1892 N°. 27.
Donderdag 3 Maart.
79ste jaargang.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes,'/ 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiön voor dit blad
aangenomen bij de heeren Nijgh Van Ditmar te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Brievengaarders.
Inzending van advertenticn voor 3 uren op den dag der uitgave.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiön is van 1—5 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huweljjks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a ƒ1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande 'en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
GOES, 2 Maart 1892.
De gisteren onder voorzitterschap van den
heer E. Van den Bosch gehouden vergadering van
de afdeeling Heinkenszand der Zeeuw-
sche Landbouwinaatschappij werd door
48 leden bijgewoond.
De voorzitter deelde mede, dat de heer A. M.
Peman Kakebeeke ontslag had genomen als secre
taris der afdeeling en dat hij, ook na verzoek om
daarop terug te komen, bij zijn besluit bleef volhar
den. Het bestuur had zich toen gewend tot den heer
Jhr. S. M. Van Reigersberg Versluys, burgemeester
van Kloetinge, die zich eene eventueele benoeming
zou laten welgovallentot den heer J. Welleman,
burgemeester van Hoedekenskerke, die daartoe even
eens bereid was tegen vergoeding van reiskosten
tot den heer Ph. M. Van der Mandere te Goes, die,
op grond van zijne weinige bekendheid met land-
bouwaangelegenheden, meende te moeten bedanken,
doch bereid was, wanneer niemand anders zich liet
vinden, het bestuur door tijdelijke waarneming van
de betrekking behulpzaam te zijn en eindelijk tot
den heer A. Fontein, burgemeester van Wolfertsdijk,
die gemeend heeft, uithoofde van zijn weinige ken
nis van landbouwzaken, te moeten bedanken.
De voorzitter vroeg daarop of nog iemand anders
een persoon wist aan te geven, waarop de heer M.
De Jager van Kapelle, den heer P. K. Van Daalen
te Wilhelminadorp noemde. Deze, ter vergadering
aanwezig, bedankte echter.
Alsnu tot stemming overgaande werd Jhr. S. M.
Van Reigersberg Versluys benoemd met 29 stem
men de heer C. Koert verkreeg er 10, de heeren
Van Daalen, Fontein en A. Nijssen elk ééne stem.
Daarna deed de penningmeester rekening en ver
antwoording over het afgeloopen jaar. De ontvangsten
beliepen 844,64ll2, waaronder 217,641/2 goed
Blot van het vorig boekjaarde uitgaven bedroegen
568,58, zoodat een goed slot'aanwezig was van
281,12'/j.
Bij afwezigheid van den heer A. Padmos deed
nu de heer C. Koert verslag van de proefnemingen
met Chevaliergerst. Hieruit bleek, dat, berekend per
39.24 A. (blooisch geniet) de opbrengst was
le perceel, onbemest810 schoven, in graan 16.4
H L., 10.58 kilo's, 10.93 kilo's stroo.
2e perceel, bemest met 200 kilo superphosphaat
en 30 kilo Chili1080 schoven, 17.4 H.L. graan
1146 kilo, 1458 kilo's stroo, meer graan 88 kilo,
meer stroo 3.65 kilo, aankoop kunstmest 11.
3e perceel, bemest met 12 kilo Peru-guano en 30
kilo Chili: 1143 schoven, 20.4 H.L. graan in kilo's
1331, stroo 1539 kilo's, meer graan 2.37 kilo's, meer
stroo 446 kilo's, onkosten bemesting 18.
4e perceel, bemest met 24 kilo slakkenmeel en
30 kilo Chili: 1040 schoven, 17 HL. graan 1094
kilo's, stroo 1404 kilo, meer graan in kilo's 36, meer
stroo 311. Kosten van bemesting 8,76.
De heer G. J. v. d. Bosch knoopte hieraan eenige
wenken vast ten opzichte van het gebruik van kunst
meststoffen en zeide op verzoek van den voorzitter
toe een en ander in eene circulaire nader uiteen te
zetten. Men zou dan de hulp der pers inroepen om
dit meer algemeen te verspreiden.
Besloten werd verder de proefnemingen op proef
velden voort te zetten, nadat de heer G. J. V. d.
Bosch tegen proeven op grooter schaal had gewaar
schuwd en de heer C. Zuidweg aangedrongen had
op proefnemingen gedurende meer dan éen jaar,
omdat men nog niet wist welke kunstmeststoffen
voor den grond het best pasteneen denkbeeld
waartegen de heer C. Koert adviseerde uithoofde
van de kosten. De subsidie werd alzoo bestemd voor
een proefveld onder 's-Gravenpolder.
Over het verhandelde op de vergaderingen van
den bond van suikerbieten verbouwers ontspon zich
eene langdurige discussie, waarbij de heer C. Zuid-
weg breedvoerig verslag gaf van de onderhandelingen
tusschen de heeren Swaving en Lako en de suiker
fabrikanten. De laatsten wilden de gesloten contracten
niet tot 12 verhoogen. Hier en daar heeft men
proeven genomen met het contracteeren op gehalte
en, hoewel de resultaten eerst in de toekomst zullen
kunnen blijken, zoo kan toch reeds geconstateerd
worden, dat daaraan bezwaren zijn verbonden. De
fabrikanten toch kunnen op het land of op de laad
plaats geen monsters steken en geen tarra berekenen,
terwjjl het scheikundig onderzoek herhaaldelijk uit
gaven eischt. Bovendien kan niet iedere verbouwer
een geheel schip laden, zoodat verschillende land
bouwers éen vaartuig bevrachten en dus de lading
uit verschillende bestanddeelen bestaat. Langdurig
onderzoek en nauwgezette overweging zullen echter
eindelijk tot het gewenschte resultaat leiden. De
heeren Swaving en Lako verwachten ook in dezen
veel van proefvelden en de dorpsvereeniging te Wol-
fertBdijk heeft bereids bij de heeren De Jager en j
V. d. Voorde van die velden aangelegd. j
Het bestuur stelde voor ook dezerzijds daartoe
over te gaan, waartoe een post van 150 werd
uitgetrokken. De bestaande commissie (de heeren
Padmos, Koert en Van Weel), waaraan de heer Van
Iwaarden werd toegevoegd, zal zich met de heeren
Swaving en Lako in verbinding stellen.
Het voorstel tot benoeming van een afgevaardigde
tot bijwoning van de conferentiön in zake het con
tracteeren van suikerbieten vond instemming en nadat
de voorzitter had gewezen op de vele opofferingen,
die de heer 0. Zuidweg zich in dezen reeds had
getroost en alles wat hij in het belang der bieten
verbouwers had gedaan, werd de heer Zuidweg bij
acclamatie tot afgevaardigde benoemd.
Met het oog op het late uur werd het verslag
omtrent de gehouden tentoonstelling van zaaigranen
tot eene volgende vergadering verdaagd alleen deelde
de voorzitter mede, dat die tentoonstelling financiöel
noch voordeel noch nadeel had afgeworpen.
Bij gelegenheid van het concert gisteravond
op het »Slot Oostende" door de Harmonie
>Euphonia" gegeven, werd voor de pauze door
den voorz., den heer Z. D. v. d. Bilt La Motthe,
medegedeeld dat toen het vorige jaar in Augustus
de Harmonie te Antwerpen was, zij verzocht werd
ter gelegenheid van de tentoonstelling van Micros
copie eene uitvoering te geven in den tuin van het
koninklijk Athaneum. Door het gezelschap was daar
aan voldaan en het bestuur van de tentoonstelling
was daarmede zoo ingenomen, dat het muziekgezel
schap een herinneringsmedaille werd toegezegd. Een
half jaar verliep zonder dat het bestuur iets van
zich liet hooren, doch voor eenige dagen werd de
belofte vervuld en de lang verbeide werd gezonden.
Het prachtig verguld zilveren metaal, dat wel het
mooiste is dat de Harmonie tot nogtoe ontving, zal
met eere aan het vaandel prijken en getuigen van
de goede leiding van den waardigen directeur, den
heer Kooiman, die het korps zoover bracht, dat
daaraan zulk eene mooie onderscheiding ten deel
viel. Terwijl de Braban^onne gespeeld werd hechtte
op verzoek van den voorz. de jongejuf. Koens het
eere-metaal aan het vaandel, waarop het Wilhelmus
lied volgde. Het publiek gaf van zijn ingenomenheid
blijk door luid applaus.
Op de éene zijde der medaille staat het symbool
der tentoonstelling en op de keerzijde het wapen
van Antwerpen met het randschriftExposition
Internationale d'Anvers.
De financiëele voorstellen van den
Min. Pierson zijn, volgens den Haagschen kroniek
schrijver van de N. Gr on. Ct., in 't geheel zeer
gunstig ontvangen. Alleen hoorde deze corr. dat van
sommige zijden een poging zal worden aangewend
om den Minister van Financiën er toe te brengen
het gedistilleerd op 60 te laten en het geheele
equivalent voor de mindere bate, die de schatkist
zal ontvangen, te zoeken in de vermogensbelasting
door een voortzetting der progressie tot 2 per mille
dat is door de heffing van 1,60 per mille van 6,
1,70 van 7, 1,80 van 8, 1,90 van 9 ton en
2 per mille van een millioen vermogen en meer.
Het initiatief daartoe is van liberale en anti-revo
lutionaire zijden, misschien te zamen, te wachten.
De Haagsche correspondent van de Zutph. Ct.
schrijft, dat over de voorloopige ontvangst, die den
ingadienden voorstellen tot belastinghervor
ming in de pers ten deel gevallen is, de Minister
tevreden kan zijn. Geen luid gejuich, maar ook geen
scherpe afkeuring. En de aanmerkingen, die de
bladen der oppositie in het midden brengen, zijn
voor den Minister eigenlijk nog het meest vleiend,
want vrjj algemeen wordt erkend, niet alleen dat
de ontwerpen de meesterhand verraden, maar ook
dat er systeem in zit. Het Haagsche Dagblad tracht
den Raad van State tegen de belastingplannen van
deze regeering op te stoken, maar het doet dat vrij
onhandig. Het is in Den Haag een publiek geheim,
dat de meerderheid van den raad er was ook
een sterke minderheid een ongunstig rapport
over de ontwerpen heeft ingediend, maar eveneens
is het bekend, dat die afkeuring bijna uitsluitend
betrof de politieke richting der voorstellen om
dat eene regeering toch moeilijk van richting kan ver
anderen, omdat de Raad van State aan eene con
servatieve boven eene flink liberale de voorkeur geeft.
Wilt gij, zei onlangs iemand tot schr., die het weten
kan, de type kennen, die het best teruggeeft de
meerderheid van den tegenwoordigen Raad van State,
lees dan het boek van den oud-Minister Rochussen
over de inkomstenbelasting. Nu is zeker de staats
raad Rochussen een geleerd man, die dikke boeken
uit zijn mouw schudt, maar dat eene liberale re
geering dezen conservatief bij uitnemendheid niet
gaarne tot gids neemt bij het samenstellen van
plannen van belastinghervorming, is toch nog al
natuurlijk. Trouwens, dit valt gemakkelijk te voor-
spellen, dat de mannen van het behoud de voor-
stellen a ou'rance zullen bestrijden."
De Katholieke leden der Tweede Kamer zouden
gisteravond een partij vergadering houden.
Het Centraal Comité van antirevo
lutionaire kiesvereenigingen, dat Maan
dag vergaderde, teneinde een gedragslijn vasttestellen
voor de a. s. verkiezingen voor de Prov. Staten,
publiceert in de Standaard onderstaand besluit
Volgens zijne statuten (zie artt. 6 en 19 in ver
band met art. 21 van zijn program) geroepen, om,
voor het geval dat er bij generale verkiezingen,
gelijk in Mei a. s. voor de Provinciale Staten komende
zijn, bepaalde saam werking met eenige andere staats
party zal plaats hebben, die te leiden
acht zich verplicht ter kennisse van de bij het
comité aangeslotene kiesvereenigingen van provinciale
j comités te brengen, dat het geene vrijheid vindt, om,
j waar alleen met de Roomsche kiezers op dit oogen-
blik van generale samenwerking sprake zou kunnen
zijn, na de houding, die in zake de Brabantsche
motie, in de Kamer tegenover het vorig Kabinet, en
in Juni jl. bij de stembus door een groot deel van
onze Roomsche landgenooten is aangenomen, ditmaal
eenigen stap tot zoodanige samenwerking te doen
en zulks te minder, overmits zulk eene samen
werking volgens art. 21 van het program toch nooit
anders dan op vaste bedingen zou mogen worden uit
gelokt, en reeds nu genoegzaam gebleken is, dat de
Roomsche kiezers, als georganiseerd geheel gedacht,
hiertoe of niet in staat, óf ongenegen zijn.
Hiermede vervalt voor het Centraal Comité tevens
de aanleiding, om gelijk in 1889, voor de provinciale
verkiezingen eene deputatenvergadering saam te roe
pen, en moet de leiding en de verantwoordelijkheid
der zaken aan de kiesvereenigingen en provinciale
comités worden overgelaten, overmits het Centraal
Comité, de verhouding waarin het tot de kiesver
eenigingen staat, niet in den geest van artikel 11
der statuten zou opvatten, indien het in eenig dis
trict tegenover de candidaten der kiesvereeniging
andere candidaten aanbeval.
Intusschen heeft het Centraal Comité wel het recht
(zie art. 10), om de kiesvereenigingen te dienen van
advies, iets, waartoe het te eer bereid is, daar niets
het feit kan wegcijferen, dat de Staten-Provinciaal
kiescollege voor de Eerste Kamer zijn en als zoo
danig een algemeen politiek karakter dragen.
Weshalve het Centraal Comité zou achten, dat
de kiesvereenigingen (ook nu zich houdende aan
wat, bij ontstentenis van afspraak tot generale saam
werking, steeds als regel gold) in dezer voege zouden
kunnen te werk gaan, dat men bij eerste stemming
alleen de candidaten van anti-revolutionaire zijde
steunde, en bij eventueele herstemming overwoog,
of er onder de in herstemming komende candidaten,
voor zooverre deze niet door ons zeiven in herstem
ming waren gebracht, zich ook éen of meerdere
bevonden, die genoegzame voorkeur voor ons ople
verden, om zoo mogelijk hunne keuze te helpen
verzekeren.
Als maatstaf om deze voorkeur te kunnen beoor-
deelen zou men dan een onderzoek kunnen instellen
naar hunne genegenheid
lo. om in zake de Eerste Kamervoor ons aandeel,
mannen te helpen verkiezen, die voldeden aan de
door de deputatenvergadering voor de candidaten
der Tweede Kamer gesteld
2o. om in de Gedeputeerde Staten billijkheidshalve
de onderscheidene richtingen te helpen vertegen
woordigen en
3o. om in de provinciale huishouding met ons te
strijden voor de vrije keuze van wie voor krank
zinnige familieleden hulpe inroept; de. schoolwet-
Mackay in milden zin te helpen toepassen; en het
zelfbeheer der gemeenten zooveel mogelijk te doen
eerbiedigen.
Wel is het Centraal Comité er niet blind voor,
dat deze wijze van handelen, bij het meervoudig
karakter, dat de keuzen voor do Provinciale Staten
dragen, het gevaar oplevert, dat onze getalsterkte
in de Staten-Provinciaal niet veel zal toenemen,
misschien zelfs eenigszins slinken maar het is tevens
van oordeel, dat de anti-revolutionaire partij, met
het oog op haar toekomst deevereischt, voor dit offer
niet mag terugdeinzen.
Wegens de snelle uitbreiding van het mond
en klauwzeer in België zijn, bij besluit van
den Commissaris der Koningin in Zeeland, met in
gang van 26 Februari, alle vergunningen tot weiding
van rundvee en tot invoer van mest uit België in
getrokken.
De stemming, gehouden bij de mijnwerkers
in Durham, is ten gunste eener werkstaking
uitgevallen. Deze werkstaking, die den llen Maart
zal uitbreken, zal aanmerkelijk bevordelijk zijn voor
de bedoelingen met den algemeenen werkstilstand,
die op dienzelfden datum begintwant wanneer de
mijnwerkers in Durham, hetwelk een der belang
rijkste steenkolenterreinen van Engeland is, niet tot
werkstaking hadden besloten, zou het kunnen zijn
dat de werkstilstand op andere steenkoolterreinen
op niets ware uitgeloopen. De mijnwerkers in Dur
ham behoorden niet tot den bond, die den werk
stilstand had geproclameerd.
Naar gemeld wordt, zijn dezer dagen van den
pensioenraad voor burgerlijke ambtenaren aan het
departement van financiën verzonden de voorstellen
met uitgewerkte memoriën van toelichting tot wij
ziging van sommige artikelen der wetten, regelende
de pensioenen der burgerlijke ambte
naren en van hunne weduwen en weezen.
Die voorstellen zijn den Minister aangeboden naar
aanleiding van eene daartoe door dezen in December
aan den pensioenraad gedane uitnoodiging.
Daar de regeering in de Tweede Kamer erkend
heeft, dat eene wijziging van sommige artikelen,
voornamelijk der »weduwenwet" wensehelijk is, ver
wacht men, dat de Minister van Financiën in het
belang van tal van weduwen en weezen, de door
den pensioenraad noodig geoordeelde veranderingen
spoedig zal onderzoeken, zoodat binnenkort die wets
ontwerpen tot wijziging der wetten van 9 Mei 1890
de Tweede Kamer zullen kunnen bereiken.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
In de bijeenkomst der Tweede Kamer op gister
middag, die goed bezocht was en ook weder door
den herstelden heer Oppedijk werd bijgewoond, is
besloten deze week verschillende kleinere ontwerpen
in de afdeelingen te onderzoeken, in de volgende
week de belastingontwerpen, de goedkeuring der
akte van Bern betreffende het goederenvervoer op
de spoorwegen en de wetsontwerpen op het Neder
landerschap en de olographische testamenten.
Toorts om Donderdag- en Vrijdagmiddag open
bare vergaderingen te houden, waarin aan de orde
zullen zijn, behalve de nominaties voor Hoogen Raad
en Rekenkamer (deze op Vrijdag), de onteigenings-
ontwerpen voor rioleering van Klarendal te Arnhem
en voor bouw van het postkantoor te Amsterdam,
verschillende conclusiën en de motie der heeren Rut
gers en Zijp. De motie van den heer Schepel tot
instelling van een departement van landbouw, die
de Voorzitter aan de orde had willen stellen, is op
verzoek des voorstellers nog wat bewaard, terwijl
de heer Bahlinann zijn broodbalasting heeft ter
aarde besteld.
Eene interpellatie kan worden tegemoet gezien
over den toestand van het krankzinnigengesticht
te 's-Gravenhage.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Ds. P. N. Pikaar alhier zal op Zondag 20
Maart a. s. zijn afscheid prediken, om de daarop
volgende week te Dieren zijne intrede te doen.
De heer J. Van Melle, werkzaam aan de school
van de Ned. Herv. gem. te Zeist, is als onderwijzer
benoemd aan de Christ, school te Zelhem. (St.)
Rechtszaken.
Gisteren stond voor de Arr.-rechtbank te Mid
delburg terecht G. K., 17 j., ter zake dat hij, des
tijds zijnde molenaarsknecht bij Cornelis Anthonie
Louwerse te Zaamslag, (den moordenaar van P. De
Kraker) aldaar van dezen, in den loop van den zo
mer van 1891, heeft vernomen, dat hij, Louwerse,
voornemens was Pieter De Kraker het leven te
benemen, teneinde daarna met diens weduwe te
kunnen trouwen, en vervolgens op 1 October 1891,
op een tijdstip, waarop de moord nog kon worden
voorkomen, van gemelden Louwerse, dat deze van
plan was dien avond P. De K. met een revolver
néér te schietenen dat beklaagde, alzoo kennis
dragende van dat voornemen, opzettelijk heeft na
gelaten daarvan tijdig kennis te geven.
Bekl. bekende de feiten en verklaarde door L.
op verschillende manieren beangstigd en gedreigd
te zijn en daarom te hebben gezwegen.
De ambtenaar van het openbaar ministerie, de heer
mi'. J. A. Van Hoek, begon met erop te wijzen dat
het feit, waarvoor bekl. terecht staat, in het oude
wetboek van strafrecht niet bekend is. Het nieuwe
wetboek bevat echter een artikel, waarbij zulk een
feit wel strafbaar wordt gesteld. Deze zaak bewijst
dat de wetgever door die opname goed zag, al is
naar sprekers meening de straf, er tegen bedreigd,
veel te gering. Waarschijnlijk heeft de wetgever
zich niet kunnen voorstellen dat een feit, als 't hier
geldt, ooit zou voorkomen. Hier toch heeft iemand,
uit vuig winstbejag, eeu daad verzwegen, die voor