tooging voor algemeen kies- en stemrecht jl. Zondag te 's-Gravenhage toch heeft plaats gehad, niettegen staande de burgemeester der residentie de vergunning daartoe geweigerd bad. Men moge over die weigering denken zoo men wil, zeker is het, dat zij, eenmaal uitgevaardigd, met alle kracht had moeten worden gehandhaafd. In stede daarvan is de betooging op groote schaal gehouden zonder eenig verbod van de politie, die verre bleef. Dit laatste is zeker een zeer verstandige daad geweest, want allicht had eene demonstratie harerzijds tot ernstige botsingen aan leiding gegeven. Maar al is hare houding in de gevolgen ook verstandig gebleken, zij heeft geen zin na het door het hoofd der politie in de residentie uitgevaardigde verbod. Er is door de houding van den burgemeester der hofstad een gevoelige slag toegebracht aan het gezag, die slechts den socialisten en volksopruiers kon ten goede komen en waarvan zij, naar wij vreezen, niet zullen nalaten gebruik, zoo geen mis bruik te maken. Hun is iets verboden door bet openbaar gezag en zij hebben dit verbod in den wind geslagen. Zij hebben zich niet gestoord aan de weigering tot het houden der meeting en het openbaar gezag heeft zich daarbij stil nedergelegd. Inderdaad, de burgemeester Roest had, alvorens zoo fier zijne toestemming tot de meeting te weigeren, wel goed mogen overwegen of hij in staat was die weigering, desnoods met kracht van wapenen, te handhaven. Kon hij dit niet, dan had hij haar niet moeten uitspreken. Dit had minder zwakheid getoond dan wat nu jl. Zondag is nagelaten. Kieswet. Thans zijn rondgedeeld de voorstellen betreffende de kiesrechthervorming. Zij bestaan uit drie wetsontwerpen: a. tot regeling van de kiesbevoegdheid voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal en voor de Pro vinciale Staten h. tot regeling van de uitoefening van het kies recht voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal en de Provinciale Staten c. tot regeling van de benoeming en van de aftre ding der afgevaardigden ter Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal. Op het voetspoor der kieswet van 1850 wordt de regeling der kiesbevoegdheid voor de gemeenteraden overgelaten aan de gemeentewet, waartoe de grond wet thans nog meerdere vrijheid geeft dan vroeger. En waar het alleszins overweging schijnt te ver dienen, om de verkiezing der plaatselijke vertegen woordiging op andere en meer eenvoudige wijze in te richten dan die van de Generale- en Provinciale Staten, wordt hare regeling van zelve evenzeer ver wezen naar de gemeentewet, opdat zij verband kunne houden met de eerlang opnieuw te overwegen en te omschrijven taak der plaatselijke besturen. Aan het ontwerp tot regeling der kiesbevoegdheid is het volgende ontleend Art. 1. De leden van de Tweede Kamer der Sta ten-Generaal worden gekozen door de mannelijke meerderjarige ingezetenen des rijks, tevens Nederlan ders die de kenteekenen bezitten van geschiktheid en maatschappelijken welstand, in deze wet bepaald, en aan wie het kiesrecht of de uitoefening daarvan niet, op grond van de bepalingen dezer wet, tijdelijk of blijvend is ontzegd. Art. 2. Deze wet houdt voor Nederlander en voor ingezeten des rijks, die het is volgens de wet, ver klarende wie Nederlanders en wie ingezetenen zijn voor meerderjarig, die den leeftijd van drie-en-twintig jaar heeft bereikt. Art. 3. Deze wet houdt voor kenteeken van ge schiktheid de kennis van lezen en schrijven. .Zij acht de kennis van lezen en schrijven bewezen door eene eigenhandig geschrevene aanvraag, om op de lijst der kiezers te worden geplaatst. De vorm dezer aanvraag en de wijze van inleve ring worden geregeld bij algemeenen maatregel van bestuur. Art. 4. Deze wet houdt voor kenteeken van maat schappelijken welstand het voorzien in eigen onder houd en in dat van het huisgezin. Zij onderstelt dat in eigen onderhoud en dat van het huisgezin wordt voorzien door hem, die gedu rende het laatstverloopen burgerlijk jaar geen onder stand heeft genoten van eene instelling van welda digheid, of van een gemeentebestuur. Onderstand aan de vrouw of inwonende kinderen verstrekt, wordt geacht door den echtgenoot of vader te zijn genoten. Art. 5. Van het kiesrecht zijn uitgesloten: a. zij die, bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak, de beschikking of het beheer over hunne goederen hebben verloren, zij, aan wie bij onherroepelijk geworden rechter lijke uitspraak het kiesrecht is ontzegd, gedurende den tijd dat het verlies of de ontzetting duurt; h. zij, die den door hen verschuldigden aanslag in de rijks directe belastingen in hoofdsom en op centen niet hebben voldaan, tenzij, volgens wettelijk voorschrift, die belasting hun is kwijtgescholden, of hun onvermogen om die te voldoen is gebleken, gedurende het burgerlijk jaar volgende op het dienstjaar, waarover de belasting bad moeten zijn voldaan c. zij, die zich opzettelijk aan den bij de wet j opgelegden krijgsdienst of aan eene bij de wet op gelegde verplichting ten aanzien van 's lands ver dediging hebben onttrokken; d. zij, die onherroepelijk wegens misdrijf zijn veroordeeld, tot eene vrijheidsstraf van vier jaar of langer e. zij, die door den militairen rechter zijn ont slagen uit den militairen dienst met onwaardig- verklaring om bij de gewapende macht te dienen. Art. 6. Het kiesrecht wordt niet uitgeoefend door hen, die a. krachtens wettelijk voorschrift, van hunne vrij heid zijn beroofd h. niet voorkomen op de van kracht zijnde kiezers lijsten. Art. 7. De uitoefening van het kiesrecht wordt geschorst voor de militairen beneden den rang van officier bij de zee- en de landmacht, voor den tijd, gedurende welken zij zich in werkelijken dienst onder de wapenen bevinden. Art. 8. De leden der Provinciale Staten worden gekozen door de ingezetenen der provincie, die be voegd zijn tot het kiezen van leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Deze wet houdt voor ingezeten der provincie hem, die daarin gedurende de laatst voorafgaande twaalf achtereenvolgende maanden zijne woonplaats heeft gehad. Art. 9. Behalve de in artikel 5 genoemden zijn van het kiesrecht voor de Provinciale Staten uitge sloten, gedurende het burgerlijke jaar volgende op het dienstjaar waarover de belasting had moeten zijn voldaan, zij die den door hen verschuldigden aanslag in de directe belastingen der provincie, waarvan zij ingezetenen zijn, niet hebben voldaan, tenzij, volgens wettelijk voorschrift, die belasting hun is kwijtge scholden of hun onvermogen om die te voldoen, is gebleken. Voorts blijkt, dat bij de nieuwe kieswet bet kiezerskorps wordt gebracht op 800,000 en dat ingevoerd wordt het couloirstelsel met voorafgaande candidaatstelling. Alle districten worden enkelvoudig. De kiestabel in het zuiden des lands blijft nagenoeg onveranderd. GOES, 21 September 1892. Men schrijft ons De kolenvereeniging »U it V o o r z org" alhier mag zich niet in gunstigen toestand verheugen. Dat er het eerste jaar 75 cent op elk boekje moest worden afgetrokken voor onkosten was niet te ver wonderen, omdat er toen veel buitengewone uitgaven waren. Maar dat dit jaar tot dekking der onkosten misschien 2 per lid zal gevorderd worden, zal velen leden tegenvallen, vooral omdat in de jongste algemeene jaarvergadering den leden voorgespiegeld werd, dat dit jaar waarschijnlijk niets tot dekking zal noodig zijn. Door eene winst van twee cent per mud te berekenen, meende het bestuur, de onkosten te kunnen dekken. Deze maatregel zou met primo Januari jl. in werking treden, doch door den teruggang der kolenprijzen en door den kleinen omzet, werd slechts van een zeer kleine hoeveelheid winst behaald. Het bestuur moest den prijs verlagen, waardoor in plaats van met winst, met verlies werd, en nog wordt gewerkt. Daarbij komt nog, dat de voorraad zeer inmeet, niettegenstaande de lossers en de commissarissen en de bode, bij de ontvangst der kolen tegenwoordig, verzekerden dat de bewuste hoeveelheid, in 't pakhuis gestort, weer ongeveer zou uitgemeten worden. Het bestuur meent dat hieraan echter wel acht percent zal ontbreken. Hoe dit komt begrijpt men niet, want volgens ervaring, op gegevens gegrond, kan dit bij hooge uitzondering hoogstens 5 pet. bedragen. Het bestuur zit hierdoor natuurlijk in een lastig geval. Een zijner leden verzekerde, dat er op het bezorgen van kolen geen goede controle ishet eenige middel om hieiin verandering te brengen zou zijn, dat bij de aflevering steeds een bestuurslid tegenwoordig was. 't Ware te wenschen dat iemand als bestuurs lid kon gevonden worden, die er tijd en moeite voor over had, om op gezette uren eenige dagen in de week zich des morgens daartoe beschikbaar; te stel len. Een flinke en goede controle is ten zeerste ge- wenscht en het is daarom te hopen dat de zaak, die aanvankelijk veel goeds beloofde, in het rechte spoor zal kunnen worden gebracht. Van liberale zijde wordt voor candidaat van bet lidmaatschap der Provinciale Staten voor Tolen aanbevolen de heer jhr. mr. E. A. O. D e C a s e m- b r o o tsubstituut-griffier bij de arrondissements rechtbank te Middelburg. Door het Gerechtshof te 's-Gravenhage is be noemd tot deurwaarder bij de arrondissements-recht- bank te Zieriksee de heer B. Don Boer, thans deurwaardersklerk en waarnemend griffier bij het kantongerecht te Oud-Beierland. In de Maandagavond gehouden bijeenkomst in Walhalla" te 's-Hage van gedelegeerden van onder scheiden afdeelingen van den Bond voor algemeen kies- en stemrecht en socialisten-vereenigingen is de volgende motie aangenomen »De vergadering, overwegende dat er geen schijn van billijkheid iB aan het tegenwoordige kiesstelsel j

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1892 | | pagina 1