1892 N°. 106.
Donderdag 8 September.
79sl" jaargang.
GOESC
Be uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrij dagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
angenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
Be prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Inzending van advertentie» vóór JS uren op den dag der uitgave.
OPENBARE VERGADERING
van den
RAAD der gemeente GOES,
op DONDERDAG den 8 SEPTEMBER 1892,
des avonds te 8 uren.
Goes, don 6 September 1892.
De Secretaris,
HARTMAN.
Punten van behandeling
I. Notulen.
IE. Mededeelingen.
III. Ingekomen stukken.
IV. Benoeming van een onderwijzer bij het lager
onderwijs.
V. Aanvrage van B. en W. om crediet voor de
eventuëel verder te nemen voorzorgsmaat
regelen in zake besmettelijke ziekten.
Brieven uit de Ganzestad.
XLII.
Aangezien ik geen lid ben van den «journalisten
kring", behoef ik mij bet verzoek van den genees
kundigen inspecteur in Noord-Holland om toch als
jeblieft te zwijgen over de cholera niet aan te
trekken. Trouwens deze autoriteit waarschuwde
meer speciaal tegen het verspreiden van berichten
omtrent voorgekomen cholera-gevallen, die niet offi
cieel zijn geconstateerd, en daartoe zal ik mij zeker
niet leenen, want gelukkig hebben wij hier zelfs
nog geene niet-geconstateerde gevallen van de zoo
gevreesde en zoo te vreezen ziekte.
Want inderdaad te vreezen is zjj, de snel om zich
heen grijpende, die als een veelarmige sluipmoor
denaar tal van offers tegelijk bespringt en ze vaak
doodt eer geneeskundige hulp kan worden ingeroe
pen te vreezen is ze, zooals blpken kan uit de
ontzettende cijfers van lijdenden en gestorvenen, die
uit Rusland en Hamburg aan ons worden medege
deeld te vreezen is zij met haar moordend gif, dat
we eenige dagen met ons kunnen omdragen zonder
het te bemerken, om eensklaps de werking ervan
in haren vollen omvang en onder de afschuwelijkste
en pijnlijkste gewaarwordingen te ondervinden.
Maar oprecht te vreezen is zij toch ook dan alleen
wanneer met laakbare zorgeloosheid hare nadering
wordt afgewacht zonder maatregelen te nemen om
haar te keeren of verre van ons te houden. Wanneer
men de ontzettende cijfers leest, die ons het verloop
der ziekte melden in Rusland en Hamburg en men
bedenkt dan, dat door tijdige maatregelen van hygië-
nischen aard wellicht vele menschenlevens konden zijn
gespaard, dan siddert men voor de verantwoordelijk
heid, die de machthebbenden daar ter plaatse op zich
geladen hebben bij de verontachtzaming van de ge
zondheidsmaatregelen, waaraan zij zich hebben schul
dig gemaakt.
Ik wenscb het daarom hoogelijk te pryzen en het
hier openlijk uit te spreken, overtuigd als ik ben,
dat het overgroote deel mijner stadgenooten met mij
zal instemmen, dat het gemeentebestuur van Ganze
stad met loffelijken ijver, met nog loffelijker kalmte
en naar het mij voorkomt met de loffelijkste zuinig
heid, die ditmaal geene wijsheid wil bedriegen, maat
regelen heeft genomen en nog dagelijks neemt om
in onze gemeente reinheid en zindelijkheid te be
vorderen, ophooping van vuil tegen te gaan, verza
melplaatsen van reukorgaanpijnigende, maar meer
nog lichaambedervende stoffen te zuiveren, in één
woord al datgene te doen, wat de wetenschap aan
geeft als middel om de cholera verre te houden en
den kiemen bare ontwikkeling te beletten.
Toch zou ik ons stadsbestuur nog wel willen
wijzen op een slechte gewoonte van sommige Ganze-
stadters, die ongetwijfeld zeer schadelijk is voor de ge
zondheid van mijne stadgenooten, namelijk het weg
werpen van vuil en faecaliën in stilstaand water in
de onmiddellijke nabijheid onzer stad, het zoogenaamde
achterhaventje" of in het zoutevestje 't Komt mij
altijd al bedenkelijk voor, dat zoowel van het schip
als van den wal vuil water en andere onreinheden
in de havenkom worden geworpen, hetzij met hetzij
zonder toestemming van de politie, maar men kan
tenminste nog de hoop koesteren, dat door het in-
en uitlaten van het water deze stoffen spoedig weder
worden verwijderd. Maar het achterhaventje is een
volmaakt stilstaand water, dat, hoewel door een
sluis met de haven verbonden, zoover mij bekend
js hoogst zelden wordt gespuid.
Ik breng langs dezen weg mijne opmerking onder
de aandacht van ons gemeentebestuur, dat haar wel
zal willen aanvaarden als afkomstig van een wande
laar, die meermalen ooggetuige is geweest zeer
tegen zijn wil, dat zij u verzekerd van de be
doelde waterverontreinigende handeling.
Maar waar ik hierboven sprak van het overgroote
deel mijner stadgenooten als van menschen, die met
mij dankbaar de bemoeiingen van het gemeentebe
stuur aanvaarden, daar blijkt van zelf, dat er eene
kleine minderheid moet zijn, die een tegengesteld
gevoelen is toegedaan. En werkelijk ontmoette ik
dezer dagen een mederingezetene van Ganzestad, die
al deze voorbehoedmiddelen tegen de cholera uit
den booze achtte en die het onverantwoordelijk vond
om met carbol en dergelijke te willen trachten de
straffende hand Gods, die thans zoo zwaar op het
zondige menschdom rust, af te weren.
Ziet, ik heb eerbied voor de godsdienstige over
tuiging van andersdenkenden, doch eene dergelijke
theorie is mjj wel wat al te kras. Te kras vooral,
omdat zij mij toeschijnt in strijd te zijn niet slechts
met bet gezond verstand, of met de zucht tot zelf
behoud aan ieder menscb en dier eigen, maar vooral
met de beschikkingen Gods zelve, die ons de mid
delen gegeven heeft en door de voortschrijdende
wetenschap aan ons heeft ontdekt om de ziekte te
bestrijden.
Inconsequent zijn de belijders der leer van mijn
zegsman dan ook in kooge mate. Immeis, wanneer
inderdaad elk ongeluk, dat ons treft, moet worden
beschouwd als een slag ons door de straffende hand
Gods toegebracht, waarvoor we ons niet mogen vrij
waren of waartegen we geene middelen ter genezing
mogen aanwenden, dan voorwaar strijdt zelfs de
strengst geloovige, de meest onderworpene aan een
hoogere macht nog voortdurend en geheel onwille
keurig tegen de voorbeschikking. Wanneer men zich
wil beschouwen als een volkomen willoos voorwerp
in Gods hand, dan is elke voorzorgsmaatregel, elk
geneesmiddel overbodig, ja zelfs zondig. En toch,
ook 'mijn zegsman had verleden jaar, toen hij aan
de influenza leed, geneeskundige hulp ingeroepen om
hem van die lastige en pijnlijke ziekte te genezen
ook hij had, toen hij den vorigen dag zich in den
vinger gesneden had, vermoedelijk zonder baat, eene
goede hoeveelheid spinrag op de wonde gelegd. Ook
deze had in zijn tuin een paar vogelverschrikkers
opgericht zonder af te wachten of wellicht een hoogere
hand de musschen en spreeuwen zou verbieden zijn
hof te plunderen of anders gelaten de hem opgelegde
straf te dragen.
En zou men, waar het bewezen is, dat onrein
heid de ontwikkeling der cholera-kiemen bevordert,
niet alles in het werk mogen, ja moeten stellen om
die onreinheid te weren
Gelijk de ziekte zoo zijn ook de middelen om haar
te bestrijden ons door een zelfde macht gegeven,
en bet komt mij voor, dat het veeleer God ver
zoeken zijn zou, indien wij die middelen ongebruikt
lieten. Het»Oraet Labora" is ook voor deze quaestie
niet voor niet gezegd.
't Zou mij, vrees ik, niet veel baten, ot ik, met
toestemming van de redactie van dit blad, deze
kleine philippica tegen overdreven onderwerping
aan Gods wil al dan niet liet drukken, hadde ik niet
de meening op mijne hand van een blad, aan welker
redactie zeker niemand eene groote mate van god-
vreezenheid zal ontzeggen. De Standaard gaf dezer
dagen tal van wenken aan bet gemeentebestuur van
de hoofdstad des Rijks met betrekking tot de rein
heid op de openbare straat, terwijl zij op ver
schillende zaken de aandacht vestigde, die daar nog
verbetering behoeven. En het blad eindigde met
deze woordendie inderdaad wel de overweging
waard zijn
Natuurlijk is de medewerking der ingezetenen bij
al deze dingen onontbeerlijk, en deze zullen bet
groot belang wel inzien, dat zij bij reinheid hebben.
Waar die reinheid te wenscben overlaat, vestige men
er onmiddellijk de aandacht op."
Ik hoop, dat deze wenk van het antirevolutionair
hoofdorgaan in ons land, door ieder die hem leest,
trouw zal worden ter harte genomen. De volksge
zondheid zal daarmede ten zeerste worden gebaat,
en eerst als ieder overtuigd is gedaan te hebben
wat in zijn vermogen is, om de cholera-epidemie
afteweren, zal men kunnen zeggen, maar dan ook
met volle vertrouwen, wat de cholera-commissie te
Utrecht schreef aan het slot eener circulaire aan
de ingezetenen der bisschopsstad, waarin zij mede
wenken gaf om de ziekte te bestrijden
«Ge hebt dan al bet mogelijke gedaan voor uen
de uwen, en kunt zonder zelfverwijt afwachten, wat
God over u heeft beschikt
Doet het daarom qn doet het goed."
Adspihant
Wij kunnen Adspirants verzekeren, dat dit
bij art. 37, 2de alinea, der Verordening op de stra
ten enz. is verboden en dat op iedere overtreding
eene boete van zes gulden staat. Het is echter moeie-
lyk voor de politie om die overtreders op heeter-
daad te betrappen en de buren houden zich
liefst buiten moeite, niettegenstaande zij de eersten
kunnen zijn, die er de nadeelige gevolgen van on
dervinden.
In het algemeen is het begrip van gemeenschap
in dezen, d. i. dat ieder verplicht is tot bevordering
van de algemeene gezondheid bijtedragen door nate-
laten wat die gezondheid in gevaar kan brengen,
nog weinig bij de menigte doorgedrongen. Men vindt
het al wèl als men zelf zijn vuil kwijt is en
men begrijpt niet, dat alle van booger band geno
men maatregelen krachteloos woiden als niet ieder
in zijn kring deze tracht te bevorderen.
Vooral in tijden van epidemieën staat zorge
loosheid der ingezetenen in dit opzicht gelijk met
misdaad. Red.
GOES, 7 September 1892.
Bij Kon. besluit is W. F. J. W a g t h o te
Kolijnsplaat, met ingang van 12 dezer benoemd tot
schoolopziener in het arrond. Tolen.
's-fleerenhoefe. Door B. en W. is de ver
kiezing, ter voorziening in de vacature ontstaan
door het overlijden van het gemeenteraadslid A.
Braamse, bepaald op 3 October e. k.
Men schrijft ons uit het eiland Tolen:
Reeds verscheidene jaren achtereen heeft in alle
gemeenten van het eiland Tolen de zoo noodlottige
vlekziekte onder de varkens op eene geduchte
wijze gewoed. Telken jare in de maanden Juli en
Augustus stierven ongeveer twee derde van de hier
aanwezige varkens, terwijl de overigen meerend'eels
tegen lagen prijs werden opgeruimd. Welke voor
behoedmiddelen ook werden aangewend, zooals het
schoonmaken, kalken enz. van hokken, het toedienen
van verschillende middelen aan de nog gezonde die
ren, niets mocht baten, (de inenting is nimmer be
proefd), tótdat in den nazomer van bet vorige jaar,
op last en op kosten van de Regeering tot den vol
genden nog al duren maatregel is overgegaan. Men
heeft alle hokken, waarin een varken gestorven was
of had ziek gelegen, afgebroken, alle vermolmde
planken buiten gebruik gesteld en vervangen door
nieuwe, terwijl men nog de geheel gave eerst met
schoon water en daarna met sodawater heeft ge
schuurd den vasten bodem van elk hok heeft men
20 c.M. uitgegraven en daarna met een even dikke
laag zand aangevuld; hierop heeft men eene bevloe
ring gelegd van zwaar hout.
Ofschoon nu deze zomer zeer droog geweest is
en aanmerkelijk warmer dan den vorigen, somtijds
zelfs beet, heeft de ziekte zich niet vertoond.
Aan het programma voor de tentoonstel
ling van zaaigranen enz., te houden op
Donderdag 22 September 1892 te Zieriksee, door
de centrale tentoonstellingsvereeniging «Landbouw
belang" te Zieriksee ontleenen we de volgende
bepalingen
Op deze tentoonstelling worden gevraagd monsters
van winterzaaigranen of zaden en verzamelingen
gedroogde grassen of planten, waarvan de kennis
nuttig kan geacht worden voor den landbouwer.
Monsters van zomerzaaigranen worden toegelaten,
maar niet beoordeeld.
Om op deze tentoonstelling te kunnen mededingen,
moeten de inzenders vóór of op den 17 September
1892 bij den Secretaris, den beer M. C. Mulock
Houwer te Zieriksee, eene schriftelijke opgaaf
doen van
a. Het product dat zij wenscben in te zenden
b. de hoeveelheid die zij van het in te zenden
graan of zaad ten verkoop beschikbaar hebben
c. den prijs, franco Zieriksee en met inbegrip
van emballage
d. het netto gewicht per hectoliter, de streek waar,
en de soort grond waarop het gegroeid is;
e. de namen van drie personen door hen geschikt
geacht en gewenscht als leden der jury.
De inzendingen moeten vrachtvrij hg den secre
taris zijn aangekomen vóór 20 September 1892. De
monsters moeten verpakt zijn in linnen of katoenen
zakken of in flesschen, waarop naam en woonplaats
van den inzender.
Landbouwers moeten van de partijen, waarvan zij
monsters inzenden, 5 Hectoliters, en handelaren 20
Hectoliters ten verkoop beschikbaar hebben. De
monsters moeten 2 Liters groot zijn.
Het bijvoegen van planten of aren, behoorende bij
de monsters, is aanbevelenswaardig.
De prijzen zullen, op voordracht der jury, door
het bestuur worden toegekend aan de beste der in
gezonden monstersmaar alléén dan, wanneer die,
op zichzelf beschouwd, uitmuntend en ter onder
scheiding waardig zijn. Deze bepaling is ook geldig
wanneer van ééne soort slechts eene inzending inge
komen is.
Monsters of voorwerpen, welke door de inzenders
terug verlangd worden, zullen, mits hiervan bij de
opgave van deelneming kennis gegeven is, voor reke
ning van belanghebbenden worden teruggezonden.
Be prijzen zullen bestaan in diploma's en getuig
schriften. Bovendien wordt uitgeloofd voor ruwarige
Essex-tarwe een prijs van 25. Deze prjjs wordt
niet uitbetaald, voor, door het daarvan uitgezaaide,
blijkt, dat bet graan zuiver van soort is en aan de
gestelde eischen voldoet.
Zij, die zelf hunne inzending willen uitstallen,
moeten opgeven hoeveel tafelruimte, grond- of wand
vlakte zij verlangen.
Gratis wordt hiertoe 2 M2. beschikbaar gesteld.
Inzenders, die meer oppervlakte verlangen, moeten
daarvoor 2 per M\ betalen, te voldoen bij de
opgaaf van inzending.
Be inzenders staan er voor in, dat de partij gelijk
is aan het ingezonden monster.
Zij, die op een der tentoongestelde monsters koo-
pen, kunnen zich bij voorkomend verschil op het
oordeel van bet bestuur beroepen.
Oordeelt dit, dat de partij niet volgens monster
is, dan wordt deze geweigerd en voor rekening van
den afzender teruggezonden. Daarenboven wordt de
toegekende prijs niet uitgereikt en behoudt het
bestuur zich het recht voor, om de gronden waarop
de weigering berust openbaar te maken, ter plaatse
waar zij dat nuttig acht.
Zondagavond hadden te Zieriksee v o 1 k s o p-
1 o o p e n plaats naar aanleiding van het uitstellen
der kermis. De politie, die versterkt was, had geen
gemakkelijke taak. Enkele glasruiten en straatlan
taarns moesten de ontevredenheid ondervinden, alsof
deze schuldig waren aan het genomen besluit.
(Z. N.)
De M. Ct. meldt nader
Maandagavond had te Zieriksee weder een volks
oploop plaats, die echter minder groot was dan Zon
dag. De geheele schutterij was onder de wapenen
en tot omstreeks middernacht op het stadhuis tegen
woordig. Zij heeft echter geen dienst gedaan. Bij
den beer De Yos van Steen wijk werd, ofschoon diens
woning werd gesurveilleerd, een glasruit ingeworpen.
De woning van een ander raadslid, den heer Van
den Bout, kon het gepeupel niet bereiken, wijl de
brug buiten de Zuidhavenpoort was opgehaald.
Gisteren is afgekondigd een verbod tot samen
scholing van meer dan vijf personen.
Naar de Z. N. verneemt, zijn dezer dagen de
plannen voor een verbinding met den vasten wal
door middel van een stoomtramweg gereed
gekomen en door het comité de stukken ter ver
krijging van concessie overeenkomstig bet reglement
op de tramwegen aan Gedeputeerde Staten en de
betrokkene gemeenten ingezonden.
Het ontwerp beoogt een verbinding van Brouwers
haven over Zonnemaire en Noordgouwe met Zierik-
zee en van hier over Nieuwerkerk—Oosterland en
Bruinisse, over de Zijpe door St. Pbilipsland langs
Nieuw Vosmeer naar Steenbergen, waar de lijn in
aansluiting wordt gebracht met de in aanbouw zijnde
lijn Steenbergen—Rozendaal.
Uit de wijze waarop de zaak is aangevat blijkt
ten duidelijkste, dat men bier te doen heeft met een
ernstige poging om een doelmatige verbinding met
Brabant te verkrijgen en om bet locale verkeer te
bevorderen. Zijn wij wel ingelicht, dan bestaat het
voornemen om van het rijk den overgang te water
te vragen en schijnt aanvankelijk de Minister van
Waterstaat wel gezind steun te verleenen.
Door Gedep. Staten van Zeeland is de v e r-
kiezing van een lid derProv. Staten,
voor het hoofdkiesdistrict Tolen, ter
voorziening iu de vacature, ontstaan door het over
lijden van den heer mr. T. A. Wagtho, bepaald op
Dinsdag 4 October a. s. en herstemming zoo
noodig op Dinsdag 18 October d. a. v.
Van den particulieren secretaris van H. M. de
Koningin-Regentes is eergisteren bij den burgemeester
van Haarlem het volgende telegraphisch bericht ont
vangen «De geneeskundige inspecteur van Zuid-
Holland, di\ W. P. Ruysch, en de lijfarts van H. M.
de Koningin, dr. Van Tienboven, ontraden op dit
oogenblik bet bezoek aan Haarlem. Tot
groot leedwezen van H. M. de Koningin-Regentes
moet Hoogstdezelve daarom het bezoek aan Haarlem
uitstellen. Worden de omstandigheden gunstiger,
dan zal het bözoek wellicht nog einde September of
i begin October kunnen plaats hebben".
Het laat zich begrijpen, dat dit bericht groote
teleurstelling heeft verwekt onder de Haarlemsche
bevolking, die zich, met opoffering van groote kos
ten, bad vereenigd om HH. MM. op luisterrijke wijze
te ontvangen.
De comitó's, die zich in de verschillende wijken
dezer gemeente hadden gevormd om voor de versie
ring zorg te dragen, hebben besloten, evenals de
gemeente, alles te laten zooals het tbans is, en ieder
op zich zelf tot het einde van September bijeen te
blijven, om voor eene passende versiering zorg te
dragen.