stort was. Volgens door ons bekomen zeer vertrouw bare information zijn alléén goedgekeurd de tarieven en het reglement van deze maatschappij een on derlinge levensverzekering-maatschappij in welk re glement van een waarborgkapitaal volstrekt niet gesproken werd. Daarvan was het allereerst sprake in een prospectus, dat veel later het licht zag. (Het «chijnt dat dit waarborgfonds volteeken d isof het volgestort is, weten wij niet.) JDat reglement eener onderlinge levensverzekering verwart de heer Schmidt met de statuten eener naamlooze vennootschap. Poch, zooals uit voorgaande blijkt, is hier geen quaestie van een naamlooze vennootschap. Er heerscht op het oogenblik groote drukte bij de administration van het leger tengevolge van de overplaatsing »op papier" van duizenden miliciens. Zulks is een gevolg van de nieuwe localiteiten der militie, met het doel vlugger te kunnen in o b i 1 i- eeerei. De voortvarendheid, hierin door den Minister van Oorlog betoond, verdient allen lof, want de vlugste wijze van mobiliseeren kan voor ons kleine landje nooit vlug genoeg zijn. De vraag komt echter bij de Arnh. Ct. op, of het niet doelmatig zou zijn, in plaats van groote manoeuvres te houden, dit jaar de geheele militie, zij 't voor 3 dagen, op te roepen in hunne nieuwe garnizoenen, ten einde zich te overtuigen, dat ieder weet waarheen hij zich bij eene opkomst met spoed moet begeven De Minister van oorlog heeft bepaald dat aan miliciens, die voor verkorten militie- dienst in aanmerking komen, toch die verkorting moet worden toegekend, onafhankelijk of zij al dan niet hebben gebruik gemaakt van het langdurig winter verlof van 2 tot 4 maanden. Te Amsterdam is eene vergadering gehouden van deurwaarders der directe belas tingen. In verband met het gerucht, dat bij dezen Minister van Financiën een andere wijze van bezol digen van deurwaarders in behandeling was, werd op deze vergadering met algemeene stemmen een voorstel aangenomen, waarbij, zonder bepaalde aan duiding welke, een andere wijze van bezoldiging aan den Minister zou worden verzocht, met aan duiding van de vele grieven tegen de tegenwoordige. Zondag werd te Heerenveen de provinciale meeting gehouden tegen de z.g. »bloed- wet", (militiewet). Het bleek, dat de jongelingen niet het grootste deel vormden van hen die waren gekomen, om de meeting bij te wonenhet waren vooral leden van sociaal-democratische afdeelingen in Friesland en die van den Bond voor A. K. en S. Het getal personen, dat de vergadering bijwoonde, bedroeg pl. m. 1000. Als sprekers traden op de hh. Gr. L. v. d. Zwaag van Wolvega, Tj. Stienstra van Drachten, Schaper van Groningen en Tj. De Jong, voorzitter van de socialistische jongelingsver- eeniging »de jonge garde" te Heerenveen. Alle sprekers behandelden zooals trouwens te verwachten was hetzelfde onderwerp, nl. het militarisme de éen wes wat meer, de ander wat minder scherp in zijn uitdrukkingen. Alle sprekers zeiden den lotelingen aan zich niet te verzetten, waarvoor de tijd nog niet was aan gebroken, maar vooral te zorgen voor propaganda van de socialistische beginselen onder het leger. Een motie werd aangenomen, waarin het militai risme ten sterkste werd afgekeurd. De burgemeester voldeed aan het verzoek van de commissarissen van orde, de marechaussee niet te laten surveilleeren, terwijl het comité tevens had laten aanplakken de meetinggangers onthouden zich van het gebruik van sterkedrank. Alles ging zeer ordelijk toe. (TJtr. Dbl.) O.-Indië. Geplaatst bg den geneeskundigen dienst bij het garnizoen te Salatiga de paardenarts le kl. J. De Jongh. Overgeplaatst de off. van gez. 2e kl. L. H. Dominicus van den Bussche van Magelang naar Balangnipa. Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Aangenomen het -beroep bij de Evang. Luth. gem. te 's-Hage door ds. Mees, te Haarlem. Ierscke. De heer A. Timmerman, candidaat te Dordrecht, heeft voor het beroep bij de Vrije Evang. gemeente alhier bedankt. In de Nederduitsch Hervormde kerk kwamen in 1891 161 predikantsplaatsen open er werden 158 vervuld. Op 1 Januari 1892 waren 375 plaatsen onbezet. Volgens De Wageninger zal dat getal wel dra tot 350 dalen. De Kerkelijke Courant zegt echter, dat men geen reden tot gerustheid heeft. Immers sedert jaren zijn tot de evangeliebediening minder candidaten toegelaten dan noodig waren om in de geregeld ontstaande vacaturen te voorzien. En nu het getal studenten in de theologie toeneemt, komen er nog jaarlijks 20 tot 30 plaatsen open die niet kunnen worden vervuld. Er zijn dus buitengewone maat regelen noodig om het ontbrekend getal aan te vullen. Rechtszaken. Het O. M. bij het kantongerecht te Middelburg heeft 3 boete geëischt voor A. S. J., koopman, W. H., kapitein bij het Leger des Heils en W. A. O., student aan de theologische school te Kampen, allen leden van de Middernachtszending-Vereeniging te Middelburg, wegens door hen gemaakt burengerucht. Gemengde Berichten. lleinkenszand. Na de konijnen en kippen zijn thans de eenden aan de beurt om gestolen te worden. Bij een landbouwer tusschen deze gemeente en 's-Heerenhoek zijn er een negental ontvreemd. In den verloopen nacht schijnt op eene andere hoeve graan te zijn gestolen. Het is te hopen, dat onze nieuwe Brigade-commandant van de Rijksveldwaeht erin moge slagen de daders te snappen en paal en perk te stellen aan al de misdrijven, die hier elk oogenblik gepleegd worden. 's-Heerenltoek. Een overleden gegoed inge zetene heeft een, voor hare nabestaanden minder aangenaam voorbeeld gegeven met de beschikking over hare nalatenschap. Terwijl zij hare dienstmeid een goed douceur heeft toegedacht, bemaakte zij aan drie kerken en instellingen van weldadigheid al hare eigendommen, die een fiïnk kapitaal vertegenwoor digen. Hare familie werd geheel vergeten. Borsele. De influenza begint in deze gemeente ook ernstiger te heerschen. Maandag bezweek daar aan een lijder in den ouderdom van 44 jaar. Na een paar dagen ongesteldheid in lichten graad en daarop gevolgde beterschap, 'moet hij zich buiten hebben gewaagd en kort daarop ernstig ziek zijn geworden. Een waarschuwing voor andere lijders om zich niet te vroeg in de koude te begeven. Een loteling te Venloo, die zich het vorige jaar niet voor de militie aanmeldde, is door Ged. Staten voor 5 jaren ingelijfd om dadelijk 2 jaren onder de wapens te staan. Eene vrouw te Tilburg heeft eene aanklacht ingediend tegen eene buurvrouw, omdat deze haar bij een twist heeft toegevoegd: »Je bent een bac terie De politierapporten te Amsterdam vermelden eiken dag minstens een tiental gevallen van diefstal en straatroof in de hoofdstad. Hoever de brutaliteit van de dieven gaat, bewjjst wat op het Karthuizer- kerkkof maandagavond gebeurde. Daar werden heel kalm de gaslantaarns uitgedraaid en toen de politie kwam kijken wat dit te beduiden had, vond zij niet minder dan dertien staketsels van boomen reeds uit den grond getrokken. Daders verdwenen. De sergeant, die Vrijdag te Leeuwarden bij de oefening in het laden en vuren zoo deerlijkwerd verwond, is nog in den loop van den namiddag over leden. Te Middelburg is een door 100 gasverbruikers onderteekend adres van adhaesie aan het verzoek der afd. Middelburg der Vereeniging tot bevordering van fabrieks- en handwerksnijverheid in Nederland, om een afdoende controle op het gas, aan den Gemeente raad verzonden. Dat er in één dorp bij nacht 100 ingeze tenen op uit trekken naar een ander dorp, om daar gezamenlijk diefstal tè plegen, gebeurt zeker en gelukkig niet veel. Toch was dit Zaterdagnacht het geval in het zoo stille dorpje Oudehorne, 3 uur van Heerenveen gelegen. Dat dorp was in het bezit van twee luidklokken, die op het kerkhof aldaar in een klokhuis waren opgehangen en dienst deden bij begrafenissen enz. Dicht bij het bekende Oranje woud, in het dorpje Brongerga, staat ook een klok huis op het kerkhof; de daarin hangende klok was gescheurd en daarom werd deze Woensdag jl. ver vangen door een klok uit Oudehorne, zeer tegen den zin van de Oudehornester ingezetenen, die in stilte een plan beraamden om bij nacht de klok uit Brongerga terug te halen. De ingezetenen klapten niets van hun voornemen, Zaterdagavond jl. kwamen zij te zamenmen voor zag zich van takels, een wagen enz. en ruim 100 man sterk toog men naar het kerkhof te Brongerga, van welk dorp de bewoners allen reeds ter ruste lagen en niets vermoedden omtrent de snoodheid der Oude- liornesters. Het klokhuis werd beklommen, de takels werden in gereedheid gebracht enz., toen te 12 uur ongeveer gekletter van paarden gehoord werd en in vliegenden draf 4 maréchaussees kwamen aanrennen, die order gaven het kerkhof te verlaten en hen naar huis drongen. De maréchaussée, gelukkig met het oog op de meeting te Heerenveen gedetacheerd, was te half elf ruim er mede in kennis gesteld, dat eene groote menigte bedelaars uit België" zich op den weg be vond naar Oranjewoud om van douairière Bierama Oosting brood 'te eischen. Dat de maréchaussees vreemd opzagen, de gewaande bedelaars op een kerk hof vereenigd te zien, is te begrijpen, zij moesten dan ook informeeren omtrent de klokhistorie". De burgemeester Engelman te Heerenveen, inmid dels ook gewaarschuwd, verscheen des nachts met politie ook nog op het kerkhof en vond nog twee Oudehornsters in het klokhuis bezig de touwen weg te halen, die, om de klok te laten zakken, aan het klokhuis bevestigd waren. Deze personen verlieten op bevel van den burgemeester hun hoog standpunt en werden door de politie naar Oranjewoud geleid, waar zij des nachts nog door den burgemeester ver hoord werden, die het touw in beslag nam. Zij be kenden volmondig dat het plan van hen en de andere Oudehornsters geweest was, de klok weer naar dat dorp terug te brengen, van oordeel, dat aan dit dorp de klok in eigendom toekwam. Dat dit nachtelijk avontuur te Heerenveen, waar zooals gewoonlijk reeds allerlei geruchten gingen, veel drukte veroorzaakte is te begrijpen, vooral toen de maréchaussée in vlie gende galop vertrok. Begin dezer maand kwamen te Breda een paar Amsterdamsche heeren bij een weduwe op den Haag- dijk, die kamers verhuurt, en huurden daar eene kamer met slaapkamer tegen 32 's maands. Een hunner vond het beter zijn eigen naam niet op te geven aan de juffrouw en koos dus een anderen. Ook vonden beide heeren het niet noodig te zeggen dat zij zonder werk en met hun beiden negen centen rijk waren, waarom zij voorgaven telegrafisten te zijn en aldaar aan het spoor geplaatst te wezen. Nu kwam het der juffrouw des avonds reeds voor, dat de bagage van de heeren wel wat klein, hun linnengoed niet al te frisch, hunne kleederen niet bijzonder heerachtig waren. En toen de heeren bij hun souper een halve flesch jenever verlangden »de juffrouw moest 't maar opschrjjven" toen nam zij zich voor om den anderen dag zich eens aan 't station te informeeren. Zij deed zulks, met het gevolg dat zij van 't station naar de politie ging, en de beide heeren", op vermoeden van op lichting en landlooperij nog dienzelfden dag voor rijks-rekening eene kamer bekwamen in het Hotel de la Parapluie". Als schrijver van het befaamde »coeaïne-arti- kel" in de plaatselijke bladen te Dordrecht heeft zich doen kennen de heer J. A. J. v. d. Ven, apotheker aldaar en lid van den Raad. In zooverre is het schrijven van den heer v. d. Ven, waarbij deze erken tenis wordt gedaan, een succes voor Sequahdoch aan den anderen kant is de zaak anders geloopen dan Davenport voorspeld had niet als boetvaardig zondaar meldt de schrijver zich aan. Alleen verwijst hij er naar dat hij reeds vroeger, onder hetzelfde pseudoniem als waarmede hij het cocaïne-artikel" onderteekende, zijne beschuldiging in de Dordtsche bladen heeft gerectificeerd, met de verklaring dat de hoeveelheid der door Sequah's dokter bij den apo theker Baumann gekochte cocaïne niet toereikend was om Sequah te verdenken, dat hij er zijne patiënten vooraf mede bedwelmde of gevoelloos maakte. Voor het overige verklaart de heer v. d. V., dat hij geene persoonlijke beleediging van Davenport bedoelde. Hit Heerenveen meldt men Zaterdag is ge durende den geheelen dag in het Oranjewoud door politie en maréchaussée gesurveilleerd, tengevolge van de dreigende houding, door sommigen tegen een paar aldaar wonende grondbezitters aangenomen. Over het Haagsche krankzinnigengesticht schrijft de heer Blok in het Utrechtseh Dagblad »Er stond (in de geschiedenis van bovengenoemd gesticht) niemand op om iets te weerleggen, te weerspreken of te verklaren", zegt de schrijver van de Haagsche Sprokkelingen" in uw jongste nummer, Mijnheer de Redacteur. Toch is dit wel geschied. Ik heb treffende verkla ringen gelezen. Zij berusten in het bureau van den directeur van het gesticht, die zoo welwillend was, ze mij ter inzage te geven, toen ik, belanghebbende in deze, het voorrecht had, bij een onverwacht bezoek aan een patiënte, de inrichting te bezichtingen in al hare onderdeden. Het bestuur drijft de bescheiden heid en het kalme vertrouwen in zijn goed recht zóóver, om die hoogst gewichtige, uit eigen bewe ging geschreven brieven in portefeuille te houden. Ik kan mij dit zeer goed voorstellen. Voor mij al thans waren ze volmaakt overbodig. Ik heb, te midden van het kabaal, nog geen enkel oogenblik getwijfeld aan de goede liefderijke behandeling van de patiënten in het Haagsche gesticht. Daartoe had ik te veel schitterende getuigenissen, van jaren her en uit verschillende kringen, getuigenissen die ik, des gevraagd, volkomen bereid ben in het openbaar toe te lichten. Daartoe had ik ook eene sprekende ervaring, in eigen omgeving, van meer dan 26 jaren. En die onverdeeld gunstige indruk is in hooge mate versterkt door de bezichtiging, waaraan ik geruimen tijd wijdde, van het gesticht, die mij vergund werd op het tijdstip van mijn te eeuenmale onverwacht ziekenbezoek. Hebben de journalisten, ook de scherpste critici, zich ooit de moeite gegeven van zulk een persoonlijk onderzoek, dat hun, naar ik meen te mogen aan nemen, gaarne zou zijn toegestaan Reden is er, hieraan ernstig te twijfelen. En dat is zeer jammer, ook voor de waarde van hunne, minst genomen op zeer eenzijdige gegevens berustende, oordeelvellingen. Ik ben zoo vrij hun dat bezoek alsnog in gemoede aan te bevelen. Meer wil ik er thans niet van zeggen. Alleen mag ik de opmerking niet terughouden, dat, terwijl de schrijver der Sprokkelingen spreekt van hetgeen de heer Hij mans v. Wadenoyen (een leek) in den gemeenteraad heeft gevraagd, hij niet ver meldt wat dr. Van Tienhoven, afgetreden directeur van het gemeentelijk ziekenhuis, heeft verlangd ter bespoediging der opneming van lijders in het Haag sche krankzinnigengesticht. Naar De Tijd verneemt, vermeerdert dagelijks het getal influenza-lijders in de Gasthuizen en in het Hospitaal te Amsterdam, zoodat, mocht die toe stand voortduren, de miliciens, die met winterverlof zijn, zullen moeten worden opgeroepen. Door de familieleden van wijlen mej. Lampe te Venloo is gerechtelijk beslag gelegd op hare ge heele nalatenschap, die ongeveer drie ton bedraagt. Zooals reeds gemeld is, had de overledene haar ge heele vermogen vermaakt aan de R. K. Martinus- kerk, doch in het testament staat alleen»Ik ver maak mijn geheele vermogen aan de parochie van den Heiligen Martinus te Venloo". Wijl nu een dus danig lichaam te Venloo niet bestaat, vermeenen de familiebetrekkingen dat de schenking nietig is. (N. R. Ct.) Een winkelier in goud en zilver te Bergen-op- Zoom is de dupe van een sluwe oplichtster geweest. Op naam van eene geachte familie in de Station straat wist zij de vrouw van den goudsmid, door allerlei verdichte praatjes, te bewegen tot afgifte op zicht van verscheidene gouden sieraden, tot een waarde van 43. De brutale oplichtster, eene dienst bode zonder betrekking, werd nog des avonds door de politie opgespoord en gearresteerd. Het mocht haar tevens gelukken de gouden versierselen, die reeds in andere handen waren overgegaan, op te sporen en in beslag te nemen. In de gevangenis te Agram heeft zich de influenza in talrijke gevallen van zeer bijzonderen aard voorgedaan. De patiënten worden er plotseling door overvallenzij klagen over zware hoofdpijnen en verliezen dan op eenmaal 't gezicht gelukkig slechts tijdelijk en soms ook maar ten deele. De Engelschen eten de meeste boter, nl. 13 pond per hoofd en per jaar. fn Duitschland is het gemiddeld verbruik 8, in Nederland 6, in Frankrijk 4 en in Italië 1 pond per hoofd en per jaar. Het totaal verbruik bedroeg in Engeland in 1891 10 millioen pond natuur- en 4 millioen pond margarine- boter. Uit Weenen wordt aan de Times gemeld dat daar sedert eenigen tijd ëene katarrhale aandoening van de ingewanden epidemisch voorkomt, die door sommige geneeskundigen geacht wordt wèl, door anderen niet met de influenza in verband te staan. Men heeft haar aanvankelijk aan het drinkwater toegeschreven, maar deze meening is onjuist gebleken. De beruchte l'ööVerhoofdman Athanasius leeft nu, volgens de laatste berichten, van zijne renten in een plaats bij de Turksche grens. Hij doet daar veel wel, is er zeer geacht en bemind en ontvangt bezoeken van de aanzienlijkste lieden. Te New-York is Zondagnacht het Hotel Royal do'or een brand geheel verwoest. De brand ontstond in den ophijschkoker, hetgeen de snelle verspreiding der vlammen verklaart. Het hotel, waarin plaats was voor 200 gasten, was Zaterdag nagenoeg vol. Het is onbekend hoeveel er ontsnapten, maar 100 worden er vermist. Een 65 konden langs brandlad ders of door opvangen in netten gered worden. De influenza schijnt te Londen aan het af nemen te zijn, In verband met dit heuglijke ver schijnsel uit de Pall Mall Gazette den wensch, dat er door de overheid evenveel bezorgdheid mocht aan den dag gelegd worden voor menschen als voor vee. Heel de regeering (zegt het blad) is op hare achterste beenen wegens het ontschepen van 46 Deensche runderendie beschuldigd worden van mond- en klauwzeer. Hadden deze koeien influenza meegebracht, dan zouden wij vermoedelijk heel wat spoediger op de hoogte zijn der middelen tot het weren en tegengaan der plaag, dan nu zij slechts onder menschen heerschende is. Te Solo zijn dezer dagen achtereenvolgens plotseling in éen huis aan de cholera overleden de gepensioneerde dirigeerend officier van gezondheid der 2e kl. dr. T.., diens echtgenoote en dochter, welke laatstgenoemde gehuwd was met den heer R., benevens de kokkin van het huisgezin. Men verdiept zich in gissingen over de oorzaak dezer plotselinge sterfgevallen door sommigen wordt als zoodanig genoemd het eten van minder versche en daardoor vergiftigde visch of garnalendoch zekerheid daaromtrent bestaat er nog volstrekt niet. (Loc.) Een staaltje van den geest onzer eeuw. Een zeer eigenaardig middel om klandizie te trekken, werd dezer dagen met veel succes toegepast door een winkelier in kruidenierswaren te Berlijn. Hij scheen daarbij voornamelijk het oog gehad te hebben op de dienstmeisjes in de buurt en om deze voor geruimen tijd aan zijn winkel te verbinden, ging hij op de volgende wijze te werk Hij hing vóór de ramen losse vellen van boeiende volksromans, met de mededeeling dat de winkelwaren in een vel van die romans zouden worden ingepakt. Reeds den eersten dag bleek deze reclame gelukt te zijn. Den geheelen dag verdrongen zich voor zyn toonbank dienstmeisjes en anderen, trouwe lezers en lezeressen van de jaar uit jaar in verschijnende sensatie-romans. De winkelier kwam handen te kort, om zijn klan ten te bedienen en reeds den derden dag zag hij zich verplicht zijn winkelpersoneel, bestaande uit hemen zijn vrouw, met een bediende te vermeerderen. De koddigste tooneelen hadden nu voor de toon bank van den winkelier-menschenkenner plaats. »Een pond kaas, asjeblieft! Maar wil u het inpak ken in het tweede vel van De vreeselijke misdaad ?u Zeker juffie 'n Mooie roman, vindt u niet >0, prachtig Wat 'n schurk, die dat arme schepsel vermoordde. Weet uwee of ie nog gepakt wordt t>Zeker, juffie, als u het vijfde pond kaas komt halen, dan zit hij al lang in de doos". En de meid gaat heen met haar pond kaas in De vreeselijke misdaad gepakt en met de stille hoop, dat mijnheer en mevrouw die kaas erg lekker zullen vinden en er veel van eten, zich voornemende in onbewaakte oogenblikken daaraan geducht mede te werken. Anderhalf pond rijst, mijnheerMaar wil u een zak maken van De zoon van den galeiboef, 't vierde vel asjeblieft". »Ze schjjnen bij u veel van. rijst te houden", zegt de winkelier ondeugend. 't Is voor de kippen, mijnheer en om dezen tijd van het jaar, ziet uwe, as de beesten in den tuin niets vinden kunnen, dan moeten ze wel drogen kost hebben". Asjeblief, juffie, anderhalf pond rijst in den Ga leiboef Een andere dienstbode reikt den winkelier een vuil, vet vel over met de woorden»Hè, meneer, wat heit u me daar gisteren te pakken gehad. Ik was al in het derde deel van Schinderhannes en nu geeft u me gisteren Het betooverde kasteelkan u dat nog ruilen, dan krijg ik nu vier en vijf van Schinderhannes met een half pond krenten en ander half ons spek. Maar wil u daar eerst een stukkie krant om doen anders wordt Schinderhannes vet". »Meheer", zoo roept een andere, »wilt u me een ander vel geven van De bruid van den roofridder er ligt een groote vetvlak op". Karei zoo wendt de winkelier zich tot zijn bediende geeft de juffrouw even een bruid zon der vlek". Daarna vraagt hij aan een nog jong meisje, wat zij belieft. »Een ons klontjes voor de verkoudheid", zegt ze met een schuchter stemmetje. »En waarin moet ik het pakken, jongejuffrouw Bijna fluisterend antwoordt zeDoet u het maar in KU^pende harten. Doch wil u het niet zoo erg kreuken". Zeker, juffertje. Karei geeft de juffrouw even een ons klontjes met Kloppende hartende juffrouw zal ze zelf wel brakken". En zoo gaat het voort den geheelen dag en de geheele week en waarschijnlijk kan het nog zoo langen tijd doorgaan, want de winkelier heeft nog een massa sensatie-romans op zolder liggen. In den omtrek van Bardi, bij Piacenza, heeft zich een vreemd verschijnsel voorgedaan. Na een sneeuwstorm, welke 48 uren aanhield, was de sneeuw over groote uitgestrektheden als met een zwart poeder bedekt, dat echter bij onderzoek uit myriaden, zeer beweeglijke zwarte insecten, bleek te bestaan van de rootte eener vloo. De geringste aanraking was vol- oende om hen te verpletteren.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1892 | | pagina 2