1892 N°. 18.
Donderdag 11 Februari.
79ste jaargang.
De lijst der kinderen
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag-, Woensdag- en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, j 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 centmet bijblad 10 cent.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren Nijgii Van Ditmar te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en J
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie word de prijs
slechts tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a ƒ1,berekend,
■nbiedingen, niet! meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Inzending van advertcntiën vóór 3 uren op den dag der uitgave.
boven zes en beneden twaalf jaren, die zich op 1 Januari van
het loopende jaar in de gemeente bevonden en niet voorkomen
op de staten der leerlingen van de openbare en bijzondere
scholen van lag r onderwijs of die huisonderwijs genieten, is
opgemaakt en zal ter secretarie voor een ieder ter lezing liggen
van 11 Februari tot 10 Maart op ellccu werkdag vau des
voormiddags 9 tot des namiddags 2 uren.
Goes, den 9 Februari 1892
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
De fd Secretaris,
VAN DELLEN.
De Haagsche krankzinnigenverpleging.
In de vorstelijke residentie bestaat een krankzin
nigengesticht, dat van de gemeente 's-Gravenhage
een zeer belangrijke subsidie ontvangt. Omtrent dit
gesticht loopen in den laatsten tijd de zonderlingste
geruchten, dank zij de onthullingen van eene dame,
zekere mevrouw Stuten, die in- dit gesticht is ver
pleegd geworden. We zullen die onthullingen hier
niet mededeelengenoeg zij het, dat de ergste en
ergerlijkste mishandelingen van krankzinnigen door
haar worden verhaalddat de voormalige directeur
en het oppasserspersoneel, zoowel mannelijk als
vrouwelijk, door haar beschuldigd worden van de
gruwelijkste daden tegenover de arme lijders, die
geplaagd en lichamelijk gekastijd worden onder be
spotting van hen, onder wier liefderijke verpleging
zij met goed vertrouwen waren gesteld.
Als om strijd laken dan ook de bladen van alle
richtingen de verschrikkelijke mishandelingen, die in
genoemd krankzinnigengesticht plaats grijpen en al
is slechts een tiende waar van wat mevrouw Stuten
mededeelt, dan nog is een streng onderzoek in dezen
ernstig geboden. Dit onderzoek zal zeker wel reeds
zijn ingesteld, doch resultaat daarvan vernam men
nog niet.
Opmerkelijk intusschen is het, dat De Standaard
en andere Christelijke bladen dadelijk deze gelegen
heid weder hebben aangegrepen om de loftrompet
te steken over Veldwijk en andere christelijke krank
zinnigengestichten, daarbij deze stellende tegenover
alle andere krankzinnigengestichten, alsof het in alle
»niet-christelijke" toegaat als in bet Haagsche.
Toch is dit laatste niet eens zoo erg onchriste
lijk. In het college van regenten van dit gesticht
toch zitten o. a. baron Calkoen,jhr. mr. De Savornin
Lohman en mr. Hanlo, allen zeer godsdienstige
menschen. Zoo blijkt, dat zelfs een christelijk regent
geen waarborg geeft voor eene zachtzinnige ver
pleging in een gesticht.
Het is intusschen te hopen, dat het onderzoek
in deze zaak spoedig geëindigd moge zijn en dat,
wanneer geheel of gedeelteljjk waar blijkt, wat
mevrouw Stuten heeft openbaar gemaakt, de schul
digen hunne rechtmatige straf niet zullen ontgaan.
Opium.
Naar aanleiding van de rededoor den heer
Schaepmau uitgesproken op den avond na de al-
gemeene vergadering van den Anti-Opium-Bond",
betoogt het dagblad de Amsterdammerdat de opium-
quaestie geen stap verder haar oplossing zal naderen,
zoolang zij voor den Staat een geldquaestie blijft.
»Het schandaal, waarover de Nederlandsche natie
zich heeft te schamen, is, dat zij den Staat veroor
looft belang te hebben bij het misbruik van drank en
opium. Weet dr. Schaepman dit niet Hij moet bet
weten, zou men zeggen. Maar indien het hem niet
onbekend was, gelijk ook uit enkele deelen van zijn
rede scheen te blijken, hoe kon hij dan zich warm
maken voor de invoering van de regie, in plaats
van voor het eenig doeltreffend middel: afschaffing
van de opbrengst der opiumpacht als algemeen middel
tot stijving van de Indische schatkist Weet hij
waar het kwaad ligt, mag hij dan zich tevreden
stellen met een verbetering", waarbij het euvel in
vollen omvang blijft bestaan
Had dr. Schaepman het recht, bij deze gelegen
heid, smalend te spreken van het Binnenhof als het
Phrasenhuis, nu er 600,000 voor twee scheepjes
ter wering van den smokkelhandel worden uit
getrokken
Eer en geweten, God, en 's menschen rentmees
terschap werden door hem bij de behandeling van
de opium-quaestie te pas gebrachtmaar waar
heeft de dr. sinds 1888, dat is drie jaar onder een
kerkelijk Ministerie, zich bevonden Wat heeft hij
gedaan om dit nationaal schandaal uit te roeien,
hier te lande de dronkenschap en in Indië de opium-
bedwelming, als bronnen van staatsinkomsten te doen
ophouden
Is het misschien dr. Schaepman geweest, die een
voorstel heeft ingediend, dat men in Nederland en
in Indië er zich op zou inrichten, om, b. v. na vijl
j lar, noch de jenever, noch het opium langer te
dulden als de twee waggelende beenen, waarop onze
fiscus staat en gaat
Praatjes en nog eens praatjes, gemoedelijke en
vrome daaronder, in en buiten de Kamer, ze zijn
aan de orde van den dag."
In het weekblad Nederland komt een artikel
over de opiumquaestie voor, dat niet getuigt van
groote ingenomenheid met den Anti-Opium-Bond.
Afgekeurd wordt toch, dat de Bond zich wendt tot
alle Nederlanders, om ze te doen oordeelen over iets,
waarvan maar weinigen voldoende kennis hebben.
Want bet is geen eenvoudige vraag, of de opium
pacht door regie vervangen moet worden, het is,
meent schr., niet de quaestie of er een duivel uitge
dreven moet worden, maar wel of belet kan worden,
dat er zeven duivelen in de plaats terugkomen.
Heft men de pacht op, dan wordt de vraag, zal
de Staat sterk genoeg zijn om die Chineezen, oud
pachters, dan waarschijnlijk smokkelaars, met hun
handlangers te weerstaan En zoo dit niet het geval
mocht zijn, dan zal, volgens schr. de regie alleen
uitloopen op een verlies van millioenen en op een
kolossale toeneming van het opiummisbruik. Is de
Staat wel tegen al die Chineezen te zamen hande
lende opgewassen, waarom, zoo vraagt schr., is hij
dat dan niet tegen een gedeelte van hen, die nu
pachters zijn Waarom zijn er geen maatregelen te
treffen, om die pachters in toom te houden
Het is, meent schr., een treurige traditie, dat in
den pachter iets anders gezien wordt dan hij is, dat
men zich bepaalt tot de verzuchting »er is niets
aan te doen".
En als er eens een Bond opstond om die traditie
te doen verdwijnen, die zich ten taak stelde, dat
»het helpt toch niet" niet meer te doen uitspreken,
dan zou, volgens schr., een bond zijn gerechtigd een
beroep te doen op de publieke opinie. Zulk een
bond, gesteund door een redenaar als Schaepman,
zou z. i. de ware Anti-opium-Bond zijn.
GOES, 10 Februari 1892.
De heer Wilh. Bruns, muziekdirecteur
alhier, wien de lof toekomt, dat hij met allen ijver
optreedt om de beoefening der toonkunst in onze
gemeente aan te wakkeren, zal binnenkort, voor
een weldadig doel en met medewerking van buiten-
landsche toonkunstenaars, eene soirée geven, waarin
O. a. zullen uitgevoerd worden Trio von Beethoven
en Thema und Variationen aus einer Sonate fiir Klavier
und Violine von W. Bruns.
Gaarne vestigen wij daarop de aandacht en wekken
wij tot bijwoning van deze soirée op.
Wij ontvingen het prospectus van de groote
internationale sport- en visscherijtentoon-
stelling te Scheveningen, met het verzoek de
aandacht onzer lezers meer speciaal der oester
kweekers daarop te vestigen.
Gaarne voldoen wij aan dit verzoek, al is het
natuurlijk niet mogelijk het prospectus in zijn ge
heel in onze kolommen over te nemen. Wij bepalen
ons daarom tot de mededeeling, dat voor deze ten
toonstelling eene ruimte van 3 H.A. is bestemd,
op een terrein tegenover het Kurhaus. De gebouwen
alleen zullen 25.000 M*. beslaan.
Het programma omvat 12 groepen, waarvan de
visscberjj de zevende is. Onder klasse 80 komen in
deze groep voorweekdieren, oesters, schelpdieren
enz., wat meer direct voor heeren oesterkweekers
van belang is.
Zij, die volledig omtrent deze tentoonstelling wen-
schen te worden ingelicht, kunnen zich wenden tot
de heeren J. J. Ochtman te Goes en dr. Leo De
Leeuw te Bergen-op-Zoom.
Voorshands bepaleu we ons tot deze korte mede
deeling, ons voorbehoudende later nog op deze ex-
jDOsitie terug te komen.
OvezaiMl. Gisternamiddag overleed, na een kort
stondige ziekte, een onzer oudste ingezetenen, de
heer L. Boogaert, die meer dan eene halve
eeuw voor het lichamelijk heil van de bewoners
dezer gemeente en vroeger ook van den verren
omtrek zorgde. Ofschoon reeds 82 jaar oud, bezocht
hij, vóór enkele dagen, nog zijne patiënten.
De Minister van Binnenl. Zaken heelt bepaald,
dat een verkiezing van een lid der Tweede Kamer
in het hoofdkiesdistrict Alkmaar zal plaats hebben
op Dinsdag 1 Maart e. k.dat de herstemming, is
die noodig, zal geschieden op Dinsdag 15 Maart
daaraanvolgende.
Het schriftelijk gedeelte van het toelatings
examen voor cadet bij de koninklijke militaire aca
demie zal dit jaar op 9 en 10 Juni te Amsterdam,
Breda, Meppel en Nijmegen worden afgenomen.
De Provinciale Staten van Noord-Holland
hebben met 30 van de 59 geldige stemmen gekozen
tot lid der Eerste Kamer den heer A. Prins,
oud-lid dier Kamer.
De Standaard erkent, dat bij de aanstaande
verkiezingen voor de Provinciale Staten onder zijn
geestverwanten »in schier alle districten een zeer
sterke neiging zal bestaan, om toch maar weer in
het oude spoor te loopen", d. w. z. met de katho
lieke kiezers saam te werken.
»Dit is zóo waar, aldus het anti-revolution-
naire blad dat we vast overtuigd zijn dat, al
adviseerde het centraal comité, ja, al adviseerde
de deputaten-vergadering, voor m'e^-samenwerking,
in tal van districten die saamwerking toch door
belanghebbenden zal worden doorgezet.
Men ziet, we maken ons omtrent den toestand
in het land niet de minste illusie."
Intusschen vindt de Standaard hierin geen reden
om zich aan te sluiten bij de bladen, die, als de
Oranjevaan bijv., van meening zijn dat dit »oude
spoor" nogal zoo kwaad niet was. En de Standaard
maakt zich sterk, dat een plebisciet", onder de
leden zijner partij gehouden, in dezen »te (zijnen)
faveure" zou uitvallen. Ten minste wanneer men
vraagt wie de Standaard »in zijn hart gelijk geeft."
»Kon men echter in het land eens rondvragen,
wie ons, althans in zijn hart, gelijk geeft, en wie
het sterkst op bestendiging van samenwerking
aandringen, dan maken we ons sterk, dat het
plebisciet nogal te onzen faveure mee zou vallen."
Een bedenkelijke historie S roept de Tijd, waaraan
we dit ontleenen, uit. Hebben we nu, op gezag van
de Standaard, aan te nemen, dat de belanghebben
den" van de anti-revolutionnaire partij met den
mond andere gevoelens belgden dan die welke zij
met bet hart zijn toegedaan?... Of: hebben die
belanghebbenden" zooveel in te brengen, dat zij,
ondanks »deputaten" en »centraal-comité", de anti-
revolutionnaire kiezers naar hun pijpen laten dansen
Reuter seint uit Londen, dat het departement
van landbouw den invoer van levend vee
in Engeland uit Nederland verboden heeft met in
gang van den 12den dezer.
Uit officiëele opgaven blijkt, dat er 24 stuks van
het aan mond- en klauwzeer lijdende Deensche vee
reeds verkocht en weggehaald waren toen het ver
bod op bet vervoer te Islington aankwam. Deze
runderen werden te Chatham, Rochester, Colchester,
Aldershot en Shorncliffe achterhaald en afgemaakt
Op genoemde plaatsen mag vooreerst geen veehandel
plaats vinden. De Times stipte hierbij aan, dat de
vorige epidemie van mond- en klauwzeer, in 1880,
door invoer van één ziek beest veroorzaakt, aan
den Britschen veestapel een verlies van 2,500,000
pd. st. berokkende, terwijl de hoogere vleeschprijzen
aan de verbruikers een verlies van minstens 6,000,000
pd. st. toebrachten. Het blad vraagtZouden zulke
offers het algeheele en bestendige verbieden van den
invoer van vreemd levend vee niet wettigen
De correspondent der N. B. Ct., die het boven
staande Maandag aan dat blad telegrafeerde, seinde
gisteren in verschillende telegrammen nog het vol
gende
Gisterenavond zijn twee nieuwe besluiten van het
departement van landbouw openbaar gemaakt. Het
eerste verbiedt allen veehandel in het politiedistrict
der hoofdstad en bepaalt dat alle markten zullen
worden gesloten, behalve die van Deptford. Het
tweede besluit verbiedt den invoer van levend vee
uit Nederland.
De besluiten zijn zóo laat verschenen, dat de Times
het laatste niet eens heeft kunnen opnemen. Men
beweert dat er nieuwe gevallen vaii mond- en klauw
zeer aan het licht zouden zijn gekomen, welke de
regeering tot het nemen van overhaaste maatregelen
zouden hebben bewogen. De nieuwe ziektegevallen
zouden bier ontdekt zijn en wel bij Norfolksch vee,
dat in geene aanraking is geweest met de besmette
runderen der Deensche lading.
Ik had hedenmorgen een onderhoud met professor
Brown, inspecteur bij het departement vau landbouw.
Ilij weigerde de redenen op te geven, welke geleid
hebben tot het verbod van den invoer van levend
vee uit Nederland. Reeds veertien dagen geleden,
zoo vei'klaarde hij, is het nemen van dezen maatregel
noodig gebleken, als een voorzorg welke vereischt
werd, onafhankelijk van het gebeurde met het
Deensche vee.
In Duitschland zijn gevallen voorgekomen van
mond- en klauwzeer en de Nederlandsche grenzen
zijn niet zeer ver daarvan verwijderd. Ook hebben
zieke beesten eenmaal de grens van Nederland over
schreden, ondanks de maatregelen door de Neder
landsche overheid genomen.
De regeering heeft een onderzoek ingesteld naar den
toestand van het vee in de Norfolksche pachthoeve,
waaruit naar ik u seinde gezegd wordt dat besmet
vee is gekomen. Ook moet het uitbreken der ziekte
heden geconstateerd zijn te Clapton in bet noorden
van Londen.
Het komt ons voor, dat op grond van bet boven
staande er meer grond bestaat voor Nederland om
den invoer uit Engeland te verbieden dan omge
keerd.
Naar aanleid ng van de beweging in de onder
wijzerswereld over het ontslag van den onderwijzer
Smit te Heilo, maakt het Weekbl. vóór Burgerlijke
Administratie de opmerking, dat deze onderwijzer
zoowel als het gemeentebestuur wist, dat in 1892
de gunst ophield, welke veroorloofde dat hij zijne
betrekking vervulde zonder aan den eisch der wet
te voldoen. Zijn ontslag kon dus tegemoet gezien
worden.
Met het vak vrije en orde-oefeningen
acht het Weekbl. v. Burgerl. Adm. het een geheel
ander geval. »Van geen onderwijzer zegt dit
blad kon met recht gevorderd worden, dat hij,
die betrekking kiezende, vooruit moest weten, dat
de wetgever te eeniger tijd hem een akte zou af
vragen, die hij te voren niet behoefde. Niet zonder
en naar onze meening volstrekt niet misplaatste
scherpte zagen wij ergens de vraag gesteld, of wel
ooit bij andere beroepen, waarvoor de wet een examen
eischt (dokter, notaris, advocaat) bij bet stellen van
nieuwe eischen ook de vroegere titularissen daaraan
werden onderworpen. Dit geschiedde nooit. Al eiscbt
de wet thans examen in vakken, die aan vroegere
studenten zoogoed als onbekend waren, de door deze
eenmaal verkregen bevoegdheid bleven zij behouden.
Misschien of zeker kon dit voor vak j bij onderwijzers
niet. Doch en dit is de fout niet van den onder
wijzer, niet van een gemeentebestuur, maar van den
wetgeverdeze is er niet op bedacht geweest, hoe
hierin te voorzien. Het gaat niet aan, in functie
zijnde ambtenaren eensklaps met een nieuwen eisch
te overvallen, op straffe van ontslag. Wij kunnen
daarom wel medegaan met het gevoelen, onlangs
door een lid der Eerste Kamer ontwikkeld, dat een
ontslag, om deze reden gegeven, niet door Ged. Staten
behoorde goedgekeurd te worden.
Wie zal dan hier in het einde den last moeten
dragen Wij kunnen niet anders inzien dan de ge
meente. Ontslag geven mag zij niet, dunkt ons, en
zorgen voor gymnastiek-onderwijs moet zij, zegt de
wet. Zij heeft dus voor een bevoegden onder wijzer
te zorgen en de kosten komen op haar.
Nu is ook hier wellicht wel een middel te vin
den, wanneer meerdere gemeenten zich aaneensluiten
om éen gymnastiek-onderwijzer aan te stellen. Ner
gens toch staat, dat dit onderwijs door een gewo
nen onderwijzer moet gegeven worden. Op die wijze
waren de kosten gezamenlijk te dragen. En waar
ook dit te bezwarend blijkt, kan al. 2 van art. 6
der wet van 1889 of rijkssubsidie te hulp worden
geroepen.
Een stap verder op den weg, die leidt tot onder-
wijs-ïijkszaak".
Omwisseling van boerenzoonsl
De aandacht wordt gevestigd op het in Dene
marken bestaand gebruik om gedurende korteren
of langeren tijd volwassen zoons op een boerderij
in een andere streek te plaatsen, tegen omruiling
van een zoon van laatsfcgemelde boerderij.
Deze omwisseling geschiedt met gesloten beurs
en de omwisselende jongelui worden natuurlijk niet
als logé beschouwd, maar verrichten den arbeid,
die een eigen zoon gewoon is te doen.
In deze Deensche gewoonte toch is ontegenzegge
lijk veel goeds gelegen. De jongelui zien daardoor
eene andere landstreek, maken kennis met de wijze,
waarop het bedrijf aldaar wordt uitgeoefend, worden
als het ware gedwongen zich rekenschap te geven
omtrent het verschil tusschen de wijze van doen
thuis en elders, voortvloeiend, 't zij uit verscheiden
heid van grondsoort, localefi toestand of gebruiken,
't zij uit verschil van inzicht van den landbouwer zelf.
Daardoor wordt hun blik verruimd en kan zoo
danig tijdelijk verblijf van grooten invloed zijn op
hunne verdere ontwikkeling.
Bovendien wordt daardoor de grond gelegd voor
het aanknoopen van betrekkingen tusschen land
bouwers der onderscheidene provinciën, dat in hare
gevolgen, ook uit een handelsoogpunt, voor beide
partijen van groot nut kan zijn.
De Verzekeringsbode zegt het volgende»De
heer Schmidt schrijft in zijn brochure over staats
toezicht op de verzekeringen, dat in
Den Haag een levensverzekering-maatschappij met
een volteekend waarborgkapitaal van ƒ500,000 de
koninklijke goedkeuring op haar statuten gevraagd
en verkregen had, terwijl op dat kapitaal niets ge-