1892 N°. 91.
Donderdag 4 Augustus.
79s,c jaargang.
PUBLICATIE.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmau. te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 1*8 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Inzending; van advertentie» vóór 3 uren op den dag: der uitgave*
De Burgemeester van GOES
Overwegende, dat in de laatste dagen enkele
kwaadwilligen de openbare rust verstoren door
vóór en na de bijeenkomsten van het Heilsleger
zingende en tierende door de stad te loopen en
het den bezoekers van liet lokaal lastig te maken
Overwegende, dat de daaruit ontstaande oploop
jes, ofschoon slechts van enkele bekende belha
mels uitgaande, steeds grooter omvang aannemen
door den toevloed van nieuwsgierigen en dreigen
de openbare orde en rust der ingezetenen ernstig
te verstoren
Boet een beroep op alle welge-
zinden om door zich te onthouden van het me-
deloopen met bedoelde opstokers te helpen om
verdere wanorde te voorkomen en het zoodoende
aan de politie mogelijk te maken de orde en rust
te handhaven, zondri' dat tot het nenaen
van meer ingrijpende maatregelen
moet worden overgegaan.
Goes, 3 Augustus 1892.
De Burgemeester voornoemd,
J. G. d. W. HAMER.
Leerplicht.
Op het programma der Regeering voor het tegen
woordig vierjarig tijdperk staat ook leerplicht en in
de laatste maanden is daarop meer de aandacht ge
vestigd geworden, niet het minst in de anti-revo
lutionaire bladen, die natuurlijk, om het volk alvast
tegen eiken maatregel op dit gebied op te zetten,
den leerplicht als een vrij beid verkrachtende zaak
voorstellen en dan ook alleen maar spreken over
leerdwang.
De vrijheid staat bij onze tegenpartij hoog aange
schreven elke maatregel, die de vrijheid om naar
eigen goeddunken te beschikken over lichaam en
geest, ten bate van het individu of van het alge
meen, of wel van beiden, aan banden legt, is haar
een gruwel en uit dien afkeer is dan ook haar ver
zet zoowel tegen de verplichte vaccinatie als tegen
den leerplicht ontsproten.
Wanneer men dien hoog opgevijzelden vrijheidszin
eens vergelijkt met wat in beperkten kring dikwerf
valt waar te nemen omtrent de vrijheid, die door
anti-revolutionairen wordt in practijk gebracht te
genover van hen afhankelijke personen, dan valt er
weliswaar eene niet geringe afwijking te bespeuren
tusschen theorie en practijk, maar niettemin blijft
toch hunne leuze«Leve de vrijheidl"
Het is er mede als met de ontlasting van den
«minderen man". O, de anti-revolutionairen zijn er
zoo voor om de financiëele lasten zooveel mogelijk
te leggen op de schouders van wie het betalen
kunnenAlleen maar, als ze aan de regeering zijn,
doen ze geene poging om dat ideaal te verwezenlijken
en als eene andere partij dat doel tracht te berei
ken door eene vermogensbelasting in te voeren, dan
stemmen ze om redenen van ondergeschikten aard
als één man daar tegen.
Het zou vermoedelijk de moeite loonen en het
publiek een geheel anderen blik doen slaan op die
zoogenaamde volksvrienden, wanneer men eens wist of
zij, die in het publiek zoo gaarne opkomen voor de
«kleine burgerij", by het opmaken van kohieren van
den hoofdelijken omslag ook de eersten zijn om
ten opzichte van zwaargedrukten genade voor recht
te doen gelden. Men zou dan vermoedelijk tot zeer
opzienbarende resultaten komen.
Zoo nu is het met dat hooggeroemde vrijheids
gevoel al eveneens gesteld. Men mag niemand dwin
gen om tegen zijne overtuiging te handelenmaar
men behoeft geen anderhalf uur buiten Goes te gaan
zoeken om een antirevolutionair partijleider te ont
moeten, die timmerman, wagenmaker en smid dreigde
hunne diensten niet langer te zullen gebruiken, wan
neer ze het durfden wagen lid te blijven eener libe
rale kiesvereeniging. Ziet, dat is antirevolutionaire
vrijheid in de practijk
Welnu, ten opzichte van den leerplicht dreigt het
ongeveer evenzoo te gaan. Onder het motief, dat
leerplicht eene beperking is van het gezag, dat de
ouder alleen mag hebben over het kind, worden zoo
stillekens aan de gemoederen al tegen den leerplicht
opgezet, om straks, wanneer het onderwerp bij de
wetgevende macht aanbangig wordt gemaakt, over
geheel het land een storm van verontwaardiging te
doen opsteken over de tirannie der «liberalistische"
partij, die het kind dwingen wil ter schole te gaan.
Leerplicht leerdwang.
Wij achten dit motief, zooals uit het boven
staande blijken kan, niet gegrond. Een ouder, die wer
kelijk het belang van zijn kind begrijpt, zal dit trouw
ter schole doen gaan, wanneer hij zulks kan; voor I
hem ligt dus in leerplicht geen dwang. Een ouder,
die uit onverschilligheid zijn kind niet of zeer ou-
geregeld onderwijs doet genieten, toont zijn plicht
niet te begrijpen, en dan is het goed, dat de Staat
hem dwingt zijn plicht te doen.
Maar daarmede willen wij nog niet gezegd hebben,
dat leerplicht in dien zin, dat ieder kind tot een be
paalden leeftijd verplicht is geditrende een geheel jaar
de school te bezoeken, onze volle sympathie heeft.
Immers, veel meer dan door de quaestie van vrijheid,
wordt het vraagstuk van den leerplicht beheerscht
door de nooden en behoeften van het gezin en het
is daarom bovenal een vraagstuk van socialen aard.
Absolute leerplicht achten we dan ook niet wenscbe-
lijk en zelfs in strijd met de belangen van de lagere
klassen des volks. Maar dit neemt niet weg, dat het
schoolbezoek krachtig kan bevorderd worden door
maatregelen te nemen tegen alle ongewettigd schoolver
zuim, zooals er, zoowel in de steden als ten platte-
lande, nog maar al te veel voorkomt.
In de eerste plaats zou men maatregelen kunnen
nemen tegen het zonder noodzaak verzuimen van de
school door die leerlingen, wier hulp voor de ver
diensten van het huishouden noch direct noch indi
rect noodig is. We hebben hierbij het oog op de
verzuimen ten plattelande bij gelegenheid van ver-
koopingen, van kermissen in vrij verwijderde ge
meenten, alsmede wegens het buiten de vacantiën
op reis gaan, wat niet zelden ook in de steden
voorkomt.
Voorts breide men de vacantiën zoo noodig uit
en brenge men die zoo geheel in overeenstemming
met de eiken zomer terugkeerende onvermijdelijke
aanleidingen tot schoolverzuim, als kermissen, reizen,
de oogst en dergelijke, dat ook daarvan geen nadeel
worde ondervonden.
Wat het verzuim door veldarbeid veroorzaakt
betreft, ook daartegen zijn gelooven we, wel maat
regelen te nemen, zonder dat absolute leerplicht
wordt ingevoerd. Er zijn althans op Zuid-Beveland
enkele gemeenten, waar verordeningen tegen den
veldarbeid door kinderen bestaan, die vrijgoed wer
ken, zonder dat er ernstige klachten rijzen over het
bezwarende daarvan voor de verdiensten van het
huisgezin. Daarbij zou ten plattelande door het ge
meentebestuur, in overleg met de besturen van
instellingen van liefdadigheid, kunnen worden beslist
in welke huisgezinnen de hulp van kinderen uit
een fiuanciëel oogpunt al dan niet kan worden
gemist, terwijl eindelijk door het oprichten van be
waarscholen en crèches kan worden tegemoetgekomen
aan het bezwaar, dat nog niet schoolgaande kinderen
de moeder of oudere broeders en zusters dwingen
thuis te blijven.
We gelooven, dat door deze en mogelijke andere
maatregelen veel zou kunnen worden gedaan om het
schoolbezoek, en vooral het geregeld schoolbezoek,
te bevorderen, waardoor ook het onderwijs gedurende
de zomermaanden meer geregeld en dus meer vrucht
dragend zou worden. Wanneer dan nog des winters
het herhalingsonderwijs verplichtend werd gesteld,
dan kon veel aan de algemeene volksontwikkeling
worden gedaan zonder dat de noodzakelijke verdien
sten van het huisgezin er te veel onder lijden.
Want dit mag nimmer uit het oog worden ver
loren en zij, die eenigermate met de toestanden
op het platteland bekend zijn, zullen het ook niet
uit het oog verliezen dat in nog maar al te veel
huisgezinnen de hulp der kinderen niet kan worden
gemist, hoe gaarne zelfs de ouders hun kroost ter
schole zouden zenden. Onmacht is bij dat schoolver
zuim dikwerf nog grooter factor dan onwil.
We hopen daarom dat de regeering, nu ze de
hand gaat slaan aan het hoogstmoeielijke vraagstuk
van de regeling van den leerplicht, het daarheen zal
trachten te leiden, dat, met inachtneming van de
noodzakelijke behoeften van de huisgezinnen der
armen, het schoolbezoek zooveel mogelijk worde be
vorderd, zoowel door maatregelen in den geest als
wij hierboven aangaven, als door financiëelen steun
vanwege het rijk en de gemeente.
GOES, 3 Augustus 1892.
De verjaardag van H. M. de Koningin-
Regentes is gisteren hier op de gebruikelijke
wijze gevierd door het uitsteken der vlaggen, inspectie
der schutterij, klokgelui en vuurwerk. Des avonds
voerde de Harmonie «Euphonia" in de tent op de
Grootè markt eenige muziekstukken uit, waarbij de
volksliederen natuurlijk niet ontbraken.
In de groote zaal der sociëteit V. O. V. gaf het
Weener Dames-orkest, onder leiding van mevr.
Messerschmidt-Grüner, een inderdaad voortreffelijk
concert, dat redelijk wel bezocht was en den aan
wezigen een avond van zeldzaam hier te smaken
kunstgenot verschafte. Verscheidene nummers werden
op verzoek gebisseerd, terwijl het gezelschap de
attentie had ook hier de volksliederen ten gehoore
te brengen. Het publiek was uiterst yoldaan.
In het algemeen is de dag van gisteren, dank zij
eenige genomen voortreffelijke voorzorgsmaatregelen,
vroolijk doch ordelijk voorbijgegaan.
Volgens het eerste ontwerp van de win ter-
dienst regeling op de staatsspoorwegen, die
lo. October in werking treedt, komt in den dienst
VlissingenBreda niet de minste wijziging.
In de Z. Z. Nieuwsbode van gisteren komt het
volgende ingezonden stuk voor
Mijnheer de Redacteur 1
Dankbaar zijn we voor de verbetering in den
dienst der Spoorbooten, maar toch nog niet
geheel voldaan.
Zijt ge wel eens te Goes met de omnibus meege
reden naar het Katsche veer Zoo ja, dan hebt ge
toch wel een gids moeten meënemen, die u het
kantoor wees. En als het regende, was de wacht
kamer een gangetje, donker en nauwbij mooi
weer bood de hemel u dak. Velen geven er dan ook
de voorkeur aan per vigelante van Duvekot naar
het veer te rijden.
Waarom de onderneemster, de wed. Rijk, haar
omnibus niet van de «Zoutkeet" laat afrijden is een
raadsel. Zij zou er stellig voordeel van hebben, en
het publiek had eene goede wachtkamer.
Men zegt, dat de tegenwoordige agent die door
allen gewenschte verbetering tegenhoudt. Zijn er dan
in Goes geen andere personen
De maatschappij moest er zich eens mee bemoeien.
M.
In verband met bovenstaand stuk ontvingen wij
het volgende schrijven
M. de Redacteur
Na toevallige inzage van het ingezonden stukje
van M. in de Z. N.bodewensck ik, gaarne gebruik
makende van de gastvrijheid in uw blad, alléén te
antwoorden op hetgeen onmiddellijk aan mijn adres
is bedoeld, nl. dat M. in dezen bijzonder schijnt te
hechten aan hetgeen «men zegt" (in den regel vol
komen onvertrouwbaar).
Wanneer M. mij inlichting had gevraagd, dan zou
ik hem die gaarne hebben verschaft.
Hier alleen ditdat de regeling der exploitatie
eener onderneming gewoonlijk niet tot de compe
tentie behoort van den agent.
De agent te Goes der Spoorboot.
Geslaagd voor het notariëel Staatsexamen eerste
gedeelte de heer W. F. Van O a m p e n te Nieu-
weramstel.
Aan de weduwe Willeboer, te Rotterdam,
wier man in den avond van den 2en Paaschdag
aan het station Beurs door den trein werd overreden
en kort daarna overleed, is thans vanwege de Exploi
tatiemaatschappij, ondere zekere voorwaarden, eene
jaarlijksche uitkeering van ongeveer 500 toegekend.
Benoemd tot subst.-griflier bij de arr.-rechtbank
te Middelburg j hr. mr. E. A. O. De Casembroot,
thans griffier bij het kantongerecht te Hulst; tot
griffier bij het kantongerecht te Hulst mr. T. G a t-
s o n i d e s laatstelijk rechterlijk ambt. in Nederl.-
Indië, wonende te 's-Gravenhage.
St. Maartensdijk. In de Maandag gehouden
vergadering van den gemeenteraad kwamen weder
in behandelinglo. het verzoek der omnibusdienst-
onderneming Voermansbelang" en 2o. het voorstel
om de kermis te verzetten. Punt 1 werd thans nog
ondersteund door een request, onderteekend door
145 ingezetenen, allen belastingschuldigen, inhou
dende het verzoek in te willigen en dus subsidie te
verleenen. De uitwerking scheen echter omgekeerd
evenredig aan de moeite door de onderneming ge
nomen waren er den vorigen keer nog 2 stemmen van
de 4 voor het verzoek, thans werd het verworpen
met algemeene (d. i. 4) stemmen2 leden mochten
niet meestemmen, krachtens art. 46 gemeentewet.
Een gelijk verzoek om subsidie voor een op te
richten omnibusdienst, onderteekend door eenige
rijtuigverhuurders alhier, werd insgelijks verworpen,
dit met 5 tegen 1 stem. Over het voorstel om de
kermis te verzetten staakten weder de stemmen 3
tegen 3, zoodat wij de kermis op den gewonen tijd
zullen houden.
De eerste der gisteren te Rotterdam
najaars-koffieveilingen liep met levendigen
kooplust 1 a 2 ets. boven taxatie.
Behalve de kiesrechtregeling heeft de regeering
ook een voorstel betreffende den leerplicht voor
bereid, waarvan de indiening eveneens in het vol
gend zittingjaar kan worden tegemoet gezien.
Bij Kon. besluit is de gepensioneerde generaal-
majoor der infanterie, J. J. C. Den Beer Poor-
tugael, met ingang van 1 Augustus,benoemd tot
lid van den Raad van State.
De 325 veehandelaars uit de noordelijke pro
vinciën, die den minister van buitenlandsche zaken
verzochten zijnen invloed aan te wenden ten einde
te bewerken, dat de invoer van levende
schapen op de markt van Londen zou
worden toegestaan, hebben weinig succes op hunne
poging gehad. Van den minister toch ontvingen zij
ten antwoord, dat er volgens de inlichtingen van
onzen gezant in Engeland, «voor het oogenblik geen
sprake van kan zijn, dat eene dergelijke aanvrage
in ernstige overweging zou worden genomen. Zoodra
echter de gelegenheid slechts eenigermate gunstig
kan worden geacht, zou de gezant deze zaak met
ernst ter harte nemen".
Als zijn persoonlijk gevoelen gaf de minister nog
te kennen, dat er geen de minste kans bestaat, dat
het verbod van invoer zal worden opgeheven, zoolang
nog mond- en klauwzeer in Nederland heerschen.
Volgens sommige bladen zou door de Staats
spoorwegmaatschappij besloten zjjn aan het personeel,
dat zich wegens betoonde activiteit, waavdoor
spoorwegongelukken worden voorkomen, of wel door
betoonde eerlijkheid heeft onderscheiden, voortaan
geldelijke belooning meer toe te ken
nen, maar hen slechts eerv.ol te doen vermelden.
Naar het XJtr. Dagbl. meldt is ter bevoegde plaatse
hiervan niets bekend.
«Zij is erZij is erschrijft mr. L. Haff-
mans in het laatste nummer van zijn Venloosch Week
blad. De effectenbelasting is er. Einde
lijk en ten langen laatste is het dan toch gelukt, het
kapitaal in portefeuille te belasten. Wel is waar is
de belasting zeer matig slechts een per mille,
wel is waar heet zij «vermogensbelasting" en is dus
eenigszins vermomd, maar met dat al is het toch
waar, dat er iu Nederland, te beginnen met den 1
Mei 1893, ook van het kapitaal in portefeuille eene
directe belasting zal worden geheven.
Geloof me, 't is een toer geweest, het zoover te
brengen. Herhaaldelijk werd de karwei beproefd en
op verschillende wijze, maar het liep altijd mis.
Voor stemden 53 liberalen en radicalen met 9
katholieken, waaronder twee Limburgersde heeren.
Clercx en Haffraans.
De laatste werd toevallig het eerst opgeroepen,
om zijne stem uit te brengen, en het deed den oude
goed met een «voor" te kunnen inzetten. Immers
hij behoort tot die rampzaligen, die reeds verscheiden
malen hebben medegewerkt, om het privilege van
het kapitaal in portefeuille te bestendigen, door tegen
ontwerpen te stemmen, waarbij dat werd opgeheven.
Het was echter niet onze schuld, dat wij dit deden,
neen, o neen, het was de schuld van Ricardo en
diens leer «Grondbelasting is geen belasting. Ten
spijt der grondbelasting is de grond even onbelast
als bet kapitaal in portefeuille".
Hoe dit zij, de oudere leden der Kamer hebben
alle reden den heer Pierson dankbaar te zijn, dat hij
hen op hunnen ouden dag nog in de gelegenheid
heeft gesteld, mede te werken tot opheffing van het
privilege van het roerend goed. Wat mij betreft,
grooter dienst kon de Minister mij niet bewijzen.
Want ofschoon ik goede redenen had, om vroeger
tegen te stemmen, toch gevoelde ik mijn geweten
niet heel gerust. Thans is mij een steen van het
hart gevallen. Dank, hartelijk dank.
Volgens den Haagschen kroniekschrijver aan
de N. Gr. Ct. staat het nu vast dat de Eerste
Kamer den 8 Augustus vergaderende, alleen bijeen
komt om eenige kleine zaken af te doen en om in
de afdeelingen de belastingwetten te onderzoeken,
teneinde na afloop der schriftelijke gedachten wisseling,
maar in elk geval vóór 17 September, den dag der
sluiting van de tegenwoordige parlementaire periode,
nogmaals te vergaderen om de ontwerpen van den
heer Pierson in openbare behandeling te nemen. De
sluitingsrede zal dus van 't tot stand komen der belas
ting-voorstellen gewag kunnen maken als de beste
vruchten van het eerste werkjaar der regeering. Het
staat nu vast dat het tweede jaar nog in vele op
zichten belangrijker zal kunnen zijn. De min. van
financ. zal toch zijne beide ontwerpen betreffende
de grondbelasting en zijne bedrijfsbelasting niet al
léén, maar ook, als hem daartoe de tijd wordt ge
geven, eene afschaffing van de tollen en eene her
ziening van de wet op de personeele belasting vooral,
die voor een goed deel reeds is bearbeid, aanhangig
maken.
De peraequatie- en bedrijfsbelasting-voorstellen
zullen nog in de volgende maand bij den Raad van
State inkomen, en vermoedelijk nog vóór 19 Sep
tember de nieuwe zitting bij de Tweede Kamer,