plaatst worden, omdat zij zich niet thuis gevoelen
in eene andere omgeving dan waarin zjj vroeger
verkeerden.
De heer Heijse voert nog het woord, en deelt
daarbij mededat de krankzinnigen van Israël,
godsdienst te Medemblik kunnen worden verpleegd.
De algemeene beraadslaging wordt gesloten en in
behandeling gebracht punt 1, om vooralsnog niet
tot de oprichting van een eigen gesticht te besluiten,
met de motie van den heer Snijders om de beslissing
daaromtrent tot de zomervergadering te verdagen.
De heer Lucasse juicht het waarlijk vrijzinnige
standpunt, door Ged. Staten ingenomen, roe, en zet
zijne bezwaren tegen een eigen gesticht uiteen. Zijn
hoofdbezwaar is, dat een zoodanig gesticht een neu
traal karakter zou moeten dragen een gesticht op
zoodanigen grondslag zou spr. allerminst wenschelijk
achten. Mocht men ons elders niet meer kunnen
herbergen, dan zou de oprichting van een eigen
neutraal gesticht noodzakelijk kunnen worden spr.
stelt daarom voor, in de uitdrukking, dat de op
richting van een eigen gesticht vooralsnog niet
wenschelijk is, dit woord te vervangen door nood
zakelijk.
De motie van den heer Snijders om de beslksing
aan te houden wordt alsnu verworpen met 35 stem
men tegen 1, die van den heer Snijders.
Het amendement van den heer Lucasse wordt
verworpen met 22 tegen 14 stemmen.
Punt 1 wordt alsnu zouder hoofdelijke stemming
aangenomen.
De heer Huvers wenscht bij punt 2 een voorbe
houd te maken, nl. dit, dat de bloedverwanten volle
vrijheid zullen hebben in het kiezen van een der
drie aangewezen gestichten. Tot geruststelling van
velen wenscht hij daaromtrent zekerheid te hebben.
De heer Heijse zegt, dat Ged. Staten moeilijk hunne
opvolgers kunnen binden. Yoor het tegenwoordig
college wijst spr. op het verledener zijn reeds pa
tiënten aangewezen voor Veldwijk en voor Coude water.
In de toekomst zal evenzoo worden gehandeld. Maar
men is aan een cijfer gebonden is er geen plaats
in een der gestichten, waar die gevraagd wordt,
dan zullen Ged. Staten verder moeten zien. Zij
hebben echter het voornemen, de meest milde en
ruime opvatting te huldigen.
Punten 2 en 3 en het geheele voorstel worden
daarna zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Nadat nog de resumtie der besluiten en de goed
keuring der notulen aan Ged. Staten is opgedragen,
sluit de Voorzitter de vergadering in naam der
Koningin.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
In de zitting van gisteren was aan de orde de
motie-Schepel aldus luidendeDe Kamer, van oor
deel dat de toestand van het platteland het instellen
van een ministeriëel departement van landbouw
wenschelijk maakt, verzoekt de regeering daaraan
hare aandacht te willen wijden en gaat over tot de
orde van den dag".
Bij zijn toelichting zeide de heer Schepel o. a.
overtuigd te zijn dat de wil der Regeering goed is
maar het ontbreekt haar aan kennisonze Regee
ringen zijn steeds samengesteld uit rechtsgeleerden,
ingenieurs, generaals enz., maar een landhuishoud
kundige ontbreekt. Spr.'s motie strekt nu om de
Reg. te verzoeken na te gaan of het niet nuttig
zou zijn, dat een man in de Reg- plaats neemt die
verstand heeft van de cultuur, die er hart en tijd
voor heeft en die er verant woordelijk voor is, een pleit
bezorger van den landbouw bij Kroon en Kamer.
Zal zulk een man niet te duur zijn De motie
geeft tot die vraag aanleiding. Maar de Grondwet
laat geen anderen eisch toe dan de instelling van een
Depart, van algemeen bestuur.
De Minister van Waterstaat antwoordde hierop,
dat de Staatscommissie de mid leien tot verbetering
heeft aangewezenvermindering van lasten, beter
onderwijs, verbetering van de wegen enz. De motie
wil eigenlijk geen administreerend, maar een advi-
s erend lichaam en daartoe zal de Regeering wer
kelijk binnen kort de noodige voorstellen doen, ter
wijl zij door de linanciëele voorstellen, door onder
wijs, communicatie-wegen enz., zal trachten verbe
tering aan te brengen en ook door eene regeling
betreffende de kleine rivieren, die de Minister reeds
heeft doen gereed maken.
Na deze toezegging trok de heer Schepel zijne
motie in.
Alsnu kwam aan de orde de interpellatie-Borgesius
over de krankzinnigengestichten, waarbij de inter-
pellant aan de regeering de volgende vragen richtte
Heeft de Min. naar aanleiding van hetgeen hem
bekend is geworden aangaande het krankzinnigenge
sticht te 's Gravenhage een onderzoek doen instellen
Zoo ja heeft dat onderzoek zich ook uitgestrekt
tot andere gestichten
Is de Minister bereid de uitkomsten van het on
derzoek aan de Tweede Kamer over te leggen en
publiek te maken V
Is er reeds aanleiding geweest om maatregelen
ter voorloopige voorziening te nemen of vervolgin
gen te doen instellen
Is de Min. van oordeel, dat hij onder de bestaande
wet voldoende macht heeft om afdoende maatregelen
tot verbetering te provoceeren
De Min. van Bmn. Zaken antwoordde hierop, dat
de gebreken in sommige krankzinnigengestichten aan
het toezicht en de regeering niet onbekend zijn. Toen
de geruchten over het Haagsche gesticht een groo-
ten omvang aannamen heeft de Reg. een onderzoek
daarnaar doen instellen. Den 20n Jan. werd dat
rapport ontvangen, in 't laatst van Febr. door een
tweede gevolgd, betreffende een onderzoek ook in
het gesticht te Vught.
Die rapporten vestigden bij de Reg. de overtui
ging dat tot een juiste beoordeeling der feiten om
trent het Haagsche gesticht medegedeeld een gerech
telijke instructie noodig zal zijn om tot de waarheid
te kunnen geraken.
Terwijl de Min. van Just., daartoe reeds van zijn
kant last had gegeven aan het Openb. Min. deelde
de Min. hem de rapporten mede. De instructie is
sedert aangevangen en met kracht wordt ze doorgezet.
In afwachting zou de Min. bezwaar hebben tegen
de openbaarmaking der rapportenmaar aan de
leden der Kamer wil de Min. vertrouwelijk kennis
doen nemen van den geheelen bundel.
Na afloop der instructie zal de Reg. den uitslag
daarvan mededeelen en tot zoolang onthoudt zich de
Min. van een waardeering der feiten. Eerst daarna
zal de Reg. haar denkbeelden mededeelen en dan zal
blijken in hoever er aanleiding is de wet te herzien
in 't belang der krankzinnigen.
Hiermede was deze interpellatie afgeloopen.
Eindelijk kwam nog aan de orde de interpella
tie-Tijdens over de benoeming van den kommandant
van het regiment grenadiers en jagers.
De heer Tijdens wees op de algemeene afkeuring
in de pers van den langen duur der kommandants-
crisis, herinnerde aan het gerucht omtrent hofin-
vloeden en vroeg den Minister
lo. Welke is de oorzaak van de vertraging die
tot schade der legerbelangen de benoeming van een
commandant dar gren. «n jagers heeft ondervonden
2o. Kan de Minister de verzekering geven ten
deze geen invloeden te hebben ondervonden die het
gemeenschappelijk overleg tusschen Kroon en Minis
ter belemmeren
De Minister van Oorlog verklaarde dat de bijzon
derheden door den spr. aangehaald, voor zoover ze
hem bekend werden, onjuist zijn. Doch wat er van
zij, over 't overleg in den boezem der Regeering
kan de Min. niet in beschouwingen of mededeelingen
treden. De Min. bepaalde zich dus tot 't beantwoorden
der vragen.
Door het tijdelijk waarnemen van 't kommande
ment is geenerlei schade voor eenig legerbelang
ondervonden.
De oorzaak der vertraging lag in onderzoek en
overleg van verschillenden aarddat overleg moest
afloopen.
Wat de tweede vraag aangaat, den Min. was van
de bedoelde invloeden niets gebleken en hij kan
dus niet zeggen dat eenige belemmering er van is
ondervonden.
De heer Tijdens verklaarde voor 't constitutionneel
recht te zijn opgekomendat recht vergaat nooit.
Hij stelde daarom voor de volgende motie van orde
«De Kamer, van oordeel dat de Regeering zonder
goede gronden in gebreke is gebleven inlichtingen
te geven omtrent de oorzaak der vertraging welke
de benoeming van een commandant van het regiment
grenadiers en jagers heeft ondervonden, gaat
over tot de orde van den dag."
Deze motie werd chter niet ondersteund en kwam
dus niet in behandeling.
Hiermede was ook deze quaestie van de baan.
In den loop der zitting werd het wetsontwerp
tot tijdelijke versterking van de nationale mi
litie aangenomen met 61 tegen 26 stemmen.
Twee nieuwe interpellaties werden aangekondigd
éen van mr. Keuckenius betreflende de onderhande
lingen met de Billiton-maatschappijéen van den
heer Havelaar betreffende den aanleg van de spoor
wegen Venloo—Sittard en EindhovenEsschen. He
den is de motieBeelaarts over den nieuwen tijd
aan de orde, waarvan wij den afloop nog onder
«laatste berichten" hopen te kunnen vermelden.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
In plaats van 20 Maart, zooals vroeger be
paald was, zal ds. P. N. Pikaar alhier Zondag 3
April ziju afscheid prediken.
Bedankt voor het beroep bij de Herv. gem. te
Varseveld door ds. L. F. A. Westerbeek van Eerten,
te Serooskerke.
De Ned. Herv. kerk met haar meer dan 375
vacante predikantsplaatsen heeft nog slechts 5 can-
didaten beschikbaar, nl. de lieeren Bahler te Gro
ningen, Van der Ven te Leiden, De Muinck Keiser
te Nieuw-Sckeemda, Kromsigt te Dordrecht, en
Lieftinck te Amsterdam. Van hen stelt de heer Van
der Ven zich beroepbaar met 1 April e. k., de
overigen doen dit voorloopig nog niet.
Rechtszaken.
De weduwe De Kraker is in liooger beroep
gegaan tegen het vonnis van 20 jaar gevangenisstraf,
wegens medeplichtigheid aan den moord op De
KrakerLouwerse berust in het vonnis.
De voortvluchtige burgemeester van Wessem,
J. Corbeij, veroordeeld tot 3 jaren gevangenisstraf,
heeft tegen het vonnis van het Hof te 's-Bosch
cassatie aangeteekend.
De Rechtbank te 's-Gravenhage, uitspraak
doende in de zaak van M. J. Den Hartigh, zich
ook noemende Den Hartigh van Eek, zich uitgevende
voor directeur der Verzekering- en Landbouwmaat-
schappij «de Eersteling" voorheen gevestigd te
Utrecht en Amsterdam en laatstelijk te 's-Graven
hage veroordeelde den beklaagde tot twee jaren
gevangenisstraf.
In een zelden voorkomend geval op het gebied
der levensverzekering, is door den kantonrechter te
Arnhem oen beslissing gegeven. De weduwe A. te
Oosterbeek had de te Arnhem gevestigde Maat
schappij van Onderlinge Levensverzekering en Lijf
rente «Gelderland n", gedagvaard tot betaling van
ongeveer 1000, voor welk bedrag haar overleden
echtgenoot zijn leven te haren behoeve verzekerd had.
De gedaagde Maatschappij verweerde zich tegen den
ingestelden eisch, op grond, dat de man, die aan
delirium tremens gestorven was zoo niet reeds bij
het aangaan van het contract, dan toch gedurende
den loop daarvan, zoodanig misbruik van sterkedrank
had gemaakt, dat, zoo dit al niet kon worden be
schouwd als zelfmoord, dit toch als eene verzwijging
moest worden aangemerkt, waardoor de Maatschappij
krachtens hare statuten van hare verplichtingen was
ontheven.
De beslissing luidt in hoofdzaak
dat door het feit, dat eerst na een geneeskundig
onderzoek de verzekering is gesloten, met welk onder
zoek de gedaagde alzoo genoegen heeft genomen,
vaststaat, dat althans bij het aangaan der overeen
komst niet zoodanig misbruik bestond, dat, wanneer
gedaagde het geweten had, zij het contract zou hebben
geslotenvoorts,
dat misbruik van sterkedrank, al heeft het den
dood tot gevolg, nooit kan worden gelijkgesteld met
zelfmoord in den gewonen zin van het woord, en
dat alleen, wanneer bleek, dat de man zich bewust
was geweest, misbruik van sterkedrank te maken of
te gaan maken, hij wellicht verplicht ware geweest,
dit aan de gedaagde mede te deelen, doch dat om
trent die bewustheid niets door gedaagde was ge
steld, terwijl onder verzwijging niets anders kan
worden verstaan, dan het opzettelijk niet mededeelen
van een feit, zoodat alleen wanneer zoodanig opzet
bewezen ware, de gedaagde wellicht met vrucht de
vordering had kunnen bestrijden.
Op deze gronden werd de vordering toegewezen.
De rechtbank te Rotterdam deed gisteren uit
spraak in de zaak tegen G. Bakker, scheepsgezag-
voerder, beschuldigd van in den avond van 19 Juli
1891 aan boord van het stoomschip «Obdam", va
rende tusschen New-York en Rotterdam, opzettelijk
den stoker Simon Blom van het leven te hebben
beroofd, door met een geladen revolver een schot op
hem gelost te hebben, tengevolge waarvan Blom in
de borst getroffen werd en korten tijd later overleed,
althans dat hij hem door het schot had verwond.
De beklaagde werd wegens doodslag tot een jaar
gevangenisstraf veroordeeld.
De eisch van het O. M. was vier jaren gevange
nisstraf.
Gemengde Berichten.
Ilcinkenszand. Op de hofstede van de wed.
J. M. Boonman alhier is dezer dagen onder de paarden
de lendetyphus uitgebroken, waaraan een paard reeds
gestorven is. Slechts korte jaren geleden heerschte
op denzelfden stal ook deze ziekte, waaraan toen
mede eenige paarden bezweken zijn.
Oudelande. Maandagavond is alhier door het
omvallen van een petroleumlamp brand ontstaan bij
den vrachtrijder P. De Jonge, wiens bedrijf geheel
in vlammen is opgegaan.
Huis en schuur waren niet, de inboedel was wel
verzekerd.
De zoon van De J. redde zich het leven door uit
het zolderraam te springen, en werd door de buren
van andere kleederen voorzien.
middelburg. De gemeenteraad besloot tot koste-
loozen afstand aan de Vereeniging voor animale koe
pokinenting alhier van een stuk gemeentegrond aan
de Eigenhaardstraat, tot het stichten van een in
richting voor de koepokinenting en tijdelijke ver
pleging van hiervoor bestemde kalveren.
Vrijdagavond kreeg iemand, die op het trottoir
voor zijn woning te Breda stond, een rolstelling van
een aangrenzend pand op het hoofd, met het treurig
gevolg, dat hij hevig bloedend en bewusteloos werd
opgenomen. Aan de bekomen verwondingen is hij
Zaterdagmorgen overleden.
Bij gelegenheid van het tienjarig bestaan van
de «Middelburgsche broodfabriek", firma'Jeronimus
Co. te Middelburg, wapperde Maandag van het
gebouw de driekleur en werden de werklieden met
hunne vrouwen, benevens de depothouders uit Mid
delburg, Vlissingen en Goes door de directie rijkelijk
onthaald. (M. Ct.)
In één trek met den zegen is door iemand te
Wijk-bij-Duurstede in de «Oude-Roodvoet" bij de
stad, circa 1500 Kg. visck gevangen, wel een bewijs,
dat de Lek daar visckrijk is.
De kasteleines De G., te Kralingen, is de dupe
geworden van eene brutale oplichting.
Een goed gekleed persoon vervoegde zich bij haar
met de vraag of zij hem niet kon mededeelen waar
een net gemeubileerde kamer met voeding te Kra
lingen te krijgen was, liefst niet al te duur. Ilij
vertoonde haar een advertentie, waarin gevraagd
werd een persoon die een kamer in de Rubensstraat
verlangde tegen billijken prijs en vroeg daarna waar
de Rubensstraat was gelegen.
Daar de affaire in den afgeloopen winter niet veel
verdienste had afgeworpen, vroeg de kasteleines hem
of hij van haar geen kamer wilde huren, welk aan
bod na loven en bieden over de huursom werd aan
genomen. Nadat de nieuwe bewoner eenige goede
verteringen had gemaakt en zich als iemand, die geld
heeft, had voorgedaan en het vertrouwen van de
kasteleines had verworven, vroeg hij om eenige
guldens, de lakensche jas van haren man en een
reisdeken, om daarmede naar boord te gaan van zijn
schip, liggende in de Boompjes. De kasteleines, niets
kwaad vermoedende, gaf het gevraagde, waarmede
de kostganger verdween.
Geen spoor is er van hem te vinden.
Te Amsterdam had gisteravond in eene dro
gisterij in de Huidenstraat 33 te 7 uren 45 eene
ontploffing plaats, vermoedelijk door benzine ver
oorzaakt. De drie verdiepingen hooge voorgevel
stortte in, zoodat een viertal voorbijgangers eerst
naar de overzijde geworpen en aldaar onder rookend
puin bedolven werden. Een deel der ruine kwam
terecht in de winkelkast van den banketbakker hoek
Keizersgracht en Huidenstraat, waardoor een paar
knechts gekwetst werden.
Op hetzelfde oogenblik sloegen de vlammen hemel
hoog uit het half ingestorte perceel 33 en tastten
weldra de banketbakkerij aan de overzijde en het
belendende perceel, een sigarenwinkel, mede hoek
Keizersgracht, aan.
Terwijl hulpvaardige personen in het ingestorte
en brandende perceel 33 drongen om de gewonden
onder het puin weg te halen, rukte de brandweer
met veel. materiëel aan. Terstond wei den een paar
stoomspuiten en de in de nabgheid zgnde brand-
I kranen in werking gebracht om den vuurpoel zoo-
veel mogelijk te bedwingen.
Met het blusschingswerk ging het reddingswerk
I gepaard. Verschillende personen werden gevonden,
in het geheel 10, die allen naar het gasthuis ver
voerd werden. Eenigen hunner, die lichte kwetsturen
hadden bekomen door het breken van glasruiten of
vallende stukken hout of steen, werden door de in
de nabijheid wonende geneesheeren of apothekers
geholpen. Hoe groot het getal is, kan moeiljjk wor
den opgegeven.
Van 15 huizen in de Huidenstraat zijn de voor
gevels beschadigd en meest alle ruiten verbrijzeld.
Ook aan de achterzijde van vele perceelen is veel
schade aangericht. In enkele dezer huizen bleven
de klokken op 7 uren 45 min. stilstaan. In vijf be
lendende gebouwen werden verschillende meubelen
als bij een aardbeving door de vertrekken geslingerd,
in sommige werden kozijnen losgerukt.
Inmiddels wierpen stoomspuiten en brandkranen
eene groote massa water op de drie brandende ge
bouwen en gelukte het tegen half tien het vernie
lend element te keeren.
Omstreeks 10 uur werden de belendende perceelen
en die aan de overzijde op last der brandweer ont
ruimd en werden de gevels der verbrande gebouwen
omlaag gehaald. Deze maatregel was noodzakelijk
omdat nog vier personen vermist waren, nl. de vrouw
en het kind van Eupen, den drogist bij wien de
brand ontstond, voorts de heer Weidrager, de siga
renhandelaar hoek Keizersgracht en de wed. Wijle,
die den kelder bewoond© onder den banketbakkers
winkel aan de overzijde.
Eene oude juffrouw van 83 jaren, die op de be
nedenste verdieping en een juffrouw die op de tweede
verdieping woonden, werden met nog 9 andere perso
nen en kinderen naar het gasthuis vervoerd. Aldaar
aangekomen was een knaapje bezweken. 5 hunner
konden na verbonden te zijn het gasthuis weder
verlaten.
De burgemeester, wethouders en vele raadsleden
waren geruimen tijd op de plaats des onheils te
genwoordig. Te 11 uren 30 was de brandweer bezig
de verbrande gebouwen te ontruimen. Men zou
trachten de vermiste personen op te sporen. Te 12
uren werden de weduwe Wjjle, en kort daarna ook
de vrouw van 'Eupen beide misvormd en geheel
verkoold van onder het puin weggehaald.
Onderscheidene personen worden nog vermist, on
der wie het eenige dochtertje van Eupen, 2 jaar
oud. De man, die den ganschen avond zijn vrouw
zocht, is wezenloos van smart en schrik.
Onder de landbouwers op de Zuid-Hollandsche
eilanden begint zich een beweging te openbaren
welke niet van belang ontbloot is. De reden ervan
is dat velen van hen de nadeelige gevolgen van het
groot-grondbezit beginnen in te zien. Volgens hun
overtuiging werkt de groot-grondbezitter demorali-
seerend op den kleinen landbouwer. Deze blijft pach
ter en kan daardoor niet de voordeelen genieten,
welke hij zou verkrijgen als hij vrij man was. Ten
einde het groot-grondbezit te keeren, zullen zij
trachten een monster-beweging op 't getouw te zet
ten en zich per adres tot de Regeering wenden, om
erop aan te dringen, dat een progressieve grondbe
lasting tot stand kome.
Maandagmorgen stapte een «stovenist" van
het spoorwegstation (een van hen, die voor de sto
ven in de coupés zorgen) van het perron, juist toen
de locaaltrein van half acht uit Zutphen te Arnhem
aankwamhij kreeg een stoot van de treeplank en
werd omvergeworpen, maar daar hij roerloos liggen
bleef, ging de trein hem voorbij, de treeplanken bo
ven hem heenschuivend. Nagenoeg ongedeerd stond
hij toen op.
Te Zieriksee wordt als een curieuse bijdrage
tot de historie van de beweging voor Zondagsrust
verteld, dat aan een Belgischen schilder uit Brussel,
die er vertoeft om studies en schetsen te maken en
die daarmede ook Zondag bezig was, zulks door de
politie is verboden of verzocht het na te laten.
De wed. BorstelDe Roos, die bijna anderhalf
jaar opzichteres in het krankzinnigengesticht in Den
Haag is geweest, meldt, per advertentie in het Zon
dagsblad van het Nieuws, dat zij door regenten plotse
ling is ontslagen «nadat zij in zake de handelingen,
die in dat gesticht voorvallen, in haar verhoor voor
den inspecteur voor het staatstoezicht op krankzin
nigen, de waarheid en niets dan de waarheid heeft
verklaard."
Volgens het Vad. heeft dr. Reeling Brouwer, le
geneesheer aan het krankzinnigen gesticht aldaar,
zijn ontslag ingediend.
Naar wij vernemen maakt het tusschen de be
trokken spoorwegbesturen een punt van overleg uit,
tusschen Berlijn en Vlissingen over Venloo treinen
te doen loopen, die bestaan zullen uit niet in compar
timenten verdeelde rijtuigen, van het zoogenaamd
Amerikaansch model. Er schijnt veel kans te bestaan
dat dit denkbeeld verwezenlijkt zal worden. Ehl
Een oude dame te Rome liet 50,000 ffs. na
aan de redactie van een dagblad aldaar, omdat de
courant haar eiken dag een paar aangename uren
had bezorgd. De redactie verdeelde het geld onder
de liefdadige inrichtingen te Rome.
Te Weenen schoot een soldaat, die het leven
moede was, zich door de borst. De kogel ging door
zijn lijf, doodde een ander soldaat en kwam in den
arm van een derden tereeht.
Donderdagavond vloog te Susa een magazijn,
dat ontplofbare stoffen inhield, door eene tot hier
toe onbekende oorzaak in de lucht.
Alle omliggende huizen werden verwoest.
Tot hiertoe zijn reeds 6 dooden onder de puinen
opgehaald, maar denkelijk zijn er meer slachtoffers.
Door mr. Green Norfolk Nurseries Derehans
moet een zwarte dahlia gewonnen zijn, waaraan
men den naam van «Black Prince" gegeven heeft.
Een afbeelding er van verscheen onlangs in de
Horticultural Times van Londen. Tuinbouwhl