stort was. Volgens door ons bekomen zeer vertrouw
bare information zijn alléén goedgekeurd de tarieven
en het reglement van deze maatschappij een on
derlinge levensverzekering-maatschappij in welk re
glement van een waarborgkapitaal volstrekt niet
gesproken werd. Daarvan was het allereerst sprake
in een prospectus, dat veel later het licht zag. (Het
«chijnt dat dit waarborgfonds volteeken d isof het
volgestort is, weten wij niet.) JDat reglement eener
onderlinge levensverzekering verwart de heer Schmidt
met de statuten eener naamlooze vennootschap. Poch,
zooals uit voorgaande blijkt, is hier geen quaestie
van een naamlooze vennootschap.
Er heerscht op het oogenblik groote drukte
bij de administration van het leger tengevolge van
de overplaatsing »op papier" van duizenden miliciens.
Zulks is een gevolg van de nieuwe localiteiten der
militie, met het doel vlugger te kunnen in o b i 1 i-
eeerei.
De voortvarendheid, hierin door den Minister van
Oorlog betoond, verdient allen lof, want de vlugste
wijze van mobiliseeren kan voor ons kleine landje
nooit vlug genoeg zijn.
De vraag komt echter bij de Arnh. Ct. op, of het niet
doelmatig zou zijn, in plaats van groote manoeuvres
te houden, dit jaar de geheele militie, zij 't voor
3 dagen, op te roepen in hunne nieuwe garnizoenen,
ten einde zich te overtuigen, dat ieder weet waarheen
hij zich bij eene opkomst met spoed moet begeven
De Minister van oorlog heeft bepaald dat aan
miliciens, die voor verkorten militie-
dienst in aanmerking komen, toch die verkorting
moet worden toegekend, onafhankelijk of zij al dan
niet hebben gebruik gemaakt van het langdurig
winter verlof van 2 tot 4 maanden.
Te Amsterdam is eene vergadering gehouden
van deurwaarders der directe belas
tingen. In verband met het gerucht, dat bij dezen
Minister van Financiën een andere wijze van bezol
digen van deurwaarders in behandeling was, werd
op deze vergadering met algemeene stemmen een
voorstel aangenomen, waarbij, zonder bepaalde aan
duiding welke, een andere wijze van bezoldiging
aan den Minister zou worden verzocht, met aan
duiding van de vele grieven tegen de tegenwoordige.
Zondag werd te Heerenveen de provinciale
meeting gehouden tegen de z.g. »bloed-
wet", (militiewet). Het bleek, dat de jongelingen
niet het grootste deel vormden van hen die waren
gekomen, om de meeting bij te wonenhet waren
vooral leden van sociaal-democratische afdeelingen
in Friesland en die van den Bond voor A. K. en S.
Het getal personen, dat de vergadering bijwoonde,
bedroeg pl. m. 1000. Als sprekers traden op de
hh. Gr. L. v. d. Zwaag van Wolvega, Tj. Stienstra
van Drachten, Schaper van Groningen en Tj. De
Jong, voorzitter van de socialistische jongelingsver-
eeniging »de jonge garde" te Heerenveen.
Alle sprekers behandelden zooals trouwens
te verwachten was hetzelfde onderwerp, nl. het
militarisme de éen wes wat meer, de ander wat
minder scherp in zijn uitdrukkingen.
Alle sprekers zeiden den lotelingen aan zich niet
te verzetten, waarvoor de tijd nog niet was aan
gebroken, maar vooral te zorgen voor propaganda
van de socialistische beginselen onder het leger.
Een motie werd aangenomen, waarin het militai
risme ten sterkste werd afgekeurd. De burgemeester
voldeed aan het verzoek van de commissarissen van
orde, de marechaussee niet te laten surveilleeren,
terwijl het comité tevens had laten aanplakken
de meetinggangers onthouden zich van het gebruik
van sterkedrank. Alles ging zeer ordelijk toe.
(TJtr. Dbl.)
O.-Indië. Geplaatst bg den geneeskundigen dienst
bij het garnizoen te Salatiga de paardenarts le kl.
J. De Jongh. Overgeplaatst de off. van gez.
2e kl. L. H. Dominicus van den Bussche
van Magelang naar Balangnipa.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Aangenomen het -beroep bij de Evang. Luth.
gem. te 's-Hage door ds. Mees, te Haarlem.
Ierscke. De heer A. Timmerman, candidaat te
Dordrecht, heeft voor het beroep bij de Vrije Evang.
gemeente alhier bedankt.
In de Nederduitsch Hervormde kerk kwamen
in 1891 161 predikantsplaatsen open er werden 158
vervuld. Op 1 Januari 1892 waren 375 plaatsen
onbezet. Volgens De Wageninger zal dat getal wel
dra tot 350 dalen. De Kerkelijke Courant zegt echter,
dat men geen reden tot gerustheid heeft. Immers
sedert jaren zijn tot de evangeliebediening minder
candidaten toegelaten dan noodig waren om in de
geregeld ontstaande vacaturen te voorzien. En nu het
getal studenten in de theologie toeneemt, komen er
nog jaarlijks 20 tot 30 plaatsen open die niet kunnen
worden vervuld. Er zijn dus buitengewone maat
regelen noodig om het ontbrekend getal aan te vullen.
Rechtszaken.
Het O. M. bij het kantongerecht te Middelburg
heeft 3 boete geëischt voor A. S. J., koopman,
W. H., kapitein bij het Leger des Heils en W. A. O.,
student aan de theologische school te Kampen, allen
leden van de Middernachtszending-Vereeniging te
Middelburg, wegens door hen gemaakt burengerucht.
Gemengde Berichten.
lleinkenszand. Na de konijnen en kippen zijn
thans de eenden aan de beurt om gestolen te worden.
Bij een landbouwer tusschen deze gemeente en
's-Heerenhoek zijn er een negental ontvreemd. In
den verloopen nacht schijnt op eene andere hoeve
graan te zijn gestolen. Het is te hopen, dat onze
nieuwe Brigade-commandant van de Rijksveldwaeht
erin moge slagen de daders te snappen en paal en
perk te stellen aan al de misdrijven, die hier elk
oogenblik gepleegd worden.
's-Heerenltoek. Een overleden gegoed inge
zetene heeft een, voor hare nabestaanden minder
aangenaam voorbeeld gegeven met de beschikking
over hare nalatenschap. Terwijl zij hare dienstmeid
een goed douceur heeft toegedacht, bemaakte zij aan
drie kerken en instellingen van weldadigheid al hare
eigendommen, die een fiïnk kapitaal vertegenwoor
digen. Hare familie werd geheel vergeten.
Borsele. De influenza begint in deze gemeente
ook ernstiger te heerschen. Maandag bezweek daar
aan een lijder in den ouderdom van 44 jaar. Na een
paar dagen ongesteldheid in lichten graad en daarop
gevolgde beterschap, 'moet hij zich buiten hebben
gewaagd en kort daarop ernstig ziek zijn geworden.
Een waarschuwing voor andere lijders om zich niet
te vroeg in de koude te begeven.
Een loteling te Venloo, die zich het vorige jaar
niet voor de militie aanmeldde, is door Ged. Staten
voor 5 jaren ingelijfd om dadelijk 2 jaren onder de
wapens te staan.
Eene vrouw te Tilburg heeft eene aanklacht
ingediend tegen eene buurvrouw, omdat deze haar
bij een twist heeft toegevoegd: »Je bent een bac
terie
De politierapporten te Amsterdam vermelden
eiken dag minstens een tiental gevallen van diefstal
en straatroof in de hoofdstad. Hoever de brutaliteit
van de dieven gaat, bewjjst wat op het Karthuizer-
kerkkof maandagavond gebeurde. Daar werden heel
kalm de gaslantaarns uitgedraaid en toen de politie
kwam kijken wat dit te beduiden had, vond zij niet
minder dan dertien staketsels van boomen reeds uit
den grond getrokken. Daders verdwenen.
De sergeant, die Vrijdag te Leeuwarden bij de
oefening in het laden en vuren zoo deerlijkwerd
verwond, is nog in den loop van den namiddag over
leden.
Te Middelburg is een door 100 gasverbruikers
onderteekend adres van adhaesie aan het verzoek der
afd. Middelburg der Vereeniging tot bevordering van
fabrieks- en handwerksnijverheid in Nederland, om
een afdoende controle op het gas, aan den Gemeente
raad verzonden.
Dat er in één dorp bij nacht 100 ingeze
tenen op uit trekken naar een ander dorp, om daar
gezamenlijk diefstal tè plegen, gebeurt zeker en
gelukkig niet veel. Toch was dit Zaterdagnacht
het geval in het zoo stille dorpje Oudehorne, 3
uur van Heerenveen gelegen. Dat dorp was in het
bezit van twee luidklokken, die op het kerkhof aldaar
in een klokhuis waren opgehangen en dienst deden
bij begrafenissen enz. Dicht bij het bekende Oranje
woud, in het dorpje Brongerga, staat ook een klok
huis op het kerkhof; de daarin hangende klok was
gescheurd en daarom werd deze Woensdag jl. ver
vangen door een klok uit Oudehorne, zeer tegen
den zin van de Oudehornester ingezetenen, die in
stilte een plan beraamden om bij nacht de klok uit
Brongerga terug te halen.
De ingezetenen klapten niets van hun voornemen,
Zaterdagavond jl. kwamen zij te zamenmen voor
zag zich van takels, een wagen enz. en ruim 100
man sterk toog men naar het kerkhof te Brongerga,
van welk dorp de bewoners allen reeds ter ruste lagen
en niets vermoedden omtrent de snoodheid der Oude-
liornesters. Het klokhuis werd beklommen, de takels
werden in gereedheid gebracht enz., toen te 12 uur
ongeveer gekletter van paarden gehoord werd en in
vliegenden draf 4 maréchaussees kwamen aanrennen,
die order gaven het kerkhof te verlaten en hen naar
huis drongen.
De maréchaussée, gelukkig met het oog op de
meeting te Heerenveen gedetacheerd, was te half
elf ruim er mede in kennis gesteld, dat eene groote
menigte bedelaars uit België" zich op den weg be
vond naar Oranjewoud om van douairière Bierama
Oosting brood 'te eischen. Dat de maréchaussees
vreemd opzagen, de gewaande bedelaars op een kerk
hof vereenigd te zien, is te begrijpen, zij moesten
dan ook informeeren omtrent de klokhistorie".
De burgemeester Engelman te Heerenveen, inmid
dels ook gewaarschuwd, verscheen des nachts met
politie ook nog op het kerkhof en vond nog twee
Oudehornsters in het klokhuis bezig de touwen weg
te halen, die, om de klok te laten zakken, aan het
klokhuis bevestigd waren. Deze personen verlieten
op bevel van den burgemeester hun hoog standpunt
en werden door de politie naar Oranjewoud geleid,
waar zij des nachts nog door den burgemeester ver
hoord werden, die het touw in beslag nam. Zij be
kenden volmondig dat het plan van hen en de andere
Oudehornsters geweest was, de klok weer naar dat
dorp terug te brengen, van oordeel, dat aan dit dorp
de klok in eigendom toekwam. Dat dit nachtelijk
avontuur te Heerenveen, waar zooals gewoonlijk reeds
allerlei geruchten gingen, veel drukte veroorzaakte
is te begrijpen, vooral toen de maréchaussée in vlie
gende galop vertrok.
Begin dezer maand kwamen te Breda een paar
Amsterdamsche heeren bij een weduwe op den Haag-
dijk, die kamers verhuurt, en huurden daar eene
kamer met slaapkamer tegen 32 's maands. Een
hunner vond het beter zijn eigen naam niet op te
geven aan de juffrouw en koos dus een anderen.
Ook vonden beide heeren het niet noodig te zeggen
dat zij zonder werk en met hun beiden negen centen
rijk waren, waarom zij voorgaven telegrafisten te
zijn en aldaar aan het spoor geplaatst te wezen.
Nu kwam het der juffrouw des avonds reeds
voor, dat de bagage van de heeren wel wat klein,
hun linnengoed niet al te frisch, hunne kleederen
niet bijzonder heerachtig waren. En toen de heeren
bij hun souper een halve flesch jenever verlangden
»de juffrouw moest 't maar opschrjjven" toen
nam zij zich voor om den anderen dag zich eens
aan 't station te informeeren. Zij deed zulks, met
het gevolg dat zij van 't station naar de politie
ging, en de beide heeren", op vermoeden van op
lichting en landlooperij nog dienzelfden dag voor
rijks-rekening eene kamer bekwamen in het Hotel
de la Parapluie".
Als schrijver van het befaamde »coeaïne-arti-
kel" in de plaatselijke bladen te Dordrecht heeft zich
doen kennen de heer J. A. J. v. d. Ven, apotheker
aldaar en lid van den Raad. In zooverre is het
schrijven van den heer v. d. Ven, waarbij deze erken
tenis wordt gedaan, een succes voor Sequahdoch
aan den anderen kant is de zaak anders geloopen
dan Davenport voorspeld had niet als boetvaardig
zondaar meldt de schrijver zich aan. Alleen verwijst
hij er naar dat hij reeds vroeger, onder hetzelfde
pseudoniem als waarmede hij het cocaïne-artikel"
onderteekende, zijne beschuldiging in de Dordtsche
bladen heeft gerectificeerd, met de verklaring dat de
hoeveelheid der door Sequah's dokter bij den apo
theker Baumann gekochte cocaïne niet toereikend
was om Sequah te verdenken, dat hij er zijne patiënten
vooraf mede bedwelmde of gevoelloos maakte. Voor
het overige verklaart de heer v. d. V., dat hij geene
persoonlijke beleediging van Davenport bedoelde.
Hit Heerenveen meldt men Zaterdag is ge
durende den geheelen dag in het Oranjewoud door
politie en maréchaussée gesurveilleerd, tengevolge
van de dreigende houding, door sommigen tegen een
paar aldaar wonende grondbezitters aangenomen.
Over het Haagsche krankzinnigengesticht schrijft
de heer Blok in het Utrechtseh Dagblad
»Er stond (in de geschiedenis van bovengenoemd
gesticht) niemand op om iets te weerleggen, te
weerspreken of te verklaren", zegt de schrijver van
de Haagsche Sprokkelingen" in uw jongste nummer,
Mijnheer de Redacteur.
Toch is dit wel geschied. Ik heb treffende verkla
ringen gelezen. Zij berusten in het bureau van den
directeur van het gesticht, die zoo welwillend was, ze
mij ter inzage te geven, toen ik, belanghebbende in
deze, het voorrecht had, bij een onverwacht bezoek
aan een patiënte, de inrichting te bezichtingen in al
hare onderdeden. Het bestuur drijft de bescheiden
heid en het kalme vertrouwen in zijn goed recht
zóóver, om die hoogst gewichtige, uit eigen bewe
ging geschreven brieven in portefeuille te houden.
Ik kan mij dit zeer goed voorstellen. Voor mij al
thans waren ze volmaakt overbodig. Ik heb, te
midden van het kabaal, nog geen enkel oogenblik
getwijfeld aan de goede liefderijke behandeling van
de patiënten in het Haagsche gesticht. Daartoe had
ik te veel schitterende getuigenissen, van jaren her
en uit verschillende kringen, getuigenissen die ik,
des gevraagd, volkomen bereid ben in het openbaar
toe te lichten. Daartoe had ik ook eene sprekende
ervaring, in eigen omgeving, van meer dan 26 jaren.
En die onverdeeld gunstige indruk is in hooge mate
versterkt door de bezichtiging, waaraan ik geruimen
tijd wijdde, van het gesticht, die mij vergund werd
op het tijdstip van mijn te eeuenmale onverwacht
ziekenbezoek.
Hebben de journalisten, ook de scherpste critici,
zich ooit de moeite gegeven van zulk een persoonlijk
onderzoek, dat hun, naar ik meen te mogen aan
nemen, gaarne zou zijn toegestaan Reden is er,
hieraan ernstig te twijfelen. En dat is zeer jammer,
ook voor de waarde van hunne, minst genomen op
zeer eenzijdige gegevens berustende, oordeelvellingen.
Ik ben zoo vrij hun dat bezoek alsnog in gemoede
aan te bevelen. Meer wil ik er thans niet van zeggen.
Alleen mag ik de opmerking niet terughouden, dat,
terwijl de schrijver der Sprokkelingen spreekt van
hetgeen de heer Hij mans v. Wadenoyen (een leek)
in den gemeenteraad heeft gevraagd, hij niet ver
meldt wat dr. Van Tienhoven, afgetreden directeur
van het gemeentelijk ziekenhuis, heeft verlangd ter
bespoediging der opneming van lijders in het Haag
sche krankzinnigengesticht.
Naar De Tijd verneemt, vermeerdert dagelijks
het getal influenza-lijders in de Gasthuizen en in
het Hospitaal te Amsterdam, zoodat, mocht die toe
stand voortduren, de miliciens, die met winterverlof
zijn, zullen moeten worden opgeroepen.
Door de familieleden van wijlen mej. Lampe
te Venloo is gerechtelijk beslag gelegd op hare ge
heele nalatenschap, die ongeveer drie ton bedraagt.
Zooals reeds gemeld is, had de overledene haar ge
heele vermogen vermaakt aan de R. K. Martinus-
kerk, doch in het testament staat alleen»Ik ver
maak mijn geheele vermogen aan de parochie van
den Heiligen Martinus te Venloo". Wijl nu een dus
danig lichaam te Venloo niet bestaat, vermeenen de
familiebetrekkingen dat de schenking nietig is.
(N. R. Ct.)
Een winkelier in goud en zilver te Bergen-op-
Zoom is de dupe van een sluwe oplichtster geweest.
Op naam van eene geachte familie in de Station
straat wist zij de vrouw van den goudsmid, door
allerlei verdichte praatjes, te bewegen tot afgifte op
zicht van verscheidene gouden sieraden, tot een
waarde van 43. De brutale oplichtster, eene dienst
bode zonder betrekking, werd nog des avonds door
de politie opgespoord en gearresteerd. Het mocht
haar tevens gelukken de gouden versierselen, die
reeds in andere handen waren overgegaan, op te
sporen en in beslag te nemen.
In de gevangenis te Agram heeft zich de
influenza in talrijke gevallen van zeer bijzonderen
aard voorgedaan. De patiënten worden er plotseling
door overvallenzij klagen over zware hoofdpijnen
en verliezen dan op eenmaal 't gezicht gelukkig
slechts tijdelijk en soms ook maar ten deele.
De Engelschen eten de meeste boter, nl. 13
pond per hoofd en per jaar. fn Duitschland is het
gemiddeld verbruik 8, in Nederland 6, in Frankrijk
4 en in Italië 1 pond per hoofd en per jaar. Het
totaal verbruik bedroeg in Engeland in 1891 10
millioen pond natuur- en 4 millioen pond margarine-
boter.
Uit Weenen wordt aan de Times gemeld dat
daar sedert eenigen tijd ëene katarrhale aandoening
van de ingewanden epidemisch voorkomt, die door
sommige geneeskundigen geacht wordt wèl, door
anderen niet met de influenza in verband te staan.
Men heeft haar aanvankelijk aan het drinkwater
toegeschreven, maar deze meening is onjuist gebleken.
De beruchte l'ööVerhoofdman Athanasius leeft
nu, volgens de laatste berichten, van zijne renten
in een plaats bij de Turksche grens. Hij doet daar
veel wel, is er zeer geacht en bemind en ontvangt
bezoeken van de aanzienlijkste lieden.
Te New-York is Zondagnacht het Hotel Royal
do'or een brand geheel verwoest. De brand ontstond
in den ophijschkoker, hetgeen de snelle verspreiding
der vlammen verklaart. Het hotel, waarin plaats
was voor 200 gasten, was Zaterdag nagenoeg vol.
Het is onbekend hoeveel er ontsnapten, maar 100
worden er vermist. Een 65 konden langs brandlad
ders of door opvangen in netten gered worden.
De influenza schijnt te Londen aan het af
nemen te zijn, In verband met dit heuglijke ver
schijnsel uit de Pall Mall Gazette den wensch, dat
er door de overheid evenveel bezorgdheid mocht
aan den dag gelegd worden voor menschen als voor
vee. Heel de regeering (zegt het blad) is op hare
achterste beenen wegens het ontschepen van 46
Deensche runderendie beschuldigd worden van
mond- en klauwzeer. Hadden deze koeien influenza
meegebracht, dan zouden wij vermoedelijk heel wat
spoediger op de hoogte zijn der middelen tot het
weren en tegengaan der plaag, dan nu zij slechts
onder menschen heerschende is.
Te Solo zijn dezer dagen achtereenvolgens
plotseling in éen huis aan de cholera overleden de
gepensioneerde dirigeerend officier van gezondheid
der 2e kl. dr. T.., diens echtgenoote en dochter,
welke laatstgenoemde gehuwd was met den heer
R., benevens de kokkin van het huisgezin.
Men verdiept zich in gissingen over de oorzaak
dezer plotselinge sterfgevallen door sommigen wordt
als zoodanig genoemd het eten van minder versche
en daardoor vergiftigde visch of garnalendoch
zekerheid daaromtrent bestaat er nog volstrekt niet.
(Loc.)
Een staaltje van den geest onzer eeuw. Een
zeer eigenaardig middel om klandizie te trekken,
werd dezer dagen met veel succes toegepast door
een winkelier in kruidenierswaren te Berlijn. Hij
scheen daarbij voornamelijk het oog gehad te hebben
op de dienstmeisjes in de buurt en om deze voor
geruimen tijd aan zijn winkel te verbinden, ging
hij op de volgende wijze te werk
Hij hing vóór de ramen losse vellen van boeiende
volksromans, met de mededeeling dat de winkelwaren
in een vel van die romans zouden worden ingepakt.
Reeds den eersten dag bleek deze reclame gelukt
te zijn. Den geheelen dag verdrongen zich voor zyn
toonbank dienstmeisjes en anderen, trouwe lezers en
lezeressen van de jaar uit jaar in verschijnende
sensatie-romans.
De winkelier kwam handen te kort, om zijn klan
ten te bedienen en reeds den derden dag zag hij zich
verplicht zijn winkelpersoneel, bestaande uit hemen
zijn vrouw, met een bediende te vermeerderen.
De koddigste tooneelen hadden nu voor de toon
bank van den winkelier-menschenkenner plaats.
»Een pond kaas, asjeblieft! Maar wil u het inpak
ken in het tweede vel van De vreeselijke misdaad ?u
Zeker juffie 'n Mooie roman, vindt u niet
>0, prachtig Wat 'n schurk, die dat arme schepsel
vermoordde. Weet uwee of ie nog gepakt wordt
t>Zeker, juffie, als u het vijfde pond kaas komt
halen, dan zit hij al lang in de doos".
En de meid gaat heen met haar pond kaas in
De vreeselijke misdaad gepakt en met de stille hoop,
dat mijnheer en mevrouw die kaas erg lekker zullen
vinden en er veel van eten, zich voornemende in
onbewaakte oogenblikken daaraan geducht mede te
werken.
Anderhalf pond rijst, mijnheerMaar wil u een
zak maken van De zoon van den galeiboef, 't vierde
vel asjeblieft".
»Ze schjjnen bij u veel van. rijst te houden", zegt
de winkelier ondeugend.
't Is voor de kippen, mijnheer en om dezen tijd
van het jaar, ziet uwe, as de beesten in den tuin
niets vinden kunnen, dan moeten ze wel drogen
kost hebben".
Asjeblief, juffie, anderhalf pond rijst in den Ga
leiboef
Een andere dienstbode reikt den winkelier een
vuil, vet vel over met de woorden»Hè, meneer,
wat heit u me daar gisteren te pakken gehad. Ik
was al in het derde deel van Schinderhannes en nu
geeft u me gisteren Het betooverde kasteelkan u
dat nog ruilen, dan krijg ik nu vier en vijf van
Schinderhannes met een half pond krenten en ander
half ons spek. Maar wil u daar eerst een stukkie
krant om doen anders wordt Schinderhannes vet".
»Meheer", zoo roept een andere, »wilt u me een
ander vel geven van De bruid van den roofridder
er ligt een groote vetvlak op".
Karei zoo wendt de winkelier zich tot zijn
bediende geeft de juffrouw even een bruid zon
der vlek".
Daarna vraagt hij aan een nog jong meisje, wat
zij belieft.
»Een ons klontjes voor de verkoudheid", zegt ze
met een schuchter stemmetje.
»En waarin moet ik het pakken, jongejuffrouw
Bijna fluisterend antwoordt zeDoet u het maar
in KU^pende harten. Doch wil u het niet zoo erg
kreuken".
Zeker, juffertje. Karei geeft de juffrouw even
een ons klontjes met Kloppende hartende juffrouw
zal ze zelf wel brakken".
En zoo gaat het voort den geheelen dag en de
geheele week en waarschijnlijk kan het nog zoo
langen tijd doorgaan, want de winkelier heeft nog
een massa sensatie-romans op zolder liggen.
In den omtrek van Bardi, bij Piacenza, heeft
zich een vreemd verschijnsel voorgedaan. Na een
sneeuwstorm, welke 48 uren aanhield, was de sneeuw
over groote uitgestrektheden als met een zwart poeder
bedekt, dat echter bij onderzoek uit myriaden, zeer
beweeglijke zwarte insecten, bleek te bestaan van de
rootte eener vloo. De geringste aanraking was vol-
oende om hen te verpletteren.