1892 N°. 65.
Donderdag 2 Jiini.
79sle jaargang.
FEUILLETON.
Een Vorstenzoon.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 cent; met bijblad 10 cent:
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs J
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Inzending van ndvertentïën voor 2 uren op den dag der uitgave.
JJet aanstaande landhuishoudlcundig congres. Een
extra-trein
Een onzer abonné's deed ons de vraag of het niet
in het belang van den landbouw en tot genot van
don landbouwer mogelijk zou zijn, dat een groot
aantal Zeeuwsche boeren het 45e Ned. laudhuishoud-
kundig congres en de tentoonstelling te Wageningen
gaan bezoeken. Vermoedelijk is hij op dat denkbeeld
gebracht door de reis, die de vorige week een 20tal
personen uit deze streken naar Dordrecht hebben
gemaakt.
We gelooven, dat inderdaad het plan van onzen
abonné ernstig overweging verdient. Het congres in
1890 hier ter stede gehouden heeft het bewijs ge
leverd, dat dit middel om velen die belang hebben
bij en belang stellen in den landbouw samen te
brengen en onderling van gedachten te doen wisselen,
van groot nut is en het programma van het komende
congres, dat van 1317 Juni zal gehouden worden,
geeft eveneens goede verwachting. Er zal te Wage
ningen veel te genieten zijn, maar er zal ook veel
te zien en te hooren, en dus te leeren, vallen op
het gebied van landbouw en zuivelbereiding. Voegt
men daarbij het genot en ook het nut, dat aaneen
reisje naar eene schoone, maar aan velen onbekende
streek is verbonden, dan gelooven we, dat, wanneer
maar de kosten niet te hoog loopen, er in Zeeland,
speciaal op Walcheren, Zuid- en Noord-Beveland,
nog wel velen zullen gevonden worden, die in de
stad der landbouwschool op het congres en de daar
aan verbonden tentoonstelling eens een kijkje willen
nemen.
Die kosten behoeven niet zoo bijster hoog te zijn,
wanneer de maatschappij tot exploitatie van staats
spoorwegen op 15 Juni b. v. een extra-trein
wilde laten loopen, heen en terug naar Ede of eenig
ander station in de nabijheid van Wageningenen
aangezien die maatschappij bij gelegenheid van zen
dingsfeesten zoo bereidwillig extra-reisgelegenheden
schept tegen zeer laag tarief, zal zij, mits zij van
genoegzame deelneming kan verzekerd zijn, voor
het landhuishoudkundig congres wel eene even ge
makkelijke reisgelegenheid willen in het leven roepen.
Ons dunkt, dat in dezen het hoofdbestuur der
Zeeuwsche landbouwmaatschappij of anders de be
sturen der afdeelingen, die door de nabijheid van
het spoor, er het meest van zullen kunnen profi-
teeren, de aangewezen lichamen zijn om zich over
de organisatie van zulk een extra-trein met de maat
schappij te verstaan en we zouden haast durven
beweren, dat het denkbeeld van onzen abonné zoo
goed en nuttig is, dat er bijna geen sprake kan zijn
van er lang over te moeten denken.
Trouwens dit verbieden de omstandigheden van
zelf, want er blijven niet eens meer ten volle veer
tien dagen om alles te regelen. Maar, liksch aange
pakt, kan de tocht nog best worden georganiseerd
en zoodoende menig 'Zeeuwsch landbouwer in de
gelegenheid worden gesteld zijn kennis van vele zaken
op gebied van landbouw en veeteelt te vermeerderen.
Wij bevelen daarom het denkbeeld van onzen abonné
met alle kracht in de belangstelling van de macht-
hebbenden ia de Zeeuwsche landbouwmaatschappij
aan en we hopen door het bovenstaande ook zelf
iets te hebben bijgebracht tot het welslagen van
het plan.
5)
Uit het Duitsch.
DERDE HOOFDSTUK.
Eindelijk!" riep George, op het jonge meisje toe
tredende eindelijkIndien ge eens wist hoe ik
naar dit oogenblik verlangd heb, naar de gelegen
heid om u te zeggen
Zijne stem stokte van aandoeningzij had haar
handwerkje in den schoot laten vallen, hare handen
beefden, haar gelaat was nog bleeker geworden,
maar zij bleef eveneens zwijgen en keek niet naar
hem op.
»Kunt ge mij vergeven?" vroeg Walldorf na eene
pauze.
Ik ik heb niets te vergeven" antwoordde
zij met gedempte stem.
»Neen, Gabriëlle, laat er volkomen waarheid tus-
schen ons zijnriep de jonge man. Laten wij de
dingen bij hun waren naam noemenik heb mij
onverantwoordelijk, oogenschijnlijk eerloos tegenover
u gedragen maar verneem eerst, wat mij daartoe
genoodzaakt heeft".
Zij liet toestemmend het hoofd zinken, Walldorf
nam naast haar plaats en wilde hare hand vatten,
doch dit stond zij niet toe. Hij lachte bitter.
»Gij hebt gelijk" zeide hij, deze hand is niet voor
iemand ais ikIn Montreux, toen ik de tyding
GOES, 1 Juni 1892.
De Standaard bevatte den 27sten Mei een in
gezonden stuk, waarin gemeld werd dat twee lib e-
rale heeren M. W(uister) en v. d. D(ol) te
Maassluis naar het Westland waren gegaan, teneinde
de pastoors te bewerken om de candidaten
der liberalen bij de herstemming op 24 Mei aan
te bevelen.
De heer Hoogendijk heeft nu een schrijven ge
richt aan de Standaard en ook aan de Neder
lander en andere bladen, ter kennisneming waarin
hij mededeelt dat hij met den heer Roodenburg te
Maassluis alle pastoors in het kiesdistrict heeft be
zocht, die hem gemachtigd hebben openlijk uit hun
naam te verklaren, dat bij hen noch door de heeren
Wuister en Dol, ncch door eenig ander liberaal,
't zij mondeling of schriftelijk, pogingen zijn aange
wend om stemmen voor de liberale candidaten te
winnen.
De Standaarddie de liberalen altijd beticht van
oneerlijke handelingen en onware berichten in den
verkiezingsstrijd, zal deze door haar verspreide leu
gen moeilijk kunnen goedmaken, zegt de Arnh. Ct.
De Standaard meldde dan ook gisteren
»In een ons toegezonden stuk werd medegedeeld,
dat de heeren W. en v. d. D. te Maassluis het
Westland waren ingeweest, om de pastoors voor de
liberale candidaten te bewerken.
Thans meldt de heer J. Hoogendijk Jr. uit Vlaar-
dingen, dat deze mededeeling op een misverstand
berust, want dat wel deze heeren het Westland zijn
ingegaan om voor de liberale candidaten te wer
ven, maar dat zij bij geen enkel pastoor zijn ge
weest. Tevens zegt hij door de pastoors uit het
Westland gemachtigd te zijn tot de verklaring, dat
niemand van liberale zijde bij hen geweest is, om
hun invloed in de richting van de liberale candi-
daturen te leiden."
Door de arrond.-rechtbank te Middelburg is,
ter vervulling van de vacature van griffier van dat
college, opgemaakt de navolgende alpkabetische lijst
van aanbeveling jhr. mr. W. H. S n ouck Hur-
g r o n j e, subst.-griffi.er bij gemelde rechtbankmr.
J. L e c h n e r, griffier der arrond.-rechtbank te Zie-
riksee, en mr. N. C. H. Van D a a 1 e n W e 11 e r s,
griffier bij het kantongerecht te Goes.
Bij K. B. zijn benoemd G. J. Van den Bosch,
tot dijkgraaf van den polder WilkelminaJ. Erasmus
Adriaanszoon, tot dijkgraaf van de watering Cad-
zandJ. J. Van Weel, tot lid van het bestuur voor
de uitwatering door de sluis in de Piet; J. Van
der Linde, tot dijkgraaf van den polder Dreischor;
J. Doeleman Zegerszoon, tot gezworen van den polder
Dreischor.
De heer J. L. Goemans heeft te Leiden
met goed gevolg afgelegd het candidaatsexamen ge-
'g-Sfieer Arendskerke. In de Maandag 11.
gehouden gemeenteraadsvergadering,
die door alle leden werd bijgewoond, werd de heer
H. J. Augustijn, die reeds 22 April tot secretaris
en ontvanger dezer gemeente werd benoemd, als
kwam brengen, drt mijn zieke plotseling wilde
vertrekken, zag ik nog geen afgrond tusschen ons.
Maar gij dat heb ik mijzelven sedert dien dag
wei duizend en nog eens duizendmaal gezegd gij
kendet dien afgrond toen reeds en daarom hadt ge
geen antwoord voor mij, toen ik zoo krankzinnig
was naar uwe hand te dingen".
Walldorf!" viel Gabriëlle hem verwijtend in de
rede, »hoe kunt ge dat zeggen? Herinnert ge u niet,
dat Hellmutk ons gesprek kwam storen en dat ge zijt
heengegaan met de belofte hier te zullen komen,
zoodra wij weder in Duitschland terugwaren. Dat
is nu twee jaar geleden."
»Twee jaar geledenherhaalde de jonge man.
Sinds dien tijd hebt ge geen teeken van leven van
mij ontvangen als dat eene doodsbericht en toch
heb ik, ach, hoe dikwijls wel naar de pen gegrepen
om u alles te zeggen Maar ik kon niet schrijven
kon niet uitweiden over mijn ongeluk en den smet,
die op mij rust."
Walldorf!" riep Gabriëlle andermaal, verschrikt
tot hem opziende.
»Uw toon getuigt voor uw medelijdend hart; ik
ben u dankbaar daarvoor" zeide George, »enikput
daaruit den moed om u in enkele woorden medete-
deelen, wat ge weten moet. De reis van Montreux
naar huis was vreeselijk pijnlijk voor mijn zieke.
Hij kwam stervende te Lengede aan en overtuigd,
dat wij spoedig zouden moeten scheiden, openbaarde
hij mij het treurige geheim van mijne geboorte
ik had van nature geen recht om hem vader te
noemen mijne moeder was zijne zuster
zoodanig beëedigd. Daar genoemde heer in deze ge
meente komt wonen, komt er eindelijk een einde aan
den toestand, die jaren bestonddat de secretaris-
ontvanger in eene andere gemeente woonachtig was.
Verder werd in die vergadering met algemeene
stemmen de heer F. De Ruiter, die aan de beurt
van aftreding was, tot lid van het algemeen armbe
stuur te 's-Heer Arendskerke benoemd.
De rekeningen van het algemeen armbestuur te
's-Heer Arendskerke en van het groot armbestuur
te 's-Heer Hendrikskinderen werden goedgekeurd. De
inkomsten van het algemeen armbestuur te 's-Heer
Arendskerke bedroegen over 1891 5970,80, de uit
gaven 4729,23 Vj, zoodat die rekening sluit met
een batig slot van 1241,561/2. Over 1890 was het
batig slot 1510,191/2. De inkomsten van het groot
armbestuur te 's-Heer Hendrikskinderen over 1891
waren 1628,29, de uitgaven 1310,471/2, alzoo een
goed slot van 317,811/2. De rekening van 1890
sloot met een batig saldo van f300,73. Den stren
gen winter van 1890 op 1891 in aanmerking ge
nomen, zijn de uitkomsten niet ongunstig. Tevens
werd in deze raadsvergadering het gemeenteverslag
over 1891 aangeboden.
Op de vraag van den voorzitter of nog een van
de heeren iets in het midden te brengen had, wees
de heer Sandee er op, dat er in een tijdsverloop van
2i;2 jaar geene inspectie over de brandspuit te
's-Heer Hendrikskinderen had plaats gehad, zoodat
eene zoodanige inspectie hem wenschelijk voorkwam
met het oog op mogelijke branden.
Jl. Zaterdag is aan den Minister van Water
staat uit Wemeldinge een adres verzonden, met vele
naamteekeningen voorzien, waarin de schippers, die
geregeld de Zeeuwsche stroomen bevaren, in het be
lang hunner veiligheid eene vluchthaven ver
zoeken op de rivier »h e t Krammer" aan
het Noordergat, even bewesten de haven van Oude
Tonge. Reeds vroeger werden door belanghebbende
schippers dergelijke adressen aan de regeering ge
zonden, o. m. een uit Gouda, een uit Bergen-op-
Zoom, nog een uit Wemeldinge, uit Dordt, St.-An-
naland, Bruinisse, nog twee uit Hansweert, waar
onder één met 116 namen enkel van kapiteins van
sleepkanen en stoombooten met een tonnemaat van
35.000 ruim. Zoo ook door de Maatschappij van
assuradeuren, verschillende Kamers van koophandel,
als die te Rotterdam, Middelburg enz., verschillende
gemeenteraden enz. Voegt men daarbij nu nog het
verzoekschrift, door het hoofdbestuur van s-Schutte-
vaér" in het begin van het vorige jaar betreffende
hetzelfde onderwerp, dan zal niemand durven ont
kennen, dat er voor de arme schippers groote be
hoefte bestaat aan een gelegenheid, waarheen zij bij
stormen, mist of ijsgang, schip, lijf en lading kun
nen bergen. Naar wij vernemen, is er alle kans dat
aan het verzoek der schipperij gehoor zal worden
(N. R. Ct.)
De Minister van Waterstaat bracht
Maandag aan Vlissingen een bezoek in verband met
het bouwen van het nieuwe havenstation.
De Ministei was vergezeld van den directeur-
generaal van de staatsspoorwegen, den hoofd-inspec-
teur van den waterstaat en den hoofd-ingenieur van
den waterstaat in Zeeland.
mijn bestaan de eerste vlek op ons tot hiertoe smet
teloos wapenschild En ik was altijd zoo trotsch
erop een Walldorf te zijn
»Dat zijt ge toch gebleven!" zeide Gabriëlle.
»Den naam mag ik dragen" viel hij haar in de
rede. Inderdaad heeft het den hertog allergena-
digst behaagd er in toe te stemmen, dat mijn oom
mij als kind aannam. Zou hij werkelijk meenen,
daarmede alles goed gemaakt te hebben Maar ik
zal niet onbillijk zijneen gelukkige jeugd is daar
door ten minste mijn deel geweest, want de beste
vader kan niet meer voor zijn zoon zijn dan mijn oom
voor mij is geweest en daar hij mij ver van huis
liet opvoeden en mij liet studeeren, heb ik geen
oogenblik aan onze verhouding getwijfeld. De her
inneringen aan mijne moeder hadden hem uit Len
gede verdreven, antwoordde hij op mijne vragen
later was zijn ziekelijke toestand reden genoeg, dat
wij in zachter klimaat bleven".
»En uwe moeder?" vroeg Gabriëlle zacht.
»Is weinige maanden na mijne geboorte gestorven,
van schrik en smart over de verloving van denman,
dien zij beminde" antwoordde George. Zij was een
kind van zeventien jaarde laatste van zes mooie
zusjes, die allen in den bloei der jaren werden weg
genomen. Mijn oom hield bijzonder veel van zijne
jongste zuster; zelfs in het uur, dat hij mij alles
mededeelde, is er geen woord van aanklacht tegen
haar over zijne lippen gekomen, en toen hij er later
op terugkwam, deed hij dit op denzelfden toon als
vroeger, toen ik geloofde, dat hij van zijne vrouw
sprak, vol weemoedige herinneringen aan hare zacht-
Ook bij de onderwijzers, hoofden van R. K.
bijzondere scholen, is vanwege de regeering eene
vraag ingekomen om hun gevoelen over den leer
plicht te leeren kennen.
Bij het afdeelingsonderzoek over het wets
ontwerp houdende bepalingen omtrent den a c c ij n s
op het zout bleek, dat deze voordracht met
ingenomenheid werd ontvangendat verscheidene
leden deze voordracht liefst niet in verband wilden
gebracht zien met de overige belastingontwerpen,
omdat men vreesde dat de zoo gewenschte verlaging
van den accijns daardoor weder op de lange baan
zou worden geschoven. Van verschillende zijden
werden echter de vroeger reeds ontwikkelde mee
ningen herhaald, dat het de voorkeur had verdiend
den accijns liever af te schaffen dan te verlagen,
met behoud van accijns op zeep, als aequivalent.
Onderscheidene leden wilden echter van zulk eene
regeling niet weten.
Met klem werd door sommige leden bij deze ge
legenheid aangedrongen op de afschaffing van het
premiestelsel, omdat dit h. i. in hooge mate demo-
raliseerend werkt.
Het stelsel van afloopend crediet, bij dat ontwerp
aangenomen, hoezeer voor de zoutziederijen toege
juicht, bracht volgens sommigen voor den handel in
zout en de daarmede nauw in verband staande be
langrijke takken onzer nijverheid, die vrijdom van
accijns zouden blijven genieten; ernstige bezwaren
met zich. Het zou eene ware ramp zijn voor de
zeevisscherijen en den invoer van Fransche, Schotsche
en Noorsche haring slechts kunnen bevorderen. Tegen
handhaving van den bestaanden toestand zou, meende
men, te minder bezwaar bestaan, omdat voor de zee-
visscherij, de vischzouterijen en huidenzouteryen met
vrijdom van accijns bijna uitsluitend gebruik ge
maakt wordt van zout, aangevoerd uit Portugal,
terwijl de zoutziederijen Engelsch klipzout en Duitsch
bergzout gebruiken.
Tegen deze beschouwingen werd opgemerkt, dat
de Regeering toch zeker niet bedoeld heeft aan den
handel in zout en bij weerslag aan de vissckerijen
zulke groote bezwaren in den weg te leggen als
door sommigen worden voorgespiegeld, en dat zij
daarom een ruim gebruik zal maken van de bevoegd
heid tot het verleenen van langere termijnen dan
bij art. 32 bepaald, die zij zich in het slot van
art. 74 voorbehoudt. Hierop zou men een bepaald
antwoord wenschen te ontvangen.
Het bezoek onzer Koninginnen
te Berlijn.
Aan de berichten van den particulieren corres
pondent der N. R. Ct. ontleenen wij hieromtrent
het volgende
Ofschoon de komst der Nederlandsche Koningin
nen eerst tegen halfacht heden, Maandagavond, ver
wacht werd, liep de extra-trein, die de hooge gasten
overbracht, reeds bijna een halfuur vroeger het kleine
Wildpark-station binnen, dat de halte vormt voor
het nieuwe paleis, waar de keizerlijke familie woont
en de bezoeksters verblijf zullen houden. Het was
voor deze gelegenheid van onder tot boven met
Nederlandsche vlaggen en Oranjewimpels versierd,
heid, goedheid, zelfverloocheningeen wezen, als
geschapen om gelukkig te maken en gelukkig te
zijnen dan zoo te moeten eindigen
George stond op en trad op de balustrade toe,
diep ademhalend naar de wegzinkende zon starende,
terwijl Gabriëlle naar woorden zocht, die hem kon
den troosten. Maar voor zij spreken kon, wendde hij
zich weder tot haar en ging, de armen over de borst
gekruist, op doffen toon voort
»Gij weet, dat mijn oom nog boven verwachting
ruim een jaar voor mij gespaard bleef. Het was
weliswaar niet veel meer dan een langzaam pijnlijk
wegteren, te smartelijker door zijn tobben over mij.
De zieke vermoedde mijne liefde voor u en deed
my beloven van u af te zien. Evenmin als hij getrouwd
was, mocht ik onzen geschandvlekten naam doen
voortleven."
»De ware liefde zet zich over dergelijke vooroor-
deelen heen" zeide Gabriëlle.
»Dat zijn geen vooroordeelenriep Walldorf.
»Maar dat daargelaten, en aangenomen, dat eene
hooghartige, liefhebbende vrouw zich daarboven
verheffen kan dan nog mag de man, wanneer
hij haar werkelijk bemint, dat offer niet aannemen.
Ik heb daaromtrent geen oogenblik in twijfel ver
keerd en ik doe dat nog niet. En toch heb ik dag
in dag uit voorwendsels gevonden om u mijn ongeluk
te verzwijgen en, nu ik het u heb medegedeeld, is
het mij, alsof thans eerst mijn laatste geluk, mijn
j laatste hoop voor mij verloren is."
»Er is niets veiloren" fluisterde Gabriëlle, maar
zoo zacht dat hij haar niet verstondna eene wijle.