1892 N°. 80.
Zaterdag 9 Juli.
79sie jaargang.
BIX-VOEJG-SEÏI-..
FEUILLETON.
Een Vorstenzoon.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
Inzending van advertentiën voor 8 uren op den dag der uitgave.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per
COURANT.
Provinciale Staten van Zeeland.
Vergadering van Vrijdag 8 Juli 1892.
Tegenwoordig de Commissaris der Koningin, voor
zitter, 39 leden en de griffier.
Afwezig met kennisgeving de heeren Van der Lek
de Clereq, Hu vers en Holiest elle.
De notulen der vorige bijeenkomst worden gele
zen en goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat tot voorzitters der
afdeelingen zijn benoemd de heeren Van Waesberghe
Janssens, Dronkers en Van der Have en tot onder
voorzitters de heeren Lantsheer, Fokker en Kake-
beeke.
Daarna worden aan de orde gesteld de algemeens
verslagen der afdeelingen omtrent de verschillende
voorstellen van Gedep. Staten.
I. Voorstel tot nadere regeling der verpleging
van arme krankzinnigen en idioten uit Zeeland in
geneeskundige gestichten. Zooals bekend is, wordt
het gesticht te Delft met 1 November 1892 voor
de krankzinnigen uit Zeeland gesloten, en zullen
deze met dien datum worden overgebracht naar de
gestichten te Loosduinen, Coudewater en Dordrecht,
waarin de verplegingskosten resp. ƒ300, 250 en
ƒ300 bedragen. Het voorstel van Ged. Staten strekt
om
a. het aandeel der gemeenten of instellingen van
weldadigheid in die kosten te doen bedragen ƒ155,
als tot dusver, zoodat, daar het Rijk ƒ40 bijdraagt,
door de provincie resp. ƒ55 of ƒ105 zal worden
betaald
b. de kosten van entree, begrafenis- en andere
extra-kosten, waaronder 25 per jaar voorkleeding
te Loosduinen, te laten voor rekening der gemeen
ten of instellingen van weldadigheid
c. voor rekening der provincie te nemende
vergoeding aan de gestichten te Dordrecht en te
Loosduinen wegens onvervulde plaatsenhet ver
schil tusschen de uitkeering aan Coudewater per
Uit het Duitsch.
Inmiddels hadden de vluchtelingen het station
bereikt, juist in tijds, want de sneltrein was reeds
in aantocht. Domburg herhaalde nogmaals de aan
wijzingen voor de verdere reis en de voorzorgsmaat
regelen, die te Hamburg moesten genomen worden.
Of Ullow er echter iets van begreep, bleef nu even
onzeker als tijdens den rit naar het station. Hij zat
zwijgend in het donkerste hoekje van de kleine
wachtkamer, juist als daar straks in het rijtuig.
En nu kwam de trein aangerold. Instijgen, in
stijgen riep de conducteur, de portieren werden
dichtgeslagen, de bel luidde, de locomotief deed haar
schel gefluit hoorenDomburg groette nog eenmaal
en toen ging het in storm en duisternis voort, een
onzekere toekomst tegemoet.
Nu hij losgerukt was van alles wat tot nu toe
zijn leven had veraangenaamd en hem bezigheid had
verschaft, scheen hem dit een droom toe. Als in een
wervelwind draaide alles, wat in den laatsten tijd
was voorgevallen, aan zijn geest voorbijde plannen,
waarmede Florentin hem had verleid, de luchtkastee-
len, die hij zichzelf gebouwd had, het bedriegelijke
bericht in de courant, Florentin's brief, de audiëntie
bij den hertog. Wanneer dit laatste maar niet had
plaats gegrepen. Hij zou zijn leven willen geven om
de herinnering aan dat kwartier te kunnen dooden,
om den verachtelijken toon, de minachtende woorden
niet meer te hooren, waarmede zijn vorst, voor wien
hij zoo lange jaren de meest vertrouwde dienaar, ja
bijna een vriend geweest was, hem ontslagen had.
En dan die afschuwelijke uren in de gevangenis,
vervolgens de tijding, dat Hellmuth zijn leven ge
waagd en geofferd had om den naam zijns vaders
van een smaad te zuiveren, waarvan hy niet te zui
veren was
En nu Wat nu Wat kon het leven hem thans
nog bieden? Was het niet het best het portier te
openen, zich uit het rijtuig te werpen en door een
zelfmoord voor zijne schanddaad te boeten?
Boeten Maar was dat dan boeten Had hij,
hoe rade-, rede- en reddeloos hij ook zijn mocht,
toch niet nog plichten te vervullen Naast hem
zat de vrouw, die hem haar hart en haar leven had
gewijd; aan haar en aan zijne dochter was hij
verplicht voor het verloren te huis een nieuw te
vinden althans een toevluchtsoord, waarin zij ver
heel of half trimester en de verplegingskosten, be
rekend naar 't aantal dagen, gedurende hetwelk
tusschentijds uitvallende patiënten zijn verpleegd
de kosten van overbrenging der lijders uit Delft
naar de andere gestichten en de daarbij te betalen
entreegelden
d. de verdeeling der thans te Delft aanwezige
lijders over die gestichten en de beslissing omtrent
de opneming van nieuwe lijders over te laten aan
Ged. Staten, met inachtneming van het beginsel,
dat de gemeentebesturen en nabestaanden moeten
worden gehoord en dat met hunne wenschen omtrent
de plaats van opneming zooveel mogelijk rekening
zal worden gehouden.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
worden eerst de onderdeelen en daarna het geheele
voorstel aangenomen.
Voorstel om ook de teekenaars-schrijvers en
klerken van den Provincialen waterstaatsdienst op
te nemen onder de ambtenaren, die aanspraak op
pensioen of wachtgeld kunnen doen gelden en om
de grootte van het te verleenen wachtgeld te bepalen.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
III. Voorstel om afwijzend te beschikken opeen
adres van J. Van der Voorde om subsidie voor een
omnibusdienst tusschen het Wolfaartsdijksche veer
en Goes, op grond dat de belanghebbende gemeenten
geen subsidie geven en het niet op den weg der
provincie ligt, dezen dienst te subsidiëeren.
De heer Kakebeeke zal tegen het voorstel stemmen,
op grond der in een der afdeelingen aangevoerde
argumenten.
Ook de heer J. A. Bolle verklaart tegen te zullen
stemmen. Als regel acht spr. het principe van Ged.
Staten goed, maar dan moet men zich daaraan hou
den dat is niet geschied met WalzoordenHulst en
VlakeHansweerd. Deze dienst voorziet in eene be
hoefte voor een groot deel van Zeeland.
De heer Heijse verdedigt het voorstel van Ged.
borgen en vergeten een plantenleven konden leiden*
Kon hij zich maar duidelijk voorstellen hoeMaar
zoodra hij zich een beeld van de toekomst trachtte
te scheppen was het alles ledig rondom hem, zijne
gedachten werden verward en de ratelende en stam
pende maatslag van den trein, het stampen, sissen
en fluiten van de locomotief, de voorbijsnellende
seinlantaarns, de witte dampwolken, die door den
wind voortgedreven, als witte nevelgestalten met
uitgestrekte armen zich voortspoedden, dat alles deed
de verwarring bij zijn wakend droomen nog toenemen.
Daarentegen zat de vrouw, die tot nutoe al
tijd steun behoefd had, helder van geest aan zijne
zijde en trachtte onophoudelijk zijne zenuwachtig
heid, die zij in tegenwoordigheid van anderen niet
door praten tot kalmte kon brengen, voor nieuws
gierige oogen te verbergen of haar als bewijs eener
ziekte voor te stellen. De zorg voor haar man drong
op dit oogenblik iedere andere zorg terug. Wan
neer hij behouden bleef was alles goed en moest
alles zich ook ten goede keeren. Dat haar man
schuldig kon zijn, kwam zelfs niet bij haar opzij
zou daaraan niet hebben kunnen gelooven al ware
de gansche wereld tegen hem komen getuigen zij
zou eerder zelfbedrog bij zichzelf veronderstellen
dan schuld bij hem. Wanneer ze hem dit maar kon
zeggenMaar die rit per spoor scheen haar eene
eeuwigheid toe.
Eindelijk kwamen ze aan het doel van hunne reis,
doch het was voor mevrouw Von Ullow een beang
stigende gewaarwording te midden van het gewemel
aan het station zonder eenige hulp haar weg te moeten
vinden. Wéér scheen het een eindeloozen tijd te duren
vóór ze een besteller kon vinden, die haar een rijtuig
kon bezorgen. En toen reden ze nog vreeselijk lang door
dichtbevolkte straten, tusschen eindeloos lange tuinen
en villa's, om eindelijk zijwaarts af te slaan en, voor
zoover de duisternis iets liet onderscheiden, geheel
buiten de stad verder te rijden.
Ook nu leunde de kamerheer zwijgend in een hoek
van het rijtuig, terwijl zijne vrouw met angstig ge
moed uit het raampje keek. Eindelijk hield de wagen
voor een groot ijzeren hek stil. Er scheen licht door
daar achter gelegen half ontbladerd struikgewas toen
de koetsier aan de schel trok begon een hond te
blaffen en dadelijk daarop kwam een bediende met
een lantaarn, zeide, dat dr. Leonhardt thuis was en
geleidde de aangekomenen naar een groot, plomp
gebouw, waarvan de onderste ramen van tralies
waren voorzien.
De kamerheer bleef staan. »Wij zijn verkeerd
riep hij. »Dit is een gevangenis" wilde hij
zeggen, doch hij schrikte en zweeg.
Staten. Het motief van den dienst Ylake—Walzoor
den is volkomen onjuist. Uit de geschiedenis van
dien dienst toont spr. aan, dat deze is opgericht ter
tegemoetkoming aan de klacht, dat de Prov. stoom-
bootdienst onvoldoende voorzag in de behoeften van
het 5e district. Er werd toen opgericht een stoomboot-
dienst, met verplichting een enkele maal een wagen te
laten rijden. Na afloop van den proeftijd is gebleken,
dat, wilde men den stoombootdienst behouden, men
daaraan een wagendienst zou moeten verbindendeze
was dus slechts een complement van den stoomboot-
dienst. Verder gaan G,ed. Staten uit van de onder
stelling, dat, waar de naaste belanghebbenden onge
vraagd advies gaven, maar voor dat, wat door hen
een onmisbare behoefte genoemd werd, de koorden
der beurs gesloten hielden, er voor de provincie geen
termen tot subsidiëering bestaan.
De heer Pompe constateert met genoegen, dat de
behoefte aan den dienst niet is tegengesproken. Hij
releveert verder, dat de Staten vroeger subsidie gaven
voor den wagendienst IJzendijkeSchoondijke er
is dus een antecedent. De tweede grief, dat de ge
meenten niets geven, kan ook worden aangevoerd
tegen andere subsidiën, die de provincie geeft. Spr.
wenscht een conciliant voorstel te doen, en geeft in
overweging, het subsidie voor één jaar te verleenen
dan krijgt de onderneming misschien het vervoer
van de post, en dan kan zij 't subsidie misschien
missen.
De heer Van JJije Pieterse verdedigt dat amende
ment om het groote belang, dat Z.- en N.-Beveland
bij den dienst hebben.
De heeren Bolle en Heijse handhaven hun gevoe
len. Laatstgenoemde wijst er nog op, dat er geen
dienst IJzendijkeSchoondijke is gesubsidiëerd, maar
wel een dienst SchoondijkeBreskens tot voeding
van den stoombootdienst. Dat subsidie was trouwens
aan Ged. Staten door de vergadering opgedrongen.
Laat V. d. Voorde zich, als er werkelijk zoo'n groote
behoefte is, tot de gemeenten wenden, maar de pro-
De bediende had hem verstaan. Indien u dr.
Leonhardt wenscht te spreken, die woont hier" zeide
hij, en in gedachten liet hij er op volgenZonder
ling, dat de patiënten hier nooit in willen, en later
willen ze er niet wéér uit." Toen deed hij de voordeur
open, bracht den gewaanden patiënt en zijne vrouw
in een ontvangkamer gelijkvloers en vroeg wien hij
mocht aandienen.
Ullow verschoot van kleur; het viel hem moeie-
lijk een valschen naam op te geven. Geef den dokter
dezen brief maar" zeide hij en hij overhandigde den
bediende het schrijven van Walldorf. De knecht
vertrok.
Mevrouw von Ullow was op een stoel neérgezegen
hare knieën knikten, haar hart klopte hoorbaar. Wat
zou ze beginnen, indien dr. Leonhardt weigerde hen
op te nemen
Ullow, die in de kamer op en neder liep scheen
hare gedachte te raden. Marie, hoe zult ge mij ooit
kunnen vergeven zeide hij, vóór haar blijvende
staan»gij een gunst afsmeekende en waar
voor? Het is toch alles te vergeefsch."
s>Neen, zeker niet" antwoordde ze met een ge
dwongen lachje »ge moet niet zoo moedeloos zijn
alles kan nog terecht komenbedenk, dat Dom
burg ook van meening was, dat het Walldorf ge
lukken zou den hertog gunstiger te stemmen. Hp
moet grooten invloed hebben".
De kamerheer lachte schamper. »Dat heeft hij be
wezen riep hij en zijne ingezonken oogen begonnen
te schitteren. Mijne gevangenneming is zijn werk".
»Wees niet onbillijk, lieve Kurtsmeekte me
vrouw von Ullow. Walldorf is voor allen een trouw
vriend. Hij heeft het plan tot ontvluchting verzonnen,
Domburg overgehaald om ons te helpen en nu zit
hij waarschijnlijk aan Hellmuth's ziekbed
Hare stem hoktemaar zij wilde niet zwak zijn,
zij droogde hare oogen en drong de opkomende tranen
met geweld terug. Haar echtgenoot zag haar met
zijn dwalenden blik aan, maar eensklaps scheen hij
tot nadenken te komen.
»Gij hebt gelijk" zeide hij, ik ben ondankbaar
ik ben krankzinnigHij drukte de handen tegen
de slapen en vervolgde: Waarom ook niet Indien
ge wist hoe het hier klopt en hamert, hoe de ge
dachten elkander verdringen
Hij verstomdede deur ging open, en een groot,
zwaarlijvig man met grijze haren en grijze, door
dringende oogen trad binnen, met Walldorf's brief
in zijn blanke fraai gevormde hand.
»Ik ben dr. Leonhardt" zeide hij met eene lichte
buiging tegen den kamerheertoen viel zijn blik op
mevrouw von Ullow, die bevend opstond.
vincie behoeft geen proeven voor den tijd van een
jaar te betalen. Een legio aanvragen zou het gevolg
zijn.
De heer Pompe erkent zijne vergissing in den
naam der gemeente. Maar ook hier geldt het
een toevoer naar een middel van vervoernaar
den spoorweg te Goes. Er is geblekendat de
dienst voldoet aan een behoeftehet getal reizi
gers is ongetwijfeld grooter dan dat van Hulst
Walzoorden. De adressant is zoo naïef geweest, rond
weg te vertellen wat hij verdiendemaar hij ver
gat, in aanmerking te brengen de kosten van onder
houd, mogelijk verlies van paarden enz. Adressant
verliest bovendien de huur van particuliere rijtuigen,
die hij vroeger genoot.
De heer Heijse wijst er nog op, dat bij den wa
gendienst van IJzendijke de gemeenten subsidieerden.
Hij zegt verder, dat het vervoer naar 't spoor wei
nig beteekent, dat er wel een post voor onderhoud is
uitgetrokken, en dat V. d. Voorde wel verliest aan
rijtuighuur, maar dat hij gedwongen was, den dienst
te openen, want dat anders anderen den dienst zou
den hebben aangevangen.
Het amendement van den heer Pompe wordt ver
worpen met 29 tegen 10 stemmen, die der heeren
J. A. Bolle, Kakebeeke, Lucasse, W. J. Vader,
Pompe, Den Boer, Noordijke, V. Voorst Vader, Van
Uye Pieterse en De Jonge, waarna het voorstel van
Ged. Staten zonder stemming wordt aangenomen.
IV. Voorstel tot verkoop van 73 M*. berm en
sloot onder Oostburg voor 10,95, en van de daarop
staande olmeboomen voor J 20 aan N. Baeijens-Bonte
te Oostburg.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
V. Voorstel om te verleenen aan Koewacht ƒ18800
en aan St. Jansteen ƒ25800, samen ƒ44600, als
renteloos voorschot voor den weg tusschen die ge
meenten, onder voorwaarde, dat het Rijk een subsidie
van ten hoogste 22300 verleene.
»Ik heb mijn man vergezeld" sprak ze haperend.
»Het kwam zoo in eens op wanneer mijne
tegenwoordigheid een beletsel mocht zijn
Volstrekt niet, mevrouw wees zoo goed te blijven
zitten" viel hij haar in de rede. Toen wendde hij
zich weder tot den kamerheer.
»Gij wenscht voor eenigen tijd in mijne woning
te blijven" zeide hij, niet bepaald vriendelijk.
Wanneer u ons onder uw dak zoudt willen op
nemen, zouden we u zeer dankbaar zijn" antwoordde
Ullow.
»Mij zijt ge geen dank schuldig" zeide de dokter.
»Mijne verhouding tot Walldorf's vader maakt het
mij onmogelijk diens zoon iets te weigeren, dat hij
mij vraagt in zijn eigen belang of dat zijner vrienden.
Ik stel alleen als voorwaarde, dat gij u geheel schikt
naar mijne voorschriften, zoowel voor mijne veilig
heid als voor de uwe."
Ullow boog zwijgend.
»Gij moet, zoolang ge hier zijt, voor een mijner
zieken doorgaan" vervolgde de dokter. »Ge kunt,
om zoo min mogelijk met mijne huisgenooten in
aanraking te komen, in een paviljoen, dat thans
leég staat, uw intrek nemen en ge heet voortaan
dr. Urban, een naam dien Walldorf zelf heeft aan
gegeven. Ik ken u dan ook slechts onder dien naam.
Indien ge u daarmede vereenigen kunt, dan zend
ik uw rijtuig weg en laat ik uw bagage naar het
paviljoen brengen."
»Wij zijn u grooten dank schuldiggaf Ullow
ten antwoord.
Dr. Leonhardt boog. »Bc kan u nog mededeelen"
zeide hij, »dat er een paar uur geleden een telegram
is gekomen, waarvan it den inhoud nu eerst begrijp.
Het was aan mij gericht, maar het kan alleen op
u betrekking hebben. Het luidt: Brief met goede
tijding onderweg. Walldorf."
Mevrouw von Ullow verschoot van kleur; goede
tijding zou dat op Hellmuth betrekking hebben
Dr. Leonhardt zag, dat ze moeite had zich goed
te houden. »Ge hebt rust noodig, mevrouw" zeide
hij op vriendelijker toon. Vergun mij, u naar uwe
schuilplaats te geleiden."
Hij schelde, gaf den binnentredenden bediende
zijne bevelen, bood mevrouw von Ullow zijn arm,
verzocht den kamerheer hen te volgen en geleidde
haar, door den bediende met een lamp voorafgegaan,
door den grooten, fraai aangelegden tuin naar een
paviljoen, dat slechts uit éene verdieping en een
vliering bestond.
(Wordt vervolgd.)
I