uitgaan alstrammen, verteringen in uitspanning plaatsen enz. kunnen veroorloven. »Naar het schijnt, is de verklaring o. a. voor een gedeelte hierin te zoeken, dat de eetlust belangrijk genoeg vermindert, om besparing van eenige betee- kenis op te leveren. Bij eene van de groote brood fabrieken hier te lande gaat met. groote warmte oogen- blikkelijk vermindering van inkomsten gepaard, die bij daling van temperatuur dadelijk weder eindigt. In zeven achtereenvolgende warme dagen in dezen zomer beliep de vermindering in de bedoelde fabriek (500, een bedrag, hetwelk, zoo het naar evenredig heid van het debiet bij alle bakkers, slagers enz. voorkomt, de uitgaande bevolking zeer zeker tot verschillende verteringen buitenshuis in staat stelt." Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Beroepen te Ooltgensplaat ds. L. F. A. Wes terbeek Van Eerten Bz., te Serooskerke. Bedankt voor bet beroep naar Breda door ds. W. A. Yan Griethuysen te Goes; voor Katten- dijke door dhr. P. H. Visser, cand. te Geervliet. Men schrijft aan het Utr. Dagblad Het blijkt meer en meer, dat niet alle leden der christelijk gereformeerde kerk het met de nieuwe kerkformatie »de vereenigde gereformeerde kerken" eens zijn. Uit verschillende plaatsen in ons land ver nemen wij, dat men zich aaneensluit om de chris telijke gereformeerde kerk van 1834 te handhaven, en '20 Juli a. s. zal te Utrecht in het Militairen Tehuis eene samenkomst worden gehouden van ben, die niet met de vereenigde gereformeerde kerken medegaan, maar christelijk gereformeerd willen blijven. Uit verschillende oorden des lands betuigde men daarmede instemming, naar wij vernamen. Aan de openbare lagere school A te Wemel- dinge (hoofd dhr. Sauer) is benoemd tot onderwij zer, met hoofdacte, dhr. D. J. Van der GraaiF, te Scherpenisse. Boekaankondiging. Het Tijdschrift ter beoefening van het Admini stratief Rechthoofdredacteur H. G. Hartman Jz., secretaris der gemeente Goes, negende jaargang, ze vende aflevering, uitgave van F. Kleeuwens Zoon te Goes, bevatDe drankwet, door H. G. Hartman Jz., III. Wapens, door F. Niemantsverdriet. Locaal-spoorwegen en de voorschriften daaromtrent, door D. C. J. Van Doorninck. Beantwoording der door de Redactie gestelde vragen. Onze lees tafel. Het examen voor candidaat-secretaris in 1892. Een bond van administratieve vereenigin- gen. Vragen ter beantwoording. Landbouw en Veeteelt. Borsele. Zoo langzamerhand begint men hier aan de voorbereidende werkzaamheden van den oogst. De karwei ligt gesneden. De wind was verleden week niet zonder schade voor de opbrengst van dit gewas. Eene belangrijke hoeveelheid is uitgewaaid. Het zaadsnijden is in vollen gang. Over het alge meen zal deze vrucht een middelmatig beschot op leveren. Gemiddeld schat men de opbrengst op 20 hectoliter per hectare. Met het plukken of trekken van vlas heeft men ook een aanvang gemaakt. De Belgische handelaars, die hier eene tamelijke hoeveelheid kochten, zijn ge regeld vroeger in de weer dan de Hollanders. Over de vlasteelt valt gelukkig ook niet te klagen. Gemengde Berichten. Borsele. Zondagavond werd alhier, krachtens verlof van den burgemeester, voor de familie van den overledene, het Zaterdag te voren ter aarde be stelde aangespoelde lijk opgegraven en overgebracht naar een in de Schelde liggende stoomboot, die hier met twee broeders van den verongelukte en een aantal andere Belgische ingezetenen was overgekomen om het stoffelijk overschot naar Antwerpen te vervoeren. Het bleek te zijn het lijk van Petrus Van Rompaey, oud 21 jaar, geboren en gewoond hebbende te Ant werpen. Ifoedekenskerke. Zaterdag had hier weer voor het eerst sedert ongeveer 40 jaren eene ling- I rijderij plaats. Eene commissie, aan wier hoofd stond de heer A. Spruitenburg, had een aardig sommetje bijeen gegaard, waaraan de Ambachtsheer voor een aanzienlijk deel had bijgedragen, zoodat elf aardige prijzen aan even zoovele mededingers, die naar volgorde hunner verdiensten konden uitkiezen, wer den uitgereikt. Het geheel leverde een teekenachtig gezicht opaan de eene zijde van den sluisput had de wedstrijd plaats, aan de andere zijde bevond zich bijna de geheele bevolking der gemeente onder het lommer der lindebooraen, terwijl een orgeldraaier zorgde voor de noodige muziek. Een der ruiters ge raakte met zijn paard te water, maar geen van bei den werd verhinderd den strijd (onmiddellijk voort te zetten. Wolfertsdijk. Ter gelegenheid van de Hein- kenszandsche kermis werd Zaterdag hier door 12 jongelingen op den Noorddijk eene ringrijderij ge houden om een dubbel aantal prijzen, waarvan de helft door notabele ingezetenen was geschonken. Voorts werd een concours uitgeschreven door de handboogschutterij »Doel naar hooger" alhier. Aan dien wedstrijd werd door 47 schutters, 15 schutters gilden vertegenwoordigende, deelgenomen. De uitslag was als volgt: Om den lsten en 2den prijs voorde meeste kleppen moest gekampt worden tusschen J. Koopman van »Soranns" te Heinkenszand en A. Markusse en A. Tazelaar van »de Kroonprins" van Kats, welke respectievelijk door de twee eerstge- noemden behaald werden. De beide zij vogels werden afgeschoten door W. Westdorp van Willem Teil" te Ovezande en P. Boonman van »Soranus" te Hein kenszand, terwijl van de kallen door A. Goense van ^Vooruitgang zij ons streven" van Kwadendamme, W. De Bakker van »Ons Genoegen" te Oudelande, M. Boonman van »Doel naar hooger" te Wolferts dijk en F. Koopman van »Soranus" te Heinkenszand, door ieder één getroffen werd. Toen het in de maand Juni des nachts som tijds vroor stak de landbouwer W., te Dinxperlo, aan de einden van zijn boekweitveld een vuur aan, zoodat den volgenden morgen, terwijl in den heelen omtrek alles bevroren was, W's. veld niet van de vorst geleden had. Veel personen kwamen naar den uitslag zien en zullen het ook verder toepassen, daar de onkosten slechts gering zijn. Woensdagavond is tusschen Zalk en Kampen een onbekend passagier van de nachtboot gevallen onmiddellijk werd achteruitgestoomd, maar men mocht er niet in slagen hem terug te vinden. In het nabij Roermond gelegen Wegberg, even over de Pruisische grenzen, is men thans bezig met het planten van zaden eener uit Japan ingevoerde komkommersoort, die in de hoogte groeit, niet on gelijk aan staakboonen. De plant wordt door stokken gesteund en bereikt een hoogte van drie meter. De vruchten zijn langwerpig en bereiken een lengte van 30 centimeteriedere plant brengt 80 tot 100 zulke vruchten voort. Het groote voordeel ligt voorts daarin dat de planten lang niet zooveel lijden van regen of natte zomers, als de andere soort. find. Mercuur.) Maandagnacht waren de gebroeders B. en H. ten Vergert, te Enschedé, bezig met het ledigen van beerputtenmet dit werk aan den gang, wilde H. ten V. met een stalen vork een deksel van een put verwijderen, doch raakte bij ongeluk met de vork zijn broeder in de rechterhand, waardoor een lichte wond ontstond. Dr. A. Kosters te Enschedé werd hierover geraadpleegd en achtte het Donderdagmiddag noodig een vinger van de rechterhand te amputeeren, doch dit scheen reeds te laat te zijn, want Woensdag nacht is de ongelukkige onder hevige pijnen bezweken. Hoe groot de invloed van koude op het melk- gevon van koeien is, bleek duidelijk aan de zuivel fabriek in 't Meer bij Heerenveen. Tijdens de jongste koude dagen werd 1000 liter melk minder aan de fabriek (per dag) ontvangen dan in de warme dagen, toen per dag 16,000__liter aan de fabaiek werd aan gevoerd. hij toch zijne welverdiende straf niet zou ontgaan. Zelfs wanneer de oude Gröditz, met het oog op dat ongelukkige duel, aan zijne vorderingen niet al te veel kracht bij zette, waren er toch nog wissels genoeg in omloop, die Ullow niet gemakkelijk zou kunnen dekken. Daarom was het zoo goed als zeker dat hij opnieuw gevangen genomen zou worden, en wanneer, zooals te verwachten was, ook zijne overige sckuldeischers, die tot nutoe den gansteling des herfcogs ontzien hadden, op betaling aan drongen, dan zou die hoogopgevijzelde rijkdom van den ka merheer als sneeuw voor de zon verdwijnende man, die tot nutoe zich en de zijnen ver boven alle anderen verheven had geacht, zou nu moeten leeren zich te vernederen en den groet van menig recht schapen man, dien hij vroeger nauwelijks had aan gezien, als eene onverdiende eer te beschouwen. Deze voorspellingen werden natuurlijk het zorg vuldigst uitgewerkt door hen, die zich tot nogtoe het diepst voor den rijkdom en den invloed van den kamerheer gebukt hadden. Met toorn en twijfel ver namen zij dientengevolge den volgenden morgen het bericht van zijne ontvluchtingwanneer er nog ge rechtigheid in de wereld was, kon dat niet mogelijk zijn Toch scheen ook dat gerucht waarheid te be vatten, want zoowel aan de stadswoning als op de villa ontvingen Ullow's schuldeischers ten antwoord, dat de kamerheer daar niet was. Ook mevrouw von Ullow was niet aanwezig of was met haar man ver trokken vertrokken, terwijl hun eenige zoon op zijn sterfbed lag. Een kreet van verontwaardiging doorliep alle rangen en standen. Reeds den vorigen avond was het Domburg ter oore gekomen, dat Ullow's schuldeischers zonder ver wijl hunne maatregelen zouden nemen en hij had er bij de graven Kirchberg en Hoheneck op aangedron gen, dat zij zich met de regeling der zaken van den j kamerheer zouden belastenmaar zij hadden beiden beslist geweigerd iets voor den ongelukkige te doen. De verbittering tegen hem was zoo mogelijk onder zijne standgenooten nog grooter dan in de andere kringen der maatschappij. De eerste farailhin des lands waren met hem verwant en gevoelden zich door zijne schuld geschandvlekt. Zoo eenparig als zij van oordeel geweest waren, dat de hertog den adel de schande moest besparen een hunner voor het ge recht te doen verschijnen, even eenparig waren ze na Ullow's vlucht besloten hem niet meer tot de hunnen te rekenen. Zij gevoelden zich van iedere verplichting jegens hem ontheven. Met dit bericht kwam Domburg nog 's avonds laat in bet huis der Ullows, om Walldorf tot voor zichtigheid aan te sporen in zijn briefwisseling met de vluchtelingen. Hij achtte zoowel het telegram aan dr. Leonhardt als den brief, die de veranderde gezindheid van den hertog berichtte, eene onvoor zichtigheid. In geen geval mocht van eenige ver andering in Hellrauth's toestand per telegram aan de ouders kennis worden gegevenhet was beter, dat zij in smartelijken twijfel bleven verkeeren, dan dat hunne schuilplaats werd ontdekt. Walldorf beloofde den raad van zijn ouden vriend ter harte te zullen nemendaarop keerde hij naar Gabriëlle terug om met haar den treurigen plicht van het waken te deelen. Wat Domburg hem mede gedeeld had van de algemeene ergernis over Ullow's daden, vervulde hem, vooral ter wille van Gabrielle, met bezorgdheid. Hoe pijnlijk het ook was haar zich angstig luisterend over haar broeder te zien heen buigen, nog veel smartelijker was voor hem de ge dachte aan de verbittering, de kleingeestigheid en de vernederingen, waaraan zij ongetwijfeld zou zijn blootgesteld, indien zij den val van baars vaders glorie in bijzonderheden mede moest doorleven. (Wordt vervolgd.) De Prov. Gron. Öt. bevat eene beschrijving van een watertournooidat gisteren te Paters- wolde zou wordeu gehouden. Op de plecht van een sloep, die daartoe van stuur- tot bakboord voorzien is van een plat dek en waar op stuurboordszijde eene houten schutting gemaakt is vanpl. m. 1 M. hoogte, staat in zwemkostuum een kampioen, gewapend met een houten lans, van onderen dik, rond uit loopend, ter lengte van ongeveer 2 M. Deze stok of lans is bij het dikke eind omwonden met koehaar of zeegras, dat weer overtrokken is met leer. Zoo toegerust en staande op liet plecht wordt de strijder voortgeroeid in de richting der tegenoverge stelde zijde, vanwaar een dito gewapende krijger hem tegemoet geroeid wordt. Zijn de partijen dicht bij elkaar, dan laten de roeiers de riemen loopenop het oogenblik dat de strijders tegenover elkaar staan moet de een den ander met zijn wapen uit den zadel trachten te lichten, in dit geval overboord stooten. Op sommige plaatsen in Frankrijk en Italic, waar steeds duizenden dit waterfeest bijwonen, zijn naar keuze enkele strijders voorzien van borstplaten of harnassen en maskers. Dat de strijders moeten kunnen zwemmen, ligt voor de hand. Toch zal de noodige voorzichtigheid in acht genomen worden. Daarvoor zal in de nabij heid van het krijt een boot met 1 of 2 duikers bij de hand zijn. Dit voor het eerst in Nederland te Paterswolde te houden watertournooi wordt afge wisseld door snelzwemmen op borst en rug, duiken en een tobbe-roeiwedstrijd. Te Middelburg is een valsch gouden tientje in betaling gegeven. De oude mr. Jacob Van Lennep kon verbazend vlug werken. Iemand, die een jaar of dertig geleden met hem in aanraking kwam, deelt daarvan het vol gende staaltje mede Onze rederijkerskamer zou haar 25jarig bestaan vieren, en bij die gelegenheid werd een prijsvraag uitgeschrevendriehonderd gulden voor het beste tooneelstuk. Als leden van de jury fungeerden, be halve J. J. L. Ten Kate en W. J. Hofdijk, ook onze Van Lennep. Acht werken kwamen in, lijvige stukken, slecht geschreven meest, en ruim twee dagen had ik, die secretaris der feestcommissie was, werk om erdoor te komen. Zelf bracht ik ze toen bij Van Lennep, het oudste jury-lid. Uiterst hupsch en vriendelijk was de ontvangst in Van Lennep's studeerkamer. We praatten lang en veel, en bij het afscheid vroeg ik bescheiden wanneer het hem ongeveer schikken zou, dat ik de stukken terughaalde. »Kom morgenmiddag, als ge hier voorbijgaat, maar even aanwas bet antwoord. Nu, ik verwachtte niets anders dan een vergeefsche reis, maar toen ik mij den volgenden dag aanmeldde, bleek mij waarlijk dat hij met alles al gereed was. Vier vellen folio-papier legde hij voor mij neer, aan alle kanten volgeschreven, zestieu pagina's critiek dus over de acht stukken, die ik hem een dag te voren gebracht had. »Ik heb er maar wat baast mee gemaakt", zeide hij, »waut ik moet vanavond naar Den Haag in de Loge spreken, en daarvoor nog het een en ander nazien." Ik was een en al verbazing, en onwillekeurig ontsnapte mij een: »Hoe is het mogelijk!" Maar thuis gekomen, steeg mijn verbazing tot bewondering, toen ik de critiek las, die duidelijk toonde dat alles goed was gelezen en uitstekend overdacht. Het was een leerrijke, onderhoudende, ja soms vermakelijke lectuur, nu en dan afgewisseld door kleine versjes, waarvan ik mij er, helaasnog maar éen herinner, 't Was in de critiek over een stuk, met het motto: Wij zullen zienwelke, alles behalve malsch, aldus eindigde Ga en keer weder naar uw kamer, En oefen u een jaar of tien En zijt gij dan wellicht bekwamer, Kom dan eens weer Wij zullen zien! Jammer, dat al het werk voor niets was geweest, want de prijs van drie honderd kon niet worden toe gewezen. Te Bargen-op-Zoom hadden in de laatste da gen herhaaldelijk betoogingen tegen de heilsoldaten plaats, die tot ongeregeldheden aanleiding gaven. Zoo ook Donderdagavond, toen de menschenmenigte veel aanzienljjker was en er meer met steenen en straatvuil gegooid werd. Op verlangen der politie zpn toen de bijeenkomsten van het Leger des Heils tot a. s. Maandag (heden) gestaakt geworden. Ook heeft de garnizoens-commandant gelast, dat voortaan onderofficieren en minderen, buiten dienst zijnde, zich met niet meer dan vijf personen samen op straat mogen vertoonen, teneinde zoodoende botsingen te voorkomen tusschen burgers en militairen, die ern stig te vreezen stonden, aangezien vele der laatste zich tot begeleiders en daardoor ook tot bescher mers van de heilsoldaten hadden opgeworpen. Tengevolge van deze bepalingen had er Vrijdag avond geen rustverstoring plaats. Twee boerenjongens uit Prinsenhage zouden het er dezer dagen eens van nemen. De een stak zich in de plunje van zijn confrater een milicien met groot verlof de ander ging als gewoon bur german er op uit. Onderweg werd menig heilig huisje aangedaan, zoodat zij zich al laveerende te Breda vertoonden. Daar in de Ginnekenstraat "gekomen, had onze soldaat in spe heel wat praatjes, tot dat een adju dant-onderofficier zich over beiden ontfermde en den burger liet flankeeren door een politie-agent, den dilettant-soldaat door een veldirtillerist en een infanfcei'ist. Den laatste werd in de provoost aan de hoofdwacht vrij logies bezorgd, de burger-mili- cien-grootverlofganger werd naar den amigo ge transporteerd. Beiden zullen zich zeker den 8 Juli 1892 nog lang herinneren, want den grootverlofganger kan het wel 3 maanden dienen kosten, en onze milicien in spe zal zich allicht moeten verantwoorden voor het zich vertoonen in uniform, waartoe hij niet ge rechtigd was. Eenige dagen geleden overleed te Breda de metselaarsknecht M. Men vermoedde, dat de man niet den natuurlijken dood gestorven was. Naar het Centr. verneemt moet bij de gerechte lijke schouwing van het lijk gebleken zijn, dat de dood een gevolg is geweest van een slag op het hoofd; zoo men wil zouden er beentjes en stukjes steen in de hersenen zijn gedrongen. De slag moet zijn toegebracht door den zoon van den overledene, die dan ook als vermoedelijke dader door de mare chaussee gearresteerd en naar de strafgevangenis overgebracht is. De familie van bedoelden M. verkeert wel in droevige omstandighedende vader dood, de zoon in de gevangenis, tegelijk de gehuwde dochter van den broeder van M. dood en haar vader zoo ziek, dat de dood kan verwacht worden. Een officier der Engelsche cavalerie heeft een wapen uitgedacht, dat een bijzondere rol op 't oor- logsterrein mettertijd kan vervullen. Dit wapen zal gebruikt worden door de cavalerie en bestaat in een repetitiegeweer, geplaatst onder de borst van 't paard. Het geweer werkt op automa tische wij/.e, zoodat de ruiter geheel vrij is in zijn bewegingen om sabel of lans te hanteeren. Het is de vraag of dat wapen, in practijk gebracht, niet nadeeliger zal werken voor de escadrons zelf dan voor den vijand. Van Rachel woidt verteld, dat zij zeer mild was met cadeaux, maar dat ze later altijd berouw had van baar mildheid en haar best deed betgeen ze gegeven had weer terug te krijgen. Dit was al gemeen bekend. Op zekeren dag gaf zij Dumas een ringDumas nam dien met een buiging aan, maar stak die toen onmiddellijk aan Rachel's vinger zeg gend »Laat ik u op mijn beurt den ring geven, dan behoeft u er niet om te vragen". Rachel lachte een van haar betooverende lachjes en zeide niet neen. In het proces van Buschoff voor de jury te Kleef is een merkwaardig incident voorgekomen. Buschoff was te Xanten niet alleen slachter, maar hij had ook eene werkplaats van grafzerken. Er is dan ook in de stukken van het proces spraak van de mogelijkheid, dat de vermoorde knaap Hegeman Buschoffs toorn zou hebben opgewekt door het be schadigen van een paar afgewerkte zerken. Nu moest als getuige voorkomen de steenhouwers knecht Wesendrup, die vroeger bij Buschoff in dienst was, maar kort voor de misdaad door hem ontslagen wegens onbehoorlijk gedrag. Wesendrup echter is niet onder eede gehoord, omdat het bleek, dat het O. M. tegen hem eene instructie opent als verdacht van de moordenaar van den knaap Hegemann te zijn. Te Chistiaansand woedde Vrijdagnamiddag tot Zaterdagmorgen vroeg een vreeselijke brand, tenge volge waarvan bijna de helft der stad vernield werd. Verscheidene honderd huizen zijn tot den grond toe afgebrandonder deze postkantoor, het gebouw der spaarbank, houtmagazijnen enz. Van de vesting werken en de inrichtingen voor materiaal zijn slechts de muren overgebleven. Tal van personen zijn zonder dak. Het zijn meestal Noorweegsche assurantie-maat schappijen, die bij deze ramp betrokken zijn. Aan boord der stoomboot Mont Blanc, dienst doende op het meer van Genève, is een ketel ge sprongen, met het gevolg dat het deksel daarvan het salon der eerste klasse vernielde en verder over de boot heensloeg, waarbij 22 personen het leven verloren en 30 ernstig gekwetst worden. De meesten waren vreemde reizigers. De in de salons dringende stoom verbrandde op vreeselijke wijze de ongeluk- kigen, die hartroerend om hulp kreten. Tot de slachtoffers behoort mevrouw Brunent, van Amsterdam. Uit Parijs wordt aan de Times geseindDe cholera woedt thans in 24 voorsteden van Parijs; er sterven gemiddeld tweehonderd personen per dag. Sommige aangetasten overleden binnen 2 uren tijds. De overheid ontkent, dat het Aziatische cholera is, doch door geneesheeren is de komma-bacil ontdekt, wel is waar van kleinere lengte dan de Indische komma-bacil, maar gelijkvormig met dien welken men in Cochin-China waarneemt, zoodat de aard van deze cholera onbetwistbaar Aziatisch is. De Khan van Bokhara, de bestuurder van het onder Russische beschermheerschappij staande Trans- kaspische gebied, voelde zich onlangs gedrongen om toch ook eens aan zijn hof een weldadigheidsbazar te organiseeren in den trant van die, welke te Sint Petersburg ten behoeve der slachtoffers van den hongersnood waren ingericht. Er deed zich echter eene moeilijkheid voor: hoe kon men de dames van den harem, die er toch vol strekt aan deel moesten nemen, de rol van ver koopsters doen vervullen, terwijl toch de godsdienstige gebruiken verboden, dat zij aan de profane blikken van mannen zonden zijn blootgesteld. De Khan is een slim man en ca rijp overleg vond hij de volgende eenvoudige oplossing. Hij liet in een der groote zalen van zijn paleis een aantal kraampjes oprichten, die hij op eigen kosten met bloemen, prachtig geweven stoffen, sieraden enz. liet vullen. In elk van deze kraampjes, ten getale van 250, plaatste hij een zijner vrouwen en wan delde toen fier daartusschen door en deed vele in- koopen, die hij met groote sommen betaalde. Hij kon nu een zeer aanzienlijk bedrag naar Sint Peters - burg overmaken. Volgens den Scientific American is het plan voor benuttiging van de Niagara goedgekeurd, en zijn de werkzaamheden reeds aangevangen. De inrichting zal 100.000 paardenkrachten sterk zijn en slechts 3 pet der beschikbare krachten gebruiken, welke op 3 mil- lioen paardenkracht zijn berekend. Thans wordt eene tunnel gemaakt van 6.38 M. hoogte en 5.78 breedte, met eene helling van onge veer 0.5 pet. op de 2 kilometer lengte. Dit is een af/oerkanaal dat in de Niagara moet uitkomen op een punt beneden den waterval. Er zullen twee centrale stations komen, door een hoofdkanaal gevoed, terwijl zijkanalen het water naar

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1892 | | pagina 2